Herberekening van de bestuurslasten als gevolg van de overdracht van het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet
Bijlage
Nummer: 2010D08259, datum: 2010-02-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Resultaten pilot decentralisatie toezicht Drank- en Horecawet (2010D08258)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage 1 Herberekening van de bestuurslasten als gevolg van de overdracht van het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. 1. Totale kosten van de inspecties Aantal inspecties Cijfers uit het evaluatierapport In de pilot deden in totaal 38 gemeenten mee, verdeeld over 15 regio’s. Uit tabel 6.1 blijkt dat in 2008 en 2009 in totaal gemiddeld 570 inspecties hebben plaatsgevonden per pilotregio. Het gemiddeld aantal inspecties over 2 jaar is 285 per regio (570 / 2). Dit leidt tot een gemiddelde van 112 inspecties per gemeente per jaar (15 / 38 = 0.39 x 285). Doorvertaald naar 431 gemeenten zijn dat 48.272 inspecties per jaar (112 x 431 gemeenten). De schatting in de Memorie van toelichting was 45.000 inspecties per jaar. Uit bovenstaande blijkt dat het aantal inspecties redelijk overeen komt met het geschatte aantal in de memorie van toelichting. Verdeling van de inspecties tussen reguliere en leeftijdsgrenzencontroles Cijfers uit het evaluatierapport: Uit tabel b van bijlage 1 van het evaluatierapport blijkt dat 30% van de tijd aan leeftijdsgrenzencontroles wordt besteed en 26% aan reguliere inspecties (waarvan 20% inrichtingscontroles en 6% overige controles). Dit betekent dat de controleurs 56% van hun tijd direct aan inspecties besteden. Van de totale inspectietijd wordt dus 54% gebruikt voor leeftijdsgrenzeninspecties (30/56 = 0,54) en 46% voor reguliere inspecties (26/56 = 0,46) Uitgaande van een totaal aantal inspecties van 48.272 per jaar leidt dit tot een verdeling van 26.067 leeftijdsgrenzeninspecties (48272 x 0.54) en 22.205 reguliere inspecties (48272 x 0,46) De schatting in de Memorie van toelichting was 20.000 reguliere inspecties en 25.000 leeftijdsgrenzen inspecties per jaar. De verdeling tussen de verschillende soorten inspecties komt dus ook redelijk overeen met de gemaakte schattingen in de Memorie van toelichting. Tijdsduur van de inspecties Cijfers uit het evaluatierapport Uit tabel 5.1 blijkt dat Tijdsduur reguliere controle is 2,3 uur. Tijdsduur leeftijdsgrenzeninspectie is 3 uur. De schatting in de Memorie van toelichting was tijdsduur reguliere controle: 1,5 uur, tijdsduur leeftijdsgrenzencontrole 4 uur. De reguliere controle duurde dus iets langer dan geraamd, terwijl de leeftijdsgrenzencontrole korter was dan geraamd. Uurtarief inspecties Uurtarief toezichthouder reguliere inspectie is € 53. Uurtarief toezichthouder leeftijdsgrenzeninspectie is € 74,20. Kosten reguliere inspecties Tijdsbesteding is 2,3 uur. Uurtarief is € 53. Aantal reguliere inspecties is 22.205. Kosten van de reguliere inspecties zijn dus € 2.706.790 (2,3 x 53 x 22.205). Kosten leeftijdsgrenzeninspecties Tijdsbesteding is 3 uur. Uurtarief is € 74,20. Aantal reguliere inspecties is 26.067. Kosten van de reguliere inspecties zijn dus € 5.802.514 (3 x 74,20 x 26.067). Totale kosten inspecties Kosten reguliere inspecties € 2.706.790. Kosten leeftijdsgrenzeninspecties € 5.802.514. Totale kosten: € 8.509.304 (2.706.790 + 5.802.514). In de Memorie van toelichting was hiervoor een bedrag begroot van € 9.010.000. Tussenconclusie: De resultaten van de pilot laten dus lagere inspectiekosten zien dan was beraamd in de Memorie van toelichting, te weten een verschil van € 500.696. 