[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsreactie op het Erfgoedverslag 2009

Bijlage

Nummer: 2010D27841, datum: 2010-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Jaarverslag Erfgoedinspectie 2009 inclusief de beleidsreactie van de Sts van OCW en de Sts van BZK (2010D27839)

Preview document (🔗 origineel)


Beleidsreactie op het Erfgoedverslag 2009

Algemeen

In 2009 is veel gebeurd op erfgoedgebied, zo blijkt ook uit
Erfgoedverslag 2009 van de Erfgoedinspectie. De Hollandse waterlinie,
met al zijn forten en vestingswerken, is rijksmonument geworden. De
beleidsbrief Modernisering monumentenzorg is door de Kamer aanvaard: een
impuls voor het monumentenbeleid. Tevens is het UNESCO 1970 verdrag door
de Eerste en Tweede Kamer geratificeerd. 

Ik ben dan ook blij met de - per saldo - positieve conclusie van
Erfgoedinspectie over het behoud en beheer van het culturele erfgoed. Ik
waardeer het zeer dat de Erfgoedinspectie met haar rapportages een
bijdrage levert aan verbetering van het beheer en behoud van het erfgoed
in Nederland. 

In deze beleidsreactie ga ik in op algemene ontwikkelingen in het
toezicht door de Erfgoedinspectie en zelfregulering in de
erfgoedsectoren. Daarnaast worden de ontwikkelingen in de
erfgoedsectoren, archeologie, museale collecties, monumentenzorg en
archieven besproken. Tot slot behandel ik enkele internationale
verdragen die voor de erfgoedsector relevant zijn. 

Het inspectieverslag 2009 van de Erfgoedinspectie en onderhavige
beleidsreactie sturen de Staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties en ik aan de Eerste en Tweede Kamer. Dit is conform
de procedure die geldt voor het archiefwettelijk toezicht, zoals
vastgelegd in de Archiefwet 1995. De staatsecretaris van OCW en de
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dragen een
gedeelde verantwoordelijkheid voor het archiefbeleid, die tot
uitdrukking komt door het rapport gezamenlijk aan te bieden. Derhalve
dient bij het onderdeel archieven daar waar ‘ik’ staat, ‘wij’
gelezen te worden. Voor de onderdelen, archeologie, collecties,
monumenten en internationaal in deze beleidsreactie ligt de
verantwoordelijk bij de staatssecretaris van OCW. 

Ontwikkelingen in het toezicht

Zelfregulering 

Zelfregulering vormt in de erfgoedsector een belangrijk onderdeel van
het stelsel, dit in het bijzonder voor musea en de archeologie. De
conclusie van de Erfgoedinspectie dat er nog verbeterslagen te maken
zijn in de kwaliteitszorg, deel ik. Het kost tijd eer organisaties
interne processen, zoals audits of kwaliteitssystemen, hebben ingevoerd
en de bijbehorende mentaliteitsomslag is gemaakt. MĂšt de
Erfgoedinspectie beschouw ik de visitaties van de musea als een adequaat
instrument voor de borging van kwaliteit.

Monitor

De Erfgoedinspectie heeft in 2009 voor het eerst haar monitor, die al
langere tijd gebruikt werd in de archiefsector, ingevoerd voor alle
sectoren. Dit is een positieve toevoeging aan het instrumentarium van de
Erfgoedinspectie. Met de monitor kan beter invulling gegeven worden aan
het principe van toezicht op afstand c.q. systeemtoezicht. De
Erfgoedinspectie kan haar inspecties (vooraf) gerichter maken; met de
monitor kan per sector een risicoanalyse uitgevoerd worden die de basis
kan zijn voor een jaarwerkprogramma. Verder is achteraf via
effectmetingen vast te stellen welke bijdrage het toezicht geleverd
heeft aan de naleving van wet- en regelgeving en de borging van de
kwaliteit. Het is wel van belang dat de monitor wordt uitontwikkeld. De
komende jaren moeten de resultaten uit de monitor zorgvuldig
geanalyseerd en geverifieerd worden. 

Archeologie

Rapporten 2010

In 2009 zijn door de Erfgoedinspectie meerdere onderzoeken op het gebied
van de archeologie gestart. Het merendeel van deze rapporten komt in
2010 beschikbaar. Te zijner tijd reageer ik op deze rapporten. De
Erfgoedinspectie behandelt in de rapporten de naleving van
organisatieplannen van vergunninghoudende bedrijven en gemeenten, de
aanwezigheid van standaardrapporten bij opgravingen en de inventarisatie
van overtredingen bij beschermde archeologische monumenten. 

