[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag JBZ

Bijlage

Nummer: 2010D25976, datum: 2010-06-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3-4 juni 2010 (2010D25975)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de bijeenkomst van het 

Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 

3 en 4 juni 2010 te Luxemburg

Belangrijkste resultaten

Tijdens deze bijeenkomst heeft de Raad de volgende instrumenten
aangenomen:

     -	voorstel voor een richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding
van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers (algemene
oriëntatie, agendapunt 5);

voorstel voor een besluit van de Raad tot machtiging van nauwere
samenwerking op het gebied van het toepasselijk recht inzake
echtscheiding en scheiding van tafel en bed (politiek akkoord,
agendapunt 6);

ontwerp voor een Europees Pact ter bestrijding van de internationale
drugshandel; afsnijden van de cocaïne- en heroïneroutes (besluit,
agendapunt 12);

toetreding van de EU tot het Verdrag tot bescherming van de rechten van
de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa (EVRM) 

(vaststelling van het onderhandelingsmandaat Commissie, agendapunt 18).

	

en marge van de Raad

Gemengd Comité 

1.	Goedkeuring van de agenda

De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen zoals onderstaand
weergegeven.

2.	SIS II

Commissaris Malmström meldde dat de oplevering van SIS II volgens de
hernieuwde planning voorzien is in het eerste kwartaal van 2013 (in
plaats van eind 2011). Een gedetailleerde raming van de verdere kosten
was tijdens de Raad nog niet beschikbaar, maar zal ten behoeve van de
bijeenkomst van de Raad in oktober beschikbaar zijn, evenals een precies
tijdschema. Commissaris Malmström zegde toe dat voor wat betreft de
kosten voor de nationale systemen de lidstaten een beroep kunnen doen op
co-financiering van de EU, aangezien SIS II een strategische prioriteit
voor het Europees fonds voor de buitengrenzen is. 

3.	Conclusies van de Raad betreffende het verbeteren van de toegang via
de buitengrenzen voor burgers van de Europese Unie

Na een introductie van het Voorzitterschap over het belang van de
toepassing van veilige, efficiënte en effectieve geautomatiseerde
grensoverschrijdingssystemen, onderstreepten enkele lidstaten het belang
van dergelijke systemen voor de vergemakkelijking van de mobiliteit van
de burgers en de noodzaak van interoperabiliteit tussen de verschillende
systemen in de lidstaten. De Schengengrenscode zou hierbij meer dan nu
betrokken moeten worden. Het Voorzitterschap concludeerde dat de
Raadsconclusies zijn aanvaard.

 

4. 	Diversen 		

- Westelijke Balkan: visumliberalisering

Commissaris Malmström introduceerde het voorstel van de Commissie om
voor Bosnië-Herzegovina en Albanië de visumplicht voor kort verblijf
af te schaffen en hen te plaatsen op de Witte Schengenlijst. De
Commissaris lichtte toe dat daarvoor deze landen nog aan een aantal
criteria moeten voldoen, waaronder de versterking van de capaciteit van
rechtshandhaving en effectieve uitvoering van het wettelijk raamwerk
voor de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie.  

Enkele lidstaten stelden dat de criteria waaraan de twee landen moeten
voldoen voordat er sprake kan zijn van visumliberalisatie eerst naar
genoegen dienen te worden afgehandeld en zij zagen vooralsnog geen
concreet tijdpad daarvoor. Andere lidstaten ondersteunden de benadering
van de Commissie. 

Minister Hirsch Ballin vroeg aandacht voor de praktijk van slechte
medewerking van derde landen bij de terugname van eigen onderdanen. Dit
vormt een aan dit dossier nauw gekoppeld onderwerp. Dit punt dient bij
de besprekingen met deze landen over de visumliberalisatie expliciet te
worden opgebracht. 

Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad het eens is met de
benadering van de Commissie.

Raad

1.	Goedkeuring van de agenda			

De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen zoals onderstaand
weergegeven.

