[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2010D06154, datum: 2010-02-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van der herfstzitting van de 64e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (2010D06153)

Preview document (šŸ”— origineel)


VERSLAG 64E ZITTING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGDE NATIES
(AVVN)

In de periode september-december 2009 vond de 64e herfstzitting van de
AVVN plaats. Tijdens deze zitting nam de AVVN in totaal 249 resoluties
aan. De AVVN werd voorgezeten door de Libiƫr dr. Ali Abdussalam Treki.
De onderhandelingen tijdens deze sessie werden gekenmerkt door een
gepolariseerde sfeer tussen de verschillende samenwerkingsverbanden
(Non-Aligned Movement/G77 vs EU/westerse landen). Desondanks werden er
dit jaar meer resoluties met consensus aangenomen. Dit reflecteert voor
een groot deel de meer geƫngageerde en op samenwerking gerichte
Amerikaanse houding. De EU speelde een rol van betekenis in de AVVN. Het
verwerven van EU-steun is voor alle partijen, ook de G77, zowel een
belangrijk doel op zich als ook een middel om meer landen aan boord te
krijgen. Het Zweedse EU-voorzitterschap functioneerde uitstekend.

De verkiezingen voor de Veiligheidsraad op 15 oktober 2009 verliepen
geruisloos, omdat er voor het eerst sinds 2004 een clean slate was: er
waren net zoveel kandidaten als beschikbare zetels. De verkozen landen
voor de periode 2010-2011 zijn Bosniƫ-Herzegovina, Braziliƫ, Gabon,
Libanon en Nigeria. Vermeldenswaardig is dat twee van de vijf nieuwe
leden van de Veiligheidsraad niet alleen zullen meebeslissen over zaken
van internationale vrede en veiligheid, maar zelf ook nog op de
internationale politieke agenda staan: Libanon heeft nog altijd
VN-vredestroepen op zijn grondgebied en Bosniƫ-Herzegovina staat nog
onder internationaal toezicht. 

De herfstsessie van de 64e AVVN heeft voor Nederland, ook na de
ministeriƫle week, een bevredigend verloop gehad. Alle tijdens deze
zitting door Nederland gedragen resoluties (over het Internationaal
Strafhof, transparency in armaments, nationale wetgeving inzake
wapenhandel en geweld tegen vrouwen) werden aangenomen. 

De AVVN werd bijgewoond door leden van de Eerste en Tweede Kamer,
vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties en vakbonden, evenals de
Vrouwenvertegenwoordiger en de Jongerenvertegenwoordiger.

Hieronder volgt per commissie een verslag op hoofdlijnen van de 64e
zitting. In aanvulling hierop is een nadere analyse toegevoegd naar
aanleiding van de in het Algemeen Overleg van 9 september 2009 gestelde
vraag over de rol van de Verenigde Naties en in het bijzonder de
Algemene Vergadering in het multilaterale systeem.

64E ZITTING AVVN

Ministeriƫle week

De 64e zitting ving aan met de ministeriƫle week (23-30 september
2009). Voorafgaand aan de opening van het Algemeen Debat organiseerde de
Secretaris-generaal een Klimaattop om politiek momentum te genereren in
de aanloop naar Kopenhagen. Twee themaā€™s kregen die week prominente
aandacht: klimaatverandering en de financiƫle en economische crisis. 

Opvallend was de zeer actieve opstelling van de Amerikaanse regering
tijdens de ministeriƫle week. Zowel president Obama als Secretary of
State Clinton namen actief deel. Eerstgenoemde zat als eerste Amerikaans
staatshoofd een sessie van de VN-Veiligheidsraad voor over ontwapening,
een illustratie van het hernieuwde engagement van de Amerikaanse
overheid met de VN. 

De Nederlandse regering was tijdens deze week vertegenwoordigd door
minister-president Balkenende, minister Verhagen, minister Koenders en
minister Cramer. Ook de premier van de Nederlandse Antillen, mw. de
Jongh-Elhage, was aanwezig. De Nederlandse delegatieleden voerden
tijdens de ministeriƫle week een groot aantal gesprekken met
ambtgenoten en topfunctionarissen van de VN, waaronder
Secretaris-generaal Ban Ki-moon. Daarnaast zat minister-president
Balkenende een besloten rondetafelbijeenkomst voor tijdens de
Klimaattop, en nam minister Cramer namens Nederland deel aan een
rondetafel van deze top. De Prins van Oranje zat in zijn hoedanigheid
van voorzitter van het United Nations Secretary General Advisory Board
on Water and Sanitation tijdens deze top een discussie voor over het
verband tussen klimaatverandering en water security. 

Minister-president Balkenende sprak tijdens een speciale sessie van het
Clinton Global Initiative over de G20. De premier en minister Koenders
organiseerden samen met UNDP een side event over de financiƫle en
economische crisis en de gevolgen voor ontwikkeling. Ook was de premier
medegastheer en spreker bij een bijeenkomst over corporate culture en
ondernemerschap na de financiƫle en economische crisis. Minister
Verhagen organiseerde samen met Secretary of State Clinton en de
Braziliaanse minister van Buitenlandse Zaken Amorim een bijeenkomst over
geweld tegen meisjes. Daarnaast was hij medegastheer en spreker op een
bijeenkomst over Responsibility to Protect, hield hij een toespraak
tijdens de Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty-conferentie, en sprak
hij tijdens een side event over klimaatverandering en veiligheid.
Minster Verhagen en minister Koenders namen beiden deel aan een
bijeenkomst in het kader van het zestigjarig bestaan van UNRWA. Minister
Koenders werd benoemd tot emeritus lid van de Stiglitz Commissie. Tevens
organiseerde hij een bijeenkomst voor donoren en VN-vertegenwoordigers
over hulp aan Soedan. 

Prinses MƔxima werd tijdens de ministeriƫle week door de
Secretaris-generaal benoemd tot Special Advocate for Inclusive Finance
for Development. Daarnaast hield ze een toespraak tijdens het finance
dinner van het Clinton Global Initiative. 

Ontwapening en non-proliferatie - Eerste Commissie

De Eerste Commissie nam 54 resoluties en besluiten aan op het gebied van
ontwapening, non-proliferatie, wapenbeheersing en internationale
veiligheid. 

