[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2010D15184, datum: 2010-03-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Akten van wijziging van het Statuut en van het Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (2010D15183)

Preview document (🔗 origineel)


Akten van wijziging van het Statuut en van het Verdrag van de
Internationale Unie voor Telecommunicatie; Antalya, 24 november 2006
(Trb. 2008, 223)

TOELICHTENDE NOTA

1. Algemeen

In deze nota worden mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken
toegelicht de op 24 november 2006 te Antalya tot stand gekomen Akten van
wijziging van het Statuut en van het Verdrag van de Internationale Unie
voor Telecommunicatie.

Het op 22 december 1992 te GenĂšve tot stand gekomen Statuut en Verdrag
van de Internationale Unie voor Telecommunicatie, met Facultatief
Protocol (hierna het ‘Statuut’ en het ‘Verdrag’, Trb. 1993, 138)
is nadien gewijzigd tijdens de conferenties van de Internationale Unie
voor Telecommunicatie (hierna: de ‘ITU’) te Kyoto (1994), te
Minneapolis (1998) en te Marrakesh (2002) (resp. Trb. 1995, 201, Trb.
2004, 48 en Trb. 2006, 229). Deze zo genoemde ‘Plenipotentiaire
Conferenties’, waarin alle ITU-lidstaten zijn vertegenwoordigd, vinden
elke vier jaar plaats en hebben tot taak de hoofdlijnen van het beleid
van de ITU te bepalen, en beslissingen te nemen over onder meer
voorstellen tot wijziging van het Statuut en van het Verdrag van de ITU.


Tijdens de Plenipotentiaire Conferentie die van 6 tot en met 24 november
2006 is gehouden te Antalya (Turkije), is besloten het Statuut en het
Verdrag op onderdelen te wijzigen. Deze wijzigingen, die hierbij ter
parlementaire goedkeuring worden voorgelegd, zijn uitsluitend van
organisatorische aard. Zij beogen hoofdzakelijk bestaande procedures en
verplichtingen aan te scherpen en leiden niet tot institutionele
veranderingen. De wijzigingen zijn op 1 januari 2008 in werking getreden
voor de Lidstaten die alsdan hun akte van goedkeuring hebben neergelegd.


2. Organen van de ITU

De bestaande kaders van de ITU (zie voor de geconsolideerde tekst van
het Statuut en het Verdrag Trb. 2001, 90 en 123), die door deze
wijzigingen niet worden veranderd, kunnen als volgt worden samengevat.
De ITU kent volgens artikel 7 van het Statuut als belangrijkste organen
de Plenipotentiaire Conferentie, de Raad, mondiale en regionale
conferenties, en het Algemene Secretariaat. De Raad is blijkens artikel
10 van het Statuut het orgaan dat optreedt namens de Plenipotentiaire
Conferentie om de tenuitvoerlegging van de verdragen van de ITU te
bevorderen. 

Naast mondiale conferenties over internationale telecommunicatie zijn er
mondiale en regionale conferenties van de zo genoemde ‘sectoren’, te
weten de Radiocommunicatiesector (artt. 12 e.v. van het Statuut), de
Telecommunicatiestandaardisatiesector (artt. 17 e.v.) en de
Telecommunicatieontwikkelingssector (artt. 21 e.v.). Er zijn twee
categorieën van sectorleden: ten eerste de administraties, dat wil
zeggen de dienst van elke lidstaat die verantwoordelijk is voor de
nakoming van de ITU-verplichtingen, en ten tweede zogenaamde sectorleden
zoals bedrijven en wetenschappelijke organisaties (zie 

Het advies van de Raad van State (van het Koninkrijk)

wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder

meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid,

onderdeel b, van de Wet op de Raadvan State).

bijvoorbeeld artikel 12, derde lid, van het Statuut, en artikel 19,
eerste lid, van het Verdrag). De mondiale conferenties van de sectoren
vinden plaats met een frequentie van ten minste eens per vier jaren. 

De Radiocommunicatiesector kent blijkens artikel 12, tweede lid, van het
Statuut naast radiocommunicatieconferenties ook
radiocommunicatie-assemblees – die kwesties van technische aard
behandelen – en de Radioreguleringsraad. De Radioreguleringsraad
bestaat uit ten hoogste twaalf lidstaten en heeft onder meer tot taak
een verstandig gebruik van het radiofrequentiespectrum te bevorderen
binnen de door een conferentie of door de Raad gestelde kaders (artikel
14, eerste lid, bis, en het tweede lid, onderdeel c, van het Statuut).
Voorts bestaan in elke sector studie- en adviesgroepen en worden de
werkzaamheden van de sector ondersteund door een bureau (zie
bijvoorbeeld in artikel 15 van het Verdrag en artikel 16 van het
Statuut).

