[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 23 april 2010

Bijlage

Nummer: 2010D22694, datum: 2010-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 23 april 2010 (2010D22693)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de bijeenkomst van het 

Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 

23 april 2010 te Brussel

Belangrijkste resultaten

Omdat er te weinig lidstaten op ministerieel niveau waren
vertegenwoordigd kon de Raad geen besluiten nemen, ook niet over de
A-punten. Tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei jl. zijn de
onderwerpen waarover een politiek akkoord is bereikt (Raadsconclusies
SIS II, mandaat en verklaring Terrorist Finance Tracking Programme en
Raadsconclusies betreffende maatregelen op het gebied van Justitie in
relatie tot economisch herstel) en de A-punten aangenomen. 

en marge van de Raad

Gemengd Comité 

1.	Aanname van de agenda

De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen en in de volgorde zoals
onderstaand weergegeven.

2.	SIS II

	-stand van zaken

	-verslag van de resultaten van Mile Stone Test I

	-Raadsconclusies 

(dit onderwerp werd ook tijdens de Raad behandeld)

	In de Raadsconclusies van juni 2009 is vastgelegd dat het
Voorzitterschap de Raad in kennis zal stellen over de resultaten van de
in de mijlpalen gespecificeerde tests op grond van de samen met de
Commissie, de SIS II-Taskforce en de algemene programmabeheersraad
(Global Programme Management Board, GPMB) verrichtte beoordeling. Tevens
is de Commissie verzocht om, gezamenlijk en in volledige overeenstemming
met de SIS II-Taskforce en de GPMB, de resultaten van die tests te
valideren. 

De schriftelijke rapportages over de eindresultaten van de test zijn
voorafgaand aan de Raad ontvangen, evenals het rapport over de
financiële en contractuele aspecten met betrekking tot de ontwikkeling
van SIS II. Op basis van de analyse van de eindresultaten van de eerste
Mile Stone Test (MST) gaf de Commissie aan dat zij de test als geslaagd
beschouwd.

Nederland heeft aangegeven te kunnen instemmen met de Raadsconclusie dat
de eerste MST is geslaagd. 

3.	EK voetbal 2008

	-presentatie door Oostenrijk

In 2008 vond in Oostenrijk en Zwitserland het EK voetbal plaats. De
organisatie heeft het EK geëvalueerd en heeft de resultaten daarvan
gepresenteerd ten behoeve van toekomstige Europese ad hoc samenwerking
bij sportevenementen. Oostenrijk presenteerde een document met enkele
aanbevelingen en een lijst met wetgevende en niet-wetgevende
maatregelen. Oostenrijk gaf aan Polen en Oekraïne te zullen
ondersteunen bij de voorbereiding van het EK voetbal 2012. 

4. 	Diversen 	

Er waren geen onderwerpen voor dit agendapunt.	

Raad

1.	Aanname van de agenda			

De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen en in de volgorde zoals
onderstaand weergegeven.

Het onderwerp Europees Pact tegen internationale drugshandel is
doorgeschoven naar de Raad van juni, omdat de Franse minister van
Binnenlandse Zaken verhinderd was aanwezig te zijn bij de Raad (het Pact
is een Frans initiatief). 	

Wetgevende besprekingen

2.	Goedkeuring van de A-puntenlijst

De A-puntenlijst werd goedgekeurd, maar werd –zoals gezegd- niet
aangenomen. De A-punten zullen tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei
a.s. worden aangenomen. 

	

3.	Europees beschermingsbevel 

	-algemene oriëntatie

De Voorzitter lichtte het voorstel voor een richtlijn toe en wees op het
verschil van opvatting tussen de Commissie en de Raad over de juistheid
van de gekozen rechtsgrondslag, namelijk artikel 82 VWEU, in relatie tot
de reikwijdte van het voorstel. Hij gaf aan -in het belang van de
Europese burgers- niet een nieuw voorstel van de Commissie te willen
afwachten en legde aan de Raad een compromisvoorstel voor. Dit compromis
blijft binnen de grenzen van artikel 82 VWEU, maar kent wel een brede
reikwijdte (dat wil zeggen: een zo ruim mogelijke bescherming van het
slachtoffer door zowel civielrechtelijke, administratiefrechtelijke als
strafrechtelijke beschermingsmaatregelen). 

