[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Verslag van de 7e Ministeriële Bijeenkomst van de WTO

Bijlage

Nummer: 2010D07192, datum: 2010-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag van de 7e Ministeriële Bijeenkomst van de WTO van 30 november tot en met 2 december 2009 (2010D07190)

Preview document (🔗 origineel)


BIJLAGE

Kort verslag van de 7e Ministeriële Conferentie van de WTO

Zoals bekend vond van 30 november tot en met 2 december jl. de zevende
reguliere Ministeriële Conferentie van de WTO (MC7) plaats in Genève.
Onder mijn leiding nam hieraan een delegatie deel met vertegenwoordigers
van de ministeries van Economische Zaken, Buitenlandse
Zaken/Ontwikkelingssamenwerking en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
De instructie van deze Ministeriele conferentie deed ik uw Kamer
toekomen op 24 november 2009 (Kamerstuk 2009-2010, 25074, nr. 165).

De MC7 was een nuttige bijeenkomst. De aanwezigheid van ongeveer 150
handelsministers onderstreept het belang dat ook zij hechten aan handel
en aan de WTO. Veel ministers maakten gebruik van de expliciete
uitnodiging van DGWTO Lamy om te reflecteren op het functioneren van de
WTO, en onderstreepten het feit dat de WTO meer is dan de Doha
ontwikkelingsronde (DDA). Leden hechten zeer aan de systeemwaarde van de
WTO, die juist in deze economisch zware tijden haar belang heeft
bewezen. Juist nu bieden voorspelbare en afdwingbare regels het
bedrijfsleven immers houvast. Er werd dan ook brede tevredenheid geuit
over het feit de WTO een zware stresstest goed heeft doorstaan en
bovendien effectief heeft bijgedragen aan het monitoren en tegengaan van
protectionisme. 

Daarnaast heeft de crisis duidelijk gemaakt dat de WTO nog veel werk te
doen heeft. Met name daar waar WTO-disciplines ontbreken of zwak zijn,
hebben ook WTO-leden de verleiding niet kunnen weerstaan om toch
handelsverstorende maatregelen te nemen. Onderwerpen als mededinging en
overheidsaanbestedingen – waar disciplines zwak zijn of een beperkte
groep zich aan afspraken heeft gebonden - werden dan ook veelvuldig
genoemd als aandachtsgebieden voor de toekomst. Ook ik heb deze
onderwerpen genoemd als belangrijke onderwerpen die deel uit moeten
maken van de toekomstige handelsagenda. Ook heb ik aandacht gevraagd
voor duurzaamheid in relatie tot handel. Meer specifiek heb ik, net als
verscheidene anderen, steun uitgesproken voor het initiatief om te komen
tot versnelde liberalisering van milieugoederen en 

-diensten. Een brede, ‘groene kopgroep’ van OESO- en
niet-OESO-landen zou hierover zo spoedig mogelijk overeenstemming moeten
bereiken. Opvallend was tenslotte de aandacht die werd besteed aan het
belang van transparantie met betrekking tot bilaterale en regionale
vrijhandelsakkoorden. Wat mij betreft had in deze discussie ook een stap
verder gezet mogen worden, om uiteindelijk toe te kunnen werken naar een
leidraad of zelfs regels voor dergelijke akkoorden – om te zorgen dat
zij een opstap zijn voor latere multilateralisering. 

Zoals van tevoren aangekondigd, vonden er geen onderhandelingen over de
DDA plaats. Wel bleek duidelijk uit de interventies dat het overgrote
merendeel van de WTO-leden zo spoedig mogelijk een DDA-akkoord wil dat
voortbouwt op de nu breed geaccepteerde (‘stabilized’) teksten uit
december 2008. Ondanks deze heldere signalen van de leden, en de
nadrukkelijke wens van DGWTO Lamy om een zgn. roadmap voor afronding van
de DDA in 2010 overeen te komen, heeft MC7 niet geresulteerd in een
breed gedragen werkprogramma gericht op afronding van de DDA. Dit heeft
o.a. te maken met de positie van de VS. Veel leden (zowel ontwikkelde
als ontwikkelingslanden), waaronder Nederland, benadrukten de
ontwikkelingsdimensie van de Doha Ronde. 

Veel ontwikkelingslanden legden daarbij de nadruk op Aid for Trade,
katoen en tarief- en quotavrije toegang voor de minst ontwikkelde
landen. Tot slot nam de Conferentie kennis van een zestal rapporten en
werden de moratoria op e-commerce en TRIPS non-violation verlengd tot de
volgende Ministeriële Conferentie. 

Al met al, kan de WTO terugkijken op een geslaagde MC7.