[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2010D26149, datum: 2010-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 7 juni 2010. (2010D26148)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage: Verslag Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid
en Consumentenzaken, onderdeel WSB van 7 juni 2010 te Luxemburg

Deze laatste Raad onder Spaans voorzitterschap werd voorgezeten door de
ministers Corbacho Chaves (werkgelegenheid), Jiménez García-Herrera
(sociaal beleid) en Aído Almagro (gelijke kansen). Aanwezig waren
vertegenwoordigers van 27 EU Lidstaten en de Commissarissen Andor
(sociaal beleid en inclusie) en Reding (gelijke kansen). Tevens waren de
voorzitters van het Werkgelegenheidscomité en het Sociaal
Beschermingscomité aanwezig.

Gelijke behandeling buiten de arbeid (voortgangsverslag)

De voorzitter gaf aan dat er onder Spaans voorzitterschap was gewerkt
aan het vermijden van ambiguïteit over de reikwijdte van de
conceptrichtlijn, het verhelderen van de definitie van discriminatie, de
afbakening van de competenties van respectievelijk de Commissie en de
lidstaten en de precieze bepalingen ten aanzien van de
discriminatiegrond handicap. Commissaris Reding herbevestigde het
commitment van de Commissie ten aanzien van de richtlijn maar gaf aan
dat ook de Commissie het onderhandelingsproces de tijd wil geven om tot
een gebalanceerd eindresultaat te komen. Voor wat betreft de
discriminatiegrond handicap wees zij op de link tussen de
conceptrichtlijn en het VN-Verdrag betreffende mensen met een handicap. 

Voorbereiding Europese Raad van 17 juni 2010: Europa 2020-strategie –
een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie (debat)

De Raad discussieerde over het ‘headline poverty target’ voor de
Europa 2020-strategie en over de meest geëigende indicatoren om armoede
op EU-niveau mee vast te stellen. Basis voor de discussie was een door
het Sociaal Beschermingscomité (SPC) voorbereid en breed gedragen
compromis, waarbij gekozen wordt voor een mandje met drie indicatoren.
Deze zijn een relatieve en een absolute armoede-indicator (material
deprivation) en een arbeidsmarktgerichte indicator (jobless households)
en een doelstelling om de armoede in de EU uiterlijk in 2020 terug te
brengen met tenminste 20 miljoen mensen.

In een tafelronde gaf het merendeel van de lidstaten aan bij wijze van
compromis met het voorliggende voorstel in te kunnen stemmen. 

Enkele Lidstaten, waaronder Nederland, lieten doorschemeren het
SPC-voorstel te kunnen steunen maar als compromis. Zij gaven in hun
interventie aan dat in hun lidstaat de bestrijding van armoede vooral
gezocht wordt in verhoging van de arbeidsparticipatie.

Nederland dat zich tijdens de vorige Raad had uitgesproken tegen het
gebruik van een relatieve armoedemaatstaf (die meer zegt over
inkomensspreiding dan over minimuminkomens), sprak dank uit voor het
feit dat in het voorliggende compromis gekozen is voor een ‘mandje’
van drie indicatoren. Minister Donner gaf aan dat het een hoofdzorg is
dat het opnemen van zowel een armoede- als een werkgelegenheids-target,
leidt tot een gebrek aan focus op banencreatie terwijl het aan het werk
helpen van mensen in de Nederlandse opvatting de meest effectieve vorm
van armoedebestrijding is. Hij gaf aan dat met het feit dat de discussie
over de SZW-component van de EU2020-strategie zich tot nu toe vooral
heeft toegespitst op het armoedetarget, zijn vrees eigenlijk al
bewaarheid wordt. Tot slot steunde de minister het voorstel tot een
mid-term review van strategie en targets in 2015.

