[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag ontwikkelingssamenwerking

Bijlage

Nummer: 2010D25647, datum: 2010-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken (inclusief Ontwikkelingssamenwerking) van 14 juni 2010. (2010D25646)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken (inclusief
Ontwikkelingssamenwerking) d.d. 14 juni 2010

Deel Ontwikkelingssamenwerking

Millennium Ontwikkelingsdoelen

De ministers voor Ontwikkelingssamenwerking namen conclusies aan over de
millennium ontwikkelingsdoelen (MDGs). Deze zullen de basis vormen van
de EU-inzet voor de VN MDG-top die in september in New York zal
plaatsvinden. De Raadsconclusies benadrukken onder meer de aanpak van
ā€˜achterlopendeā€™ MDGs, de eigen verantwoordelijkheid van
ontwikkelingslanden, het nakomen van afspraken over omvang van de hulp,
effectievere hulp door scherpere werkverdeling, het belang van de
bredere agenda (handel, belastingen, landbouw/voedselzekerheid,
klimaatverandering, etc.) en de rol van bedrijfsleven en
ondernemerschap, inclusief innovatieve privaatpublieke partnerschappen
en microfinanciering.

Zonder de afgesproken doelstelling van minimaal 0,7% ODA/BNP in 2015 ter
discussie te willen stellen, wezen meerdere lidstaten op de moeilijke
budgettaire situatie waarin zij zich op dit moment bevinden. Een aantal
lidstaten, waaronder Nederland, bepleitte dat de uitvoering van de
EU-afspraken over de hulpomvang de komende jaren intensief op politiek
niveau dient te worden besproken. Naast de OS-ministers in de RBZ, zou
ook de Europese Raad zich hierover regelmatig kunnen buigen. Enkele
andere lidstaten wezen een dergelijke betrokkenheid van de ER af. HV
Ashton concludeerde dat zij dit met de voorzitter van de Europese Raad
zou opnemen. 

Commissaris Piebalgs (ontwikkelingssamenwerking) gaf aan dat de
Commissie in het kader van de Mid Term Review van het Europees
Ontwikkelingsfonds (EOF) overweegt om fondsen te herschikken ten gunste
van ontwikkelingslanden die achterlopen bij het bereiken van de MDGs.
Een voorstel daartoe zal mogelijk later worden gepresenteerd. 

Gendergelijkheid en ontwikkeling

De ministers voor Ontwikkelingssamenwerking spraken kort over het
actieplan over gendergelijkheid en ontwikkeling dat als bijlage aan de
Raadsconclusies over de MDGs zal worden toegevoegd. Zweden benadrukte
het belang van regelmatige bespreking van de voortgang. Commissaris
Piebalgs zegde in het voorjaar van 2010 een eerste rapportage toe. HV
Ashton gaf aan dat zij het aspect van gender en ontwikkeling mee zou
nemen bij de verdere opzet van de EDEO. 

Raad Buitenlandse Zaken

Soedan, Georgiƫ

Wegens de volle agenda werd besloten de onderwerpen Soedan en Georgiƫ
niet tijdens deze zitting van de Raad te behandelen, maar bij een
volgende gelegenheid.

Gaza

De ministers bespraken, in aanwezigheid van Kwartet-gezant Blair, de
recente ontwikkelingen rondom Gaza. 

Blair berichtte bij Israƫl aan te dringen op verandering van het
Gaza-beleid. Hij voorzag onder andere een verdere versoepeling van de
lijst met goederen die Gaza ingevoerd mogen worden. Hij zag de
openstelling van het Israƫlische onderzoek naar het incident voor twee
internationale waarnemers, waaronder de voormalige Ierse MP en
Nobelprijswinnaar David Trimble, als een positieve stap. 

Ministers, waaronder Minister Verhagen,  herhaalden hun oproep aan
Israƫl de grenzen van Gaza open te stellen voor humanitaire hulp en
normaal goederen- en personenverkeer. De EU staat klaar om in overleg
met de betrokken partijen en op basis van de Agreement on Movement and
Access uit 2005 daarbij te assisteren, om de reconstructie van Gaza en
de economische ontwikkeling van het gebied te bevorderen. De HV zegde
toe voor de volgende RBZ met voorstellen te zullen komen voor mogelijke
EU-betrokkenheid. 

