[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Raad WSBVC 7 juni 2010

Bijlage

Nummer: 2010D22105, datum: 2010-05-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Raad WSBVC 7 juni 2010 (2010D22104)

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijlage geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid op 7
juni 2010

Agendapunt: Voorstel voor een Besluit van de Raad over Richtsnoeren voor
het Werkgelegenheidsbeleid van de Lidstaten, 2010

Aard van de bespreking

Politiek akkoord

Voorstel en toelichting 

De Raad zal spreken over de invulling van de Europa 2020 strategie op
het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid. De Europa 2020 gaat dit
jaar van start en is de opvolger van de Lissabonstrategie. Concreet gaat
de discussie naar verwachting over de Werkgelegenheidsrichtsnoeren, de
invulling van het doel voor sociale inclusie en armoedereductie en
mogelijk nationale doelstellingen voor sociale inclusie en arbeidsmarkt.

De werkgelegenheidsrichtsnoeren worden op grond van het Verdrag
jaarlijks vastgesteld. Ze vormen de invulling van de Europa 2020
strategie en moeten richting geven aan het beleid van de lidstaten. Op
27 april heeft de Commissie haar voorstel voor de
Werkgelegenheidsrichtsnoeren ingediend. In vergelijking met voorgaande
jaren is het aantal werkgelegenheidsrichtsnoeren teruggebracht tot vier.
De richtsnoeren betreffen de volgende onderwerpen: arbeidsmarkt en
werkgelegenheid, de kwaliteit van banen, het verbeteren van
onderwijsstelsels en sociale inclusie. In het richtsnoer over
arbeidsmarkt en werkgelegenheid staan het creƫren van banen en
flexicurity centraal. Belangrijk is het verhogen van de
participatiegraad en het reduceren van structurele werkloosheid. In het
richtsnoer over de kwaliteit van banen ligt de focus op inzetbaarheid
van de beroepsbevolking en leven lang leren. Het richtsnoer over het
onderwijssysteem richt haar aandacht op het verbeteren en verhogen van
de participatie in het onderwijs. Het richtsnoer over sociale inclusie
sluit aan bij de conclusie van de Europese Raad dat een van de
hoofddoelstellingen van de strategie betrekking heeft op sociale
insluiting en armoedereductie. De Europese Raad heeft in maart gevraagd
om geschikte indicatoren te zoeken bij dit doel zodat dit onderwerp bij
de Europese Raad van juni opnieuw kan worden besproken. De Raad
Werkgelegenheid en Sociaal Beleid zal over voorstellen voor geschikte
indicatoren spreken. Op moment van schrijven wordt op ambtelijk niveau
gesproken over mogelijke indicatoren. 

Nederlandse opstelling

De discussie over de Werkgelegenheidsrichtsnoeren is nog gaande.
Nederland kan op hoofdlijnen instemmen met het voorstel van de
Commissie. Voor wat betreft de nationale doelstellingen in het kader van
de Europa 2020 strategie heeft Nederland aangegeven dat dit aan een
volgend kabinet is.

Onder de richtsnoeren is een brede beschrijving van de bijbehorende
beleidsterreinen beschreven. In het kabinetsstandpunt ter voorbereiding
op de Europese Raad is aangegeven (Kamerstuk 21501-20 nr. 470), staat
Nederland kritisch tegenover de door de Commissie gekozen
armoededoelstelling. Het kabinet ziet armoede als meer dan alleen een
laag inkomen. Het is vooral een gebrek aan kansen om mee te doen.
Participatie, ook maatschappelijke participatie, staat daarom voorop.
Belemmeringen om mee te kunnen doen in de samenleving moeten worden
weggenomen. Dat is de beste manier om uit de armoede te komen. Het door
de Commissie voorgestelde armoededoel beperkt zich tot het
inkomensaspect van armoede. In lijn met de hierboven geschetste visie
van het kabinet op armoedebestrijding is de inzet van Nederland in de
discussie over geschikte indicatoren om te komen tot een brede
benadering van sociale insluiting waarbij participatie op de
arbeidsmarkt een belangrijk element is.