Veel lidstaten, waaronder Nederland, steunden het compromisvoorstel van
de Voorzitter. Nederland stelde dat bescherming van slachtoffers voor
Nederland een prioriteit is en dat Nederland voorstander is van een
brede reikwijdte van de richtlijn. De Commissie en een kleinere groep
lidstaten aanvaardden het compromisvoorstel niet en pleitten voor
inperking van de reikwijdte van het oorspronkelijke voorstel tot
beschermingsmaatregelen die zijn getroffen in het kader van een
strafrechtelijke procedure.

De Voorzitter concludeerde dat er genoeg steun is in de Raad voor het
compromisvoorstel en verwees het voorstel voor verdere bespreking naar
de betreffende Raadswerkgroep. Vervolgens gaf hij aan ook het standpunt
van het Europees Parlement over dit compromisvoorstel te willen vernemen
(indicatieve datum voor behandeling in het Europees Parlement is 15 juni
a.s.). 

Niet-wetgevende besprekingen

4.	Goedkeuring van de A-puntenlijst

De A-puntenlijst werd goedgekeurd, maar werd -zoals gezegd- niet
aangenomen. De A-punten zullen tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei
a.s. worden aangenomen. 

5.	Raadsconclusies SIS II

(dit onderwerp werd ook tijdens het Gemengd Comité behandeld)

Zie het verslag onder agendapunt 2 van het Gemengd Comité. 

6.	Actieplan Stockholm Programma 

		-presentatie door de Europese Commissie

		(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van
orde van de Raad)

	Dit actieplan werkt de beleidslijnen uit het Stockholm Programma uit in
meer dan 170 voorstellen voor Europese wet- en regelgeving voor de
periode 2010-2014. De Commissie benoemde enkele belangrijke punten:
interne veiligheidstrategie, terrorismebestrijding, bestrijding
mensenhandel en kinderporno, identiteitsdiefstal, een gezamenlijk asiel-
en migratiepact, een in- en uitreissysteem, herziening van de richtlijn
gegevensbescherming, bescherming van fundamentele rechten, Europees
Openbaar Ministerie en de externe dimensie van JBZ. 

		Enkele lidstaten, zoals het Verenigd Koninkrijk en Duitsland,
betwijfelden of de in het actieplan aangegeven deadlines wel realistisch
zijn en meenden dat het actieplan niet verder mag gaan dan de in het
Stockholm Programma vastgelegde voornemens. Ook werd aangegeven, bij
voorbeeld door Hongarije, Polen, Slovenië en Tsjechië, dat het
actieplan te weinig aandacht schenkt aan de oostelijke dimensie van
migratie. Cyprus, Griekenland en Italië benadrukten juist het belang
van de immigratiedruk in het zuiden. 

		Nederland gaf aan de algemene uitgangspunten van het actieplan te
delen, maar ook dat de Commissie wel vaak direct kiest voor wetgeving,
terwijl in het Stockholm Programma is vastgelegd dat eerst een grondige
studie noodzakelijk is. Daarnaast kiest de Commissie vaak voor
“papieren maatregelen”, terwijl praktische maatregelen -zoals het
organiseren van expert-bijeenkomsten en de uitwisseling van beste
praktijken- buitengewoon nuttig kunnen zijn. Verder heeft Nederland
aangegeven van mening te zijn dat evaluatie van beleid niet alleen
inventarisatie betreft, maar ook follow-up. Ten slotte gaf Nederland aan
graag meer aandacht te willen in het actieplan voor de verbinding tussen
JBZ en de externe dimensie van het optreden van de EU. 

7.	Terrorist Finance Tracking Programme (TFTP) – Aanbeveling van de
Commissie betreffende het autoriseren van het mandaat t.a.v. de
onderhandelingen met de VS over het verstrekken van financiële gegevens
in de strijd tegen terrorisme (SWIFT)

	-aanname

Nederland is, gezien het belang van nauwe samenwerking met de VS bij de
bestrijding van terrorisme(financiering), voorstander van hernieuwde
onderhandelingen tussen de EU en de VS op zo kort mogelijke termijn. 

Nederland heeft aangegeven dat deze ambitie niet ten koste moet gaan van
de vereiste zorgvuldigheid die aangewezen is om een nieuw akkoord tot
stand te brengen dat recht doet aan de belangrijke zorgen van veel
lidstaten, inclusief Nederland, en het Europees Parlement. Deze zorgen
liggen met name op het terrein van dataprotectie, rechtsbescherming en
de wijze van informatie-uitwisseling met de VS. Nederland meent dat het
voorliggende ontwerpmandaat op de genoemde punten in overeenstemming is
met die wens. 