Commissaris Andor verwelkomde de grote mate van consensus over het
voorliggende SPC-voorstel. Hij begreep de roep van meerdere lidstaten om
een op arbeidsparticipatie gefocuste armoede aanpak maar stelde dat bij
het optreden van het fenomeen van ‘working poor’ in lidstaten,
arbeidsparticipatie op zich niet voldoende is om armoede te bestrijden.
Hij drong er op aan om bij het verder invullen van de details van de
EU2020-strategie dit najaar, de nadruk te leggen op een effectieve
implementatie.

De Voorzitter stelde een hoge mate van consensus vast en gaf aan het
voorliggende voorstel door te sturen naar de komende Europese Raad. De
Voorzitter stelde voorts een algemene oriëntatie op de
werkgelegenheids-richtsnoeren vast en gaf aan dat definitieve aanname
zal moeten wachten tot het najaar, als het Europees Parlement zijn
advies heeft afgerond.

In het lunchdebat stonden de sociale en werkgelegenheidsgerelateerde
maatregelen in de lidstaten in antwoord op de crisis centraal. Meerdere
ministers gaven weliswaar aan in enkele sectoren een verbetering van de
arbeidsmarkt te zien maar niettemin te verwachten dat de piek van de
werkloosheid pas eind 2010 zal worden bereikt. Tevens stelden zij
opnieuw vast dat het stimuleringsbeleid van overheden niet prematuur
moet worden afgebouwd omdat dit het prille herstel van de economie zou
kunnen ondergraven. In dit kader was er tevens ruime overeenstemming om
bij de nieuwe EU2020-strategie, financieel, economisch en sociaal beleid
steeds in samenhang te bezien.

 

Opinie ‘Solidariteit in de gezondheidszorg’ en interim rapport
Sociaal Beschermingscomité

De voorzitter stelde dat als gevolg van de vergrijzing zowel de
zorgstelsels als de pensioenstelsels in de lidstaten al onder druk
stonden maar dat nu, met het uitbreken van de crisis, de problemen in
versneld tempo naar voren zijn gekomen.

Commissaris Andor stelde dat in veel lidstaten de afgelopen 15 jaar de
pensioenstelsels al belangrijk hervormd zijn maar dat meer hervormingen
nodig zijn nu in meerdere lidstaten op afzienbare termijn, zich de
situatie aandient dat het aantal gepensioneerden in aantal de werkzame
bevolking zal overtreffen. Hij stelde tevens dat de huidige
staatsschuldencrisis acuut de kwetsbaarheid van pensioenstelsels op
omslagbasis had aangetoond. Andor vestigde voorts de aandacht op het
deze zomer te verschijnen groenboek pensioenen dat beoogt een dialoog op
gang te brengen om EU-wijd tot maatregelen te komen, gericht op
toereikende en houdbare pensioenstelsels. De Commissaris gaf aan dat de
Commissie het tussentijds verslag als een belangrijke input voor haar
werk zal meenemen. Het advies over solidariteit in de gezondheidszorg
werd door de Raad aangenomen.

Houdbare socialezekerheidsstelsels die toereikende pensioenen en
doelstellingen inzake sociale inclusie haalbaar maken (raadsconclusies)

De Voorzitter wees op het belang van een evenwicht tussen enerzijds
toereikende pensioenen en anderzijds de noodzaak van houdbare
overheidsfinanciën. Commissaris Andor onderstreepte het belang van werk
van het Sociale Beschermingscomité en het Economisch Beleidscomité bij
het monitoren, het beleidsleren en het uitwisselen van beleidservaringen
op het vlak van pensioenen. Hij gaf aan dat de Commissie groot belang
hecht aan een sterkere coördinatie van het pensioenbeleid in de
lidstaten en dat de Commissie de lidstaten wil bijstaan bij het
modelleren van hun nationale pensioensystemen om daarmee meer inzicht te
krijgen in de lange termijnuitkomsten.

