[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Informele Milieuraad van 11, 12 en 13 juli jl.

Bijlage

Nummer: 2010D30915, datum: 2010-07-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag van de Informele Milieuraad van 11 tot en met 13 juli 2010 (2010D30914)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag Informele Milieuraad 11, 12 en 13 juli 2010

Van 11 tot 13 juli vond in Gent de Informele Milieuraad plaats. Het
thema was "duurzaam gebruik van materialen". Onder leiding van de
Vlaamse milieuminister Joke Schauvliege hebben de 27 EU-landen en 7
andere Europese landen, de meeste op politieke niveau vertegenwoordigd,
als ook Commissie, Parlement, milieuagentschap EMA en milieubeweging
EEB, over dit thema van gedachten gewisseld. Tijdens de lunch op 13 juli
is er in beperkte samenstelling ook gesproken over de stand van zaken in
de klimaatonderhandelingen en de “weg naar CancĂșn”. Nederland werd
op de Informele Milieuraad op ambassadeursniveau vertegenwoordigd. 

Duurzaam gebruik van materialen

De centrale vraagstelling van de bijeenkomst luidde: “ Hoe kan
EU-beleid ervoor zorgen dat materialen (grondstoffen, producten en
afvalstoffen) zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk worden benut?
Oftewel, hoe kunnen we het natuurlijk kapitaal behouden en de milieudruk
van de gehele levenscyclus reduceren, van winning via productie en
consumptie tot en met afvalbeheer?”

Het gaat hierbij om biotische en abiotische hulpbronnen en een integrale
aanpak van het thema, in een mondiaal perspectief. In de vergadering was
veel steun voor de agendering van het onderwerp door het Belgisch
voorzitterschap.

Hoewel de analyse van de urgentie van het probleem van de hulpbronnen
breed werd gedeeld, viel in het debat op dat er tussen de lidstaten nog
wel verschillen zitten in denken en praktijk. Sommige landen zijn goed
op weg in hun transitie  om zo min mogelijk afval over te houden en
zoveel mogelijk materialen te recyclen, of materialen te gebruiken als
brandstof. Andere landen zijn nog volop bezig met het opzetten van
gescheiden inzameling en recyclingcapaciteit en hebben daar de
(Europese) steun hard bij nodig. Sommige landen betrokken ook
ecosysteemdiensten bij de behandeling van het thema. Enkele landen
wilden met name focus op de (schaarse) metalen.

In het debat werd een sterke samenhang bepleit met de nieuwe strategie
voor banen en groei,  EU2020. Commissaris Potocnik kreeg veel steun voor
het verder uitwerken van zijn  "Vlaggenschipinitiatief
Hulpbronnenefficiëntie"; onderdeel van de EU2020 strategie. Bij het
uitwerken en uitvoeren van dit initiatief zal de aandacht voor
hulpbronnenefficiëntie ook moeten doorwerken in het innovatiebeleid en
de technologieontwikkeling, R&D, de publieke financiën en fiscale
omvorming (belastingdruk op hulpbronnen in plaats van arbeid). Van veel
kanten kwam de oproep om coördinatie op het gebied van
milieubelastingen. Er werd een verband gelegd met reeds lopend beleid
zoals het  Actieplan Duurzaam Consumeren en Produceren (ecodesign,
duurzaam inkopen, labelling). Zo werd er herhaaldelijk gepleit voor
uitbreiding van de ecodesignrichtlijn naar andere dan energieproducten.

 

Nederland benadrukte de integraliteit en de mondiale invalshoek (WTO) en
gaf het Nederlandse “initiatief duurzame handel” als een concreet 
voorbeeld van hoe actie kan worden ondernomen. Daarnaast pleitte
Nederland om een ambitieuze aanzet die zou moeten leren van de aanpak
bij klimaat. 

Klimaat

Op 13 juli is tijdens de lunch ook gesproken over de
klimaatonderhandelingen en de ‘weg naar CancĂșn”. Tijdens de lunch
gaf Klimaatcommissaris Conny Hedegaard aan dat de EU in de ‘driver’s
seat’ moet  blijven, met Ă©Ă©n stem moet spreken en moet vermijden de
“zwarte piet” te krijgen. In plaats van een alles-of-niets-aanpak
wil de EU een stapsgewijze aanpak.  Voor CancĂșn moet de Unie concrete
voorstellen doen ten aanzien van meten, rapporteren en verifiëren
(MRV), brug slaan tussen China en VS, voorkoming ontbossing (REDD+),
adaptatie, technologie, evt. marktmechanismen en ‘fast start finance'.
 De EU moet verder blijven streven naar een akkoord over
financieringsarchitectuur, verdere CO2-reducties, hogere geldbeloften en
juridische structuur (inclusief voortzetting Kyoto Protocol).

Wat betreft de discussie over de 2020 doelstelling tekenden zich drie
groepen af. De eerste groep met drie grote lidstaten wil dat de EU zijn
voorwaarden voor de -30% CO2-uitstoot loslaat en opener staat voor de
verlenging van het Kyoto Protocol. De tweede groep wil juist meer
voorwaarden inbouwen bij een EU- boodschap voor CancĂșn. De derde groep
waaronder Nederland steunt de lijn van de Commissie. Deze heeft in haar
mededeling aangegeven dat 30% emissiereductie als heldere en
geloofwaardige ambitie moet blijven, maar een unilaterale overgang in de
mondiale onderhandelingen nu niet opportuun is. 

Het Belgische Voorzitterschap concludeerde dat het onacceptabel zou zijn
om geen uitkomst in CancĂșn te hebben. Enkele concrete besluiten moeten
in CancĂșn mogelijk zijn en verder moet er overeenstemming komen over
een ‘road map’ naar Zuid-Afrika volgend jaar. Wat betreft het
Voorzitterschap is het nu niet het moment om de Europese voorwaarden
verbonden aan -30% emissiereductie en de inzet ten aanzien van
Kyoto-verlenging te laten vallen. Op het gebied van klimaat moet de EU
een actieve rol op het wereldtoneel blijven vervullen. Tot slot gaf de
Vlaamse milieuminister Joke Schauvliege aan dat het belangrijk is om in
de Milieuraad van 14 oktober in Luxemburg verdere stappen te zetten.