[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32377 Nader rapport Wijziging van de Tracéwet met het oog op de versnelling en verbetering van besluitvorming over infrastructurele projecten

Wijziging van de Tracéwet met het oog op de versnelling en verbetering van besluitvorming over infrastructurele projecten

Nader rapport

Nummer: 2010D21056, datum: 2010-05-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z07541:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)












Datum	21 april 2010 

Nummer	CEND/HDJZ-2010/481 sector I&O 

Onderwerp	Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de
Tracéwet met het oog op de versnelling en verbetering van
besluitvorming over infrastructurele projecten

Bijlage(n)	2 bijlagen (gewijzigd voorstel van wet en gewijzigde memorie
van toelichting)  DOCPROPERTY bijlage   





	

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 december
2009, nr. 09.003700, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 19 februari 2010, nr.
W09.09.0551/IV, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State is met de regering van oordeel dat een voortvarende
aanpak van infrastructurele projecten waarmee grote maatschappelijke en
economische belangen zijn gemoeid, van groot belang is. Hij maakt naar
aanleiding van het wetsvoorstel een opmerking met betrekking tot de
uitsluiting van decentrale overheden van de beroepsmogelijkheden. De
Raad is van oordeel dat in verband daarmee het voorstel deels nader
dient te worden overwogen.

1. 

a. Zoals de Raad terecht opmerkt, gaat het bij de voorgestelde wijziging
van de Tracéwet niet om een bijzondere regeling met het oog op de
bestrijding van de ernstige economische en financiële crisis en ook
niet om in een beginsel tijdelijke regeling. De aanleiding en
hoofdlijnen van de voorgestelde wetswijzigingen, waaronder de
afschaffing van het beroepsrecht van decentrale bestuursorganen, zijn
weergegeven in de op 5 juni 2009 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
toegezonden wetgevingsnota (Kamerstukken II 2008/09, 29 385, nr. 45),
ter uitwerking van het op 23 mei 2008 aan beide Kamers der
Staten-Generaal toegezonden kabinetsstandpunt (Kamerstukken II 2008/09,
29 385, nr. 19) naar aanleiding van het advies “Sneller en Beter”
van de Commissie versnelling besluitvorming infrastructurele projecten
(hierna: de Commissie). In haar advies heeft de Commissie het voorstel
gedaan om het beroepsrecht voor decentrale bestuursorganen af te
schaffen. In de wetgevingsnota is aangegeven dat de rechtszaal niet het
podium zou moeten zijn voor meningsverschillen tussen overheden
onderling. Het is juist de bedoeling dat de decentrale overheden vooral
in de verkenningsfase, meer dan nu gebeurt, worden betrokken bij de
infrastructurele plannen. Het voorgestelde hoofdstuk II bevat daartoe
verschillende bepalingen ter waarborging van die gewenste betrokkenheid.
De decentrale overheden hebben een grote rol bij de voorbereiding van
een tracébesluit die anders is dan die van burgers en maatschappelijke
organisaties. Zo worden de decentrale bestuursorganen geraadpleegd bij
de voorbereiding van de startbeslissing (artikel 2, tweede lid), maar
ook in de verkenningsfase en bij de totstandkoming van de
voorkeursbeslissing worden decentrale overheden nadrukkelijk betrokken.
Tevens worden bij de voorbereiding van het (ontwerp)tracébesluit
(artikel 12, tweede lid) de decentrale bestuursorganen uitgenodigd om te
participeren in de voorbereiding van het uiteindelijke besluit. In de
praktijk vindt op basis van dat artikel intensief overleg met decentrale
bestuursorganen plaats. Een dergelijke betrokkenheid in de
verkenningsfase maar ook bij de voorbereiding van het uiteindelijke
tracébesluit rechtvaardigt naar mijn mening het afschaffen van het
beroepsrecht van decentrale bestuursorganen tegen tracébesluiten. Wat
betreft het door de Raad genoemde punt van de tijdwinst wil ik dan ook
benadrukken dat de bepaling tot het afschaffen van het beroepsrecht voor
decentrale bestuursorganen niet primair is ingegeven door het aspect
tijdwinst, maar door het meer principiële punt dat de rechtszaal niet
het podium zou moeten zijn voor meningsverschillen tussen overheden
onderling en de wens om de decentrale overheden op een vroeg moment te
betrekken, zodat ten volle rekening kan worden gehouden met hun wensen.
In zoverre speelt ook de vraag van de Raad of decentrale lichamen in de
praktijk hun beroepsrecht zo gebruiken dat de verwezenlijking van
tracés hierdoor een wezenlijke vertraging oploopt, geen rol. 

b. Beoogd is inderdaad vooral het beroepsrecht van decentrale
bestuursorganen tegen tracébesluiten uit te sluiten en de bepaling te
formuleren als een afwijking van het eerste lid. Het voorstel is meer in
overeenstemming gebracht met artikel 1.4 van de Crisis- en herstelwet.
De uitsluiting is bovendien geformuleerd  overeenkomstig de opmerkingen
van de Raad. 

2. De redactionele opmerkingen zijn verwerkt, met uitzondering van de
eerste opmerking. Naar mijn mening is de voorgestelde komma niet nodig.

3. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het wetsvoorstel (artikelen
1, 9 en  10) en de memorie van toelichting op een aantal punten (met
name een aanpassing van paragraaf 2.9 ten aanzien van de stand van zaken
van een aantal in de memorie genoemde wetten/voorstellen van wet en de
toelichting bij de artikelsgewijze toelichting van artikel 2) te
actualiseren dan wel redactioneel te verduidelijken. 

Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, verzoeken het hierbij gevoegde (gewijzigde)
voorstel van wet en de (gewijzigde) memorie van toelichting aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,





	  DOCPROPERTY _pagina  _pagina    PAGE   \* MERGEFORMAT  1   
DOCPROPERTY _van  _van    NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2 











Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2 







  DOCPROPERTY _datum  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. 

  DOCPROPERTY datum  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. 

  DOCPROPERTY _nummervolg  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap.


  DOCPROPERTY nummer-txt  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. 





1

HOOFDDIRECTIE JURIDISCHE ZAKEN





Aan de Koningin

Nummer

  REF nummer  

CEND/HDJZ-2010/481 sector I&O