[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [πŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Bijlage

Nummer: 2010D33931, datum: 2010-09-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag t.b.v. de Nederlandse Antillen, en de Regering van Canada inzake de uitwisseling van gegevens met betrekking tot belastingen (2010D33927)

Preview document (πŸ”— origineel)


Afdeling Verdragen

DJZ/VE-371/10

AAN DE KONINGIN

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten
behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Regering van Canada inzake de
uitwisseling van gegevens met betrekking tot belastingen; Vancouver, 29
augustus 2009 (Trb. 2009, 154)

							’s-Gravenhage, 16 juni 2010

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 november
2009, nr. 09.003291, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het
Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan
mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 23 december 2009, nr.
W02.09.0478/II/K, bied ik U hierbij aan.

Staatkundige hervorming Koninkrijk

De Raad merkt op dat een geografische omschrijving van de Nederlandse
Antillen ontbreekt en vraagt op welke wijze de toepasselijkheid van het
verdrag op de BES-eilanden is verzekerd. Zodra de staatkundige
hervorming van het Koninkrijk een feit is, zal bij de notificatie aan de
wederpartij worden medegedeeld dat het verdrag geldig zal blijven op de
BES-eilanden.

De Raad merkt tevens op dat in de toelichtende nota bij het onderhavige
verdrag (hierna: TIEA) geen aandacht is besteed aan de toepassing van de
TIEA op de toekomstige BES-eilanden. Naar aanleiding hiervan is de
toelichtende nota bij artikel 3 van de artikelsgewijze toelichting op
dit punt aangepast. 

Daarnaast wijst de Raad er op dat bepaalde op de BES-eilanden gevestigde
lichamen fictief in Nederland zijn gevestigd en vraagt vervolgens om aan
te geven welk informatie-uitwisselingsverdrag op de desbetreffende
lichamen van toepassing zal zijn. Hierbij kan opgemerkt worden dat
tussen Nederland en Canada een verdrag tot het vermijden van dubbele
belasting (hierna: Belastingverdrag) geldt, dat nog steeds toepassing
vindt. Dit Belastingverdrag bevat in artikel 26 een bepaling inzake
informatie-uitwisseling. De vraag kan rijzen wat de verhouding is tussen
de TIEA en artikel 26 van het zojuist genoemde Belastingverdrag. Deze
vraag is in het bijzonder relevant indien sprake is van een lichaam dat
op grond van artikel 5.2 van het wetsvoorstel Belastingwet BES voor de
toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de
dividendbelasting 1965 fictief in Nederland is gevestigd. Twee
deelsituaties kunnen worden onderscheiden. 

Indien Canada een verzoek doet met betrekking tot de uitvoering van de
Canadese belastingwetgeving kan zowel op grond van de TIEA als het
Belastingverdrag bijstand worden verleend door Nederland. Van belang is
slechts of de gevraagde informatie voorzienbaar relevant is voor de
Canadese heffing. Hetzelfde geldt voor toepassing van artikel 26 van het
Belastingverdrag. 

Indien de Nederlandse belastingdienst ten behoeve van de
vennootschapsbelastingheffing informatie wil opvragen bij de Canadese
belastingdiensten, zal Nederland een informatieverzoek kunnen doen op
basis van het Belastingverdrag. Op grond van artikel 5.2 van het
wetsvoorstel Belastingwet BES en artikel 2, achtste lid, Wet op de
vennootschapsbelasting 1969 is het desbetreffende lichaam immers
onderworpen aan Nederlandse vennootschapsbelasting en wordt behandeld
als binnenlands belastingplichtige. Dit lichaam valt daarmee onder de
reikwijdte van het Belastingverdrag. 

Modelverdrag

Naar aanleiding van het advies van de Raad om in de toelichtende nota
een puntsgewijze opsomming op te nemen van afwijkingen van het
OESO-modelverdrag, is in de toelichtende nota kort weergegeven welke
artikelen substantieel afwijken van het OESO-modelverdrag. De
afwijkingen zelf worden vervolgens toegelicht in de artikelsgewijze
toelichting. Voor zover de bepalingen niet substantieel van het
modelverdrag afwijken, is het OESO-commentaar op het modelverdrag van
overeenkomstige toepassing.

Inwerkingtreding

Het is niet duidelijk op welk redactioneel verschil de Raad doelt.
Indien gedoeld wordt op het - taalkundige- verschil tussen het woord
β€˜vanaf’ in de Nederlandse tekst en het woord β€˜on’ in de Engelse
tekst, kan geantwoord worden dat het hier niet gaat om een inhoudelijk
verschil. 

Persoonsgegevens

De toelichting bij artikel 8 inzake vertrouwelijkheid is aangepast, in
aanmerking genomen het advies van de Raad.

Redactionele kanttekeningen

Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven.

Ik moge U  verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen
het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter
stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan Staten van de
Nederlandse Antillen.

DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,

 Den Haag, 27 mei 1986, Trb. 1986, 65, laatstelijk gewijzigd bij
Wijzigingsprotocol van 25 augustus 1997, Trb. 1997, 258.