[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 22-23 april 2010 te Luxemburg

Bijlage

Nummer: 2010D18427, datum: 2010-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda JBZ-Raad, 22-23 april a.s. (2010D18426)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van het 

Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 

22-23 april 2010 te Luxemburg

en marge van de Raad

Gemengd Comité 

1.	Aanname van de agenda

2.	SIS II 

	-stand van zaken

	-verslag van de resultaten van Mile Stone Test I

	-Raadsconclusies 

(dit onderwerp wordt ook tijdens de Raad behandeld)

De Raad zal aan de hand van de mondelinge inbreng van Voorzitterschap en
Commissie de ontwikkelingen rond het Schengen Informatie Systeem II (SIS
II) bespreken. Er is besluitvorming voorzien.

Tijdens de JBZ-Raad van 4-5 juni 2009 is afgesproken dat er twee Mile
Stone Tests (MST) van het Schengen Informatie Systeem II zouden
plaatsvinden om vast te stellen in welke mate het SIS II voldoet aan de
overeengekomen criteria. Indien SIS II niet voldoet aan de criteria,
moet de Commissie volgens de Raadsconclusies van 4-5 juni 2009
overstappen op het alternatief SIS I+RE, tenzij de Raad binnen twee
maanden anders beslist. 

De eerste MST is uitgevoerd tussen 21 en 23 januari 2010. De
schriftelijke formele rapportage van de Commissie over de eindresultaten
van die test zal waarschijnlijk nog niet beschikbaar zijn voor de
komende JBZ-Raad van 22-23 april. Het Voorzitterschap beoogt wel de
eindresultaten van de test tijdens de Raad te presenteren om dan tot
besluitvorming over te gaan. 

Nederland heeft in het verleden nadrukkelijk gevraagd om een
schriftelijke formele rapportage van de Commissie alvorens tot
besluitvorming te willen overgaan. Nederland heeft een positieve
grondhouding, maar ziet graag eerst deze rapportage tegemoet, alvorens
het kan instemmen met de conclusie dat de eerste MST geslaagd zou zijn
en daarmee SIS II kan worden voortgezet. Zonder deze rapportage kan
Nederland niet instemmen en dient de besluitvorming doorgeschoven te
worden naar de volgende JBZ-Raad.

De rapportage moet alle elementen bevatten die het mogelijk maken een
gefundeerd besluit te nemen. Voor de besluitvorming is het ook van
belang dat er een risicoanalyse over minimaal de besturing (governance),
techniek en financiën aangaande SIS II en SIS I + RE beschikbaar is. 

Op basis van de op dit moment beschikbare gegevens, maar dus niet op
basis van een formele schriftelijke rapportage van de Commissie, lijkt
de eerste MST overigens in formele zin niet geheel geslaagd. Het zou
echter gaan om een minieme foutmarge (0,04%). Het ziet er daarom naar
uit dat de meeste lidstaten van mening zullen zijn dat de eerste MST is
gehaald. 

De besluitvorming over SIS II zal plaatsvinden op basis van
gekwalificeerde meerderheid. De Commissie geeft aan dat in de
Raadsconclusies van juni 2009 is afgesproken dat de minderheid van de
lidstaten de meerderheid zal volgen bij besluitvorming over de eerste
MST.

3.	EK voetbal 2008 

	-presentatie door Oostenrijk

In 2008 vond in Oostenrijk en Zwitserland het EK voetbal plaats. De
organisatie heeft het EK geëvalueerd en zal de resultaten daarvan
presenteren ten gunste van toekomstige Europese ad hoc samenwerking bij
sportevenementen. 

4. 	Diversen 	

Er zijn nog geen onderwerpen voor dit agendapunt gemeld.	

Raad

1.	Aanname van de agenda			

Wetgevende besprekingen

2.	Goedkeuring van de A-puntenlijst

	

3.	Europees beschermingsbevel

	-politiek akkoord

Dit betreft een initiatief van het Spaanse Voorzitterschap, dat wordt
ondersteund door een aantal andere lidstaten. Het initiatief voor een
Europees beschermingsbevel (EB) beoogt te regelen dat een slachtoffer
van een misdrijf die een beroep kan doen op bescherming – op basis van
bijvoorbeeld een contactverbod of gebiedsverbod – bij verblijf in een
andere lidstaat aanspraak kan maken op een soortgelijke bescherming. Dit
kan zowel strafrechtelijke, bestuursrechtelijke als civielrechtelijke
maatregelen betreffen. 

