[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2010D10985, datum: 2010-03-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Transportraad 11 maart 2010 (2010D10984)

Preview document (šŸ”— origineel)


GEANNOTEERDE AGENDA TRANSPORTRAAD 11 MAART 2010

Hieronder vindt u een samenvatting van de onderwerpen van de
Transportraad van 11 maart 2010. Deze Raad kent een korte agenda.

Het Voorzitterschap streeft naar het bereiken van een algemene
oriƫntatie op het voorstel voor een richtlijn inzake vervoerbare
drukapparatuur (bijvoorbeeld gasflessen). Het gaat hierbij om een
technische wijziging van een bestaande richtlijn (richtlijn 1999/35/EG).
Het voorstel beoogt een vereenvoudiging van bestaande regelgeving op het
terrein van vervoerbare drukapparatuur. Over het voorstel bestaat
inhoudelijk overeenstemming.

Een voortgangsrapportage zal worden besproken over het voorstel voor een
richtlijn inzake de heffingen voor de beveiliging van de luchtvaart. Dit
voorstel is nog niet rijp voor besluitvorming. Het belangrijkste punt
van discussie is de reikwijdte van het voorstel. Lidstaten verschillen
van mening over de vraag welke luchthavens onder de richtlijn zouden
moeten vallen.

Het Voorzitterschap streeft naar het bereiken van een algemene
oriƫntatie op het voorstel voor een verordening inzake onderzoek en
preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart. Dit
voorstel beoogt de samenwerking en coƶrdinatie op het gebied van
ongevallenonderzoek in de burgerluchtvaart te bevorderen. De lidstaten
kunnen het voorstel in algemene zin ondersteunen. Ook Nederland
onderschrijft het voorstel, dat bijdraagt aan een structurele
verbetering van de luchtvaartveiligheid.

De Europese Commissie zal informatie verschaffen over de stand van zaken
van de onderhandelingen tussen de EU en de VS over de tweede fase van
het luchtvaartakkoord. 

Tenslotte zal het Voorzitterschap de lidstaten terugmelden over de
Single European Sky (SES II) conferentie in Madrid op 25-26 februari
2010. Op het moment van schrijven heeft deze conferentie nog niet
plaatsgevonden. 



Vervoer over land

Voorstel voor een richtlijn inzake vervoerbare drukapparatuur

	-	Algemene oriƫntatie 

Het voorstel is een technische wijziging van de bestaande richtlijn
1999/36/EG en vervangt deze bestaande richtlijn. Het voorstel beoogt een
vereenvoudiging van bestaande regelgeving op het terrein van vervoerbare
drukapparatuur (bijvoorbeeld gasflessen). In het voorstel wordt onder
andere een meer logisch onderscheid gemaakt tussen regelgeving over het
transport van gevaarlijke stoffen enerzijds en regelgeving rond het op
de markt brengen van drukhouders anderzijds. Daarnaast omvat de
ontwerprichtlijn normen over ontwerp, constructie en controles voor
vervoerbare drukapparatuur.  

Stand van zaken

Over de technische wijziging van het voorstel bestaat inhoudelijk
overeenstemming. Enig openstaand punt is het omzetten van de
comitologieprocedure in lijn met het Verdrag van Lissabon.

Inzet Nederland

Nederland ondersteunt het voorstel. Het voorstel draagt bij aan
vereenvoudiging van regelgeving. Wat betreft de aanpassing van de
comitologieprocedure, naar aanleiding van de inwerkingtreding van het
Verdrag van Lissabon, is Nederland tevreden met de voorliggende
compromistekst. Nederland vindt het met name van belang dat bij de
gekozen procedure (nationale) experts adequaat betrokken worden. 

Gevolgen voor Nederland

De verwachting is dat door de vereenvoudiging van regelgeving de
administratieve lasten voor het bedrijfsleven zullen afnemen.  

Luchtvaart

Voorstel voor een richtlijn inzake de heffingen voor de beveiliging van
de luchtvaart

	-	Voortgangsrapportage

Het voorstel beoogt een gemeenschappelijk kader te creƫren over de
wijze waarop luchthavenexploitanten beveiligingsheffingen vaststellen.
De kosten voor de beveiliging worden via deze heffingen doorberekend aan
de luchtvaartmaatschappijen. De toepassing van basisprincipes draagt
eraan bij dat de vaststelling van de beveiligingsheffingen in de relatie
tussen luchthavenexploitant en luchtvaartmaatschappijen in alle
lidstaten volgens eerlijke spelregels verloopt.