Er was sprake van een nieuw momentum op het terrein van non-proliferatie
en nucleaire ontwapening. Dit was deels toe te schrijven aan de
Praag-speech van de Amerikaanse president Obama, waarin hij de
Amerikaanse visie van een kernwapenvrije wereld uiteenzette. Ook andere
positieve ontwikkelingen, zoals de onderhandelingen tussen de Verenigde
Staten (VS) en de Russische Federatie (RF) over een opvolger van het
Start-verdrag en de speciale zitting van de Veiligheidsraad over
ontwapening en de daarin aangenomen resolutie 1887, droegen bij aan een
positieve sfeer. Dit momentum vertaalde zich in een voorzichtige
verschuiving van de houding van de VS. Hoewel het stemgedrag van India,
Pakistan, China, Israƫl en de RF grotendeels ongewijzigd bleef, leek er
in het algemeen meer bereidheid en ruimte tot flexibiliteit. In 2008
werd nog gestemd over het merendeel van besluiten en resoluties; dit
jaar werd bijna tweederde zonder stemming aangenomen. 

De discussie in de Eerste Commissie spitste zich vooral toe op de
resoluties over een kernsplijtstofstopverdrag (FMCT) en een
wapenhandelsverdrag (ATT). De eerste werd na langdurige onderhandelingen
met consensus aangenomen en de tweede kreeg een ruime meerderheid van
stemmen. Met de aanname van de ATT-resolutie is besloten in 2012 een
VN-conventie bijeen te roepen om over een wapenhandelsverdrag te
onderhandelen. Steun van de VS was mogelijk doordat het principe van
consensus-besluitvorming tijdens de conferentie in 2012 in de resolutie
werd opgenomen. Strikte toepassing van de consensusregel tijdens de
conferentie kan het echter moeilijker maken een sterk verdrag te
realiseren. Nederland heeft zich tijdens de onderhandelingen over deze
resolutie steeds uitgesproken voor een sterk en robuust verdrag en
onderkent eveneens de noodzaak van de betrokkenheid van de VS bij dit
proces.

De Australische resolutie over een verbod op kernproeven werd met een
meerderheid van stemmen aangenomen en kon, nadat vorig jaar de VS nog
tegen had gestemd, dit jaar zelfs rekenen op co-sponsorschap van alle
permanente leden van de Veiligheidsraad. Alleen Noord-Korea stemde
tegen. 

Nederland diende in de Eerste Commissie twee resoluties in: de resolutie
Transparency in Armaments (TiA) over het VN-wapenregister, waarin
gegevens worden uitgewisseld over wapenexport en regelgeving, en de
resolutie National Legislation on Transfer of Arms. De laatste resolutie
moedigt lidstaten aan informatie met betrekking tot nationale wet- en
regelgeving op het gebied van overdracht van wapens, militaire goederen,
dual-use goederen en technologie aan het VN-secretariaat (UN-ODA) te
verstrekken. De TiA-resolutie werd met 150 voorstemmen aangenomen en kon
rekenen op een recordaantal co-sponsors (103). De tweede resolutie werd
met consensus aangenomen. 

Nederland was dit jaar mede-organisator van twee side-events: de
presentatie van een Oxfam-rapport over het ATT en ontwikkeling, en een
bijeenkomst over kindsoldaten, met als onderdeel de vertoning van de
film ā€˜Silent Armyā€™ (in Nederland bekend als ā€˜Wit Lichtā€™) van
regisseur Jean van de Velde.

Economische ontwikkeling - Tweede Commissie

De Tweede Commissie nam 42 resoluties aan op het terrein van onder
andere duurzame ontwikkeling, macro-economie, ontwikkelingssamenwerking
en armoedebestrijding. De Commissiewerkzaamheden verliepen moeizamer dan
voorgaande jaren. Ontwerpresoluties die traditiegetrouw bijna allemaal
van de G77 afkomstig zijn werden dit jaar laat ingediend, mede door een
stroever afstemmingsproces binnen de G77. De spanningen binnen de G77
lijken deels te maken te hebben met de grotere rol van de G20 op het
internationale toneel, en ten dele met de verschillende belangen van
landen binnen de G77. De EU uitte in een eindverklaring haar onvrede
over het verloop van deze Commissie en benadrukte dat een verbetering
van werkmethoden noodzakelijk is. De EU wil hierover begin 2010 overleg
voeren met de overige VN-leden.

In de debatten in de Tweede Commissie stond net als vorig jaar de
financiƫle en economische crisis en de gevolgen daarvan voor
ontwikkelingslanden centraal. De meningsverschillen hierover kwamen aan
het licht in de onderhandelingen over de macro-economische onderwerpen
zoals de namens de G77 door Soedan geĆÆntroduceerde resolutie over het
internationale financiƫle systeem. In de oorspronkelijke tekst had de
G77 alle punten opgenomen die men in juni 2009 tijdens de VN-conferentie
over de financiƫle en economische crisis niet had binnengehaald. Het
matigen van deze voorstellen door de EU, de VS en andere gelijkgezinde
landen kostte vervolgens veel inspanning.

De voornaamste nieuwe resolutie was een initiatief van Zwitserland en
Guatemala, Legal Empowerment of the Poor (LEP). Nederland ondersteunde
actief het EU-voorzitterschap in de onderhandelingen over deze
resolutie. De resolutie richtte zich op vier elementen die meer aandacht
zouden moeten krijgen in beleid ter bestrijding van armoede, namelijk
rule of law, gender equality, toegang van het arme deel van de bevolking
tot het rechtssysteem (landrechten, arbeidsrecht) en mensenrechten in
het algemeen. De resolutie werd gesteund door een brede,
regio-overstijgende groep waaronder een andere Latijns-Amerikaanse
landen, Indonesiƫ, Zuid-Korea en EU-landen waaronder Nederland. De
resolutie ondervond veel tegenstand van o.a. China, Rusland, Cuba,
Venezuela, Nicaragua en Bolivia. Deze landen stelden dat Legal
Empowerment of the Poor een eenzijdige benadering opdringt en te weinig
nadruk legt op het belang van het nakomen door donoren van hun
financiƫle toezeggingen op ontwikkelingsterrein teneinde armoede te
bestrijden. Uiteindelijk werd de resolutie, weliswaar in afgezwakte
vorm, met consensus aangenomen. 

Een ander concept dat dit jaar nadrukkelijker aan de orde kwam was
ā€˜sociale beschermingā€™. In de discussie over armoedebestrijding en
globalisering werd veelvuldig benadrukt, o.a. door Braziliƫ, dat het
belangrijk is dat landen een systeem van sociale voorzieningen opzetten.
Dit is niet alleen van belang voor armoedebestrijding, maar het
stimuleert tevens de binnenlandse vraag en draagt daarmee bij aan
nationale economische ontwikkeling. Wel werd erkend dat het basisniveau
dat moet worden gehanteerd per land verschilt.

