[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2010D08793, datum: 2010-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda JBZ-Raad, 25-26 februari 2010 (2010D08792)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van het 

Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 

25-26 februari 2010 te Brussel

en marge van de Raad

Gemengd Comité 

1.	Aanname van de agenda

2.	SIS II 

Tijdens de JBZ-Raad van 4-5 juni 2009 is afgesproken dat er twee Mile
Stone Tests (MST) van het Schengen Informatiesysteem II (SIS II) zouden
plaatsvinden om vast te stellen in welke mate het SIS II voldoet aan
de op 4-5 juni 2009 in de Raad overeengekomen criteria. De eerste
MST is uitgevoerd tussen 21 en 23 januari 2010. 

De conclusies van die test zullen niet beschikbaar zijn tijdens de
bijeenkomst van de JBZ-Raad op 25-26 februari a.s. Dit omdat de
resultaten nu nog worden geanalyseerd. Het Voorzitterschap heeft
aangegeven de eindresultaten van de test tijdens de JBZ-Raad van 24-25
april a.s. te zullen presenteren om dan tot besluitvorming over te gaan.


Indien SIS-II niet voldoet aan de criteria, moet de Commissie volgens de
Raadsconclusies van 4 en 5 juni 2009, overstappen op het alternatief SIS
I+RE, tenzij de Raad binnen twee maanden anders beslist. 

Nederland hecht aan een snelle analyse van de resultaten van de eerste
MST, zodat zo snel mogelijk een gefundeerd besluit genomen kan worden
over de toekomst van SIS II. Nederland vindt het onacceptabel dat de
Commissie het testresultaat pas tijdens de JBZ-Raad van 24-25 april a.s.
zal presenteren. Nederland zal aandringen op zo spoedig mogelijk
duidelijkheid over het testresultaat.

3.	Illegale migratie aan de zuidelijke zeegrenzen van de Europese Unie

(dit onderwerp wordt ook tijdens de Raad behandeld)

Nederland deelt de zorgen van de zuidelijke lidstaten en de Commissie
waar het de situatie aan de zuidelijke zeegrenzen van de Unie betreft.
De bestrijding van illegale migratie in de mediterrane regio en
Noord-Afrika en de bescherming van mensen die dat nodig hebben,
verdienen onverminderd de aandacht van de Europese Unie. Maar ook andere
migratieroutes naar de Europese Unie, bijvoorbeeld via de Oostelijke
EU-grenzen en de Balkan, dienen niet te worden genegeerd. Nederland is
van mening dat maatregelen, die op de korte en op de lange termijn
zullen worden genomen, binnen het raamwerk van de Totaalaanpak voor
Migratie dienen te passen en in lijn moeten zijn met het Europese Pact
voor Immigratie en Asiel en het Stockholm Programma.

4. 	FRONTEX	

	a)	Ontwerp-verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 

2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een
Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan
de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

Nederland heeft nog geen kennis genomen van deze ontwerp-verordening,
die door de Commissie zal worden gepresenteerd. Nederland meent dat
Verordening (EG) nr. 2007/2004 zodanig dient te worden gewijzigd dat de
operationele slagkracht van FRONTEX wordt versterkt, omdat het
agentschap moet kunnen anticiperen op verschuivende illegale
migratiestromen richting de EU. Daartoe zou Frontex de beschikking
moeten hebben over de juridische en operationele instrumenten die
hiervoor nodig zijn. Het verkrijgen, leasen of medebezitten van
materiaal door FRONTEX zou het agentschap kunnen ondersteunen in het
beter anticiperen op migratietrends. Voorts hecht Nederland er veel
belang aan dat een incidentmeldingsmechanisme wordt opgenomen in de
ontwerp-verordening dat voorziet in het verzamelen van informatie en
daaropvolgende rapportage aan relevante autoriteiten.

b)	Presentatie van het werkprogramma 2010 door de directeur van FRONTEX 

Volgens het werkprogramma zal FRONTEX in 2010 operaties uitvoeren aan de
verschillende land-, zee- en luchtgrenzen van de EU, meer inzet plegen
op het organiseren van gezamenlijke terugkeeroperaties en meer
trainingen geven specifiek gericht op het respecteren van mensenrechten.
Nederland is tevreden over deze voorgenomen werkzaamheden. 

5.	Diversen

	Er zijn nog geen onderwerpen voor dit agendapunt gemeld.

Raad (B-punten)

1.	Aanname van de agenda			

Wetgevende besprekingen

2.	Goedkeuring van de A-puntenlijst

	

3.	Europees beschermingsbevel

Dit betreft een initiatief van het Spaanse Voorzitterschap, dat wordt
ondersteund door een aantal andere lidstaten. Het initiatief voor een
Europees beschermingsbevel (EBB) beoogt te regelen dat een slachtoffer
van een misdrijf die een beroep kan doen op bescherming - op basis van
bijvoorbeeld een contactverbod of gebiedsverbod – bij verblijf in een
andere lidstaat aanspraak kan maken op een soortgelijke bescherming. Dit
kunnen zowel strafrechtelijke, bestuursrechtelijke als civielrechtelijke
maatregelen betreffen. 