Voor Nederland is met name van belang dat er voor de uitwisseling van
SWIFT-data in het nieuwe verdrag wordt gezocht naar alternatieven voor
rechtshulp, waarbij Nederland zelf in eerste instantie vooral denkt aan
een mogelijke rol voor Europol. Nederland kan de voorliggende ontwerp-
verklaring, waarin Raad en Commissie uitspreken gezamenlijk houdbare
alternatieven voor rechtshulp in kaart te zullen brengen, dan ook
volledig onderschrijven. 

Er is een politiek akkoord bereikt over het onderhandelingsmandaat en
over de verklaring. Tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei a.s.
zullen het mandaat en de verklaring worden aangenomen. 

8.	Informatie over de ministeriële EU-VS JBZ-bijeenkomst op 8 en 9
april 2010 

Het Voorzitterschap informeerde de Raad over deze bijeenkomst.
Aangegeven werd dat gesproken is over: 

Gegevensbescherming en informatieuitwisseling – voorbereiden van de
EU-VS gegevensbeschermingsovereenkomst;

PNR;

Bestrijding van financiering van terrorisme (Terrorist Finance 

Tracking Programme) 

Visa (visa waiver program en ESTA);

Cybercrime. 

Nederland heeft kennis genomen van deze informatie. 

9.	Toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa
(EVRM)

(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van
orde van de Raad)

Om de bescherming van mensenrechten in Europa op een nog hoger niveau te
tillen hecht Nederland veel waarde aan een spoedige uitvoering van de in
het Verdrag van Lissabon overeengekomen toetreding van de EU tot het
EVRM en bepleit dit uit te strekken tot zoveel mogelijk van de bij het
EVRM behorende protocollen. Nederland steunde dan ook –net als de
andere lidstaten- het Voorzitterschap in zijn streven op korte termijn
een onderhandelingsmandaat aan te nemen. 

Tijdens de Raad is oriënterend gesproken over drie onderdelen van de
toetreding van de EU tot het EVRM, te weten het co-respondent-
mechanisme, de relatie tussen het HvJEU en het EHRM en de
EU-onderhandelaar. Verschillende lidstaten, zoals Frankrijk, Ierland en
het Verenigd Koninkrijk, willen eerst overeenstemming over deze
onderdelen voordat zij kunnen instemmen met het onderhandelingsmandaat.

Ten aanzien van het co-respondentmechanisme (een mechanisme dat de Unie
het recht geeft om als als mede-gedaagde op te treden bij alle zaken
waarin Unierecht inbreuk zou maken op het EVRM, ook als de klager
slechts een lidstaat heeft aangesproken) konden de meeste lidstaten,
waaronder Duitsland, Frankrijk en Nederland, instemmen met een vorm van
een co-respondentmechanisme, maar ze gaven aan meer duidelijkheid te
wensen over de concrete uitwerking van dit mechanisme. 

Ten aanzien van de betrokkenheid van het HvJEU werd door veel lidstaten,
zoals Luxemburg, Tsjechië en Zweden, aangegeven gewaarborgd te willen
zien dat het HvJEU eerst een oordeel geeft over de geldigheid van
EU-recht voordat het EHRM oordeelt. 

Ten aanzien van de EU-onderhandelaar meenden de meeste lidstaten,
waaronder Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk,
dat de Commissie als enige onderhandelaar namens de EU moet optreden. 

Het Voorzitterschap concludeerde dat het noodzakelijk is de inspanningen
in de Raadswerkgroep te intensiveren om brede overeenstemming over het
onderhandelingsmandaat te kunnen bereiken. 

10.	Raadsconclusies betreffende maatregelen op het gebied van Justitie
in relatie tot economisch herstel

	-aanname

(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van
orde van de Raad)

Het Voorzitterschap heeft Raadsconclusies opgesteld over de juridische
aspecten bij het bestrijden van economische crises en het ondersteunen
van grensoverschrijdende economische activiteiten. 

Deze aspecten zijn vooral gericht op het creëren van gelijke kansen
voor alle economische spelers op de markt aan de hand van maatregelen op
het gebied van o.m. kredietverlening, procedures in civielrechtelijke en
handelszaken, intellectuele en industriële eigendom, nieuwe
technologieën en strafrecht. 