Voorts liepen twee onderhandelingsprocessen in de Algemene Vergadering
parallel aan de Tweede Commissie. Ten eerste werd onder leiding van
Denemarken en Senegal onderhandeld over de resolutie inzake de opzet van
de High Level Plenary Meeting in 2010 over de Millennium Development
Goals (MDGs). Het behalen van de MDGs is vanwege de gevolgen van de
financiƫle en economische crisis een extra zware opgave. De uitkomst
van de onderhandelingen over de modaliteiten is een driedaagse top.
Nederland had ingezet op een kortere Top, maar is tevreden met de
beslissing ten aanzien van brede deelname door o.a. NGOā€™s, private
sector en andere civil society organisaties. Daarnaast ziet Nederland
mogelijkheden om Nederlandse prioriteiten als innovatieve
partnerschappen en mensenrechten, met name het non-discriminatie
beginsel, onder de aandacht te brengen tijdens deze top.

Ten tweede is in een kort tijdbestek overeenstemming bereikt over het
outcome document van de High Level VN-conferentie over Zuid-Zuid
samenwerking, die op 3 en 4 december 2009 in Nairobi werd gehouden.
Belangrijke punten voor de EU en Nederland die zijn opgenomen in het
uiteindelijke outcome document zijn de notie dat de primaire
verantwoordelijkheid voor het eigen ontwikkelingsproces bij landen zelf
ligt, de verwijzingen naar de aid effectiveness agenda en het belang van
monitoring en evaluatie van Zuid-Zuid samenwerking. 

Mensenrechten en humanitaire zaken - Derde Commissie

De Derde Commissie nam in totaal 61 resoluties en besluiten aan. Dit
jaar werden meer resoluties met consensus aangenomen dan vorig jaar, wat
vooral te danken was aan een constructievere Amerikaanse opstelling.
Ondanks de soms moeilijke onderhandelingen, waren de inspanningen van
Nederland en de EU over het algemeen succesvol. Namens ruim negentig
landen dienden Nederland en Frankrijk met succes een resolutie in over
geweld tegen vrouwen. De resolutie richt zich op de inspanningen van de
VN om geweld tegen vrouwen effectiever te bestrijden. Voorts diende de
EU, samen met de landen in Latijns-Amerika en uit het CaraĆÆbisch
gebied, wederom een resolutie in over de rechten van het kind. Dankzij
Nederland bevatte de resolutie onder meer een oproep aan landen om per
2016 de ergste vormen van kinderarbeid af te schaffen en vooruitgang ter
zake te monitoren.

De EU toonde zich dit jaar assertief  in zijn pogingen zorgelijke
ontwikkelingen op gebied van de mensenrechtenresoluties aan de orde te
stellen of tegen te houden. Zo heeft de EU, door stemming aan te vragen
en vervolgens tegen te stemmen, duidelijk stelling genomen tegen de door
Cuba ingediende resolutie over ā€˜mensenrechten en culturele
diversiteit.ā€™ Deze resolutie kan namelijk een aantasting van het
respect voor de universaliteit van de rechten van de mens betekenen door
ruimte te bieden aan cultureel relativisme. Een ander zorgpunt blijft de
voortschrijdende aantasting van de onafhankelijkheid van de speciale
vertegenwoordigers en rapporteurs van de VN voor thematische
mensenrechten of landenspecifieke mensenrechtensituties en de
VerdragscomitƩs van de VN. 

Met name door toedoen van Egypte werd in verschillende resoluties - soms
met succes - een aantal impliciete verwijzingen naar LGBT-rechten
aangevochten. Mede daarom was het goed dat een aantal landen, waaronder
Nederland, in december 2009 een side event organiseerde, waar
discriminatie verband houdende met sexuele geaardheid aan de orde werd
gesteld en waar de Heilige Stoel verklaarde tegenstander te zijn van
discriminatie tegen homoseksuelen.

Dit jaar zijn wederom resoluties aangenomen inzake de
mensenrechtensituaties in Iran en (op EU-initiatief) Myanmar en
Noord-Korea. Een opvallende, positieve ontwikkeling was dat dit jaar
werd afgezien van no-action motions inzake de landenspecifieke
resoluties, waardoor de praktijk dat de AVVN zich met landenspecifieke
mensenrechtensituaties bezig houdt, is versterkt. 

Voorts was er deze AVVN ook weer veel aandacht voor religie. De door de
EU ingediende resolutie over de vrijheid van godsdienst en
levensovertuiging werd met consensus aangenomen. Daar staat helaas
tegenover dat dit jaar wederom een door Maleisiƫ namens de landen van
de Organisation of the Islamic Conference ingediende resolutie over
godsdienstlastering is aangenomen, waarmee de indruk wordt versterkt dat
niet alleen individuen, maar ook religies aanspraak kunnen maken op
mensenrechtenbescherming. De EU stemde in met de Pakistaans-Filipijnse
resolutie over interreligieuze en interculturele dialoog, maar tekende
daarbij aan dat interreligieuze dialoog geen zaak van staten is maar van
het maatschappelijk middenveld en individuen, en dat ze slechts een
onderdeel is van een veel bredere interculturele en maatschappelijke
dialoog, daar religie en geloof niet de enige bron zijn van identiteit.

De uitkomst van de resolutie over racisme was teleurstellend. De meeste
EU-lidstaten onthielden zich van stemming terwijl Nederland, Denemarken,
Duitsland, Tsjechiƫ, Polen, Roemeniƫ en Italiƫ tegen stemden. De
verwijzingen naar het slotdocument van de Durban Review Conference
vormden een belangrijke overweging voor de tegenstem. Daarnaast besloot
de Derde Commissie om het slotdocument van de Durban Review Conference
te bekrachtigen. Nederland stemde tegen dat besluit, samen met de VS,
Canada, Israƫl en Australiƫ. Een aantal andere EU-lidstaten, waaronder
Italiƫ, onthield zich van stemming.

