Verslag
Bijlage
Nummer: 2010D25640, datum: 2010-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag van de Raad Algemene Zaken van 14 juni 2010. (2010D25638)
Preview document (š origineel)
Raad Algemene Zaken Voorbereiding ER 17 juni 2010-06-14 In de Raad Algemene Zaken werden de ontwerp Europese Raadsconclusies besproken. Ten aanzien van de Europa 2020-strategie werd in dit verband kort gesproken over de twee resterende kerndoelen op de terreinen onderwijs en sociale inclusie. Hierover bestaat bij alle lidstaten overeenstemming. De Raad sprak ook over de voortgang van de task force onder leiding van ER-voorzitter Van Rompuy, die zich buigt over versterking van de financieel-economische beleidscoƶrdinatie. Nederland heeft aangegeven belang te hechten aan een tussenrapportage van de heer Van Rompuy in de ER. In de task force ontstaat consensus over de eerste denkrichtingen ten aanzien van de versterking van het SGP en economische surveillance. Nederland ziet graag dat de ER deze eerste oriĆ«ntatie bevestigt. Er is nog geen sprake van definitieve voorstellen van de Van Rompuy groep. De bedoeling is dat deze in de ER van oktober 2010 zullen voorliggen. Met betrekking tot financiĆ«le sectorregulering bestaat er overeenstemming over het laten meebetalen van de financiĆ«le sector aan de door overheden betaalde kosten van de financiĆ«le crisis. Nederland vindt dat een vorm van bankbelasting zou kunnen bijdragen aan versterking van het draagvlak onder de bevolking voor de kosten die de overheid heeft gemaakt bij het steunen van de financiĆ«le sector. De Raad bereidde tenslotte de bespreking in de ER van de gezamenlijke inzet voor de G20-top in Toronto voor. EDEO Voorzitter Moratinos meldde dat het overleg met het EP, waaraan ook het voorzitterschap, de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie deelnemen, wordt voortgezet. Het streven is dat het EDEO-besluit op de RBZ van 26 juli a.s. definitief wordt genomen. Het is echter onzeker of deze datum gaat worden gehaald. Strategierapport 2010 cohesiebeleidsprogrammaās De Commissie gaf een korte presentatie over haar strategisch rapport over de uitvoering van de structuurfondsen. De Raad heeft zonder verder discussie Raadsconclusies aangenomen over dit rapport. De Commissie constateerde voortgang in de lidstaten ten aanzien van de aansluiting van de structuurfondsen bij de EU-prioriteitsgebieden, waaronder de doelstellingen van de Lissabonstrategie / EU 2020-strategie. De Commissie wil de samenhang verder stimuleren tussen nationale programmaās in het kader van de EU 2020- strategie en de landenprogrammaās in het kader van het cohesiebeleid. Het strategisch rapport en de Raadsconclusies concentreren zich op de huidige financiĆ«le periode. De Commissie kondigde aan dat ze eind dit jaar het vijfde cohesierapport zal publiceren dat ideeĆ«n zal bevatten over de toekomstige invulling van cohesiebeleidsprogrammaās. BelgiĆ« kondigde aan bereid te zijn een strategische discussie over dit onderwerp te voeren tijdens zijn voorzitterschap. Forum Ultraperifere Gebieden De Raad nam conclusies aan over het eerste UPG-forum (Ultraperifere gebieden), dat op 27 en mei jl. in Brussel werd gehouden. De Europese Commissie onderstreepte weliswaar het belang van aandacht voor de (economische) ontwikkeling van Ultraperifere Gebieden, maar tevens dat er geen additionele financiĆ«le regelingen voor die gebieden zullen worden ontwikkeld. Dit punt komt ook tot uitdrukking in de Raadsconclusies, en is conform de Nederlandse wens. IJsland De Europese Commissie en de meerderheid van de lidstaten stelden voorstander te zijn van een besluit van de Europese Raad om toetredingsonderhandelingen met IJsland te starten. IJsland had in juli 2009 een EU-lidmaatschapsaanvraag ingediend, waarover de Europese Commissie in maart 2010 een positief āavisā heeft gegeven. Nederland en het VK stelden dat de IJslandse toetredingsaanvraag gewikt en gewogen was, en dat uiteindelijk was besloten om in te stemmen met de start van de toetredingsonderhandelingen om het pro-EU deel van de IJslandse bevolking een perspectief te bieden. Een gebrek aan toekomstperspectief kan immers het vertrek versnellen van de mobiele en hoog opgeleide IJslandse beroepsbevolking. Dat is niet in het Nederlandse en Europese belang. Nederland en het VK stelden echter tegelijkertijd dat IJsland er goed aan doet zich serieus en concreet in te zetten om te komen tot een leenovereenkomst met Nederland en het VK inzake Icesave. Het vraagstuk van Icesave is niet een bilateraal geschil tussen IJsland enerzijds en Nederland en het VK anderzijds. Het is een kwestie van een inbreuk op een belangrijk onderdeel van het acquis communautaire dat alle lidstaten aangaat. Zowel Nederland als het VK verwezen in dit verband naar het oordeel van 26 mei jl. van de ESA (EFTA Surveillance Authority: de toezichthouder van de Europese Economische Ruimte) dat IJsland in strijd heeft gehandeld met de ook voor de EER geldende Europese richtlijn inzake het depositogarantiestelsel, en in zoverre dus ook in strijd heeft gehandeld met het non-discriminatiebeginsel. Conform het gestelde in de geannoteerde agenda voor de Europese Raad (de Kamer op 11 juni jl. toegegaan) zei Nederland, daarbij ondersteund door het VK, dat alleen zou kunnen worden ingestemd met de start van toetredingsonderhandelingen indien de Europese Raad stevige ER-conclusies zou aannemen waarin IJsland wordt opgeroepen te voldoen aan de verplichtingen inzake de EER en dat de Europese Raad zou verwijzen naar het oordeel van de ESA. Conditionaliteit moet voorop staan. Met dergelijke ER-conclusies wordt de druk op IJsland verder opgevoerd. Burgerinitiatief De Raad heeft een algemene benadering inzake het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake het Europees Burgerinitiatief vastgesteld. Dit op basis van de laatste voorstellen van het Voorzitterschap. De belangrijkste discussie tijdens de Raad betrof de beoordeling van de ontvankelijkheid van ingediende initiatieven. De Commissie voorzag een toets op twee momenten, de meeste lidstaten waren voor Ć©Ć©n toetsmoment. Het bereikte compromis, waar de Commissie en de meeste lidstaten zich in kunnen vinden, voorziet in eerst de registratie van het initiatief en vervolgens, nadat 100.000 handtekeningen verzameld zijn, een beoordeling door de Commissie van de ontvankelijkheid van het initiatief. Nederland kan zich vinden in het huidige tekstvoorstel en heeft ingestemd met het vaststellen van een algemene benadering op basis van het huidige tekstvoorstel. De discussies in het Europees Parlement over het Europees Burgerinitiatief moeten nog beginnen.