[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2010D25076, datum: 2010-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek der Filipijnen nopens het vervoer door de lucht; Manilla, 23 december 2009 (2010D25074)

Preview document (🔗 origineel)


Verdrag tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek der
Filippijnen nopens het vervoer door de lucht, met Bijlage; Manilla, 23
december 2009 

(Trb. 2010, 53)

Toelichtende nota

Inleiding 

Op 10 en 11 juli 2008 vonden bilaterale besprekingen tussen de
Nederlandse en Filippijnse luchtvaartautoriteiten van beide landen
plaats te Manilla. Deze besprekingen hebben geresulteerd in de 
wijziging van de op 8 mei 1969 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de
Regering van de Republiek der Filippijnen nopens het vervoer door de
lucht (hierna: “de Overeenkomst”) (Trb. 1969, 114). 

Om te voldoen aan de gevolgen van de uitspraak van het Europese Hof van
Justitie van 5 november 2002 in de zogenoemde “Open Skies” zaken, is
op 29 april 2004 Verordening (EG) nr. 847/2004 (Pb. L. 157, 2004) inzake
onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake
luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen vastgesteld. Conform de
procedure van artikel 4, tweede lid, van genoemde Verordening is een
aantal zogenaamde standaard Europese Unie clausules aan de Filippijnse
delegatie voorgelegd en door hen geaccepteerd. Het betreft onder meer
clausules inzake eigendom en zeggenschap van aan te wijzen
luchtvaartmaatschappijen, verwijzingen naar onderdanen van EU-lidstaten
en door Nederland aangewezen luchtvaartmaatschappijen,
tariefvaststelling en de  belasting op vliegtuigbrandstof voor
intracommunautaire vluchten. 

De wijziging van de Overeenkomst is door middel van een notawisseling
tot stand gebracht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

De definities van respectievelijk onderdanen en/of
luchtvaartmaatschappijen van het Koninkrijk der Nederlanden in artikel
I, onderdelen g en h, van de Overeenkomst zijn in overeenstemming
gebracht met de uit het Europese recht voortvloeiende eis tot verwijzing
naar respectievelijk onderdanen en/of luchtvaartmaatschappijen van de
lidstaten van de Europese Unie. 

Artikel III

Artikel III betreffende aanwijzing en intrekking van vergunningen van
luchtvaartmaatschappijen is aangepast aan de Europeesrechtelijke eisen
op dit gebied. Deze eisen hebben betrekking op de oorspronkelijk
nationale eigendom en zeggenschap van aan te wijzen
luchtvaartmaatschappijen. Hierbij geldt voor

aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen door Nederland dat de
daadwerkelijke eigendom en zeggenschap bij een of bij de onderdanen van
een EU- lidstaat of 

lidstaten  dient te liggen. Daarnaast dient de luchtvaartmaatschappij in
Nederland gevestigd te zijn en moet het daadwerkelijke toezicht op de
exploitatie van de 

luchtvaartmaatschappij in handen zijn van een EU- lidstaat die ook de
vergunningen daartoe heeft afgegeven. 

Voor wat betreft de aanwijzing van een luchtvaartmaatschappij door de
Filippijnen geldt als vereiste dat een meerderheid van de eigendom en
zeggenschap bij de Republiek der Filippijnen, haar onderdanen, of beiden
berust en dat het daadwerkelijke toezicht  op de exploitatie van de
luchtvaartmaatschappij uitgeoefend wordt door de Filippijnen. Daarbij
moet de luchtvaartmaatschappij in het bezit zijn van een geldige
veiligheidsvergunning op grond van vigerende regelgeving.    

De intrekkings- of opschortingseisen aan de door een Partij aan de
luchtvaartmaatschappij van de andere Partij verleende rechten zijn
eveneens aangepast aan bovengenoemde Europeesrechtelijke eisen op het
gebied van eigendom en zeggenschap alsmede vestiging. 

Daarnaast is een zogenaamde “free-rider” clausule ( tweede lid,
onderdelen d en e) opgenomen om te waarborgen dat er door een
luchtvaartmaatschappij uit de Europese Unie die al onder een ander
luchtvaartverdrag aangewezen is, niet meer rechten verkrijgt via deze
Overeenkomst, indien deze opereert op een route met een punt in de
desbetreffende  andere EU- lidstaat.  

Artikel IV

Aan artikel IV wordt een nieuwe paragraaf (4) toegevoegd betreffende de
mogelijkheid voor zowel het Koninkrijk der Nederlanden als de Republiek
der Filippijnen om op een non-discriminatoire basis belasting te heffen
op brandstof verkregen in het betreffende land ten behoeve van operaties
binnen dat land of binnen respectievelijk Europa en Azië. 

Artikel V

Teneinde de commerciële mogelijkheden voor de aangewezen
luchtvaartmaatschappijen te vergroten is artikel V vervangen. 

Deze commerciële mogelijkheden omvatten onder andere het recht om op
elkaars grondgebieden kantoren te vestigen voor promotie en verkoop van
luchtvervoer, het recht op eigen grondafhandeling, alsmede het recht op
het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met andere
luchtvaartmaatschappijen zoals code- sharing.

Artikel IX

Artikel IX betreffende tarieven is vervangen en geliberaliseerd. Het is
in overeenstemming gebracht met het mededingingsrecht van de Europese
Unie. Daarbij mogen tarieven door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen
worden vastgesteld op basis van commerciële marktoverwegingen.
Notificatie of goedkeuring van de tarieven kan door elke Partij worden
geëist (tweede lid), maar de mogelijkheden tot ingrijpen zijn beperkt
tot het aanvragen van consultaties over de grieven over de gehanteerde
tarieven (derde lid ). 

Bijlage

De route-tabel is opgenomen in de bijlage bij het Verdrag. Uitoefening
van rechten op tussengelegen punten (zogenaamde vijfde-vrijheidsrechten)
is mogelijk. De bijlage, die een integrerend onderdeel van het Verdrag
vormt, is voor zover het de routes betreft aan te merken als zijnde van
uitvoerende aard. Verdragen tot wijziging van de bijlage, voor wat
betreft de routes, behoeven derhalve ingevolge artikel 7, onderdeel f,
van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire
goedkeuring, tenzij de Staten-Generaal zich thans het recht tot
goedkeuring terzake voorbehouden.

Voorlopige toepassing

De wijzigingen in de Overeenkomst werden vanaf 11 juli 2008 tussen de
luchtvaartautoriteiten van beide Partijen voorlopig toegepast en thans
tussen Partijen, hetgeen noodzakelijk werd geacht met het oog op de
wenselijkheid de luchtdiensten op basis van de gewijzigde Overeenkomst
voort te zetten, o.a. met het oog op het toepassen van een
geliberaliseerd regime en de EU clausules.

Koninkrijkspositie

De wijzigingen gelden voor wat betreft het Koninkrijk, evenals de
Overeenkomst van 1969, alleen voor Nederland. 

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid,
onder b, van de Wet op de Raad van State).