De wens van veel ontwikkelingslanden en Belarus - de indiener van de
resolutie - om in de AVVN een wereldwijd actieplan tegen mensenhandel
tot stand te brengen, stuitte op verzet van met name de VS en Noorwegen.
Zij zagen hierin een duplicering van het bestaande VN-protocol tegen
mensenhandel. De voorstanders van een mondiaal actieplan betoogden dat
het er om ging aspecten mee nemen die slechts in beperkte mate in het
protocol aan de orde komen. In de EU waren de posities verdeeld.
Frankrijk en het VK zagen weinig toegevoegde waarde in een dergelijke
tijdrovende exercitie. Portugal, Oostenrijk en Nederland toonden zich
bereid de dialoog aan te gaan. Uiteindelijk werd als compromis een
resolutie aangenomen die de rol van Portugal en Kaapverdiƫ als
co-facilitatoren voor een consultatieproces over de totstandkoming van
een mondiaal actieplan onderstreept. 

Bij de jaarlijkse resolutie over drugs was de inzet van de EU gericht op
een korte, procedurele resolutie ter bevestiging van het resultaat van
de 52e zitting van de Commission on Narcotic Drugs. De EU kon echter
onvoldoende weerstand bieden aan landen die allerlei ontwikkelingen bij
de bestrijding van de drugshandel een plaats wilden geven in de
resolutie. De EU legde een verklaring af waarin teleurstelling werd
uitgesproken over de onevenwichtige resolutie. 

Nederland ondertekende tijdens deze AVVN het protocol inzake het
individuele klachtrecht bij het Internationale Verdrag inzake
Economische, Sociale en Culturele Rechten, en deponeerde de akte van
bekrachtiging bij het eerste protocol bij het Kinderrechtenverdrag
(betrokkenheid van kinderen bij gewapend conflict). 

De Derde Commissie nam tevens vier humanitaire resoluties aan: twee over
de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), een over hulp
aan vluchtelingen en ontheemden in Afrika en een over vluchtelingen in
het algemeen. Daarnaast werden ook in de plenaire Algemene Vergadering
onderhandeld over een aantal andere humanitaire resoluties, die met
consensus werden aangenomen. De belangrijkste was de zogenaamde
omnibusresolutie, ingediend door Zweden, waarin werd gepleit voor
verbetering van de coƶrdinatie van humanitaire hulp door de VN.
Positief was dat de resolutie dit jaar breed draagvlak kreeg, ook onder
G77-landen, en nieuwe verwijzingen bevatte naar ontheemden en het
genderperspectief. De EU diende daarnaast een resolutie in over
veiligheid van VN-personeel en ander humanitair personeel, waarin werd
gepleit voor versterking van het Department for Safety and Security en
zorg werd uitgesproken over aanslagen tegen humanitair personeel. 

Voor een uitgebreide beschrijving van de resultaten behaald in de Derde
Commissie, zie de Kamerbrief inzake resultaten Derde Commissie van de
Algemene Vergadering, Kamerstuk 2009-2010, 21650, nr. 82.

Speciale politieke en dekolonisatiezaken - Vierde Commissie

In het brede palet van onderwerpen dat jaarlijks in de Vierde Commissie
wordt behandeld, vormt het Midden-Oosten-segment het meest politieke en
controversiƫle onderdeel. De negen Vierde Commissie-resoluties krijgen
traditioneel een tegenstem van Israƫl, regelmatig in gezelschap van de
VS en enkele kleine eilandstaten. De EU stemde afgelopen jaren als
geheel voor het merendeel van de resoluties en onthield zich op Work of
the Special Committee to Investigate Israeli Practices. De door de
Palestijnen ingediende amendementen op de Midden-Oostenresoluties in de
Vierde Commissie leidden tot stevige onderhandelingen tussen de
VN-lidstaten. De Nederlandse inzet verliep via de EU en was gericht op
het de-politiseren en meer in evenwicht brengen van de resolutieteksten.
Behalve de eerder genoemde EU-onthouding legde de EU ook verschillende
malen een stemverklaring af waarin de EU haar zorgen ten aanzien van
soms onnodig politiserend en/of emotionerend taalgebruik uitte. Dat de
EU, net als vorig jaar, ook deze sessie gedurende de onderhandelingen
over de Midden-Oostenresoluties in de Vierde Commissie gezamenlijk bleef
opereren stemt positief. Tijdens het debat werd vertrekkend
Commissioner-General Karen Koning AbuZayd van UNRWA alom geprezen voor
haar inzet.

Veel aandacht ging voorts uit naar de resolutie over het
Goldstone-rapport die op 5 november 2009 werd aangenomen in een plenaire
sessie van de AVVN. Een uitgebreide beschrijving van de onderhandelingen
en de Nederlandse positiebepaling terzake is opgenomen in de Kamerbrief 
inzake de actuele situatie in het Midden-Oosten, Kamerstuk 2009-2010,
23432, nr. 316. Tijdens de jaarlijks terugkerende behandeling van zeven
MO-resoluties in de plenaire AVVN werd over zes resoluties gestemd.
Alleen de door de EU ingediende resolutie over hulp aan de Palestijnen
kon met consensus worden aangenomen. Met uitzondering van de resolutie
over de Syrische Golan, waarbij Cyprus als enige EU-lidstaat voorstemde,
opereerde de EU gezamenlijk. Ook de MO-resoluties in de Tweede en Derde
Commissie werden, net als vorig jaar, aangenomen.

Waar de EU in 2008 verdeeld stemde op een Brits wijzigingsvoorstel
inzake de resolutie over ondermeer de Falkland-eilanden, verliep het
dekolonisatiesegment in de Vierde Commissie dit jaar relatief rustig. In
totaal werden tien resoluties en een besluit aangenomen. Net als in 2007
en 2008 werd ook dit jaar een consensusresolutie aangenomen over de
kwestie Westelijke Sahara, waarbij opviel dat de sfeer tussen de beide
partijen minder gepolariseerd was dan voorgaande jaren. Naar het schijnt
wilden de partijen de inspanningen van Speciale Gezant Christopher Ross
niet in gevaar brengen. De EU-verklaring terzake riep onder andere de
partijen op met UNHCR samen te werken. 

De Vierde Commissie debatteerde ook over het New Horizon Initiative,
waarin het VN Department of Peacekeeping Operations en het VN Department
of Field Support voorstellen doen om VN-vredeshandhaving te
moderniseren, opdat deze beter aansluit op de hedendaagse eisen. De EU
ondersteunde de belangrijkste aanbevelingen van New Horizon. Gedurende
het debat gingen delegaties in op onderwerpen als de noodzaak van betere
communicatie met troepenleverende landen, de noodzaak van duidelijke en
realistische mandaten, voldoende middelen voor vredesmissies,
coƶrdinatie en synchronisatie van peacekeeping- en
peacebuilding-activiteiten, robuuste vredeshandhaving en bescherming van
de burgerbevolking. In het voorjaar zal de vergadering van de speciale
commissie voor vredeshandhaving (de zgn. C-34) voor een belangrijk deel
in het teken staan van de onderwerpen uit New Horizon.