Nederland is positief over initiatieven tot bescherming van slachtoffers
van een strafbaar feit op het grondgebied van de EU. In Nederland is de
bescherming van slachtoffers een prioriteit, in het bijzonder de aanpak
van huiselijk geweld. Voor Nederland is het van belang te streven naar
een flexibel instrument dat eenvoudig is toe te passen, goed uitvoerbaar
is en dat zoveel mogelijk tegemoet komt aan de belangen van de
slachtoffers zonder dat de betrokken overheidsinstanties onevenredig
worden belast. Ten aanzien van het initiatief van het Voorzitterschap
plaatst Nederland kanttekeningen met het oog op de praktische
uitvoerbaarheid en de verhouding met bestaande rechtsinstrumenten (zie
Kamerstukken 2009/2010, 22112, nr. 999). 

De Commissie heeft onlangs te kennen gegeven niet in te kunnen stemmen
met de gekozen rechtsgrondslag (art. 82 VWEU) en meent dat met dit
voorstel inbreuk wordt gemaakt op het recht van initiatief van de
Commissie op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke
zaken. De Commissie stelt voor de reikwijdte van het voorstel te
beperken tot beschermingsmaatregelen die zijn getroffen in het kader van
een strafrechtelijke procedure. De Commissie is bereid een afzonderlijk
voorstel te doen voor de onderdelen die niet onder de reikwijdte van
artikel 82 VWEU vallen. 

Nederland wil het recente advies van de Juridische Dienst van de
Commissie bestuderen, omdat dat advies niet alleen institutionele
consequenties heeft,  maar ook gevolgen heeft voor de opzet van het EB
en de verhouding met bestaande rechtsinstrumenten op het gebied van de
wederzijdse erkenning van civielrechtelijke beschermingsmaatregelen. Pas
na bestudering kan een Nederlands standpunt worden bepaald. 

Niet-wetgevende besprekingen

4.	Goedkeuring van de A-puntenlijst

5.	Raadsconclusies SIS II

(dit onderwerp wordt ook tijdens het Gemengd Comité behandeld)

Zie de annotatie bij agendapunt 2 van het Gemengd Comité. 

6.	Europees Pact tegen internationale drugshandel

	-aanname

Dit pact is gericht op een samenhangende Europese controle op het aanbod
van cocaïne en heroïne vanuit (met name) Westelijk Afrika. 

Minister Hirsch Ballin heeft tijdens de behandeling van dit onderwerp
tijdens de vorige Raad aangegeven het een goed initiatief te vinden en
steunde het. Hij wees wel op het belang van een goede uitwerking.
Daarbij moet rekening worden gehouden met al lopende initiatieven, zoals
het MAOC-N-project. Daarnaast is er een project dat Nederland samen met
het Verenigd Koninkrijk en met steun van de Commissie uitvoert, en dat
is gericht op de bestrijding van drugsdoorvoer via Nigeria en de inzet
van Nederlandse kustwacht in het Caribisch gebied. 

Op Raadswerkgroepniveau is verder gesproken over dit pact en het
Voorzitterschap is voornemens het pact tijdens deze Raad aan te nemen.
Het pact is in zijn huidige vorm meer politiek dan operationeel van
aard: het laat zien dat de EU en de lidstaten veel willen doen aan deze
vorm van misdaadbestrijding en levert geen nieuwe verplichtingen op.
Nederland zal instemmen met aanname van dit pact. 

7.	Actieplan Stockholm Programma 

	-presentatie door de Europese Commissie

			Dit actieplan beoogt de beleidslijnen uit het Stockholm Programma uit
te werken in concrete voorstellen voor Europese wet- en regelgeving voor
de periode 2010-2014. Inspanningen aan Nederlandse zijde hebben ertoe
geleid dat een aantal elementen die Nederland in EU-verband van belang
acht, reeds zijn terug te vinden in het Stockholm Programma. Na
presentatie van het actieplan door de Commissie zal door Nederland
worden bezien of deze Nederlandse prioriteiten ook voldoende als
concrete voorstellen zijn opgenomen in het actieplan.

8.	Terrorist Finance Tracking Programme (TFTP) – Aanbeveling van de
Commissie betreffende het autoriseren van het mandaat t.a.v. de
onderhandelingen met de VS over het verstrekken van financiële gegevens
in de strijd tegen terrorisme (SWIFT)

	-aanname

	Nederland is, gezien het belang van nauwe samenwerking met de VS bij de
bestrijding van terrorisme(financiering), voorstander van hernieuwde
onderhandelingen met de VS op korte termijn, maar meent tegelijkertijd
dat deze ambitie niet ten koste mag gaan van de vereiste zorgvuldigheid
die aangewezen is om een nieuw akkoord tot stand te brengen dat recht
doet aan de belangrijke zorgen van veel lidstaten zowel als van het
Europees Parlement. 