Nederland staat positief tegenover de gedachte om op het niveau van de
Unie te komen tot maatregelen ter bescherming van slachtoffers van
misdrijven. Daarbij is wel van belang dat de maatregelen goed
uitvoerbaar zijn en dat bestaande rechtsinstrumenten van de Raad die
betrekking hebben op de wederzijdse erkenning van civielrechtelijk
opgelegde maatregelen ter bescherming van personen (o.a. Verordening
Brussel I) en op de overdracht van het toezicht op de naleving van
bijzondere voorwaarden (Kaderbesluiten 2008/947/JBZ en 2009/829/JBZ)
worden gerespecteerd. 

4.	Ontwerp-richtlijn betreffende het recht op vertolk- en
vertaaldiensten in strafprocedures

	Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, moest
het ontwerp-kaderbesluit betreffende het recht op vertolk- en vertaal-
diensten in strafprocedures -waarover op 23 oktober 2009 binnen de Raad
een algemene oriëntatie was overeengekomen, maar dat niet vóór 1
december 2009 formeel was vastgesteld- worden omgezet in een voorstel
voor een richtlijn. Op 22 januari jl. is dit voorstel door een groep van
lidstaten op basis van art. 76, onder b, VWEU ingediend. De inhoud ervan
komt overeen met de tekst van de algemene oriëntatie over het
eerdergenoemde ontwerp-kaderbesluit. Nederland steunt het voorstel,
omdat het kan bijdragen een het verder vergroten van het voor de
strafrechtelijke samenwerking noodzakelijke wederzijdse vertrouwen
tussen de lidstaten.  

Niet-wetgevende besprekingen

5.	Goedkeuring van de A-puntenlijst

6.	EU interne veiligheidsstrategie 

Tijdens de Informele Bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad
Justitie en Binnenlandse Zaken (21-22 januari jl. te Toledo) is, zoals
aangegeven in de geannoteerde agenda en het verslag van die bijeenkomst,
een eerste discussie gevoerd over de EU interne veiligheidsstrategie.
Voor informatie over de EU interne veiligheidsstrategie wordt
kortheidshalve verwezen naar genoemde geannoteerde agenda en verslag.
Tijdens deze bijeenkomst van de Raad zal de discussie worden voortgezet
en het streven is de EU interne veiligheidsstrategie aan te nemen. 

7.	Permanent Comité operationele samenwerking binnenlandse veiligheid
(COSI) 

	Uit het Verdrag van Lissabon (art. 71 VWEU) volgt dat binnen de Raad
een permanent comité (COSI) opgericht zal worden dat zich bezig zal
houden binnen de Unie met het versterken en bevorderen van de
operationele samenwerking op het gebied van veiligheid van de EU. Het
comité bevordert de coördinatie van het optreden van de bevoegde
autoriteiten van de lidstaten. Het Europese Parlement en de nationale
parlementen zullen over de werkzaamheden worden geïnformeerd. De taken
van COSI zullen zijn: het bevorderen en coördineren van operationele
samenwerking, evalueren van de algemene richting en van de efficiëntie
van operationele samenwerking, het identificeren van mogelijke
tekortkomingen of fouten en aanbevelingen om deze aan te pakken. COSI
zal zich niet bezighouden met wetgevende activiteiten. COSI zal zich in
eerste instantie richten op het monitoren en implementeren van de
interne veiligheidsstrategie (zie eerder in deze geannoteerde agenda),
zodra deze wordt vastgesteld, waarbij de nadruk moet liggen op het
identificeren van mogelijke tekortkomingen in de operationele
samenwerking op het gebied van interne veiligheid in de EU, onder meer
in de relatie tussen de verschillende betrokken agentschappen. 

Nederland is van mening dat het nieuwe comité een brede taak dient te
hebben: het moet belast worden met de coördinatie van operationele
samenwerking op het terrein van justitiële samenwerking in strafzaken, 
douanesamenwerking en politiële samenwerking, crisisbeheersing,
terrorismebestrijding en grensbewaking alsook met de afstemming tussen
de verschillende beleidsterreinen. Het accent van COSI moet, conform de
bepaling in het Verdrag van Lissabon, liggen bij het bevorderen en
versterken van de operationele samenwerking op het gebied van veiligheid
van de EU. Het comité dient te fungeren als een schakel tussen de Raad
en de uitvoering. 

8.	Europees Pact tegen internationale drugshandel

	Nederland heeft nog geen kennis genomen van dit Franse voorstel.
Frankrijk heeft separaat ideeën gelanceerd ten aanzien van een
gezamenlijke strategie inzake o.a.: 

	1. 	Aanpakken van de organisaties achter drugstransporten

2. 	Ontneming van uit drugshandel verkregen inkomsten 

3. 	Het tegengaan van de drugsstroom vanuit West-Afrika 

4. 	Ontwikkelingsamenwerkingsinitiatieven  

Deze voorstellen zouden onderdeel kunnen zijn van een voorstel voor een
Europees Pact. Nederland is reeds zeer actief op het terrein van de
bestrijding van internationale drugshandel. Nederland wacht constructief
en belangstellend nadere invulling van deze ideeën af. 