2. Opbrengsten bestuurlijke boetes Aantal boeterapporten Cijfers uit het evaluatierapport Uit tabel 6.3 blijkt dat door de 15 regio’s zowel in 2008 als in 2009 in totaal 55 boeterapporten per jaar opgemaakt. Dit betekent dat er sprake is van 1,4 boeterapporten per gemeente per jaar (55/38). Dat zou in totaal 603 boeterapporten per jaar betekenen (1,4 x 431). Opbrengsten van de boeterapporten De VWA heeft in 2007 448 boeterapporten opgelegd. De VWA heeft in 2007 een bedrag van € 480.970 gevorderd voor bestuurlijke boetes. Landelijke doorvertaling van de pilotresultaten komt neer op 603 boetes per jaar. Gelet op het aantal boeterapporten dat is opgemaakt door de pilotgemeenten zou dit een landelijke toename van 35% van het aantal boeterapporten betekenen (603 ten opzichte van 448 boetes). Dit leidt ertoe dat de geschatte landelijke opbrengst voor de bestuurlijke boete uitkomt op € 649.309 (480.970 x 1,35). In de Memorie van toelichting wordt uitgegaan van een opbrengst van € 1.082.182. Op basis van de resultaten van de pilot wordt een bedrag van € 649.309 berekend. Tussenconclusie: Dit betekent dat de bestuurlijke boetes € 432.873 minder opbrengen dan geraamd (1.082.182 - 649.309 = 432.873). Kosten bezwaar en beroep In de Memorie van toelichting is geen rekening gehouden met de kosten van het opstellen en afhandelen van een bestuurlijke boetebeschikking. Deze dienen wel meegenomen te worden bij de berekening van de totale bestuurslasten. Uit cijfers van de VWA blijkt dat: kostprijs van een boetebeschikking bedraagt € 81. kostprijs van een verweerschrift voor bezwaar of beroep bedraagt € 81. Gemiddeld wordt in 22% van de gevallen bezwaar aangetekend tegen boetebeschikkingen. Van de gevallen waarin bezwaar is aangetekend is gemiddeld 17% in beroep gegaan. Uitgaande van een totaal aantal boetebeschikkingen van 603, worden de totale kosten voor gemeenten voor het opstellen van een bestuurlijke boetebeschikking geschat op € 48.843 (603 x 81). De kosten van bezwaar zijn vervolgens € 10.745 (603 x 0,22 x 81). en de kosten van de afhandeling van beroep zijn in totaal € 1.827 ((603 x 0.22 x 0,17) x 81). De totale kosten van het opstellen en afhandelen van bestuurlijke boetebeschikkingen komen hiermee op € 61.415 (48.843 + 10.745 + 1.827). Tussenconclusie: kosten bestuurslasten voor bezwaar en beroep is € 61.415. 4. Conclusie Uit paragraaf 1 blijkt dat de inspectiekosten voor gemeenten in totaal € 500.696 goedkoper uit vallen dan was geraamd. Uit paragraaf 2 blijkt dat de opbrengsten van bestuurlijke boetes € 432.873 lager uitvallen dan geraamd. Uit paragraaf 3 blijkt dat de kosten van het opstellen en afhandelen van een bestuurlijke boetebeschikking uitkomen op € 61.415. Wanneer het voordeel van de lagere kosten van de inspectie verminderd wordt met de tegenvaller van de lagere opbrengst van de bestuurlijke boete en verminderd wordt met de kosten van bezwaar en beroep dat geeft het volgende berekening 500.696 – 432.873 – 61.415 = 6408. De bestuurslasten voor gemeenten vallen dus € 6408 lichter uit dan geraamd. Handleiding overheidstarieven 2008, kostendekkend uurtarief voor loonschaal 8. Uitgaande van schaal 8, Handleiding overheidstarieven, zijnde € 53 per uur, plus 40% onregelmatigheidstoeslag. Dit maakt het kostendekkend uurtarief voor een leeftijdsinspectie € 53 x1,4 = € 74,20.