Meerdere ministers, waaronder minister Verhagen, wezen erop dat Hamas
geen garen mag spinnen bij een versoepeling van de toegang tot Gaza. De
terechte Israƫlische veiligheidszorgen dienen geadresseerd te worden,
en op geen enkele wijze mag de legitimiteit van de Palestijnse
Autoriteit in diskrediet gebracht worden. Voorts benadrukte minister
Verhagen het belang dat de proximity talks doorgaan. De EU moet in
contacten met de Arabische partners benadrukken dat hun steun voor
president Abbas en zijn keuze voor dialoog cruciaal is. Deze opmerkingen
werden in de Raad breed gesteund. 

Iran

De Raad verwelkomde de VN-Veiligheidsraadresolutie over het instellen
van additionele sancties tegen Iran die op 9 juni jl. werd aangenomen.
De Raad sprak over de doorvoering van de daarin vervatte maatregelen,
evenals over maatregelen die de EU in aanvulling op de VNVR-resolutie
kan nemen. De bespreking diende mede als voorbereiding op de Europese
Raad, die hierover naar alle waarschijnlijkheid een verklaring zal
aannemen.

 

De ministers waren het erover eens dat de VNVR-resolutie wederom een
duidelijk signaal geeft aan Iran dat het zich niet aan zijn
internationale verplichtingen kan en mag onttrekken. Om dit te
onderstrepen zou de EU spoedigst moeten overgaan tot implementatie van
de maatregelen die in de Veiligheidsraadresolutie genoemd worden (onder
andere maatregelen in de handelssector, een wapenembargo, een verscherpt
goedereninspectieregime, maatregelen in de financiƫle sector en een
uitbreiding van de personen- en entiteitenlijst). 

Meerdere ministers, waaronder minister Verhagen, benadrukten dat de Unie
een principebesluit moet nemen om de VNVR-resolutie niet alleen spoedig
te implementeren, maar ook te versterken en aan te vullen. De
voorgestelde maatregelen in de VNVR-resolutie zijn op verschillende
terreinen nog vrijblijvend en weinig specifiek. Het is aan de Unie om
leiderschap te tonen en waar nodig aanscherpingen aan te brengen met
sancties die de uitvoering van het Iraanse nucleaire programma verder
bemoeilijken, die betrekking hebben op goederen en diensten die Iran
relatief moeizaam buiten de EU zal kunnen inkopen en die zo min mogelijk
effect op de Iraanse bevolking hebben. De EU kan als grote
handelspartner van Iran extra druk uitoefenen om het gedrag van Iran te
veranderen. 

De Europese Raad zal op 17 juni a.s. naar verwachting de RBZ vragen om
de VNVR-resolutie om te zetten in Europees beleid en daarbij ook te
besluiten tot aanvullende maatregelen in de transport-, handels-,
energie- en financiƫle sectoren. Het streven is dat de RBZ in juli het
besluit neemt tot instelling van deze maatregelen.

Conform het tweesporenbeleid blijft ook na instelling van deze sancties
dialoog met Iran over hun nucleaire ambities het eerste doel. Indien
Iran sancties wil voorkomen is het aan Iran om de internationale
gemeenschap te tonen dat het nucleaire programma vreedzaam van aard is.
Daarvoor dient Iran zijn verplichtingen onder het Non-Proliferatie
Verdrag na te komen en volledig samen te werken met het IAEA.

Westelijke Balkan

De hoofdaanklager van het Joegoslaviƫ-tribunaal, Serge Brammertz, gaf
een inleiding over de mate waarin de landen van de Westelijke Balkan (in
het bijzonder Serviƫ en Kroatiƫ) meewerken met het ICTY. Hij
bevestigde in zijn inleiding dat Serviƫ naar tevredenheid samenwerkt
met het Joegoslaviƫ-tribunaal. De reeds in december 2009 gesignaleerde
trend wordt hiermee voortgezet. Hoofdaanklager Brammertz is met name
positief over de samenwerking in de lopende strafzaken. 

