Lijst van vragen inzake de consequenties van het mogelijk controversieel verklaren van het verdrag met Frankrijk inzake de verwerking in Frankrijk van bestraalde splijtstoffen
Goedkeuring van de op 9 februari 2009 te Parijs totstandgekomen Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek houdende wijziging van de Overeenkomst van 29 mei 1979 inzake de verwerking in Frankrijk van bestraalde splijtstofelementen (Trb. 2009, 41)
Lijst van vragen
Nummer: 2010D15801, datum: 2010-03-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.P.J. Koopmans, voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: Drs. M.J. van der Leeden, griffier
Onderdeel van zaak 2010Z04650:
- Indiener: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2010-03-17 11:30: Procedurevergadering VROM (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2010-03-17 14:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-03-19 12:00: Consequenties controversieel verklaren van verdrag met Frankrijk inzake de verwerking in Frankrijk van bestraalde splijtstoffen (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2010-03-31 11:30: Procedurevergadering VROM (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2010-04-22 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Lijst van vragen - Consequenties controversieel verklaren van het verdrag met Frankrijk inzake de verwerking in Frankrijk van bestraalde splijtstoffen Kamerstuknummer : 32042-7 Vragen aan : Regering Commissie : Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. Vraag 1 Verschillende getallen worden genoemd met betrekking tot de reservecapaciteit in het splijtstofopslagbassin van EPZ. EPZ zou nog zeker voor tweeënhalf jaar ruimte hebben in het bassin, maar u zet in uw antwoord d.d. 24 februari uiteen dat eind 2011 de opslagcapaciteit bereikt is. Welk getal klopt en, hieraan gekoppeld, op welke termijn wordt de bedrijfsvoering van EPZ beïnvloed door uitstel van behandeling? 2 Leidt dit tot financiële consequenties op korte termijn voor EPZ? Is het u bekend of EPZ de financiële consequenties op de Nederlandse staat zal verhalen? 3 Loopt de Nederlandse Staat financieel risico als de behandeling van de goedkeuringswet verder wordt uitgesteld, bijvoorbeeld omdat door de (vorige) minister van VROM schriftelijke toezeggingen zijn gedaan dat de afwikkeling al in 2008 geregeld zou zijn en EPZ zich mogelijk zal beroepen op onbehoorlijk bestuur? 4 Indien gekozen wordt voor verder uitstel, loopt onze diplomatieke relatie met Frankrijk dan geen gevaar? 5 Hoe verhoudt uitstel van de behandeling van dit wetsvoorstel zich met de verplichtingen die de Nederlandse Staat heeft jegens EPZ op basis van het Borssele Convenant? Is immers in het Borssele Convenant niet vastgelegd dat partijen op de meest zorgvuldige wijze en met oog voor elkaars belangen zullen handelen? 6 Hoe groot schat u het risico dat EPZ van mening zal zijn dat verder uitstel niet valt onder zorgvuldig handelen en de Nederlandse Staat aansprakelijk zal stellen voor gederfde winsten en geleden verliezen? 7 Klopt het dat er in Frankrijk op dit moment een rechtszaak loopt om te bepalen of ook opwerkingsafval van vóór Aanhangsel 3 uit 1993 onder het voorliggende verdrag moet vallen? 8 Is het noodzakelijk dat de uitkomst van deze rechtszaak moet worden afgewacht voordat het verdrag parlementaire goedkeuring kan verkrijgen? Zo nee, waarom niet? 9 Is de vergunning voor opwerking van kernafval niet opgenomen in de Kernenergiewet omdat het voorliggende verdrag hiervoor in de plaats is gekomen? 10 Klopt de aanname dat instemming met dit verdrag niet alleen leidt tot goedkeuring van het terugsturen van opwerkingsafval maar ook een goedkeuring voor het voortzetten van opwerking van kernafval inhoudt? 11 Is het waar dat het splijtstofbassin van kerncentrale Borssele een capaciteit van 500 plaatsen heeft waarvan 121 plaatsen gereserveerd moeten blijven voor de reactorkern? Voor hoeveel splijtstof rest er nog ruimte om als centrale gewoon operationeel te kunnen blijven? Voor welke periode zou dit voldoende ruimte bieden als het transport naar Frankrijk zou stoppen? 12 Hoeveel splijtstofstaven waren er in de kern aanwezig op het moment dat de transport naar Frankrijk gestaakt werd? Is het correct dat er sinds 2005 nog vijf maal 28 splijtstofstaven bij zijn gekomen in het splijtstofbassin? Zo nee, hoeveel zijn er daarna nog wél bijgekomen? 13 Wat zijn de mogelijkheden voor tijdelijke opslag van opgebrande splijtstof op het terrein van de COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval)? Op welke termijn is die opslag mogelijk en voor hoe lang is hiervoor voldoende ruimte bij COVRA? Indien de opslag niet mogelijk is, wat zijn dan de belemmeringen? 14 Is het waar dat bij het niet ratificeren van het verdrag de transporten naar Frankrijk niet plaats kunnen vinden? Zo ja, betekent dit dan niet dat het ratificeren van het verdrag een beleidsrijke beslissing is die voor de komende jaren transport naar Frankrijk mogelijk maakt? Zo nee, wat maakt het dan uit dat Nederland het verdrag veel eerder dan december 2010 ondertekent? 15 Is het waar dat dit verdrag in de plaats zal komen van de vergunningsplicht voor opwerking? Zo ja, betekent ondertekening dat daarmee de vergunningspicht vervalt? Zo nee, waarom niet? 16 Welke alternatieven voor verwerking in Frankrijk zijn doorgerekend? Kan de Kamer hier direct met de beantwoording van deze vragen inzage in krijgen? 17 Is het waar dat Nederland het enige land is dat nog splijtstof ter verwerking aanbiedt aan de fabriek in La Hague? Is het juist dat daarmee het verdrag met Nederland de enige internationale motivatie is voor het openhouden van de fabriek in La Hague? 18 Kan Nederland na goedkeuring van het gewijzigde verdrag alsnog besluiten om over te gaan tot een vergunningsplicht voor opwerking? 19 Kunt u het benodigde tijdpad uitgaande van het bereiken van de maximale opslagcapaciteit eind 2011 ten aanzien van de benodigde transportvergunningen schetsen? Moet er echt medio 2010 parlementaire goedkeuring zijn of kan dit op basis van de wettelijke termijnen voor de genoemde vergunningen ook bijvoorbeeld uiterlijk december 2010? 20 Op grond waarvan zou Nederland met de Overeenkomst en de goedkeuringswet nog een vergunning voor de export van bestraalde splijtstoffen aan EPZ kunnen weigeren? Consequenties controversieel verklaren van het verdrag met Frankrijk inzake de verwerking in Frankrijk van bestraalde splijtstoffen PAGE 1 / NUMPAGES 2