Het door de Commissie op 24 maart jl. aangenomen ontwerpmandaat, dat op
dit moment op Raadswerkgroepniveau wordt besproken, vormt daartoe een
goede aanzet, maar zal naar de mening van Nederland op onderdelen verder
moeten worden aangescherpt. Nederland zet daarbij, met steun van andere
lidstaten, actief in op het identificeren van concrete en houdbare
alternatieven voor het in de interim-overeenkomst gekozen
rechtshulpspoor en bovendien op versterking van de
dataprotectiewaarborgen in de nieuwe overeenkomst, punten waarvoor ook
het Europees Parlement aandacht heeft gevraagd, toen het de
interim-overeenkomst op 11 februari jl. verwierp.  

9.	Informatie over de ministeriële EU-VS JBZ-bijeenkomst op 8 en 9
april 2010 

Tijdens deze bijeenkomst is gesproken over: 

wederzijdse rechtshulp in strafzaken – implementatie van de EU-VS 

uitleverings- en wederzijdse rechtshulpverdragen; 

gegevensbescherming en informatieuitwisseling – voorbereiden van de
EU-VS gegevens- beschermingsovereenkomst;

follow-up van de ministeriële verklaring tot versterking van de EU-VS 

samenwerking op het terrein van JBZ (29 oktober jl.);

follow-up van de Toledo-verklaring (terrorisme);

PNR;

terrorismebestrijding (Guantanamo, bestrijding van financiering van 

terrorisme, seminar over explosieven (17-18 februari jl.); seminar 

over bescherming van kritieke infrastructuur (4-5 maart jl.);

visa (visa waiver program en ESTA);

nieuw samenwerkingsverband migratie en asiel.

10.	Toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa
(EVRM). 

In art. 6 lid 2 VEU is bepaald dat de Unie toetreedt tot het EVRM. Met
het oog daarop zou het Spaans Voorzitterschap graag onderhandelings-
richtlijnen en een mandaat aannemen tijdens haar Voorzitterschap. De
Commissie heeft op 17 maart jl. een aanbeveling aangenomen betreffende
het onderhandelingsmandaat van de Commissie. 

Om de bescherming van mensenrechten in Europa op een nog hoger niveau te
tillen hecht Nederland veel waarde aan de toetreding van de EU tot het
EVRM. Nederland steunt dan ook het Voorzitterschap in haar streven op
korte termijn onderhandelingsrichtlijnen en een mandaat aan te nemen. 

11.	Raadsconclusies betreffende maatregelen op het gebied van Justitie
in relatie tot economisch herstel

	-aanname

In het verlengde van discussies over eventuele maatregelen op het gebied
van Justitie ter bestrijding van de financiële en economische crisis
tijdens het Franse Voorzitterschap en het Stockholm Programma, heeft het
huidige Spaanse Voorzitterschap Raadsconclusies opgesteld over de
juridische aspecten bij het bestrijden van economische crises en het
ondersteunen van grensoverschrijdende economische activiteiten. 

Deze aspecten zijn vooral gericht op het creëren van gelijke kansen
voor alle economische spelers op de markt aan de hand van maatregelen op
het gebied van o.m. kredietverlening, procedures in civielrechtelijke-
en handelszaken, intellectueel en industrieel eigendom, nieuwe
technologieën en strafrecht. 

De voorgestelde maatregelen hebben tot doel alle economische spelers,
maar in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, te laten profiteren
van de voordelen van de interne markt. Ook wordt beoogd om het
makkelijker te maken voor burgers om grensoverschrijdend te consumeren
en dat zij hierbij op een hoog niveau van bescherming kunnen rekenen. 

12.	e-Justitie

	-stand van zaken

In opdracht van de Commissie wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een
Europese e-Justice-portaal. Het is de bedoeling dat op deze website
praktische informatie te vinden valt voor burgers, juridische
beroepsbeoefenaren en rechtspraak over grensoverschrijdende procedures
(waaronder geringe vorderingen en het Europese betalingsbevel), de
organisatie van de rechtstelsels en bepaalde registers in andere landen
bevraagd kunnen worden (waaronder de insolventieregisters, de
bedrijvenregisters en het register voor tolken- en vertalers). Naar
verwachting zal een eerste versie van het portaal binnenkort voor het
publiek toegankelijk worden gemaakt (onder het huidige of het aanstaande
Belgische Voorzitterschap). 

Nederland steunt de ontwikkeling van het Europese e-Justice-portaal,
omdat dit portaal voor burgers, juridische beroepsbeoefenaren en
rechtspraak de toegang tot justitie zal verbeteren en het justitiële
optreden (alle activiteiten om een geschil te regelen of straffen uit te
voeren) doeltreffender zal maken op Europees niveau.

13. 		Diversen

	Er zijn nog geen onderwerpen voor dit agendapunt gemeld.

 PAGE   1 

 PAGE   1