Agendapunt: Associatiebesluiten met Kroatiƫ, Macedoniƫ, Israƫl,
Marokko, Tunesiƫ en 

		Algerije

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt met
betrekking tot de goedkeuring van bepalingen voor de coƶrdinatie van de
socialezekerheidsstelsels dat de Gemeenschap zal innemen in de
Associatieraden die zijn opgericht bij de Euro-mediterrane
overeenkomsten waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen,
enerzijds, de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, en anderzijds,
resp. de Staat Israƫl, het koninkrijk Marokko, de republiek Tunesiƫ en
de Democratische Volksrepubliek Algerije.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt met
betrekking tot de goedkeuring van bepalingen voor de coƶrdinatie van de
socialezekerheidsstelsels dat de Gemeenschap zal innemen in de
Stabilisatie- en associatieraden die zijn opgericht bij de Stabilisatie-
en associatieovereenkomsten tussen, enerzijds, de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, en anderzijds, resp. de Republiek
Kroatiƫ en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedoniƫ.

Aard van de bespreking

Politiek akkoord

Voorstel en toelichting

In het kader van de Associatieovereenkomsten tussen de EU en een zestal
geassocieerde landen (Israƫl, FYRoMacedoniƫ, Kroatiƫ, Marokko,
Algerije en Tunesiƫ) heeft de Europese Commissie in december 2007 zes
concept-Associatiebesluiten gepresenteerd. Deze Associatiebesluiten
hebben een vrijwel gelijkluidende redactie en betreffen een beperkt
aantal coƶrdinatieregels op het gebied van de sociale zekerheid. De
Besluiten bieden een kader voor de (wederzijdse) export van een aantal
socialezekerheidsuitkeringen tussen EU-lidstaten, enerzijds, enĀ zes
geassocieerde landen, anderzijds. Het gaat hierbij om publieke
ouderdomsuitkeringen (AOW), nabestaandenuitkeringen (Anw) en
arbeidsongeschiktheids-uitkeringen (WAO/WIA). De Besluiten bevatten
bepalingen met betrekking tot de samenwerking tussen landen,
informatieverstrekking en verplichtingen om administratieve en medische
controles te verrichten. 

Nederlandse opstelling

Bedoeling van Nederland is om te zorgen dat de Associatiebesluiten het
Nederlandse handhavingsbeleid inzake export van uitkeringen naar derde
landen niet doorkruisen. Dit is eerder met het Parlement gewisseld in
het BNC-fiche over de Associatiebesluiten en een daarop volgende
briefwisseling met Eerste en Tweede Kamer alsmede in een Europa-overleg
op 4 juni 2008. Het Nederlandse beleid heeft in de afgelopen jaren vorm
gekregen in de Wet Beperking export uitkeringen en hiermee samenhangende
bilaterale handhavingsverdragen. Uitgangspunt van dit beleid is dat er
alleen export van uitkeringen naar derde landen plaatsvindt, als met
deze landen goede handhavingsafspraken zijn overeengekomen; afspraken
die het mogelijk maken om de rechtmatigheid van uitkeringen te
verifiƫren en controleren op dezelfde manier als ten aanzien van claims
en uitkeringen op Nederlands grondgebied gebeurt (om aldus gelijke
behandeling te verzekeren tussen in en buiten Nederland wonende
uitkeringsgerechtigden). Een tweede uitgangspunt van beleid is dat bij
nĆ­et-naleving van de handhavingsafspraken door uitvoeringsinstellingen
in het partnerland de export van uitkeringen in individuele gevallen kan
worden geschorst, c.q. door verdragsopzegging geen ā€˜nieuweā€™
uitkeringen meer worden geƫxporteerd. 

