[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2010D12939, datum: 2010-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart inzake de positie van stagiairs van Eurocontrol in Nederland; Brussel, 7 oktober 2009 (2010D12938)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie
voor de veiligheid van de luchtvaart inzake de positie van stagiairs van
Eurocontrol in Nederland; Brussel, 7 oktober 2009 (Trb. 2009, 203 en
Trb. 2010, 52)

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

De Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna te
noemen: Eurocontrol), gevestigd te Maastricht, maakt met enige regelmaat
gebruik van stagiairs uit het buitenland. Deze stagiairs leveren een
bijdrage aan het functioneren van Eurocontrol. Het op 31 oktober 1975 te
Brussel tot stand gekomen zetelverdrag met Eurocontrol - de
Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart
"EUROCONTROL" inzake de vestiging van "EUROCONTROL" te Beek (Limburg)
(Trb. 1975, 161) - voorziet echter niet in een regeling met betrekking
tot de positie van stagiairs. Hierdoor blijkt het problematisch om voor
uit het buitenland afkomstige stagiairs de binnenkomst, het verblijf en
de stage in Nederland mogelijk te maken via de Nederlandse
vreemdelingen- en tewerkstellingsregelgeving. Gezien het belang dat
Eurocontrol heeft bij het inzetten van deze stagiairs, is dan ook op
verzoek van Eurocontrol een aanvullend verdrag op het eerdergenoemde
zetelverdrag van Eurocontrol voor die groep gesloten. Dit verdrag is bij
notawisseling tot stand gebracht.

Verdrag

Op grond van het nieuwe verdrag worden uit het buitenland afkomstige
stagiairs voor de duur van maximaal zes maanden door het ministerie van
Buitenlandse Zaken geregistreerd. Deze termijn kan in uitzonderlijke
omstandigheden eenmaal worden verlengd met een maximum periode van zes
maanden. Daarnaast dienen de stagiairs voor hun verblijf aan bepaalde
voorwaarden te voldoen, zoals een binnenkomst op reguliere wijze op
grond van een op voorspraak van het ministerie van Buitenlandse Zaken te
verstrekken visum, het beschikken over een geldige verblijfstitel voor
een verblijf in Nederland, het hebben van een afdoende medische
verzekering en voldoende financiƫle middelen. De stagiairs zullen enkel
van Eurocontrol een stagevergoeding ontvangen, om de kosten van het
levensonderhoud te dekken. Een stagiair zal geen aanspraak kunnen maken
op Nederlandse (sociale) voorzieningen. Het is betrokkene niet
toegestaan in Nederland anders dan in het kader van de stagevervulling
arbeid te verrichten, en zij verplichten zich binnen twee weken na
beƫindiging van de stage Nederland te verlaten.

Bij aanname van een stagiair verstrekt Eurocontrol aan het ministerie
van Buitenlandse Zaken een door de stagiair getekende verklaring
vergezeld van bewijsstukken dat aan de bovenstaande voorwaarden is
voldaan. Op grond van artikel 4 van het onderhavige verdrag ontvangen de
uit het buitenland afkomstige stagiairs van het ministerie van
Buitenlandse Zaken vervolgens een identiteitskaart, welke door
Eurocontrol uiterlijk acht dagen na het vertrek van de stagiair uit
Nederland weer wordt geretourneerd. Deze identiteitskaart is tevens
verblijfstitel voor de stagiair.



Overigens doet dit verdrag geen afbreuk aan de rechten van stagiairs op
wie van toepassing zijn de bepalingen van, of die vastgesteld worden
krachtens, het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot
oprichting van de Europese gemeenschap (geconsolideerde tekst in
Tractatenblad 2003, nr.150), betreffende het recht op toelating en
verblijf, alsmede het verrichten van werkzaamheden. De regels omtrent
toelating en verblijf van EU-burgers (en hun familieleden) zijn
vastgelegd in Richtlijn 2004/38/EG (de zogenaamde
ā€˜Burgerschapsrichtlijn’) die is gebaseerd op, onder andere, artikel
18 EG (reizen en verblijven van EU-burgers). De bepalingen omtrent het
verrichten van werkzaamheden binnen de Gemeenschap zijn vastgelegd in
artikel 39 EG (vrij verkeer van werknemers) en de daarop gebaseerde
Verordening 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het
vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap. De Europese
bepalingen inzake het vrij verkeer van werknemers zijn van toepassing op
EU-burgers die werkzaamheden verrichten in een andere lidstaat dan die
waarvan zij onderdaan zijn. Volgens de rechtspraak van het Hof van
Justitie kan een stagiair wiens stageperiode dient als praktische
voorbereiding op de eigenlijke uitoefening van een beroep, worden
aangemerkt als ā€˜werknemer’ in de zin van artikel 39 EG.

Het in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen opgenomen verbod om
vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning arbeid te laten
verrichten zal voor zover het de stagevervulling betreft, gelet op
artikel 3, eerste lid, onder c, van die wet, juncto artikel 1, eerste
lid, onder d, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen, niet
meer op hen van toepassing zijn.

Het aanvullende stagiairverdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de dag
dat de notawisseling heeft plaatsgevonden, hetgeen noodzakelijk werd
geacht in verband met de reeds voorziene plaatsing van stagiairs bij
Eurocontrol. In dat kader is het van belang dat, voorafgaand aan de
inwerkingtreding van het verdrag, voor die plaatsing reeds een
juridische basis aanwezig is.

Koninkrijkspositie

Het verdrag zal, evenals eerdergenoemd verdrag met Eurocontrol, voor wat
het Koninkrijk betreft alleen voor Nederland gelden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid,
onder b, van de Wet op de Raad van State).