De tweejaarlijkse resolutie over ontmijning werd met consensus
aangenomen na een onderhandelingstraject onder leiding van het
EU-voorzitterschap. Nieuwe teksten in de resolutie betreffen ondermeer
het belang van gender mainstreaming in het kader van
ontmijningsactiviteiten. Een ander nieuw element is de verwijzing naar
het verdrag inzake de rechten van gehandicapten. Ook is de expliciete
vermelding van de UN Mine Action Service (UNMAS) toegevoegd. 

Financieel-administratieve zaken ā€“ Vijfde Commissie

De onderhandelingen in de Vijfde Commissie verliepen wederom stroef. De
reden hiervoor is dat de resoluties in de Vijfde Commissie bindend zijn
en vaak aanzienlijke financiƫle consequenties hebben voor lidstaten. In
tegenstelling tot andere Commissies wordt derhalve in de Vijfde
Commissie tot het uiterste gegaan om consensus te bereiken. Hoewel de
ontwikkelingslanden hun numerieke overwicht zouden kunnen aanwenden om
besluiten in de Vijfde Commissie te forceren zien ze hier in de regel
van af omdat dit ertoe zou kunnen leiden dat de Westerse landen, die
meer dan viervijfde van de kosten op zich nemen, zich distantiƫren van
besluiten waar ze zelf niet achter staan. Dit zou het functioneren van
de VN nagenoeg onmogelijk maken. De Vijfde Commissie kent daardoor een
fragiel evenwicht tussen enerzijds de ontwikkelingslanden, die een
numerieke meerderheid in de VN vormen, en anderzijds het Westen, dat het
merendeel van de kosten voor zijn rekening neemt.

In deze sessie moest de Vijfde Commissie nieuwe contributieschalen
vaststellen voor zowel de reguliere begroting als voor de
VN-vredesmissies. De contributieschaal voor VN-vredesmissies verschilt
van de reguliere schaal doordat de permanente leden van de
Veiligheidsraad, indachtig hun speciale verantwoordelijkheid voor
internationale vrede en veiligheid, een additionele bijdrage betalen die
wordt aangewend om een korting te geven aan ontwikkelingslanden.
Aangezien kleine wijzigingen in de methodologie kunnen leiden tot grote
veranderingen van de bijdragen per lidstaat, waren de onderhandelingen
over deze twee agendapunten zeer beladen en stonden de verschillende
regionale groepen vaak lijnrecht tegenover elkaar. Aangezien enerzijds
de VS een maximum van zijn bijdrage heeft afgedongen (22% voor de
reguliere schaal en 25% voor de vredesmissieschaal) en anderzijds
onwikkelingslanden een grote korting krijgen, wat afhankelijk is van het
inkomen per hoofd van de bevolking en buitenlandse schuldenlast (in
absolute termen profiteren China, India, Braziliƫ en Rusland verreweg
het meeste van deze kortingen), betaalt de EU een disproportioneel hoog
aandeel van de kosten. Hoewel het Europese aandeel van de wereldeconomie
slechts 30% is betaalt de EU 40% van de kosten van de VN. Ondanks een
EU-inzet op een meer evenredige verdeling van de kosten, bleek het niet
mogelijk om overeenstemming te bereiken met andere spelers over
aanpassingen van de methodologieƫn van de contributieschalen voor de
reguliere begroting en voor VN-vredesmissies. Wel blijft deze kwestie op
de agenda van de Vijfde Commissie. Vanwege de economische ontwikkelingen
van de afgelopen jaren zal het Nederlandse aandeel in de bijdragen bij
een ongewijzigde methodologie licht dalen. Vanaf 2010 zakt het
Nederlandse percentage in beide schalen van 1,873% naar 1,855%.

Dit jaar nam de Vijfde Commissie eveneens een nieuwe tweejaarlijkse
begroting van het VN-Secretariaat voor 2010-2011 aan. De uiteindelijke
begroting komt neer op USD 5,16 miljard, een stijging van 7% ten
opzichte van de vorige tweejaarlijkse begroting. Dit is vooral toe te
schrijven aan de vertraagde impact van recente besluiten tot versterking
van verschillende onderdelen van het VN-secretariaat en de waardedaling
van de Amerikaanse dollar. Vermeldenswaard is voorts dat de Vijfde
Commissie elf extra internationale staffuncties toekende aan UNRWA, de
VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen. Ten slotte werd ook
ingestemd met een aanzienlijke versterking van het Department for Safety
and Security vanwege het toegenomen dreigingsniveau waarmee de VN zich
geconfronteerd ziet.

De Vijfde Commissie stemde in met een aanzienlijke versterking van
enkele speciale politieke missies (SPMs), waaronder de VN-missie in
Afghanistan UNAMA. Onder grote tijdsdruk bereikte men ook akkoord op de
begrotingen van het Joegoslaviƫ-tribunaal (ICTY) en het
Rwanda-tribunaal (ICTR) en op de begroting van UNSOA, de logistieke
ondersteuning van de Afrikaanse Unie-missie in Somaliƫ (AMISOM). Ook
bereikte de Vijfde Commissie overeenstemming inzake de
voortgangsrapportage over het Capital Master Plan, de verbouwing van het
VN-hoofdkwartier dat inmiddels vaart heeft gekregen. 

Doordat de onderhandelingen over de begroting en beide
contributieschalen samen kwamen tijdens deze sessie was de agenda van de
Vijfde Commissie nog voller dan normaal. Verschillende onderwerpen,
waaronder het VN-aanbestedingenbeleid, zijn daarom doorgeschoven naar de
maartsessie van de Vijfde Commissie. In de meisessie zal de Vijfde
Commissie zich buigen over de begrotingen van de VN-vredesmissies.

Juridische Zaken - Zesde Commissie

Het feit dat de Zesde Commissie 15 resoluties en 2 beslissingen met
consensus aannam, kan niet verhullen dat op de meeste onderwerpen de
meningen verdeeld waren. Tijdens de deze AVVN voortgezette
onderhandelingen over een alomvattend VN-verdrag inzake internationaal
terrorisme bleek bijvoorbeeld dat de standpunten van de VN-lidstaten nog
immer uiteen lopen, in het bijzonder met betrekking tot de reikwijdte
van het verdrag. De vraag of geweld dat door staten wordt toegepast
onder het begrip terrorisme kan vallen, blijft een bron van
verdeeldheid. De volgende sessie van het ad-hoc comitƩ van de AVVN zal
in april 2010 plaatsvinden.