Nederland streeft ernaar om in de onderhandelingen het Nederlandse
handhavingsbeleid  overeind te houden, zonder dit overigens aan andere
EU-lidstaten te willen opdringen. Getracht wordt de bepalingen in de
Associatiebesluiten die zien op handhaving te verstevigen en om
daarnaast te bewerkstelligen dat de Besluiten de bestaande bilaterale
handhavingsverdragen in tact laten. Tijdens de onderhandelingen zijn
intussen verschillende door Nederland ingebrachte voorstellen voor
verbetering overgenomen. Er zijn echter grenzen aan wat Nederland kan
realiseren aangezien in de Raad met gekwalificeerde meerderheid van
stemmen besloten zal worden. Hoewel een aantal lidstaten de Nederlandse
wensen tot strikte handhavingafspraken (tot op zekere hoogte) deelt, is
Nederland van alle lidstaten het meest kritisch. Nederland is
voortdurend met het Voorzitterschap in gesprek over voorstellen die zijn
bezwaren zouden kunnen wegnemen en zoekt hiervoor ook steeds actief naar
medestanders.

Agendapunt: Voorstel voor een Verordening van de Raad tot uitbreiding
van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG)
nr. 987/09 met onderdanen van derde landen die enkel door hun
nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen.  

Aard van de bespreking

Politiek akkoord (gemeenschappelijk standpunt van de Raad in eerste
lezing)

Voorstel en Toelichting 

Het Commissievoorstel beoogt de huidige Verordening 859/03 te vervangen.
Verordening 859/03 regelt de toepassing van de huidige Verordeningen
over de coƶrdinatie van sociale zekerheid (nrs 1408/71 en 574/72) op
onderdanen van derde landen. De verordeningen 1408/71 en 574/72 zijn op
1 mei 2010 vervangen door Verordening 883/04 en 987/09. Met dit voorstel
wordt verzekerd dat op onderdanen van derde landen, die legaal in een
lidstaat verblijven en die een relatie hebben met een tweede lidstaat,
dezelfde coƶrdinatieregels gelden als voor Europese burgers, zoals ook
nu reeds het geval is.

Nederlandse opstelling

Nederland kan instemmen met het voorstel. 

Agendapunt: Richtlijn gelijke behandeling buiten arbeid

Aard van de bespreking

Voortgangsrapportage

Voorstel en toelichting 

Om het EU-rechtskader aan te vullen, heeft de Europese Commissie in 2008
een voorstel voor een richtlijn ingediend voor gelijke behandeling van
personen op de gronden godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of
seksuele geaardheid buiten de arbeidsmarkt. Het vormt een aanvulling op
het bestaande communautaire rechtskader dat discriminatie op grond van
godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid
verbiedt in arbeid, beroep en beroepsopleiding.

Het voorstel bestrijkt het verbod van discriminatie in zowel de
overheidssector als in de particuliere sector ten aanzien van sociale
bescherming met inbegrip van sociale zekerheid en gezondheidszorg,
sociale voordelen, onderwijs en toegang tot goederen en diensten die
commercieel voor het publiek beschikbaar zijn, met inbegrip van
huisvesting. Het voorstel beoogt directe en indirecte discriminatie,
intimidatie en het geven van een opdracht tot discrimineren te
verbieden. Ten aanzien van de grond handicap betekent gelijke
behandeling tevens het realiseren van toegankelijkheid en de naleving
van het beginsel van ā€˜redelijke aanpassingenā€™.

Er bestaan momenteel verschillen in beschermingsniveau tussen de
verschillende anti-discriminatiegronden die het Verdrag noemt. De
Commissie wil de verschillen in beschermingsniveau met dit voorstel
gelijk trekken. Daarbij wil de Commissie helder afbakenen wat wel en
niet op EU niveau geregeld kan worden en nationale bevoegdheden
ongemoeid laten. U heeft in mijn brief van 26 maart 2010 een
voortgangsverslag ontvangen.

Nederlandse opstelling

Nederland kan de voortgangsrapportage aanhoren.

Agendapunt: Raadsconclusies Sustainability and adequacy of social
security systems, pension schemes and inclusion

Aard van de bespreking

Aanname van Raadsconclusies

Voorstel en toelichting 

In de raadsconclusies wordt een oproep aan de Commissie, de lidstaten en
het Sociaal BeschermingscomitƩ (SPC) gedaan om binnen de kaders van de
Open Methode van Coƶrdinatie (OMC) de ontwikkelingen op pensioengebied
goed te volgen, en ieder binnen zijn eigen verantwoordelijkheid de
toereikendheid en houdbaarheid van pensioensystemen te bevorderen. De
lidstaten wordt gevraagd om te monitoren, onderzoeken, bewustzijn te
kweken en samen te werken. De Commissie wordt gevraagd voorstellen te
ontwikkelen, die vanuit ā€˜een holistische invalshoekā€™ de nationale
beleidsmakers kunnen ondersteunen bij het tot stand brengen van adequate
en houdbare pensioenen onder zware economische omstandigheden. De
Commissie zou daarbij de lidstaten moeten ondersteunen met samenwerking,
coƶrdinatie en het bouwen van nuttige informatiesystemen ten behoeve
van analyse en evaluatie van hervormingen.