9.	Visa waiver wederkerigheid en Canada

Naar aanleiding van de herinvoering van de visumplicht voor Tsjechische
onderdanen door Canada op 14 juli 2009 heeft Tsjechië de Raad en de
Commissie verzocht om het beginsel van reciprociteit in acht te nemen.  

Tijdens de JBZ-Raad van 23 oktober 2009 heeft de Commissie aan de Raad
een rapport gepresenteerd waarin werd aangegeven dat Canada en Tsjechië
spoedig naar een oplossing moeten zoeken om aan deze situatie snel een
einde te maken. In dat rapport werd Canada opgeroepen om “voor eind
2009” een roadmap op te stellen richting een oplossing alsmede het
visumkantoor in Praag te heropenen, teneinde een aanbeveling aan de Raad
tot tegenmaatregelen te voorkomen (in de vorm van een (her) invoering
van de visumplicht voor diplo- en dienstpaspoorthouders). Canada heeft
inmiddels gereageerd op het rapport en beargumenteert dat het heeft
voldaan aan de daarin gestelde eisen. 

Nederland heeft steeds solidariteit betuigd jegens Tjechië.
Desalniettemin is Nederland van mening dat gestreefd moet worden naar
het vinden van een bilaterale oplossing in samenspraak met de Commissie
teneinde de relaties met Canada niet verder onder druk te zetten. 

10.	Illegale migratie aan de zuidelijke zeegrenzen van de Europese Unie

(dit onderwerp wordt ook tijdens het Gemengd Comité behandeld)

Zie de annotatie bij agendapunt 3 van het Gemengd Comité. 

11.	Betrekkingen EU-VS

Het Voorzitterschap zal waarschijnlijk verslag uitbrengen van de EU-VS
Informele JBZ Senior Officials Meeting die plaatsvond op 11-12 januari
jl. te Madrid. Deze bijeenkomst diende vooral als eerste voorbereiding
op de voorziene ministeriële EU-VS JBZ-bijeenkomst op 8 en 9 april a.s.
Tijdens deze bijeenkomst hebben de VS o.a. aangegeven snel met de onder-
handelingen over een databeschermingsverdrag te willen starten.
Nederland juicht dergelijke onderhandelingen toe waarin het uitgangspunt
is dat het een algemeen verdrag moet worden. De uitkomst van de High
Level Contact Group zal leidend zijn in de onderhandelingen met de VS.

Daarnaast zal er waarschijnlijk een stand van zaken worden gegeven over
de afspraken op het gebied van samenwerking tussen de EU en de VS bij
criminaliteitsbestrijding, veiligheid en terrorismebestrijding en
grensbewaking en migratie.

12.	Toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de
Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van de Raad van Europa
(EVRM). 

In art. 6 lid 2 VEU is aangegeven dat de Unie toetreedt tot het EVRM.
Met het oog daarop zou het Spaans Voorzitterschap graag onderhandelings-
richtlijnen en een mandaat aannemen tijdens haar Voorzitterschap. De
Commissie zal binnenkort met een voorstel hieromtrent komen. Tijdens de
Raad zal over de toetreding voor de eerste keer op politiek niveau
worden gesproken. 

Om de bescherming van mensenrechten in Europa op een nog hoger niveau te
tillen hecht Nederland veel waarde aan de toetreding van de EU tot het
EVRM. Nederland steunt dan ook het Voorzitterschap in haar streven op
korte termijn onderhandelingsrichtlijnen en een mandaat aan te nemen.
Nederland heeft er geen bezwaar tegen dat het Europees Parlement, ook al
is het formeel geen partij bij de onderhandelingen, als waarnemer
deelneemt aan de onderhandelingen. 

13.	Ontwerp-resolutie over een modelovereenkomst voor het instellen van
een Gemeenschappelijk Onderzoeksteam (JIT)

Sinds het kaderbesluit inzake Gemeenschappelijke Onderzoeksteams (JITs)
van 13 juni 2002 is het mogelijk om dergelijke teams op te zetten. Doel
ervan is een vereenvoudiging van rechtshulp in het kader van
opsporingsonderzoeken te bereiken. In 2003 nam de Raad via een
aanbeveling al een eerste modelovereenkomst aan voor het opzetten van
JITs met als doel experts te helpen bij de implementatie van JITs. Er is
behoefte aan een herziene modelovereenkomst gebaseerd op opgedane
ervaringen, waarbij rekening wordt gehouden met problemen die in de
praktijk zijn ondervonden. In het Stockholm Programma is onlangs al
vastgelegd dat de modelovereenkomst herzien dient te worden.

Het doel van de herziening van de modelovereenkomst is het bestaande
juridische kader te vertalen naar een voor de praktijk gemakkelijk
bruikbaar document, zodat de bereidheid om gebruik te maken van JITs
verder toe zal nemen. Nederland steunt de herziening van de
modelovereenkomst en heeft in de besprekingen gewezen op de
noodzakelijke meerwaarde voor de praktijk. 

 PAGE   1 

 PAGE   1