Daarnaast behandelde de Zesde Commissie het rapport van de VN-Commissie
voor Internationaal Recht. Onderwerpen die daarbij aan de orde kwamen
zijn onder meer voorbehouden bij verdragen, aansprakelijkheid van
internationale organisaties en de bescherming van personen bij rampen.
Nederland en diverse andere landen maakten kritische opmerkingen over
het functioneren van de VN-Commissie voor Internationaal Recht. 

De Zesde Commissie nam gedurende deze zitting de reglementen voor de
interne VN tribunalen (UN Dispute Tribunal en UN Appeals Tribunal) aan.
Het bleek echter niet mogelijk om overeenstemming te bereiken over de
status van  niet-VN personeel in dit nieuwe interne rechtssysteem.
Inzake universele jurisdictie is vermeldenswaard dat een door de AU
gepolitiseerd debat, waarvoor van tevoren werd gevreesd, is uitgebleven.


Van speciaal belang voor Nederland was voorts de resolutie over het
Internationaal Strafhof in de plenaire AVVN. Deze door Nederland
getrokken resolutie telde dit jaar 99 co-sponsoren, waaronder enkele
landen die nog geen partij zijn bij het Statuut van Rome. Ondanks het
feit dat de aanklacht tegen de Soedanese president Bashir het afgelopen
jaar veel stof heeft doen opwaaien, werd de resolutie met consensus
aangenomen. Vermeldenswaard is dat de VS dit jaar weliswaar wederom een
verklaring gaf, maar dat deze zeer mild van toon was. Dit kan worden
gezien als een duidelijk signaal van de positievere houding van de VS
richting het Strafhof. Nederland is tevreden met het bereikte resultaat.


DE ROL VAN DE VERENIGDE NATIES EN IN HET BIJZONDER DE ALGEMENE
VERGADERING IN HET MULTILATERALE SYSTEEM

De VN in het multilaterale systeem

De 64e zitting van de AVVN vond plaats in een tijdsgewricht waarin door
verschillende internationale crises opnieuw wordt nagedacht over de
architectuur van het multilaterale stelsel. Ruim 60 jaar na de
oprichting is het stelsel in grote lijnen intact gebleven. Monetaire en
financiƫle taken werden toegekend aan de Bretton Woods instellingen en
handelskwesties aan de GATT (later WTO). De Verenigde Naties kregen een
centrale rol op het terrein van vrede en veiligheid, internationaal
recht en sociaal-economische ontwikkeling. Direct na de oprichting
zorgde de Koude Oorlog voor een cultuur van confrontatie en stagnatie,
maar na de implosie van het communisme bloeide de VN weer op. De
resultaten waren indrukwekkend: grote VN-conferenties wisten de
internationale agenda opnieuw te definiƫren op tal van terreinen
(milieu, sociale ontwikkeling, de positie van de vrouw, MDGā€™s, etc.)
en ondanks een terugval midden jaren ā€™90 nam het aantal
VN-vredesmissies en blauwhelmen stormachtig toe. Sinds de Koude Oorlog
is bovendien het gebruik van het veto in de Veiligheidsraad sterk
afgenomen en werd er overeenstemming bereikt over de oprichting van
tribunalen en van het Internationaal Strafhof. 

Toch lijkt de plaats van de VN in het multilaterale systeem aan erosie
onderhevig. Doordat de VN een zo goed als universeel lidmaatschap kent
en in veel organen opereert op basis van gelijkheid tussen landen (one
country one vote) is besluitvorming lastig. Gedurende de afgelopen tien
jaar zijn de verhoudingen in de VN sterk gepolitiseerd. Steeds
nadrukkelijker tekent zich de tegenstelling af tussen het Westen, dat
geacht wordt de kosten van de VN op te hoesten, en de
ontwikkelingslanden, die op basis van hun numerieke meerderheid
besluiten naar hun hand willen zetten. Hoe meer Westerse landen van
mening waren dat ze betaalden voor andermans prioriteiten, hoe minder
aantrekkelijk de VN werd voor hen als forum om zaken te doen. Vooral de
VS wendde zich tot het aantreden van president Obama steeds meer af van
de VN. Andere, meer besloten, fora als de G8 en de G20 boden
alternatieven voor Westerse landen. De Wereldbank, die opereert op basis
van het economisch gewicht in de wereld waardoor Westerse landen daar
wel de overhand hebben, werd in staat gesteld om zijn activiteiten op
het gebied van ontwikkelingssamenwerking fors uit te breiden en in wezen
te concurreren met de VN. De explosieve groei van internationale NGOā€™s
droeg bij aan de grotere heterogeniteit van het internationale
speelveld. Steeds vaker wordt er samengewerkt tussen gelijkgezinde
landen en NGOā€™s en worden, buiten het VN-syteem om, partnerschappen
afgesloten om gemeenschappelijke doelstellingen na te streven. De
centrale rol van de VN staat verder onder druk door de opkomst van
regionale organisaties als de EU en de AU. Bovendien kan gesteld worden
dat de VN, vanwege haar stroperige onderhandelingen en trage
besluitvorming, minder geschikt is om de zich snel opvolgende mondiale
uitdagingen het hoofd te bieden. 

Het is overigens wel van belang om onderscheid te maken tussen de VN als
platform (convening power), morele autoriteit en leverancier van
goederen en diensten. De functie van de VN als platform voor zijn
lidstaten staat onder druk. Dit bleek tijdens de recente
klimaatbijeenkomst in Kopenhagen, maar bijvoorbeeld ook op het
hoogtepunt van de financieel-economische crisis. Andere fora, andere
duwers zijn dan nodig. De VN kan overeenkomsten, als ze eenmaal gesloten
zijn in kleiner verband, wel legitimeren door er zijn stempel op te
zetten. De functie van de VN als morele autoriteit en normsteller in de
wereld staat derhalve nog volop overeind. Dit geldt ook voor de functie
die de VN heeft als leverancier van diensten (zoals de VN fondsen en
programmaā€™s, noodhulp). 