Het onderwerp Terrorist Finance Tracking Program (TFTP) - overeenkomst
met de VS (onderwerp 13 van de Geannoteerde Agenda) werd van de agenda
van de Raad gehaald. 

Wetgevende besprekingen

2.	Goedkeuring van de A-puntenlijst

De A-puntenlijst werd goedgekeurd. 

	

3.	Initiatief voor een richtlijn betreffende het recht op tolk- en
vertaaldiensten in strafprocedures

	-stand van zaken ten aanzien van de triloog-onderhandelingen

De Voorzitter informeerde de Raad over de stand van zaken van de
onderhandelingen over het voorliggende voorstel met het Europees
Parlement en de Commissie. Hij gaf aan dat een akkoord in eerste lezing
haalbaar is, nu het Europees Parlement positief had gereageerd op het
voorstel voor een implementatietermijn van 36 maanden. Commissaris
Reding deelde mee verheugd te zijn over het bereikte resultaat; de
Commissie zal nog deze maand met een voorstel komen voor de volgende
stap met betrekking tot het dossier procedurele rechten.

4.	Voorstel voor een richtlijn betreffende het Europees beschermings-
bevel

	-algemene oriëntatie

(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van
orde van de Raad)

De Voorzitter lichtte toe dat tijdens de bijeenkomst van de Raad van 

23 april jl., de Raad steun heeft gegeven aan een brede benadering van
de het voorstel met als rechtsgrondslag artikel 82 VWEU en artikel 3
VEU. Inmiddels heeft de Juridische Dienst van het Europees Parlement
zich uitgesproken en steun gegeven aan deze brede benadering.
Commissaris Reding gaf aan het doel van deze richtlijn (bescherming van
slachtoffers tegen geweld) te steunen. Hij benadrukte dat de opinie van
de Commissie over de tekst van het Voorzitterschap op het punt van de
rechtsgrondslag (artikel 82) niet is gewijzigd en dat de Commissie als
hoedster van de verdragen de kwestie zonodig aan het Hof van Justitie EU
zal voorleggen. 

Na een lange discussie over de positie van het Verenigd Koninkrijk in
relatie tot de besluitvorming over de richtlijn en de uitleg van
Protocol nr. 21 in dit verband, constateerde de Voorzitter dat er een
gekwalificeerde meerderheid is voor de tekst van het Voorzitterschap en
dat deze tekst nu aan het Europees Parlement kan worden voorgelegd. 

	

Minister Hirsch Ballin sprak zich positief uit over het voorstel voor
een richtlijn betreffende het Europees beschermingsbevel vanwege het
grote belang voor de slachtoffers van huiselijk geweld; dit is een
grens-overschrijdend probleem. Voorts stelde hij dat in overweging 8
terecht een relatie wordt gelegd met het strafrecht. De problematiek
ligt dichter bij het strafrecht dan bij het familierecht. Minister
Hirsch Ballin benadrukte dat de verschillende argumenten (ook van de
Commissie) moeten worden gewogen in de verdere procedure en dat een
conflict met de Commissie dient te worden vermeden.

5.	Voorstel voor een richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van
mensenhandel en de bescherming van slachtoffers, en tot intrekking van
Kaderbesluit 2002/629/JBZ

	-	algemene oriëntatie

Commissaris Malmström lichtte het voorstel toe. Het betreft ernstige
delicten die steeds vaker gepleegd worden in verschillende vormen. Het
voorstel omvat preventie, vervolging en bescherming van slachtoffers. 

De Raad stemde in met een algemene oriëntatie over de voorliggende
tekst.

Minister Hirsch Ballin wees op artikel 15 van de ontwerp-richtlijn en
stelde dat het voorkomen van mensenhandel belangrijk is, bijvoorbeeld
door middel van voorlichting in landen van herkomst. Hierbij zou kunnen
worden samengewerkt door de lidstaten. Tevens benadrukte Minister Hirsch
Ballin het belang van grensbewaking en de versterking van het toezicht
op prostitutie. 

