[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beschrijving gebieden

Bijlage

Nummer: 2010D08612, datum: 2010-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Beantwoording schriftelijke vragen eerste termijn AO Natura 2000 10 februari 2010 (2010D08610)

Preview document (🔗 origineel)


BIJLAGE: Gebieden

In het algemeen overleg over Natura 2000 van 10 februari 2010 is
toegezegd nader in te gaan op een aantal gebieden en de overwegingen om
gebiedsspecifieke wijzigings-voorstellen naar aanleiding van de ‘1
september’-plannen wel of niet over te nemen. Onderstaand een korte
beschrijving per gebied.

Wieden: Vogelrichtlijnbegrenzing bij Wanneperveen 

Provincie Overijssel heeft in een wijzigingsvoorstel voor dit gebied
verzocht om de begrenzing van het Vogelrichtlijngebied te verkleinen.
Specifiek is in onderdeel b van dit wijzigingsvoorstel verzocht
uitvoering te geven aan de door Provinciale Staten aangenomen motie
Oostra. Namelijk het deelgebied begrensd onder de Vogelrichtlijn ten
noorden van Wanneperveen en ten westen van Gasthuisdijk uit de Natura
2000-begrenzing te halen. 

Het betreffende deelgebied dat grenst aan het moerasgebied rond de
Bovenwijde, betreft een strook percelen van ruim 100 hectare dat
overwegend uit grasland bestaat. Dat is ook de reden waarom dit
deelgebied is opgenomen binnen de Vogelrichtlijnbegrenzing: het maakt
onderdeel uit van het leefgebied van grasetende watervogels (ganzen).
Uit telgegevens van SOVON blijkt dat de ganzen voorkomen in dit gebied,
zij het minder dan in de andere deelgebieden. De begrenzing heeft dan
ook op ecologisch juiste gronden in tegenstelling tot wat de motie
Oostra veronderstelt, plaatsgevonden. De aanwijzing van het volledige
Vogelrichtlijngebied (inclusief het aangehaalde deelgebied) is door de
Raad van State getoetst in een beroepsprocedure in 2004 en goed bevonden
(alle beroepen zijn verworpen). Hiermee is de begrenzing vastgesteld.
Een verkleining van het Vogelrichtlijngebied, zoals voorgesteld, is dan
ook niet overgenomen. 

Blauwgrasland Friesland (Groote Wielen en Van Oordt’s Mersken) 

Provincie Friesland heeft een wijzigingsvoorstel ingediend om de
behoudsdoelstelling voor blauwgrasland in het Natura 2000-gebied Groote
Wielen te laten vervallen. Ter compensatie hiervan stelt de provincie
voor de begrenzing van het Habitatrichtlijn-gedeelte van Van Oordt’s
Mersken uit te breiden, waarin een aanzienlijke oppervlakte
blauwgrasland aanwezig is. 

Met dit voorstel wordt ingestemd, aangezien hier een bijzondere situatie
aanwezig is. In de Groote Wielen is het blauwgrasland in zeer beperkte
omvang aanwezig en stelt dit habitattype in tegenstelling tot de andere
Natura 2000-waarden in het gebied, hoge eisen aan de omgeving. Om de
behoudsdoelstelling te kunnen realiseren, zal een forse inspanning
geleverd moeten worden. De provincie heeft een goed alternatief
aangereikt om extra oppervlakte blauwgraslanden te beschermen door Van
Oordt’s Mersken uit te breiden met het aangrenzende deelgebied
‘Rome’. Dit deelgebied is reeds opgenomen binnen de
Vogelrichtlijnbegrenzing. Van Oordt’s Mersken kent verder al een
uitbreidingsdoelstelling voor blauwgraslanden. Met de uitbreiding van
meerdere hectares blauwgrasland met een veel betere kwaliteit dan in
Groote Wielen, is de landelijke doelstelling voor blauwgraslanden beter
geborgd. Daarom is het verantwoord in deze specifieke situatie een
uitzondering te maken.

SpoortracĂ© bij Van Oordt’s Mersken

Provincie Friesland heeft gevraagd het spoortracé Heerenveen-Groningen
te exclaveren in de Natura 2000-gebieden Van Oordt’s Mersken en
Bakkeveense Duinen.

De ontwikkeling van dit spoortracé betreft een toekomstige
ontwikkeling, waarvoor het niet mogelijk is dit bij voorbaat te
exclaveren. Dit voldoet niet aan de door de Europese Commissie gestelde
voorwaarden voor het aanpassen van de begrenzing. De begrenzing van de
Natura 2000-gebieden moet gebaseerd worden op zuiver ecologische
gronden. Toekomstige ontwikkelingen, zoals dit spoortracé, kunnen dan
ook in de beheerplannen of in een vergunningprocedure worden beoordeeld.
Bij de nadere uitwerking van de doelen in het beheerplan kan rekening
worden gehouden met dit tracé door doelen strategisch te lokaliseren.
Hierdoor kan een eventuele vergunningenprocedure eenvoudiger worden
doorlopen.

Oldematen & Veerslootslanden: begrenzing bij Staphorst 

Het wijzigingsvoorstel van provincie Overijssel om het noordoostelijk
beheersgebied buiten de begrenzing te brengen wordt overgenomen.
Tegelijkertijd is het voornemen de begrenzing te vergroten met het
zuidoostelijk gelegen gebied rond de Veerslootslanden.