Minister Donner nam het woord om aandacht te vragen voor het op 4 juni
jl. in Nederland bereikte conceptakkoord tussen de sociale partners om
de pensioenleeftijd te verhogen. Daarnaast wees hij erop dat de
vergrijzingsdiscussie op EU-niveau niet enkel moet focussen op
pensioenen maar evenzeer op beleid gericht op het langer aan het werk
houden van oudere werknemers. De Raadsconclusies werden unaniem door de
Raad aangenomen.

Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: de koers voor de toekomst
(raadsconclusies)

De Voorzitter onderstreepte het belang van het ‘Nieuwe Vaardigheden
voor Nieuwe Banen’-initiatief als een middel om de aansluiting tussen
de wereld van onderwijs en scholing enerzijds en de arbeidsmarkt
anderzijds, belangrijk te verbeteren. Commissaris Andor benadrukte het
belang van beleid gericht op onderwijs en leven lang leren voor de EU,
om mee te kunnen komen met de concurrentie op de wereldmarkten. Hij wees
verder op de noodzaak om dit initiatief goed aan te laten sluiten bij de
EU2020-strategie die deze maanden vorm krijgt. De Raadsconclusies werden
unaniem door de Raad aangenomen.

Associatiebesluiten sociale zekerheid met Kroatië, Macedonië, Israël,
Marokko, Tunesië en Algerije (politiek akkoord)

Nederland was vanaf het begin van de onderhandelingen kritisch over deze
Commissievoorstellen, omdat de originele tekst de Nederlandse bilaterale
verdragen met betrekking tot export van sociale zekerheid met deze
landen doorkruist. In deze bilaterale verdragen worden met name
afspraken gemaakt over verificatie en controle. Het is Nederland gelukt
om de besluiten op een aantal punten aangescherpt te krijgen. De
bepaling m.b.t. administratieve en medische controle is behoorlijk
uitgebreid, waarbij lidstaten de bevoegdheid hebben gekregen om zelf
medische of administratieve controle uit te oefenen. Daarnaast is een
bepaling opgenomen op grond waarvan de handhavingsafspraken in
bilaterale overeenkomsten van kracht blijven op voorwaarde dat deze niet
de rechten van uitkeringgerechtigden op grond van het Besluit aantasten.
Verder wilde Nederland wilde in de Besluiten een bepaling opnemen die
lidstaten de mogelijkheid geeft om in hun nationale wetgeving specifieke
eisen op het gebied van informatieverstrekking te stellen aan buiten
Nederland wonende rechthebbenden en had hiertoe een tekstvoorstel
gedaan. Alhoewel een aantal Lidstaten en de Commissie in eerste
instantie kritisch waren over het opnemen van zo’n paragraaf, lukte
het Nederland om en marge van de Raad voldoende steun te creëren.
Tijdens het debat in de Raad gaf minister Donner aan dat Nederland een
lange traditie heeft van export van uitkeringen. Nederland hecht er
daarbij aan dat rechtmatigheid van deze uitkeringen zowel in Nederland
als in het buitenland verzekerd kan worden. Nederland wil daarom de
mogelijkheid hebben om aan rechthebbenden in een derde land specifieke
eisen te stellen die een compensatie bieden voor het feit dat geen
verificatie kan worden verkregen van de door hen verstrekte informatie,
bij de autoriteiten in hun land. Het Nederlandse voorstel werd door alle
lidstaten aanvaard en de tekst van de associatiebesluiten aangenomen. De
positie van de EU zal nu naar de betreffende Associatieraden worden
kenbaar gemaakt.