6. 	Voorstel voor een besluit van de Raad tot machtiging van nauwere
samenwerking op het gebied van het toepasselijk recht inzake
echtscheiding en scheiding van tafel en bed

	-	politiek akkoord

	en

7.	Voorstel voor een verordening van de Raad tot nauwere samenwerking op
het gebied van het toepasselijk recht inzake  echtscheiding en scheiding
van tafel en bed

-	algemene oriëntatie ten aanzien van de belangrijkste onderdelen

Op 17 juli 2006 heeft de Commissie een voorstel gepresenteerd voor een
verordening inzake het toepasselijk recht bij echtscheidingen. Onder het
Duitse, Portugese en Sloveense Voorzitterschap werd onderhandeld over de
tekst van de verordening. Medio 2008 werd een meerderheid van de
lidstaten het eens over een compromistekst. Echter, enkele lidstaten
konden niet instemmen met het compromis waardoor de vereiste unanimiteit
niet kon worden bereikt. Daarop hebben tien lidstaten bij de Commissie
aangegeven nauwere samenwerking aan te willen gaan. Tijdens de
bijeenkomst van de Raad gaven het Voorzitterschap en de Commissie aan
dat aan alle vereisten voor nauwere samenwerking wordt voldaan. 

Commissaris Reding sprak de hoop uit dat op termijn zoveel mogelijk
lidstaten aan deze nauwere samenwerking zullen meedoen, maar ook dat de
Commissie de voorkeur heeft voor regelingen waaraan alle lidstaten
meedoen. 

Naast de tien oorspronkelijke lidstaten gaven België, Letland en
Portugal aan mee te willen doen aan deze nauwere samenwerking. Enkele
lidstaten,

die ook deelnemen aan de nauwere samenwerking, benadrukten verder te
willen spreken over de verordening. Doel daarvan is zoveel mogelijk
knelpunten weg te nemen om zoveel mogelijk lidstaten mee te kunnen laten
doen.  

Minister Hirsch Ballin meldde dat Nederland zich niet zal verzetten
tegen de nauwere samenwerking, maar ook dat hij bedenkingen heeft bij
het voorstel zoals het nu ter tafel ligt. Gepoogd moet worden een
bredere basis te vinden voor de verordening en het gesprek dient te
worden voortgezet, ook met de lidstaten die nu nog niet meedoen. 

Het Voorzitterschap concludeerde dat er een gekwalificeerde meerderheid
is voor het aangaan van nauwere samenwerking. Over de verordening werd
geen besluit genomen. Daarover zal verder worden gesproken in
Raadskader, opdat zoveel mogelijk lidstaten steun kunnen geven aan dit
initiatief voor nauwere samenwerking. 

8.	Ontwerp-verordening betreffende de bevoegdheid, het toepasselijk
recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en
authentieke akten op het gebied van erfopvolging en betreffende de
instelling van een Europese erfrechtverklaring

	-	politieke richtsnoeren voor verdere werkzaamheden

 Dit onderwerp werd niet besproken.

-	Diversen

-	Ontwerp-richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik, seksuele
uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en tot intrekking van
Kaderbesluit 2004/68/JBZ

	-	stand van zaken 

Commissaris Malmström lichtte de stand van zaken ten aanzien van deze
ontwerp-richtlijn toe. Het voorstel betreft onder meer grooming, kijken
naar kinderporno (zonder downloading) en sekstoerisme van personen uit
de EU in derde landen. De Commissie is voorstander van specifieke
preventieprogramma’s voor daders om recidive te voorkomen. In het
voorstel worden de lidstaten verplicht om aan de bron materiaal van het
internet af te houden. Dit betekent dat toegang tot de betreffende sites
geblokkeerd kan worden. Verwijdering aan de bron is het beste, maar is
niet altijd mogelijk (er zijn veel sites die hun basis hebben buiten de
EU). Blokkeren is nodig om de beschikbaarheid te beperken. Het
aanstaande Belgische Voorzitterschap wil dit jaar een algemene
oriëntatie bereiken. 