Deze voorgenomen vergroting komt voort uit ingediende zienswijzen op het
ontwerp-aanwijzingsbesluit. Deze is in samenhang bekeken met de ‘1
september’-wijzigingsvoorstellen. De uitbreiding betreft (grotendeels
door Staatsbosbeheer verworven) nieuwe natuur en is van belang voor het
habitattype blauwgrasland en het hard benodigd hydrologisch herstel
(geldt een Sense of Urgency). Bovendien betreft de uitbreiding geschikt
leefgebied voor de grote modderkruiper. De uitbreiding van de begrenzing
vindt dus plaats op ecologische gronden, conform de door de Europese
Commissie gestelde voorwaarden voor begrenzing. 

 

Rondweg rond Katwijk

In ambtelijke gesprekken tussen LNV, de provincie Zuid-Holland en de
gemeente Katwijk is gebleken dat zich ook bij het gebied Meijendel &
Berkheide een dilemma voordoet, waarbij er onzekerheid bestaat over de
balans tussen economie en ecologie. Het gaat hierbij om de geplande
rondweg rondom Katwijk die met het oog op onder andere de
verkeersveiligheid van belang is. Dit gebied is door de provincie niet
aangemeld voor de koppelingsafspraak, maar er kan op dezelfde manier
naar worden gekeken. Ambtelijk wordt bekeken of de begrenzing van het
gebied zou kunnen worden aangepast op een wijze die realisatie van de
rondweg mogelijk maakt. Daarbij zal dan de voorwaarde worden gesteld dat
de provincie met een goed voorstel komt, waaruit blijkt dat realisatie
van instandhoudingsdoelen minstens zo goed gewaarborgd is als in een
situatie waarbij alle waarden die in het gebied van het tracé liggen
worden meebegrensd.

Veluwe

Voor de Veluwe zijn twee voorstellen ingediend ten aanzien van de
recreatieterreinen en de landbouwgronden.

Recreatieterreinen

Provincie Gelderland vraagt in haar wijzigingsvoorstel de
recreatieterreinen op de Veluwe uit de Natura 2000-begrenzing te halen.
Deze recreatieterreinen zijn opgenomen in de Natura 2000-begrenzing,
doordat ze veelal door de parkachtige omgeving een belangrijk onderdeel
uit kunnen maken van het leefgebied van de Natura 2000-soorten of
habitattypen. Op de Veluwe speelt dat met name voor vogels zoals de
zwarte specht. Alleen bebouwing, erven en tuinen zijn met de
exclaveringsformule uitgezonderd. Gezien het draagvlak van de
recreatiesector, zal voor alle recreatieterreinen op de Veluwe nader
worden onderzocht of deze ook echt onderdeel vormen van het leefgebied
van soorten. Dit heeft geen vertragende werking op de planning van het
definitieve aanwijzingsbesluit, aangezien het wordt gekoppeld aan de
beoordeling van de ingediende zienswijzen op het
ontwerp-aanwijzingsbesluit Veluwe ten aanzien van de begrenzing. Door
het gebruik van kadastrale gegevens is de ligging van de recreatieparken
precies bekend. Eventuele recente onderzoekgegevens die bij de provincie
beschikbaar zijn gekomen, ook in het kader van het beheerplanproces,
worden hierbij betrokken. Indien recreatieterreinen géén aantoonbaar
onderdeel van het leefgebied uitmaken, zal aanpassing van de begrenzing
na overleg met provincie plaatsvinden. 

Landbouwgronden

Provincie Gelderland heeft in haar voorstel gevraagd de landbouwgronden
binnen de Natura 2000-begrenzing te halen voor een flexibele realisatie
van de Natura 2000-doelen. Het betreft hier landbouwgronden in agrarisch
gebruik met bestemming nieuwe natuur. Hier wordt terughoudend mee
omgegaan conform de beleidslijn voor nieuwe natuur (beperken van
effecten van Natura 2000 op nog niet verworven landbouwgronden).
Landbouwgronden kunnen in de begrenzing worden opgenomen in geval er
natuurwaarden zijn of worden ontwikkeld die overeenkomen met de rest van
het Natura 2000-gebied of indien de gronden noodzakelijk zijn om de
doelen te kunnen realiseren. Binnen de kaders van deze beleidslijn wordt
de provincie voor zover mogelijk tegemoet gekomen, door dit in
gezamenlijk overleg op ambtelijk niveau nader uit te werken. In het
geval dat dit leidt tot opname van landbouwgronden in de begrenzing, is
het mogelijk in het beheerplan aan te geven dat de doelen niet van
toepassing zijn, zolang het agrarisch gebruik plaatsvindt (beperken van
externe werking) Ă©n de gronden inderdaad ook geen onderdeel uitmaken
van het leefgebied. 

Voor zowel de recreatieterreinen als de landbouwgronden heeft de
hierboven aangegeven lijn geen effect op de administratieve lastendruk
voor de ondernemers. Immers de nadere uitwerking krijgt een plek in het
reguliere traject om op basis van de ingediende zienswijzen Ă©n 1
september wijzigingsvoorstellen te komen tot een definitief
aanwijzingsbesluit voor de Veluwe.