Ook is de plaats van de VN binnen het multilaterale stelstel anders naar
gelang het beleidsterrein. Op het gebied van vrede en veiligheid neemt
de VN, middels de VN-Veiligheidsraad, nog altijd een centrale positie
in. De Raad heeft bijvoorbeeld een unieke rol als orgaan dat
vredesmissies kan mandateren en sancties kan instellen. Het feit dat de
Veiligheidsraad soms niet in staat blijkt om besluiten te nemen is
overigens niet zozeer te wijten aan de VN maar veel meer een gevolg van
de machtsverhoudingen tussen (met name de permanente) leden van de
Veiligheidsraad. Terecht is er veel kritiek op de samenstelling van de
Raad, die de mondiale verhoudingen van na de Tweede Wereldoorlog
weerspiegelt en aangepast dient te worden aan de moderne tijd.
Hervorming van de Veiligheidsraad blijft echter een moeizame zaak
vanwege een wirwar van conflicterende belangen. Indien hervormingen van
de Veiligheidsraad uitblijven is het niet ondenkbaar dat de rol van de
Veiligheidsraad als centrale speler op het terrein van vrede en
veiligheid steeds meer onder druk komt te staan. 

Ten aanzien van vredeshandhaving is de vraag naar diensten van de VN
groter dan ooit. Meer dan 110.000 man militair, politieel en civiel
personeel is momenteel betrokken bij 17 VN-operaties. Dit zijn
aanzienlijk hogere aantallen dan tien jaar geleden. Tegelijkertijd is de
heterogeniteit in vredeshandhaving toegenomen. Naast de traditionele
VN-operaties is er steeds meer sprake van VN-gemandateerde operaties
uitgevoerd door regionale organisaties (zoals de AU, NAVO en ECOWAS) en
afzonderlijke landen die als lead nation optreden. Ook is steeds meer
sprake van vredesopbouw, hetgeen ook blijkt uit het rapport van de SGVN
over dit thema en het werk van de Peacebuilding Commission.

De bevordering van de mensenrechten behoort tot de grootste successen
van de VN. Met als basis de Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens en het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke
Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en
Culturele Rechten is de centrale, normstellende, rol van de VN in de
mondiale architectuur onbetwist. De opkomst van regionale instellingen
doet hier niets aan af. Deze indrukwekkende mijlpalen ten aanzien van
het formuleren van normen en de instelling van instrumenten als een Hoge
Commissaris voor mensenrechten in 1993 laten onverlet dat het afdwingen
van de gestelde normen in VN-verband moeizaam verloopt. Het vervangen
van de sterk gepolitiseerde Mensenrechtencommissie door een
Mensenrechtenraad (MRR) onder de Algemene Vergadering lijkt minder
opgeleverd te hebben dan gehoopt. Zo besteedt ook de MRR onevenredig
veel aandacht aan het Midden-Oosten en Israel bashing, terwijl in andere
gevallen nationale soevereiniteit en vrees om andere landen te
bruuskeren leidend lijken te zijn. De evaluatie van de MRR, die in 2010
van start gaat, zal een gelegenheid geven om te streven naar vergroting
van de effectiviteit.

De ontwikkelingen op het terrein van het internationaal strafrecht zijn
indrukwekkend. De VN heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. De
onderhandelingen over de oprichting van een Internationaal Strafhof
vonden onder auspiciƫn van de VN plaats. Opmerkelijk hierbij was ten
eerste de stuwende kracht van buiten het intergouvernementele domein van
de internationale civil society en ten tweede de politieke steun van
landen door de traditionele blokken heen. Dit laatste blijkt ook het
geval te zijn bij de bevordering van het beginsel Responsibility to
Protect. De intensiteit van de herinnering aan de genocide in Rwanda en
de misdaden begaan door militaire dictaturen in Latijns-Amerika blijken
voor sommige landen in dit geval zwaarder te wegen dan de traditionele
groepssolidariteit.

Op sociaaleconomisch terrein is de rol van VN-organisaties nog steeds
aanzienlijk. Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking bezitten
organisaties als UNDP, UNICEF, UNFPA/UNFPA, UNHCR en WFP veel kennis en
ontplooien zij activiteiten, ook in landen waar vrijwel geen bilaterale
donoren actief zijn. Voorts is op het gebied van normstelling en
kennisvergaring de VN niet weg te denken, zoals blijkt uit de centrale
rol die MDGā€™s hebben en het aanzien van bijv. UNDPā€™s Human
Development Report. Ook op andere sociaal-economische terreinen behalve
ontwikkelingssamenwerking is de VN prominent. De WHO is ā€™s werelds
hoogste autoriteit op gezondheidsgebied en dankzij de International
Health Regulations kan in geval van een epidemie onmiddellijk worden
ingegrepen. Even gezaghebbend zijn bijvoorbeeld ook de ICAO
(burgerluchtvaart), IMO (scheepvaart) en WIPO (intellectueel eigendom). 

Desondanks is de afgelopen decennia het zwaartepunt voor wat betreft
ontwikkeling steeds meer komen te liggen bij de Bretton
Woods-instellingen. Hoewel door maar weinigen voorspeld kon met name de
Wereldbank, door zijn systeem van gewogen stemmen waardoor Westerse
landen de overhand hebben, uitgroeien van een meer traditionele bank tot
verreweg de grootste speler op ontwikkelingsterrein met een brede
kennisbasis. Behalve Westerse dominantie in de beheersstructuren leveren
ook de werkmethoden de Bretton Woods- instellingen een reputatie van
doeltreffendheid op in relatie tot de VN. De beslissing van enkele jaren
geleden om IDA, het zachte leningenloket van de Bank, ook giften te
laten verstrekken heeft een einde gemaakt aan het onderscheid
leningen-giften voor wat betreft de Wereldbank en de VN. De niche van de
VN lijkt te liggen bij de minst ontwikkelde landen en fragiele staten,
die vooral behoefte hebben aan een hulpinstrumentarium op het snijvlak
van ontwikkelingssamenwerking, vredesopbouw en versterking van de
institutionele capaciteit. 

Ook de rol van de VN op macro-economisch terrein buiten het
ontwikkelingsdomein is verminderd. Op handelsgebied is het WTO
bijvoorbeeld de centrale organisatie en speelt UNCTAD slechts een
beperkte rol. Ook bleek tijdens de financieel-economische crisis
duidelijk dat andere instanties en fora het initiatief hadden en de rol
van de VN bescheiden was. 