Niet-wetgevende besprekingen

9.	Interne veiligheid; debat

De Voorzitter gaf in zijn inleiding een toelichting op de totstandkoming
en status van het zogenaamde MADRID-rapport. Dit rapport is een eerste
werkdocument van het Comité voor de Interne veiligheid (COSI) ter
ondersteuning van de discussie in de Raad. Gekeken is naar de dreigingen
en mogelijke acties hierop op basis van een rapport van de drie
agentschappen (Europol, Eurojust, Frontex). 

Commissaris Malmström stelde dat het nuttig is om de meningen van de
lidstaten te horen en zo te komen tot een coherente visie ter
verbetering van de interne veiligheid. Dit najaar komt de Commissie met
een mededeling over de interne veiligheid die overeenkomt met het
Stockholm Programma. De Commissie hecht veel waarde aan het
gemeenschappelijk standpunt over de hoofddreigingen, het effectief
bestrijden van deze dreigingen en het vaststellen van acties die
betrekking hebben op politie, 

geïntegreerd grensbeheer en strafrechtelijke samenwerking. Samenwerking
is noodzakelijk om misdadigers te veroordelen en slachtoffers te
beschermen. Ook dient aandacht gegeven te worden aan VAT-fraude,
terrorisme, crisisbeheer bij natuurrampen en door de mens veroorzaakte
rampen en het gebruik van internet door criminelen en terroristen,
evenals cybercrime. Commissaris Malmström gaf aan met concrete acties
te komen om de Interne Veiligheidsstrategie (IVS) te implementeren.

De meeste lidstaten spraken hun waardering uit voor het MADRID-rapport
en gaven te kennen dat er jaarlijks een dergelijk rapport moet worden
uitgebracht.

Minister Hirsch Ballin gaf aan de prioriteiten in het MADRID-rapport te
steunen en benadrukte met andere lidstaten het belang van samenwerking
bij mensenhandel en financieel-economische criminaliteit. Hij vroeg
bijzondere aandacht voor cybercrime dat een essentieel gevaar kan vormen
voor de infrastructuur. Voor de gevaren wordt eenieder gewaarschuwd,
maar daarnaast bestaan er nieuwe vormen van dreigingen – de
‘botnets’ – die een samenleving geheel kunnen ontwrichten. Dan is
alleen het bewust maken van gevaren niet voldoende. Minister Hirsch
Ballin maakte de vergelijking met besmettelijke ziekten en stelde dat
het mogelijk nuttig is  om na te gaan of een organisatie overeenkomstig
de ‘World Health Organisation’ ook voor deze dreiging
(‘botnets’) een oplossing zou kunnen zijn. Een dergelijke
onafhankelijke instantie kan bijvoorbeeld besmette computers isoleren.
Minister Hirsch Ballin gaf aan dit specifieke punt op een later tijdstip
nader te willen bespreken, bijvoorbeeld tijdens de komende informele
bijeenkomst van de JBZ-Raad en stelde nadrukkelijk dat alle
belanghebbenden hierbij betrokken moeten worden. Kortom: niet alleen
waarschuwen en beschermen, maar ook iets op touw zetten om ernstige
problemen die ‘botnets’ veroorzaken, tegen te gaan. Minister Hirsch
Ballin deed een verzoek om medewerking hiervoor van de lidstaten en de
Commissie (Malmström en Kroes). Enkele lidstaten steunden uitdrukkelijk
dit voorstel van minister Hirsch Ballin.