Stand van zaken

Het belangrijkste punt van discussie is de reikwijdte van het voorstel.
Lidstaten verschillen van mening over de vraag welke luchthavens onder
de richtlijn zouden moeten vallen. Ondanks eerdere pogingen van het
Zweedse voorzitterschap om tot een compromis te komen, is niet tot
overeenstemming gekomen. Op de Transportraad van 17 december jl. heeft
daarom slechts een voortgangsrapportage voorgelegen. Begin dit jaar is
het voorstel opnieuw besproken onder Spaans voorzitterschap. Ook nu is
de vraag welke luchthavens onder de richtlijn zouden moeten vallen,
onbeantwoord gebleven. In april zal het Europees Parlement stemmen over
het voorstel. Het Spaans Voorzitterschap stelt voor deze stemming af te
wachten. Parallel speelt de gang van Luxemburg naar het Europese Hof
naar aanleiding van de richtlijn luchthavengelden (vastgesteld in 2008).
In deze richtlijn is een reikwijdte opgenomen van minimaal vijf miljoen
passagiers per jaar plus de grootste luchthaven van elke lidstaat. De
uiteindelijk uitspraak van het Hof zou mede van invloed kunnen zijn op
het voorliggende voorstel.

Inzet Nederland

Voor Nederland is uitsluiting van toepassing van de richtlijn op kleine
luchthavens en de ruimte voor tariefsdifferentiatie van belang. Wat
betreft de reikwijdte heeft Nederland het compromis van 5 miljoen
passagiers of meer per jaar gesteund, samen met een groot aantal
lidstaten. Op het punt van tariefsdifferentiatie lijkt de laatste versie
van de compromistekst voldoende waarborgen te bieden. 

Gevolgen voor Nederland

De gevolgen voor Nederland zullen ā€“ op basis van de huidige
compromistekst ā€“ beperkt zijn. Voor het toezicht kan gebruik worden
gemaakt van dezelfde toezichthouder die in het kader van de richtlijn
luchthavengelden toezicht verricht (Nma/Vervoerskamer). 

Voorstel voor een verordening inzake onderzoek en preventie van
ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart

	-	Algemene oriƫntatie 

Het voorstel beoogt de samenwerking en coƶrdinatie op het gebied van
ongevallenonderzoek in de burgerluchtvaart te bevorderen. In het
voorstel wordt voorgesteld een Europese netwerkorganisatie op te
richten. Deze netwerkorganisatie bouwt voort op de reeds bestaande
informele samenwerkingsverbanden van nationale onderzoeksinstellingen.
Tevens wordt vastgelegd op welke wijze EASA bij een veiligheidsonderzoek
betrokken kan worden. Daarnaast wenst de Commissie dat na een ongeval
binnen Ć©Ć©n uur passagierslijsten beschikbaar kunnen worden gesteld
door de luchtvaartmaatschappijen. Lidstaten dienen er op toe te zien dat
er een nationaal plan voor bijstand aan de slachtoffers van en vliegramp
en familie daarvan wordt opgesteld.  

Stand van zaken 

Het Spaanse Voorzitterschap streeft naar het bereiken van een algemene
oriƫntatie. 

De lidstaten kunnen het voorstel in algemene zin ondersteunen, maar
hebben evenals Nederland, op een aantal onderdelen nog een reserve.

Inzet Nederland   

Nederland is van mening dat dit voorstel bijdraagt aan een structurele
verbetering van de luchtvaartveiligheid en onderschrijft het doel van
het voorstel. Nederland kan zich vinden in het voorstel om een Europees
netwerk van onderzoeksinstanties op te richten. Voor Nederland is
daarbij van belang dat de huidige wettelijk gewaarborgde
onafhankelijkheid van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OvV) niet
wordt aangetast. In dit kader kan Nederland instemmen met verdere
betrokkenheid van EASA, maar participatie dient binnen de door de
nationale onderzoeksraden gestelde grenzen plaats te vinden. Nederland
onderschrijft het voorstel om passagierslijsten binnen Ć©Ć©n uur
beschikbaar te stellen. In Nederland is reeds een nationaal plan
opgesteld voor bijstand aan slachtoffers en familie daarvan. 

Gevolgen voor Nederland

Met dit voorstel zal de luchtvaartveiligheid worden bevorderd. Het
voorgestelde Europese netwerk draagt bij aan het waarborgen van een
basisniveau van onderzoek, ook in die landen die in beperkte mate
beschikken over eigen expertise op het gebied van luchtvaartongevallen.
Nederland kan haar expertise via het netwerk beschikbaar stellen, maar
kan ook via het netwerk kennis nemen van ontwikkelingen die buiten
Nederland plaatshebben. 

