Totaaloverzicht van de uitgaven van overheden aan fietsverkeer, in 1000 EUR per jaar
Bijlage
Nummer: 2010D22344, datum: 2010-05-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Reactie op de initiatiefnota van het lid Atsma āFietsen in Nederland: een tandje erbijā (2010D22341)
Preview document (š origineel)
Bijlage 3. Totaaloverzicht van de uitgaven van overheden aan fietsverkeer, in 1000 EUR per jaar 441 gemeenten 6 water-schappen 7 stadsregio's 12 provincies Rijk totaal perc. directe eigen uitgaven 305.800 7.600 3.400 58.500 34.700 410.000 perc. 75% 2% 1% 14% 8% 100% geschatte totalen, gerangschikt naar initiĆ«le budgetbesteder ā¬ 207 mln ā¬ 7 mln ā¬ 50 mln ā¬ 97 mln ā¬ 49 mln ā¬ 410 mln 50% 2% 12% 24% 12% In de tabel zijn de directe uitgaven aan projecten opgenomen. Subsidies van de ene overheid aan de andere zijn toegerekend aan de projecten. Het grootste deel van de 410 miljoen, 306 miljoen, wordt uitgegeven door de gemeenten. Van deze 306 miljoen komt 85 miljoen uit bijdragen van stadsregioās en provincies en 15,7 miljoen uit extra rijksbijdragen aan projecten. Het geringe bedrag voor directe uitgaven van de stadsregioās komt voort uit het feit dat de stadsregioās zelf geen wegen / fietspaden in beheer hebben. De inschatting van 406 miljoen per jaar is waarschijnlijk aan de lage kant. Zo gebeurt het bij alle overheden dat fietsprojecten onderdeel uitmaken van andere projecten. De fiets-uitgaven zijn daardoor lang niet altijd zichtbaar. Ook moet rekening gehouden worden met het feit dat fietsinfrastructuur bij de aanleg van een nieuwbouwwijk normaalgesproken betaald wordt uit de grondexploitatie.