De Voorzitter concludeerde dat: 

1. 	elk jaar in de Raad op basis van een MADRID-document over de aanpak
van de interne veiligheid dient te worden gesproken. Centraal staat de
doorlichting van de operationele capaciteit en op welke wijze er
gecoördineerd tot oplossingen kan worden gekomen teneinde de interne
veiligheid binnen de EU te verbeteren. De Voorzitter benadrukte dat de
rol en de toekomst van COSI in dit verband belangrijk zijn. COSI dient
zich nog te ontwikkelen tot een meer operationeel gremium. Momenteel is
er sprake van te veel theorie en te weinig praktijk;

2. 	nieuwe en oude dreigingen evenredig in toekomstige rapporten moeten
worden behandeld;

3. 	inspanningen op het terrein van cybercrime nuttig zijn. Mogelijk zal
hier tijdens het komende Belgische Voorzitterschap op terug worden
gekomen. 

10.	Discussienota van de EU-coördinator voor terrorismebestrijding
(CTC) over de uitvoering van de strategie en het actieplan van de EU
inzake terrorismebestrijding 

De CTC, dhr. Gilles De Kerchove, gaf een korte toelichting op de nota.
Dit is het eerste document na de inwerkingtreding van het Verdrag van
Lissabon. Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moet de
EU, vanwege de afschaffing van de pijlers, in staat zijn een meer
geïntegreerd beleid te gaan voeren. De CTC noemde ook cybercrime als
aandachtspunt en deelde mee dat hij in overleg met Commissaris Kroes een
methode voor de aanpak gaat ontwikkelen. Het is de bedoeling dat het
eind van dit jaar een diepgaander debat zal worden gevoerd, mede op
basis van de implementatierapporten van de CTC over de EU-strategieën. 

In het betreffende discussiedocument wordt aandacht gevraagd voor 4
punten: 

1.	dreigingsanalyse moet meer de realiteit weergeven;

2.	meer aandacht voor de veiligheid van transport, in het bijzonder
openbaar vervoer; 

3.	verplaatsing Jihadisten en andere terroristen. Hierbij is PNR van
belang. De CTC vroeg de aandacht van de lidstaten om Frontex de
bevoegdheid te geven persoonsgegeven uit te kunnen wisselen en te
analyseren;

4.	het aanbrengen van een relatie tussen interne en externe veiligheid.

De Voorzitter constateerde dat de Raad de nota en de aanbevelingen van
de CTC steunt. 

11.	Verklaring 2010 van de EU en de VS over terrorismebestrijding

De verklaring van de EU en de VS over terrorismebestrijding werd zonder
discussie door de Raad aangenomen. De verklaring beoogt de
gemeenschappelijke beginselen van de EU en de VS bij het tegengaan van
terrorisme te verankeren en bestaat uit drie delen: 

1.	terrorismebestrijding dient in overeenstemming te zijn met de
beginselen van de rechtsstaat; 

2. 	terrorismebestrijding vergt de inzet van een breed scala aan
instrumenten; 

3. 	tegengaan van gewelddadig extremisme in de wereld vergt een
alomvattende benadering. 

12. 	Ontwerp voor een Europees Pact ter bestrijding van de
internationale drugshandel – afsnijden van de cocaïne- en
heroïneroutes

	(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van
orde van de Raad)

	De Raad stemde in met het voorstel voor een Europees Pact ter
bestrijding 

van de internationale drugshandel, met name het afsnijden van de
heroïne- en cocaïneroutes. De initiatiefnemer van dit voorstel,
Frankrijk, dankte de ministers voor hun betrokkenheid bij dit plan. Het
pact zal moeten leiden tot een betere synergie tussen de aanpak van de
handel in cocaïne en heroïne en een betere beheersing van de hiermee
gepaard gaande geldstromen. Een sterkere betrokkenheid van Europol zal
moeten leiden tot een betere behandeling van de relevante informatie en
meer mogelijkheden voor interventies van transporten op zee. 

13.    Terrorist Finance Tracking Program (TFTP) 

- overeenkomst met de VS  

Dit onderwerp werd van de agenda van de Raad gehaald. 