De voorgestelde maatregelen hebben tot doel alle economische spelers,
maar in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, te laten profiteren
van de voordelen van de interne markt. Ook wordt beoogd om het
makkelijker te maken voor burgers om grensoverschrijdend te consumeren
en dat zij hierbij op een hoog niveau van bescherming kunnen rekenen. 

Alle lidstaten stemden in met de voorgestelde Raadsconclusies. 

De Raad bereikte een akkoord over de Raadsconclusies, maar kon –zoals
gezegd- de conclusies niet aannemen. 

11.	e-Justitie

	-stand van zaken

Tijdens de Raad werd door de Commissie voorgesteld het Europese
e-Justice-portaal -waarop praktische informatie te vinden zal zijn voor
burgers, juridische beroepsbeoefenaren en rechtspraak over
grensoverschrijdende procedures, de organisatie van de rechtstelsels en
de manier waarop bepaalde registers in andere lidstaten bevraagd kunnen
worden- officieel te lanceren tijdens de eerstvolgende informele
bijeenkomst van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (15-16 juli
a.s.). Het portaal zal 12.000 pagina’s bevatten in 22 officiële
EU-talen. 

Nederland steunt de ontwikkeling van het Europese e-Justice-portaal,
omdat dit portaal voor burgers, juridische beroepsbeoefenaren en
rechtspraak de toegang tot justitie zal verbeteren en het justitiële
optreden (alle activiteiten om een geschil te regelen of straffen uit te
voeren) doeltreffender zal maken op Europees niveau.

12. 	Visa waiver wederkerigheid en Canada

	-Informatie door de Commissie

	Op 14 juli 2009 heeft Canada de visumplicht voor Tsjechische onderdanen
heringevoerd. De Commissie heeft in overleg met Tsjechië geijverd voor
herstel van het visumvrij reizen voor Tsjechische onderdanen naar
Canada, totnogtoe zonder succes. Nederland heeft –net als de andere
lidstaten- tijdens de Raad solidariteit betuigd jegens Tjechië en de
Raad heeft zijn oproep aan Canada herhaald voor herstel van het
visumvrij reizen. 

13. 		Diversen

	Er waren geen onderwerpen voor dit agendapunt.

Tijdens de lunch is informeel en oriënterend gesproken over de
oprichting van een 

Europees Openbaar Ministerie (EOM). Art. 86 VWEU geeft aan dat de Raad
op de 

grondslag van Eurojust een EOM kan instellen ter bestrijding van
strafbare feiten 

die de financiële belangen van de Unie schaden. 

De Commissie gaf aan dat in eerste instantie Eurojust moet worden 

versterkt, in het bijzonder door Eurojust aanvullende directe
onderzoeks-

bevoegdheden toe te kennen. Pas daarna kan worden gewerkt aan de
oprichting 

van een EOM. De Commissie pleitte daarmee voor een stapsgewijze
benadering. 

Nederland steunde, net als enkele andere lidstaten, de Commissie in de 

voorgestelde stapsgewijze benadering. Deze benadering is volgens
Nederland 

noodzakelijk om te vermijden dat gebruik zal moeten worden gemaakt van
het

instrument van nauwere samenwerking. Dit moet worden vermeden, want het 

bestrijden van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie
schaden is 

een belang van alle lidstaten. 

Andere lidstaten vonden dat eerst meer ervaring moet worden opgedaan met


Eurojust en vinden de oprichting van een EOM prematuur. 

Bij een andere gelegenheid zal verder worden gesproken over een EOM. 

 Dit verslag is gebaseerd op de tijdens de Raad vastgestelde agenda en
wijkt af van de volgorde die in de Geannoteerde Agenda (Kamerstuk 32
317, nr. D) is aangehouden.

 Vanwege het grotendeels gesloten Europese luchtruim werd de Raad
verplaatst van Luxemburg naar Brussel (zodat in elk geval de Permanente
Vertegenwoordigers aanwezig konden zijn) en werd de Raad beperkt tot een
dag. 

 Ook Nederland was als gevolg van de vergadering van de Ministerraad
niet op ministerieel niveau vertegenwoordigd. De Permanente
Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU heeft de honneurs waargenomen.

 PAGE   1 

 PAGE   1