Evaluatie WAMZ

In 2011 vindt de evaluatie van WAMZ plaats. De Erfgoedinspectie biedt
haar expertise aan en wil graag betrokken worden bij deze evaluatie. Het
spreekt voor zich dat de Erfgoedinspectie hierbij betrokken wordt. In
het voorjaar 2010 is een start gemaakt met de evaluatie. 

Archieven

Archiefruimten

Eind 2009 is de nieuwe archiefregeling gepubliceerd, die per 1 april
2010 van kracht is geworden. De Erfgoedinspectie doet de aanbeveling een
grondige voorlichtingscampagne in te richten ter voorbereiding van de
invoering van de archiefregeling. Aan de nieuwe archiefregeling is reeds
de nodige ruchtbaarheid gegeven, onder meer door publicatie op de
websites van OCW, de Erfgoedinspectie en het Nationaal Archief. Ook de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft er een nieuwsbericht over
gepubliceerd en het ministerie van Binnenlandse Zaken (BKZ) heeft via
het Directoraat generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk alle Chief
Information Officers (CIO’s) van de Rijksoverheid over de regeling
geĂŻnformeerd. Ik ben dan ook van mening dat aan de aanbeveling van de
Erfgoedinspectie over voldoende voorlichting gehoor is gegeven. Mochten
er desalniettemin vragen over de nieuwe archiefregeling zijn dan kunnen
zorgdragers altijd bij het Nationaal Archief terecht.

Tevens heb ik het rapport van de Erfgoedinspectie over archiefruimten
‘Veilig en wel opgeborgen, een onderzoek naar de archiefruimten van
zelfstandige bestuursorganen’ doorgestuurd aan de Rijksgebouwendienst,
wat aansluit bij de aanbeveling van de Erfgoedinspectie om de
Rijksgebouwendienst de regels voor archiefruimten altijd te laten
meenemen in zijn huisvestingsadvies.  

Tenslotte stelt de Erfgoedinspectie dat zorgdragers gestimuleerd moeten
worden tot het opstellen van een goed onderbouwd veiligheidsplan. Ik
onderschrijf deze aanbeveling in die zin, dat de veiligheid van
archieven integraal onderdeel dient te zijn van de veiligheidsplannen
waarover departementen reeds beschikken. De wijze waarop dit het meest
effectief kan worden gerealiseerd zal ik voorleggen aan de CIO’s, die
bij de departementen verantwoordelijk zijn voor de
informatiehuishouding.

Project wegwerken archiefachterstanden

De Erfgoedinspectie constateert bij het project wegwerken
archiefachterstanden (PWAA) tot 1976 enkele omissies in de gedefinieerde
verzameling achterstanden. Zij concludeert dat met name verzelfstandigde
voormalige overheidsorganisaties gedurende de inventarisatie voor het
PWAA buiten schot zijn gelaten. De Erfgoedinspectie doet dan ook de
aanbeveling om in kaart te brengen welke organisatieonderdelen niet zijn
meegenomen in de inventarisatie die voorafging aan het PWAA, om
vervolgens bij deze organisaties de achterstanden alsnog weg te werken.

In haar aanbevelingen heeft de Erfgoedinspectie drie specifieke
subgroepen reeds geĂŻdentificeerd. 

De eerste twee subgroepen hebben betrekking op het ministerie van OCW.
Het betreft de rijksscholen en de voormalige rijksmusea. Met betrekking
tot de rijksmusea is al overleg geweest met het Nationaal Archief en zal
de Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea (VRM) benaderd worden om dit
probleem aan te pakken. Ten aanzien van de rijksscholen zal een
strategie uitgestippeld worden om ook deze achterstanden in te lopen.

De penitentiaire inrichtingen vallen onder de verantwoordelijkheid van
het ministerie van Justitie. Het desbetreffende rapport van de
Erfgoedinspectie, en de aanbevelingen daarin, hebben wij dan ook
doorgestuurd naar de minister van Justitie.

Ik heb daarnaast de directeur van het Nationaal Archief opdracht gegeven
dit onderwerp mee te nemen in het reguliere overleg met de CIO’s. 