14. 	Informatie over de Permanente Partnerschapsraad op JBZ-gebied
tussen de EU en de Russische Federatie

Het Voorzitterschap deelde mee dat de Permanente Partnerschapsraad van
25-26 mei jl. niet erg succesvol is geweest. Dat was voornamelijk te
wijten aan de visumdialoog, waarin de Russische Federatie concretere
stappen wenste dan waartoe de EU – op dit moment - bereid is. Wel is
ingestemd met de start van de onderhandelingen voor een operationele
overeenkomst met Europol. Dit echter onder de strikte voorwaarde dat
goedkeuring door de EU alleen wordt gegeven als de vraagstukken met
betrekking tot gegevensbescherming zijn opgelost. Enkele lidstaten
uitten hun bezorgdheid over het voortzetten van de visumdialoog met de
Russische Federatie.

15.	Ontwerp-conclusies van de Raad over een actieplan niet-begeleide
minderjarigen uit derde landen

	(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van
orde van de Raad)

Het openbare debat over Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen
(AMV’s) werd door het Voorzitterschap geïntroduceerd als een groot
Europees probleem dat een coherente Europese benadering behoeft. Door
middel van het Actieplan van de Commissie, waarbij de rechten van het
kind centraal staan - inclusief terugkeer naar de eigen familie en
tegengaan van leeftijdsmisbruik -  en door middel van uitwisseling van
best practices en praktische samenwerking tussen de lidstaten kan het
probleem worden aangepakt. 

Enkele lidstaten, zoals Zweden, Finland en Italië, onderschreven dit
volledig. België meldde dat zij een conferentie over identificatie en
leeftijdsonderzoek bij AMV’s zal organiseren tijdens haar
Voorzitterschap.

 

Minister Hirsch Ballin onderschreef de Raadsconclusies en de passage
over AMV’s in het Stockholm Programma. Hij ziet een noodzaak voor een
gebalanceerde Europese samenwerking, waarin Nederland een bijzondere en
praktische bijdrage kan leveren vanwege de door de jaren heen opgedane
ervaring, bijvoorbeeld op het terrein van grondig en wetenschappelijk
getoetst leeftijdsonderzoek (pols- en sleutelbeen- röntgenfoto’s),
waardoor de instroom van AMV’s in Nederland is terug gelopen van 6.000
in 2001 naar 1.000 in 2009. 

Verder gaf minister Hirsch Ballin aan dat Nederland zich ook
concentreert op het tegengaan van vormen van criminaliteit, waarbij
bepaalde risicogroepen van kinderen dreigen te worden geëxploiteerd in
de prostitutie. Zowel door het geven van bijzondere bescherming in
besloten opvang - niet zijnde een gevangenis -, maar ook door middel van
een individuele personencontrole bij vertrek in landen van herkomst
(Nigeria). 

Tot slot vroeg minister Hirsch Ballin aandacht voor de recente uitspraak
van het Europees Comité voor Sociale Rechten dat illegaal verblijvende
AMV’s onder de werking van het Europees Sociaal Handvest lijkt te
scharen.

16.	Ontwerp-conclusies van de Raad over de follow-up van het Europees
Pact inzake immigratie en asiel

Het Voorzitterschap memoreerde dat dit de eerste keer is dat de Europese
Raad aan de hand van een verslag van de Commissie een debat houdt over
de toepassing van het uit 2008 stammende Pact. 

Commissaris Malmström refereerde kort aan haar ambitieuze (Stockholm-)
agenda voor de komende periode en gaf aan te hopen dat het aanstaande
Belgische Voorzitterschap een poging zal doen de besprekingen over het
asielpakket te deblokkeren. 

De ontwerp-Raadsconclusies over de thema’s legale migratie,
integratie, illegale immigratie, grensbewaking, asiel en de externe
dimensie die in overeenstemming zijn met het Stockholm Programma werden
door de Raad aanvaard.