Ook wordt het SPC opgeroepen tot het volgen, onderzoeken analyseren van
de verschillende aspecten van de pensioenproblematiek en de relatie met
de gezondheidszorg, sociale inclusie en ā€˜active ageingā€™.

Nederlandse opstelling

De onderhandelingen zijn momenteel nog gaande, waardoor nog geen
definitief standpunt in te nemen is. De raadsconclusies zijn door de
meeste lidstaten positief ontvangen. Zij zijn niet strijdig met de
Nederlandse belangen. 

In ieder geval ligt het voor de hand bij de conclusies rekening te
houden met het binnenkort uit te brengen groenboek pensioenen. Zoals in
de brief naar aanleiding van de motie Omtzigt reeds werd aangegeven,
wordt dit een discussiestuk over de vraag wat in de komende jaren over
pensioenbeleid op Europees niveau geregeld moet worden.

Agendapunt: Raadsconclusies New Skills for New Jobs for a more
competitive Europe

Aard van de bespreking

Aanname van Raadsconclusies

Voorstel en toelichting 

Na de Commissie mededeling over dit onderwerp in 2008 is het rustig
gebleven rond dit thema. Nu bekend is dat ā€œnew skills for new jobsā€
prominent deel gaan uitmaken van de nieuwe EU2020 strategie als
ā€œflagship initiativeā€ wint het thema aan aandacht. Met deze
conclusies doet het huidige voorzitterschap een aanzet. Ook in de
Onderwijsraad is gesproken over een set van conclusies. 

De conclusies zijn er vooral op gericht meer aandacht te vragen voor het
thema en het belang om te investeren in vaardigheden en
arbeidsbemiddeling als manier om de aansluiting tussen onderwijs en
arbeidsmarkt te verbeteren. Daarnaast roepen de conclusies de Commissie
en lidstaten op om verder te werken aan gezamenlijke indicatoren op het
gebied van onderwijs. Naar verwachting komt de Commissie de komende
zomer met een mededeling waarin de ideeƫn over dit thema verder
uitgewerkt zullen zijn. 

Nederlandse opstelling

Nederland kan instemmen met de tekst van de conclusies.

Agendapunt: Raadsconclusies ā€˜Active Ageingā€™

Aard van de bespreking

Aanname van Raadsconclusies

Voorstel en toelichting 

Deze conclusies gaan over de gevolgen van vergrijzing en ontgroening en
het belang van participatie van ouderen (Active Ageing). In dit kader
past ook het voornemen om 2012 uit te roepen tot het Europese Jaar van
Actief Ouder Worden (European Year of Active Ageing). In de
Raadsconclusies worden lidstaten onder meer uitgenodigd om deelname aan
de arbeidsmarkt en participatie van ouderen in bredere zin te stimuleren
en vergrijzing hoger op de agenda te zetten. De Commissie wordt
uitgenodigd om een strategisch kader te presenteren voor de promotie van
ā€˜Active Ageingā€™ en door middel van de uitwisseling van ā€˜best
practicesā€™ de samenwerking tussen de lidstaten te vergroten. De
lidstaten en de Commissie worden uitgenodigd om met bestaande middelen
en via bestaande wegen het werk op ā€œactive ageingā€ te versterken of
voort te zetten.

Nederlandse opstelling

Nederland kan instemmen met de tekst van de conclusies. 