Betere integratie van de Roma (raadsconclusies)

De Voorzitter stelde dat Romabeleid, vanuit gelijke kansen perspectief,
vooral gericht moet zijn op gelijke toegang tot onder meer huisvesting,
onderwijs, arbeidsmarkt en gezondheidszorg. Commissaris Reding stelde
dat op de Roma-top in Córdoba veel bereikt is en onderstreepte het
belang van een gezamenlijke aanpak van het vraagstuk door lidstaten,
Commissie en belangenorganisaties in nauw overleg met de Roma
gemeenschap zelf. Ze wees op het charter van fundamentele rechten bij
het Verdrag als extra motief voor alle betrokken partijen om dit
vraagstuk prioriteit te (blijven) geven. Commissaris Andor wees op de
grote omvang van de Roma populatie en het (eigen)belang om ook tegen de
achtergrond van de vergrijzing, deze omvangrijke arbeidsreserve niet
onaangesproken te laten. De Raadsconclusies werden unaniem door de Raad
aangenomen.

Actief ouder worden (raadsconclusies)

De Voorzitter stelde dat het, op zich gunstige feit van een hogere
levensverwachting, ook raakt aan belangrijke beleidsvragen betreffende
adequate en houdbare pensioenen en een langer werkzaam leven. De
Raadsconclusies werden unaniem door de Raad aangenomen.

Nieuw Europees kader ten behoeve van personen met een handicap
(resolutie)

De Voorzitter memoreerde de voorzitterschapsconferentie in Zaragoza en
sprak van een goede uitkomst. Commissaris Reding benadrukte nogmaals het
belang van een transversale aanpak. Ook benadrukte ze het belang van een
goede stroomlijning van dit beleidsterrein met de aanstaande
EU2020-strategie. Commissaris Andor wees op het (eigen) belang van
bedrijven en overheden om ook in het licht van de vergrijzing, de
omvangrijke arbeidsreserve die deze groep biedt zo goed mogelijk te
benutten. De Resolutie werd unaniem door de Raad aangenomen.

Diversen

a) Gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen – 2e
lezing (informatie)

De voorzitter vestigde de aandacht op het onder Spaans voorzitterschap
verkregen tweede-lezing-akkoord over de zelfstandigenrichtlijn. Hij
stelde dat de richtlijn een wezenlijke verbetering van de positie van
vrouwelijke zelfstandigen en meewerkende partners in familiebedrijven
teweeg zal brengen.

Commissaris Reding toonde zich zeer ingenomen met het akkoord en sprak
de verwachting uit dat de richtlijn naast een verbetering van de sociale
positie van vrouwelijke zelfstandigen en meewerkende partners in
familiebedrijven, ook een belangrijke impuls voor vrouwelijk
ondernemerschap zal betekenen. 

b) ESF: vereenvoudiging van de procedures

Commisaris Andor sprak sympathie uit voor de Italiaanse wens om de
procedures voor aanvraag en gebruik van het ESF te vereenvoudigen. Hij
wees in dit opzicht op de resultaten die sinds het uitbreken van de
crisis zijn bereikt, onder meer de acceleratie van uitbetalingen en de
mogelijkheid tot het doen van lump sum betalingen.

		

c) Werkprogramma van het aankomend Belgisch voorzitterschap

Het aankomend voorzitterschap (België) gaf een kort overzicht van de
prioriteiten van het inkomend Belgisch Raadsvoorzitterschap. Prioriteit
is het tegengaan van de oplopende werkloosheid, waarbij de nadruk ligt
op de exit van de crisis en lange termijn werkgelegenheidscreatie.
Hierbij zal een focus liggen op groene banen, de
werkgelegenheidsaspecten van vergrijzing, transities op de arbeidsmarkt
met een focus op carrièreontwikkeling en leven lang leren en de
werkgelegenheidsaspecten van bedrijfsherstructureringen.

Op wetgevend terrein zal de nadruk liggen op de zwangerschapsrichtlijn
en de opmaat naar een nieuwe voorstel voor de Arbeidstijdenrichtlijn.

Voor wat betreft het gelijke-kansen-beleid zal de nadruk liggen op de
nieuwe gender strategie van de Commissie, gelijke beloning m/v, het
tegengaan van geweld tegen vrouwen. De richtlijn gelijke behandeling
buiten arbeid liet men onvermeld.

 PAGE   1 

 PAGE   1