17. 	Conclusies van de Raad betreffende het verbeteren van de toegang
via de buitengrenzen voor burgers van de Europese Unie

(dit onderwerp werd ook tijdens het Gemengd Comité behandeld)

Zie het verslag bij agendapunt 3 van het Gemengd Comité.

18.	Toetreding van de EU tot het Verdrag tot bescherming van de rechten
van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa (EVRM) 

	-	vaststelling van het onderhandelingsmandaat

	(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van
orde van de Raad)

Tijdens deze bijeenkomst van de Raad werd geen besluit genomen over de
toetreding van de EU tot het EVRM. Er vond een niet-wetgevende
bespreking plaats over het mandaat aan de Europese Commissie om
onderhandelingen te gaan voeren met de Raad van Europa. De Commissie is
door de Raad geautoriseerd en heeft onderhandelingsrichtlijnen
meegekregen die in lijn zijn met de Nederlandse inzet, zoals neergelegd
in het aan u toegezonden vertrouwelijke BNC-fiche. De Raad zal te zijner
tijd besluiten over de uiteindelijke overeenkomst op grond van artikel
218 lid 3 en lid 8 VWEU met eenparigheid van stemmen en na goedkeuring
door het Europees Parlement. 

Minister Hirsch Ballin vroeg aandacht voor de uitwerking van het
mechanisme ter waarborging van de voorafgaande betrokkenheid van het Hof
van Justitie EU. Verder vroeg minister Hirsch Ballin aandacht voor
recente ontwikkelingen in de jurisprudentie in Straatsburg. De minister
doelde op de artikel 39-beslissing van het EHRM met een voorlopige
maatregel hangende de procedure. Deze maatregel heeft betrekking op de
toepassing van de Dublin-verordening. Met deze maatregel wordt het
Nederland verboden Somalische asielzoekers uit te zetten naar
Griekenland. Minister Hirsch Ballin vroeg de nadrukkelijke aandacht van
Griekenland en de Commissie voor deze ontwikkeling. 

De Commissie reageerde door te stellen dat de goede toepassing van de
Dublin-verordening en de relatie met het EVRM inderdaad punten van
aandacht zijn. De Commissie zal er verder naar kijken. De Commissie
beloofde regelmatig terug te rapporteren over de onderhandelingen. 

19.	e-Justice

-	verslag aan de Raad

-	goedkeuring van de routekaart

	-	toetsingsclausule actieplan

	Tijdens dit agendapunt vermeldde het Voorzitterschap enkel dat het
e-Justice-portaal tijdens de informele bijeenkomst van de JBZ-Raad op 

15-16 juli a.s. zal worden gelanceerd. 

20. 		Diversen

		-	Presentatie door het aanstaande Belgische Voorzitterschap 

			van de prioriteiten op het gebied van JBZ

In verband met de dodelijke schietpartij in het Brusselse Paleis van
Justitie werden de Belgische prioriteiten slechts summier gepresenteerd.

Op het terrein van migratie zal het Europees Pact inzake immigratie en
asiel prioriteit krijgen. Dit zal ook een onderwerp zijn van de
informele bijeenkomst van de JBZ-Raad in juli a.s. Daarnaast zal een
speciale ministeriële bijeenkomst plaatsvinden op 13-14 september a.s.
waarin onder meer de effectiviteit van asielprocedures zal worden
besproken. 

Daarnaast zal het Belgische Voorzitterschap aandacht geven aan kwetsbare
groepen, zoals minderjarigen, de kwaliteit van de besluitvorming ten
aanzien van asielaanvragen en solidariteit tussen de lidstaten. Bij
onbegeleide minderjarigen zal de leeftijdsbepaling ook worden besproken
en kunnen best practices op dit gebied worden uitgewisseld. Verder
aandacht voor legale migratie (“single permit”, seizoenswerkers).
Ook zal er een conferentie worden georganiseerd over een Europees model
voor integratie. Voor wat betreft illegale migratie gaf het aanstaande
Voorzitterschap aan te willen aanhaken bij eerdere Franse initiatieven,
zoals het algemeen versterken van grensbewaking door het versterken van
het mandaat van Frontex. 