Afsluitend kan gesteld worden dat de relatie met de VS van groot belang
zal zijn voor de toekomst van de VN. Met de verkiezing van president
Obama kiest de VS voor een nieuwe meer engagerende benadering van de VN.
Deze in potentie majeure beleidswijziging is zichtbaar in o.a. de
betaling van veel achterstallige VN-contributies en de omarming van de
MDGs. Het nieuwe Amerikaanse beleid legt nadruk op de voordelen van
multilateralisme, coalitievorming en het investeren in relaties (ook met
VN-lidstaten waarmee het van inzicht verschilt). De nieuwe houding
betekent niet dat de VS de kritiekpunten uit het verleden
bagatelliseert, maar dat het deze op een constructieve manier tegemoet
treedt. Desalniettemin zal de VS ook in de toekomst blijven zoeken naar
het meest effectieve forum voor het behartigen van zijn belangen. En dit
zal niet automatisch de VN zijn. 

AVVN

De AVVN is een van de hoofdorganen van de VN. In de AVVN kan alles aan
de orde worden gesteld: van klimaat tot ontwapening, van
Zuid-Zuid-samenwerking tot de bezette Palestijnse gebieden, van
mensenhandel tot de rechten van het kind. Ieder land, ongeacht omvang of
rijkdom is gelijk. Hoewel kritiek op deze alomvattende opzet
begrijpelijk is moet het wel in samenhang gezien worden met de
Veiligheidsraad. De ontwerpers van het VN-handvest hebben namelijk
nadrukkelijk getracht een systeem te creƫren waarin enerzijds een klein
en efficiƫnt orgaan is opgenomen waarin de grootmachten op relatief
daadkrachtige wijze bindende besluiten kunnen nemen en anderzijds de
grote, heterogene Algemene Vergadering waarin iedere lidstaat de kans
krijgt zijn mening te ventileren. Dat dit evenwicht al ruim 60 jaar
stand houdt geeft aan hoe ingenieus het Handvest in elkaar zit. 

De AVVN is het meest zichtbaar tijdens de ministeriƫle week. Afgelopen
september kwamen er meer dan honderd staatshoofden, vicepresidenten en
regeringsleiders op dit evenement af. Juist de brede agenda van de AVVN
en het feit dat de VN van alle landen samen is bezorgen de VN deze
unieke convening power. Gedurende deze week vinden in de marge van de
formele vergaderingen talloze bijeenkomsten en bilaterale gesprekken
plaats. 

Hoewel de resoluties van de AVVN - in tegenstelling tot de resoluties
van VNVR ā€“ juridisch niet bindend zijn, gaat er wel gezag van uit.
Standpunten die in deze resoluties zijn vastgelegd, worden vaak als
wereldwijd geldende normen gezien. Dergelijke resoluties leiden soms tot
de totstandkoming van wereldwijde verdragen, zoals de VN Conventie tegen
Corruptie, de VN Conventie tegen Georganiseerde Criminaliteit en het VN
Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap. Andere
resoluties leidden tot de oprichting van nieuwe organen zoals de
Peacebuilding Commission en de Mensenrechtenraad. Resoluties vergroten
voorts (morele) druk op regeringen om maatregelen te nemen om beleid,
wetgeving en praktijk in lijn te brengen met normen die wereldwijd zijn
aanvaard. De resoluties kunnen in dit kader een belangrijke steun in de
rug vormen voor bijvoorbeeld lokale maatschappelijke organisaties. 

Hoewel van een resolutie de meeste kracht uitgaat indien deze met
consensus is aangenomen kunnen ook resoluties waarover gestemd wordt
waardevol zijn. De stemverhoudingen geven dan de temperatuur aan en een
groeiend aantal voorstemmen kan een bepaald politiek proces versnellen.
Zo ontmoette de Nederlandse resolutie tegen eerwraak aanvankelijk veel
weerstand, maar bleek deze bij een volgende AVVN alsnog consensus
haalbaar. Daardoor kunnen acties tegen deze praktijk op een breder
draagvlak rekenen. Hopelijk krijgt de EU-resolutie tegen de doodstraf,
die in de 62e en 63e AVVN in stemming werd gebracht, hetzelfde verloop. 

Vanwege de brede agenda die uitwaaiert over zes commissies en per
onderwerp meestal pas na wekenlang onderhandelen tot resultaat leidt,
onttrekken veel zaken zich aan het oog van het publiek. Waar elders
internationale NGOā€™s steeds meer invloed krijgen, is de AVVN het
domein van regeringsdelegaties en in de praktijk van de permanente
vertegenwoordigingen in New York. Lang niet alle resoluties zijn even
relevant, gemeten in de mate waarin al of niet een verandering in
praktische situaties wordt teweeggebracht. Veel resoluties keren jaar in
jaar uit terug op de agenda van de AVVN, met als belangrijkste
verdienste dat hiermee over soms gevoelige onderwerpen een
internationale dialoog gaande wordt gehouden. De afgelopen jaren is het
aantal resoluties in de AVVN sterk verminderd: van 512 resoluties
tijdens de 56e AVVN tot 311 resoluties tijdens de vorige AVVN. 

In 2007 is een werkgroep ingesteld ter revitalisering van de AVVN. De
werkgroep wil dat de lidstaten de agenda inkorten, het aantal resoluties
beperken, de resoluties actiegerichter maken en meer aandacht besteden
aan de uitvoering van aangenomen resoluties. Veel tastbare resultaten
heeft deze werkgroep nog niet opgeleverd. Er is weerstand bij zowel
ontwikkelingslanden als bij de permanente leden van de VNVR. De
ontwikkelingslanden beschouwen de AVVN vanwege het universele
lidmaatschap en hun getalsmatige meerderheid als het belangrijkste
orgaan van de VN en zijn bezorgd dat achter het streven naar
revitalisering van de AVVN door Westerse landen een andere agenda
schuilgaat die louter erop gericht is om de kosten te drukken en de rol
van de AVVN uit te kleden. De P5-landen op hun beurt willen voorkomen
dat de ontwikkelingslanden de AVVN in toenemende mate gaat gebruiken
voor onderwerpen op het gebied van internationale vrede en veiligheid. 

Hoewel de VN en de AVVN kritiek ontmoeten - waar de lidstaten als
actoren zelf grotendeels debet aan zijn - kan toch worden geconstateerd
dat in VN-kader de afgelopen decennia het nodige is bereikt. Als enige
internationale organisatie met universeel lidmaatschap heeft de VN een
unieke mondiale legitimiteit. In toenemende mate wordt erkend dat
mondiale problemen alleen gezamenlijk effectief kunnen worden aangepakt.
Op voorwaarde dat zowel lidstaten als de organisatie zelf zich blijven
committeren aan het daadkrachtiger en besluitvaardiger maken van de VN
en de daarbij behorende organen en organisaties zal Nederland hierin
blijven investeren. 

 PAGE   14 

 PAGE   1