Programma Modernisering Informatiehuishouding en visievorming

De Erfgoedinspectie ziet een gat in de visievorming ontstaan, omdat geen
van beide ministeries BZK en OCW de volledige informatiehuishouding over
de volle breedte van de overheid in ogenschouw zou nemen. Ik neem hier
echter afstand van. Beide departementen werken vanuit hun specifieke
verantwoordelijkheid juist eensgezind samen en bestrijken hierdoor de
hele breedte van de informatiehuishouding, ook in de visieontwikkeling
die gaande is. Bij deze visieontwikkeling wordt ook de kennis en
ervaring van de Erfgoedinspectie betrokken.

Collecties 

Behoud en Beheer

De Erfgoedinspectie spreekt haar zorg uit over de aandacht voor het
behoud en beheer van de rijkscollectie door de musea. Volgens de
Erfgoedinspectie zouden musea zich genoodzaakt zien de nadruk te leggen
op presentatie en bezoekersaantallen. Zij beveelt mij aan oog te houden
voor beheer en behoud aangezien uit de monitor blijkt dat de aandacht
daarvoor verslapt.

Goed behoud en beheer van de rijkscollectie is van het allergrootste
belang. Daarnaast is het van belang dat musea aandacht besteden aan
presentatie en aan bezoekersaantallen. Over behoud en beheer, evenals
over bezoekersaantallen en collectiemobiliteit, heb ik afspraken gemaakt
met de musea. In contacten met musea komen deze onderwerpen steeds aan
bod. Op grond van deze gesprekken heb ik tot op heden vertrouwen in de
expertise van de musea om een goede balans te vinden tussen
collectiebeheer en publieksbereik 

Ik neem het signaal van de Erfgoedinspectie serieus. Op het terrein van
collectiebeheer is zelfregulering het uitgangspunt. Indien dit signaal
persisteert zal ik echter aan dit punt nader aandacht geven in de
prestatieafspraken die ik met de collectiebeherende instellingen maak in
het kader van hun bekostiging

Spectrum

De Erfgoedinspectie acht Spectrum, een internationale standaard voor
collectiemanagement, een belangrijk instrument voor kwaliteitszorg en
zelfregulering. Zij raadt mij dan ook dringend aan om op korte termijn
de verdere ondersteuning van Spectrum te borgen. 

De constatering van de Erfgoedinspectie dat steeds meer musea gebruik
maken van Spectrum en er meer uitwisseling en samenwerking tussen de
musea zie ik als een goed voorbeeld van zelfregulering. Ik wil het
initiatief tot verdere ondersteuning en invoering dan ook aan de musea
laten. 

Monumenten 

Monumentenbeleid

De Erfgoedinspectie spreekt ten aanzien van het monumentenbeleid haar
zorg uit over de professionaliteit van gemeenten op het gebied van
monumenten. Zij doet de aanbeveling dat gewaarborgd moet worden dat
gemeenten deskundig toezicht houden. Indien nodig is handhaving gewenst
bij restauraties en verbouwingen van rijksmonumenten en bij
bouwontwikkelingen in de beschermde stads- en dorpsgezichten. 

De conclusies van de Erfgoedinspectie zijn terug te voeren op twee
kernpunten: de integratie van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening
en de professionaliteit, deskundigheid en capaciteit bij gemeenten. Voor
een adequaat erfgoedbeleid is integratie met de ruimtelijke ordening
nodig. De gebiedsgerichte aanpak in de modernisering van de
monumentenzorg (MoMo) staat dit ook voor. In maart 2009 heb ik twee
rapporten naar de Eerste Kamer gestuurd, ‘Evaluatie cultuurhistorie in
gemeentelijke ruimtelijke plannen’ en de ‘Adviesnota bescherming
bouwhistorische waarden’. Uit het eerste rapport blijkt dat het
archeologische aspect redelijk goed in het ruimtelijke proces is
geĂŻntegreerd, maar dat dit minder het geval is bij de gebouwde
monumentenzorg. Dat lag in de lijn der verwachtingen, omdat tot nog toe
het beleid voornamelijk langs het sectorale spoor is vormgegeven. 

Met de wetswijziging die wordt ingevoerd in het kader van de
Modernisering van de monumentenzorg komt hier verandering in. Gemeenten
worden expliciet verplicht om rekening te houden met alle
cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan, waar dat voorheen
alleen gold voor archeologische waarden. De Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed zal in de tweede helft van 2010 een handreiking voor
gemeenten maken, waarin beschreven is hoe gemeenten aan deze wettelijke
verplichting kunnen voldoen

Ten aanzien van de deskundigheidsbevordering is eind 2009 aan
monumentencommissies een handreiking en een cursus aangeboden om de
professionaliteit van monumentencommissies te verbeteren. Dit is van
belang omdat die commissies een belangrijk adviserend orgaan van
gemeenten zijn, Ik verwacht in juni 2010 van de Erfgoedinspectie te
vernemen of deze maatregelen een positief effect hebben.