Gelet op de afspraak die in de Raad was gemaakt in december 2009, stelde
Minister Verhagen daarop te kunnen instemmen met een besluit om de
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst (SAO) ter ratificatie aan de
nationale parlementen voor te leggen. Minister Verhagen stelde dat de
Raad over zes maanden, na het eerstvolgende rapport van Brammertz aan de
VN-veiligheidsraad, zou moeten terugkomen op de vraag of de Europese
Commissie verzocht kan worden een ā€˜avisā€™ op te stellen over de
Servische EU-lidmaatschapsaanvraag. Dit voorstel werd door de Raad
overgenomen. Hiermee houdt de Raad druk op Serviƫ om de samenwerking
met het ICTY te bestendigen en de arrestatie van de twee resterende
voortvluchtigen te realiseren. Zolang als noodzakelijk moet voor elk
stap in het EU-toetredingsproces goede samenwerking met het ICTY een
voorwaarde zijn.  

Hoofdaanklager Brammertz stelde dat Kroatiƫ een additionele inspanning
moet leveren om te komen tot een alomvattend administratief onderzoek
naar de vermiste documenten die hij nodig heeft voor de vervolging van
een aantal Kroatische verdachten, in het bijzonder Gotovina. Met
verwijzing naar het op 11 februari jl. door de regering met de Tweede
Kamer besprokene, zei Nederland pas te kunnen instemmen met de opening
van onderhandelingshoofdstuk 23 (rechterlijke macht en fundamentele
rechten), indien de samenwerking met het ICTY zou worden opgenomen als
volwaardig ā€˜sluitingsijkpuntā€™ van dit hoofdstuk. 

Voorts heeft de Raad conclusies aangenomen over de ministeriƫle
bijeenkomst in Sarajevo op 2 juni jl. Hierin wordt het Europese
perspectief van de landen van de Westelijke Balkan herbevestigd en
worden de landen aangemoedigd tot hervormingen en regionale
samenwerking. Tegelijkertijd wordt de conditionaliteit in het
uitbreidingsproces in deze conclusies onderstreept. 

Tot slot heeft de Raad conclusies aangenomen over de politieke situatie
in Albaniƫ en over de verlenging van het mandaat van de EU-missie in
Kosovo (EULEX) met twee jaar.

Piraterij Somaliƫ

De ministers spraken over piraterijbestrijding voor de kust van
Somaliƫ. HV Ashton deed verslag van haar bezoek aan de regio en haar
inspanningen om de berechting van piraterijverdachten in de regio te
verbeteren. De HV was tevreden dat de Keniaanse regering het opzeggen
van de overdrachts-MoU nogmaals zal overwegen en voorlopig alle
verzoeken tot overdracht per casus zal blijven beoordelen. Ook was zij
tevreden dat de Tanzaniaanse autoriteiten met de EU in gesprek zullen
gaan over het sluiten van een overdrachtsovereenkomst. 

De HV zegde toe spoedig opties te presenteren voor de wijze waarop de EU
kan bijdragen aan het vergroten van de berechtingcapaciteit in de regio.
Gedacht wordt onder andere aan het steunen van speciale piraterijkamers
in nationale rechtbanken of het oprichten van een Somalisch hof in Ć©Ć©n
van de omliggende landen. 

Voorts spraken de ministers waardering uit voor de resultaten van de
EU-missie ATALANTA. Naast het reageren op kapingpogingen is ATALANTA de
laatste tijd ook succesvol ingezet op betere preventie van
piraterijaanvallen. Besloten werd de missie met twee jaar te verlengen,
tot december 2012. Ook werd voorgenomen de Area of Operations aan de
oost- en zuidflanken uit te breiden om beter te kunnen reageren op de
toegenomen actieradius van de piraten. 