Op het terrein van Binnenlandse Zaken zal interne veiligheid (met de
Commissie) worden opgepakt. Ook zal er een werkprogramma voor COSI
worden vastgesteld. Daarnaast zal misdaadpreventie, het bestrijden van
illegale wapenhandel en het voorkomen van radicalisering een belangrijke
rol spelen. 

Op het terrein van Justitie zal vooral prioriteit worden gegeven aan
lopende zaken, zoals bescherming van slachtoffers, bestrijding van
mensenhandel en huiselijk geweld (finaliseren Europees
beschermingsbevel). Ook zal er een volgende stap worden gezet op het
gebied van de procedurele rechten in de vorm van informatie over de
rechten van de verdachte. Verder zal het Europees
bewijsverkrijgingsbevel aan de orde komen. 

-	Studie in opdracht van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en
binnenlandse zaken van het Europees Parlement (LIBE): “Welk stelsel
van lastenverdeling tussen de lidstaten voor de opvang van
asielzoekers?“

Dit onderwerp werd op verzoek van Malta behandeld. Malta  benadrukte het
belang van de genoemde studie en het onderwerp lastenverdeling.
Juridische harmonisatie van asielprocedures zonder interne
lastenverdeling zou een averechts effect kunnen hebben. Alleen fysieke
hervestiging kan leiden tot een effectieve lasten- verdeling. 

-	EU-Canada: visa

Op 14 juli 2009 heeft Canada de visumplicht voor Tsjechische onderdanen
heringevoerd. De Commissie heeft in overleg met Tsjechië geijverd voor
herstel van het visumvrij reizen voor Tsjechische onderdanen naar
Canada, totnogtoe zonder succes. 

Tsjechië benadrukte het gebrek aan vooruitgang en vroeg wanneer de
Commissie met haar jaarlijkse verslag over het gemeenschappelijk
visumbeleid zal komen. In het verslag over 2009 is de kwestie
nadrukkelijk onderstreept en Tsjechië gaf aan dat dit ook in het nieuwe
verslag zou moeten gebeuren. De Commissie onderkende dat Canada niet
snel optreedt, maar gaf aan het te vroeg te achten voor tegenmaatregelen
(dit is verder aan de Raad). 

Binnenkort zal er weer een bijeenkomst met Canada op deskundigenniveau
plaatsvinden. Eind juli zal het nieuwe verslag uitkomen waarin ook op de
Canadees-Tsjechische situatie zal worden ingegaan. 

-	Academie voor corruptiebestrijding

Oostenrijk wees kort op de oprichting van de academie voor
corruptiebestrijding, de eerste in haar soort. Binnenkort zal een
uitnodiging volgen voor een seminar op 2 en 3 september a.s. ter
gelegenheid van de oprichting.  

-	EU-Turkije: terug- en overnameovereenkomst

De Commissie benadrukte het belang van een terug- en
overnameovereenkomst met Turkije. De belangrijkste elementen van de
overeenkomst zijn: readmissie derdelanders, transit en versnelde
procedure. Het huidige document is slechts een overeenkomst tussen
onderhandelaars; de Raad moet hierover nog besluiten. Deze overeenkomst
is niet gekoppeld aan de problematiek van visa richting Turkije. Pas na
sluiting van de overeenkomst acht de Commissie de tijd rijp om een
volwassen dialoog over visa aan te gaan met Turkije. 

 Dit verslag is gebaseerd op de tijdens de Raad vastgestelde agenda en
wijkt af van de onderwerpen die in de geannoteerde agenda (Kamerstuk 32
317, nr. D) zijn vermeld.

 Zie voor het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 32317 nr. 12.

 Bulgarije, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg,
Hongarije, Oostenrijk, Roemenië, Slovenië

 PAGE   1 

 PAGE   1