Tevens heb ik bij de behandeling van de beleidsbrief MoMo aan de Tweede
Kamer toegezegd in 2010 een onderzoek uit te voeren in hoeverre
gemeenten ‘Momo-proof’ zijn. Dat onderzoek is in volle gang. De
Erfgoedinspectie is bij de begeleiding betrokken bijvoorbeeld door het
gebruik van haar monitorgegevens..

Dit alles geeft mij het vertrouwen dat de professionalisering en
deskundigheid van gemeenten voldoende wordt bevorderd. Ik verwacht dat
dit tevens een gunstig effect zal hebben op het proces van toezicht en
handhaving in de monumentenzorg en het monumentenbeleid in het algemeen.


Beschermde stads- en dorpsgezichten

De Erfgoedinspectie stelt dat de instandhouding van beschermde stads- en
dorpsgezichten tussen wal en schip dreigt te vallen, vanwege het gebrek
aan kaderstelling. Bij de aanbevelingen uit het rapport van de
Erfgoedinspectie over het onderzoek naar provinciaal beleid betreffende
erfgoed en ruimtelijke ordening heb ik in mijn beleidsbrief MoMo al
uitgebreid stilgestaan. Ik verwacht dat de gebiedsgerichte benadering
uit MoMo ook op de beschermde stads- en dorpsgezichten een positieve
uitwerking zal hebben. Bovendien zullen de in de bovenstaande paragraaf
geschetste ontwikkelingen en maatregelen bijdragen aan de borging van de
beschermde stads- en dorpsgezichten. 

Bescherming (inter)nationale cultuurgoederen

Internationale verdragen

De Erfgoedinspectie houdt toezicht op de uitvoering van meerdere
internationale verdragen ter bestrijding van de illegale handel in
cultuurgoederen. In 2009 is daar, na goedkeuring door de Tweede en
Eerste Kamer, het UNESCO-verdrag 1970 bijgekomen. Samen met de
Erfgoedinspectie werk ik aan het breed onder de aandacht brengen van de
regelgeving op het gebied van de in- en uitvoer van cultuurgoederen.
Hiervoor worden onder meer bijeenkomsten georganiseerd en een brochure
uitgegeven. 

Ten aanzien van deze internationale verdragen doet de Erfgoedinspectie
mij een aantal aanbevelingen. Een van deze aanbevelingen betreft de
noodzaak tot meer samenwerking tussen de handhavende diensten. In
reactie op het rapport ‘Schone kunsten’ in 2008 heb ik reeds de
noodzaak van een goede samenwerking erkent en zijn hierover
aanbevelingen gedaan door mij en de Ministers van Justitie, Binnenlandse
Zaken en de Staatssecretaris van Financiën. Ik ondersteun de oproep van
de Erfgoedinspectie dat deze samenwerking ook met de politie, d.w.z. het
Korps Landelijke Politiediensten en aanspreekpunten bij de regionale
politiekorpsen, verder ontwikkeld wordt en geformaliseerd, naar
voorbeeld van de samenwerking met de Belastingdienst/Douane. Om de
handhavingsketen te complementeren benadruk ik ook de noodzaak op korte
termijn een landelijke Officier van Justitie aan te wijzen voor de
kunstcriminaliteit, reeds aangekondigd in 2008 en ook later herhaald
door de minister van Justitie. Deze Officier van Justitie kan een
toegevoegde waarde hebben, de politie, douane en EGI hebben behoefte aan
Ă©Ă©n aanspreekpunt binnen het OM voor dit onderwerp. Bovendien zou een
dergelijke Officier van Justitie ook van nut kunnen zijn voor een
effectievere handhaving op het gebied van monumenten en archeologie.

Tenslotte waardeer ik de inzet van de Erfgoedinspectie om de
handhavingsketen voor dit onderwerp op orde te brengen. 

 Kamerstukken, Eerste Kamer, vergaderjaar 2008 – 2009, 29259 I

 Kamerstuk 2009-2010, 32156, nr. 1, Tweede Kamer