Alle ministers onderschreven de noodzaak om de onderliggende oorzaken
van piraterij te bestrijden, door nadrukkelijk aandacht te geven aan de
veiligheids- en ontwikkelingsproblematiek in Somaliƫ. De Raad verzocht
de HV om de EU-strategie voor de Hoorn van Afrika (uit 2009) nader uit
te werken en verdere voorstellen te doen voor Europese betrokkenheid in
de regio. De ministers spraken daarbij af in het najaar een strategische
discussie te voeren over een integreerde EU-aanpak van piraterij. De
Commissie, bij monde van OS-commissaris Pielbags, zegde toe om vĆ³Ć³r
deze bespreking de gevraagde voorstellen voor nadere EU-betrokkenheid in
de regio te zullen presenteren.

HaĆÆti / EU-rampenrespons

De Raad besprak de mogelijke versterking van de EU-capaciteit voor
rampenrespons op basis van een rapport van HV Ashton en Commissaris
Georgieva over de ervaringen met de EU-hulpverlening in HaĆÆti na de
aardbeving van 12 januari jl.

Het rapport stelt dat de EU relatief tevreden kan zijn over de wijze
waarop de EU hulp heeft verleend aan HaĆÆti, maar dat mogelijkheden
bestaan tot verbetering van de EU-structuur voor rampenrespons en de
zichtbaarheid van de inzet van de EU. De Raad zal bij een latere
gelegenheid, mede op basis van het genoemde rapport, verder spreken over
versterking van de huidige structuren met een EU Emergency Response
Capability (ERC). Commissaris Georgieva kondigde voor het najaar van
2010 een mededeling hierover aan. 

HV Ashton benadrukte te streven naar een structuur die snel, effectief,
gecoƶrdineerd en zichtbaar EU-optreden mogelijk maakt. Hierbij zullen
zijzelf en de Europese Dienst voor Extern Optreden ook een duidelijke
rol moeten spelen. 

Cuba

De ministers besloten op voorstel van Spanje pas bij een volgende
gelegenheid te spreken over de evaluatie van het Gemeenschappelijk
Standpunt van de EU betreffende Cuba. Het uitstel van de evaluatie houdt
verband met mogelijke positieve ontwikkelingen ten aanzien van de
mensenrechtensituatie in Cuba op korte termijn. Verschillende ministers,
waaronder minister Verhagen, maakten kenbaar dat het uitblijven van
positieve ontwikkelingen tot een nog kritischere grondhouding van de EU
zal nopen. 

Korfoe proces

De Raad sprak kort over het Korfoe-proces met het oog op de informele
OVSE-ministeriƫle in Almaty (16-17 juli a.s.) en de (mogelijke)
OVSE-top op 22-23 november a.s. 

Het Korfoe-proces is in 2009 in het leven geroepen om de OVSE nieuw elan
te geven. De afgelopen maanden hebben de deelnemende staten aan de OVSE
hiervoor inhoudelijke voorstellen gedaan op uiteenlopende gebieden.

Verschillende ministers spraken zich positief uit over een EU-inzet die
zich richt op vier prioriteitsgebieden, te weten (i) conflictpreventie
en ā€“beheersing, alsmede het zoeken naar oplossingen voor de bevroren
conflicten; (ii) conventionele wapenbeheersing; (iii) de implementatie
van OVSE-afspraken op het gebied van de ā€˜menselijke dimensieā€™
(inclusief vrijheid van media) en; (iv) grensoverschrijdende
bedreigingen. 

Enkele ministers benadrukten dat het Korfoe-proces een centrale plek
moet krijgen op de agenda van de aanstaande informele OVSE-ministeriƫle
en dat een OVSE-top in november alleen doorgang moet vinden wanneer deze
een inhoudsvolle agenda kent die de verschillende dimensies van de OVSE
op gebalanceerde wijze meeneemt. Als besloten wordt een Top te
organiseren, moet de EU constructief en pro-actief meewerken aan het
invullen van de agenda.

Kinderarbeid

De ministers behandelden het Commissierapport over de bestrijding van
kinderarbeid (dat uw Kamer op 7 juni jl. toeging met de geannoteerde
agenda voor deze bijeenkomst van de Raad Buitenlandse Zaken). Het
rapport was op verzoek van minister Verhagen tot stand gekomen en ook de
bespreking in de Raad was op Nederlands initiatief. Minister Verhagen
benadrukte de opportuniteit van de bespreking: drie weken geleden
presenteerde de ILO het nieuwste Global Report over kinderarbeid,
waaruit blijkt dat nog steeds 215 miljoen kinderen kinderarbeid
verrichten ā€“ een flagrante schending van hun meest basale
mensenrechten. 