Agendapunt: Raadsconclusies Insluiting van Roma

Aard van de bespreking

Aanname van Raadsconclusies

Voorstel en toelichting 

De aandacht op EU-niveau voor de Roma is sinds een aantal jaren
groeiende. Dit heeft geleid tot meerdere conclusies over de Roma van de
Europese Raad en de Raad alsmede een tweetal Roma-toppen. De tweede
Roma-top vond onlangs plaats (8 en 9 april jl.) in CĆ³rdoba. Op grond
van de eerdere conclusies over insluiting van de Roma is er een Europees
platform voor de integratie van de Roma in het leven geroepen. Dit
platform brengt de verschillende actoren bij elkaar (ngoā€™s, lidstaten
en Commissie) om beleid ter verbetering van de maatschappelijke positie
van Roma te bevorderen op de gebieden onderwijs, gezondheidszorg,
werkgelegenheid en huisvesting. Het platform, dat in 2009 twee keer
bijeen is gekomen, had als voornaamste doelstelling de uitwisseling van
best practices.

In de nu voorliggende conclusies krijgt het platform meer focus doordat
de lidstaten en de Commissie worden uitgenodigd om een ā€˜roadmapā€™
voor het platform op te stellen met te behalen resultaten. Verder worden
de lidstaten en de Commissie uitgenodigd om rekening te houden met de
integratie van de Roma bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid op
het gebied van mensenrechten en op terreinen als onderwijs,
gezondheidszorg en huisvesting. Daarnaast worden beide uitgenodigd om de
relevante organisaties (lokaal of juist internationaal,
Roma-organisaties) te betrekken en de EU-fondsen, waaronder
structuurfondsen, optimaal te gebruiken voor Roma-inclusie. Daarnaast
wordt de Commissie expliciet uitgenodigd om bij bovenstaande zaken een
ondersteunende rol te spelen.

Nederlandse opstelling

Nederland steunt de raadconclusies over de verbetering van de
maatschappelijke situatie van de Roma. 

Agendapunt: Resolutie European Disability Strategy

Aard van de bespreking

Aanname van Resolutie

Voorstel en toelichting 

De ontwerpresolutie zal een kader vormen voor een nieuwe strategie voor
gehandicapten, die de Commissie in de tweede helft van 2010 onder het
Belgische voorzitterschap wil presenteren. De ontwerpresolutie vormt een
algemeen beleidskader waarin lidstaten en de Europese Commissie worden
opgeroepen maatregelen te nemen ter verbetering van de positie van
mensen met een handicap. Specifiek wordt ingegaan op maatregelen op het
gebied van onderwijs, toegankelijkheid en sociale themaā€™s. 

Nederlandse opstelling

Nederland kan zich in grote lijnen vinden in de ontwerpresolutie.
Tijdens de (nog lopende) onderhandelingen over de tekst van de resolutie
wordt goed gekeken naar de raakvlakken met de Richtlijn gelijke
behandeling buiten arbeid, waarin handicap een van de gronden vormt. 

Agendapunt: Diversen

a) Door het Voorzitterschap georganiseerde Conferenties

Aard van de bespreking

De Raad zal kennis nemen van informatie van het Spaans Voorzitterschap
over diverse conferenties.

Nederlandse opstelling

Nederland kan de informatie over de conferenties aanhoren.

b) Werkprogramma inkomend Belgisch Voorzitterschap

Aard van de bespreking

Informatie door het inkomend Belgisch Voorzitterschap over het
werkprogramma en prioriteiten.

Nederlandse opstelling

Nederland kan de informatie van het inkomende Voorzitterschap aanhoren.

 Deze passage vervangt een regulier BNC-fiche

 Brief van Staatssecretaris voor Europese Zaken, d.d. 27 maart 2008,
221112, nr. 627, fiche nr 2; Vaste Commissie voor SZW van de TK aan
Minister van SZW, d.d. 11 april 2008, kenmerk SZW-08-B-39; Minister van
SZW aan Voorzitter TK, d.d. 28 mei 2008, kenmerk IZ/EA/2008/14443;
Commissie voor SZW van de EK aan Minister van SZW, d.d. 27 mei 2008, EK,
22112, BM;  Minister van SZW aan Voorzitter EK, d.d. 23 juni 2008, EK,
22112, BM.

 PAGE   1 

 PAGE   7