Luchtvaartonderhandelingen EU ā€“ VS: tweede fase

-	Informatie van de Europese Commissie / debat

In 2007 hebben de EU en de VS een akkoord bereikt over de instelling van
een zogenaamde Open Aviation Area (OAA). Deze vervangt de bestaande
bilaterale luchtvaartovereenkomsten tussen de individuele lidstaten en
de VS. Tevens is deze OAA breder dan genoemde akkoorden en vormt zij de
basis voor verdere samenwerking tussen de EU en VS op alle terreinen van
de luchtvaart. 

In de tweede fase dienen nadere afspraken te worden gemaakt over:

verdere liberalisering van markttoegang (zoals cabotage en 7e vrijheid
voor passagiersdiensten); 

uitbreiding van investeringsmogelijkheden door middel van buitenlands
kapitaal;

de effecten van milieumaatregelen en infrastructuurbeperkingen op de
uitoefening van markttoegang;

uitbreiding van de toegang (door buitenlandse luchtvaartmaatschappijen)
voor passagiers en vrachtdiensten die met overheidsgeld plaatsvinden,
en,

inhuur van vliegtuigen met bemanning (zogenaamde wetleasing).

Stand van zaken

De onderhandelingen tussen de EU en de VS over de tweede fase verkeren
in de eindfase. Op een groot aantal punten is voortgang geboekt.  Zo is
op het gebied van samenwerking ten aanzien van klimaatverandering,
afstemming van 

concurrentieregels en de gevolgen ten aanzien van de sociale dimensie
van de Overeenkomst inmiddels overeenstemming bereikt.

Er resten nu nog twee uitstaande punten, te weten:

Een door de EU gewenste uitbreiding van investeringsmogelijkheden in VS
luchtvaartmaatschappijen;

Een door de VS gewenste verbetering van de transparantie in het geval
van door lidstaten genomen geluidsmaatregelen rondom luchthavens. 

Inzet Nederland

Nederland is voorstander van een spoedig akkoord. Nederland is
voorstander van een verdergaande liberalisering ten aanzien van
investeringsmogelijkheden in buitenlandse luchtvaartmaatschappijen. Dit
vormt voor Nederland echter geen breekpunt in de afronding van de tweede
fase. Het moet tevens mogelijk zijn om, gelet op de huidige stand van
zaken, overeenstemming te bereiken over de resterende punten in het
milieuartikel.  

Gevolgen voor Nederland

De overeenkomst tussen de EU en VS heeft wereldwijd grote gevolgen gehad
voor het vigerende bilaterale stelsel van luchtvaartverdragen. Het
vervoer tussen twee van de grootste luchtvaartmarkten is geliberaliseerd
en heeft mogelijkheden geboden voor nieuwe business modellen en
samenwerking die tot voorheen niet mogelijk was. De voortgangsrapportage
als zodanig heeft geen gevolgen voor Nederland.

European Single Sky Conference (Madrid 25-26 februari 2010)

Informatie van de Voorzitter / debat

De Single European Sky (SES II) conferentie in Madrid op 25-26 februari
2010 beoogt de implementatie van het SES II pakket een impuls te geven.
Tijdens de high-level conferentie zullen de uitdagingen en voortgang
worden geschetst van de belangrijkste SES II thema's: prestatiesturing,
innovatie van ATM technologie (SESAR), veiligheid, capaciteit van
luchthavens en civiel-militaire samenwerking. De conferentie wordt
afgesloten met een 'Verklaring van Madrid'. 

Stand van zaken

Tijdens de Transportraad zal het Voorzitterschap een terugmelding geven
van de conferentie, aansluitend is er gelegenheid tot debat. Op moment
van schrijven heeft de conferentie nog niet plaatsgevonden. Naar
verwachting levert de conferentie voor Nederland geen nieuwe inzichten
op die de huidige implementatie van SES II op (inter)nationaal niveau
wijzigt. 

Inzet Nederland

Nederland is zich bewust van de "sense of urgency" van SES II en zet
alles op alles om de implementatie in FABEC-verband (Functional Airspace
Blog Europe Central) binnen de wettelijk vastgestelde termijnen voor
elkaar te hebben. Naast intensieve 

internationale samenwerking vereist dit ook nationaal de nodige
inspanningen, bijvoorbeeld op het gebied van civiel-militaire
samenwerking. 

Gevolgen voor Nederland

Naar verwachting geen. Waarschijnlijk geldt zowel voor de conferentie
als het debat in de Transportraad dat reeds gemaakte afspraken
herbevestigd worden.

 PAGE    

 PAGE   1