De belangrijkste conclusie in het Commissierapport -- dat de EU meer kan
en moet doen om kinderarbeid te bestrijden -- werd door de ministers
krachtig bevestigd. Minister Verhagen benadrukte dat de Raad niet alleen
politieke steun moet verbinden aan de strijd tegen kinderarbeid, maar
ook juist het startschot moet geven voor een ambitieus, concreet en
vooral coherent pakket aan maatregelen. De aangenomen Raadsconclusies
weerspiegelen dit: een geĆÆntegreerde benadering van politieke dialoog
om de druk op landen te verhogen om ILO-normen na te komen, meer inzet
van OS-middelen op gebied van kinderarbeid, intensivering van
maatregelen op MVO-gebied (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en
een aanzet om kinderarbeid te integreren in het EU-beleid voor openbare
aanbestedingen. Ook schrijven de conclusies voor dat het Algemeen
Preferentieel Stelsel beter wordt ingezet om kinderarbeid te bestrijden.


Het verbod op producten die met de ergste vormen van kinderarbeid zijn
gemaakt, kreeg helaas onvoldoende bijval. Andere lidstaten, daarin
ondersteund door de Commissie, zagen te weinig mogelijkheden om dit
voorstel op korte termijn uitvoerbaar te maken, mede vanwege de
uitdaging om productieketens voldoende inzichtelijk te maken. Wel is op
verzoek van minister Verhagen de Commissie gevraagd uiterlijk eind 2011
nader te rapporteren over de mogelijkheden hiertoe, waarmee toch een
stap is gezet. Nederland kan derhalve met een goed gevoel terugkijken op
de resultaten van deze Raad. De Nederlandse inspanningen om kinderen
wereldwijd betere levensomstandigheden te bieden hebben concreet
resultaat opgeleverd. Op het gebied van politieke dialoog, OS, handel en
MVO zijn belangrijke stappen gezet om kinderarbeid tegen te gaan. Juist
door deze geĆÆntegreerde aanpak en door inzet van een breed scala aan
instrumenten kan de EU een verschil maken.

Kirgiziƫ

Onder dit ingelaste agendapunt berichtte HV Ashton over de escalatie van
het geweld in Zuid-Kirgiziƫ, waarover zij contact onderhoudt met de
minister van buitenlandse zaken van Kirgiziƫ Kazakbaev en EU Speciaal
Vertegenwoordiger Morel. Zij stelde dat de EU-inspanningen zich met name
zouden moeten richten op het verlenen van humanitaire assistentie, het
monitoren van de situatie in nauwe samenwerking met de OVSE en de VN en
het aanmoedigen van de voorlopige regering om haar voornemens met
betrekking tot het politieke proces in het land (referendum over de
grondwet, hervorming kieswet, nieuwe verkiezingen) uit te voeren.  

Commissaris Georgieva liet weten dat onmiddellijk een expert naar het
gebied was gestuurd om te inventariseren waar en hoe humanitaire hulp te
bieden. Bij deze veldmissie werd nadrukkelijk ook Oezbekistan betrokken,
waar immers inmiddels een groot aantal mensen naar toe is gevlucht.
Commissaris Georgieva stelde dat een zorgvuldige afweging gemaakt moet
worden van de veiligheidsrisicoā€™s voor humanitaire hulpverleners. 

De Raad sprak zijn zorg uit over het geweld in Zuid-Kirgiziƫ en
benadrukte de noodzaak spoedig te komen tot een herstel van de openbare
orde en de ā€˜rule of lawā€™. De partijen in het conflict werden
opgeroepen de gewelddadigheden te staken, terughoudendheid te betrachten
en zo spoedig mogelijk tot een dialoog te komen. De ministers spraken
steun uit voor de aanpak van HV Ashton en Commissaris Georgieva. Enkele
ministers vroegen de mogelijkheden voor het opzetten van een missie
(vergelijk EUMM Georgiƫ) te onderzoeken.