3. Wijzigingen van het Statuut

De belangrijkste wijzigingen van het Statuut kunnen als volgt worden
samengevat. 

Ten eerste is de frequentie, waarmee radiocommunicatieconferenties en
radiocommunicatie-assemblees worden bijeengeroepen, verkleind van eens
in de twee tot drie jaar naar eens in de drie tot vier jaar (artikel 13,
tweede en derde lid). Op deze wijze kunnen kosten worden bespaard.

Ten tweede is de procedure voor de vaststelling van de
contributie-eenheid op een onderdeel aangepast om deze procedure
doelmatiger te laten verlopen (artikel 28, tweede en vierde lid).
Ingevolge deze procedure bepalen lidstaten voorafgaande aan de
plenipotentiaire conferentie op basis van een voorlopig vastgestelde
contributie-eenheid hoeveel contributie-eenheden zij voorshands zullen
betalen, waarna de conferentie de definitieve contributie-eenheid kan
vaststellen en de lidstaten het definitieve aantal contributie-eenheden.
De wijziging behelst in het bijzonder dat de lidstaten het aantal
voorshands te betalen contributie-eenheden in het vervolg niet een maar
vier weken voor het begin van de conferentie bekend moeten maken.

Ten derde is de bepaling over de talen van de ITU gewijzigd (artikel 29,
eerste lid). De officiële talen van de ITU, het Arabisch, Chinees,
Engels, Frans, Russisch en Spaans, gelden niet langer ook als werktaal.
Op deze wijze is tegemoetgekomen aan de bezwaren van Arabische staten,
China en Rusland tegen het naar hun oordeel eenzijdig gebruik van de
werktalen. Als gevolg van de wijziging is het niet langer mogelijk te
volstaan met het aanbieden van documenten in een werktaal, bijv. Engels
of Frans, maar dienen documenten steeds in alle (officiële) talen te
worden vertaald.

4. Wijzigingen van het Verdrag

De belangrijkste wijzigingen van het Verdrag kunnen als volgt worden
samengevat. 

Ten eerste is de bepaling over de verkiezing van de Secretaris-Generaal
en andere functionarissen van de ITU aangescherpt (artikel 2). Ook als
een tweede termijn niet direct aansluit op de eerste termijn wordt dit
aangemerkt als een herverkiezing die slechts een maal mogelijk is. 

Ten tweede is ten aanzien van de deelname van sectorleden verduidelijkt
dat zij als waarnemer bij vergaderingen aanwezig kunnen zijn maar zonder
dat sprake is van (formele) vertegenwoordiging (onder andere artikelen
4, elfde lid, onderdeel 9ter, en 23, eerste lid, onderdeel e).

Ten derde is in de taakstelling van de Raad vastgelegd dat deze
jaarlijks de inkomsten en uitgaven toetst om zo nodig aanpassingen te
kunnen doorvoeren. Op deze wijze wordt de koppeling tussen strategisch
plan aan het financiële plan versterkt (artikel 4, elfde lid, onderdeel
zeven). 



Ten vierde is bepaald dat de ontwerp-begroting niet alleen op informatie
over kosten maar ook op informatie over resultaten moet zijn gebaseerd.
(artikel 5, eerste lid, onderdeel q).

Ten vijfde is de opzegtermijn voor sectorleden verkort van een jaar naar
een half jaar, wat onder meer ook tot gevolg heeft dat bedrijven na het
tijdstip van opzegging minder contributie verschuldigd zijn (artikel 19,
tiende lid).

Ten zesde is het stelsel van contributieklassen, elk bestaande uit een
aantal contributie-eenheden, genuanceerd door de tussenvoeging van twee
klassen van respectievelijk zes contributie-eenheden en een achtste
contributie-eenheid (artikel 33, eerste lid). Dit maakt dat de overgang
van de ene naar de andere contributieklasse minder scherp is. Verder
heeft de Raad de bevoegdheid gekregen de contributie van een sectorlid
te verlagen als sprake is van uitzonderlijke omstandigheden (artikel 33,
vierde lid, onderdeel 5ter). 

5. Koninkrijkspositie

De onderhavige wijziging van het Statuut en van het Verdrag van de
Internationale Unie voor Telecommunicatie zal, evenals het Statuut en
het Verdrag zelf, voor het gehele Koninkrijk gelden. 

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

 PAGE   3 

	  PAGE  2