Besluit subsidiëring Huis voor democratie en rechtsstaat
Bijlage
Nummer: 2010D34987, datum: 2010-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Financiële bijdrage van de Kamer aan het Huis voor democratie en rechtsstaat (2010D34986)
Preview document (🔗 origineel)
Mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA Den Haag Den Haag, 25 augustus 2010 Betreft: besluit subsidiëring Huis voor democratie en rechtsstaat Geachte mevrouw Bijleveld-Schouten, Op ambtelijk niveau heeft de Tweede Kamer kennis kunnen nemen van uw conceptregeling voor de subsidiering van het Huis voor democratie en rechtsstaat. Dat leidt mij tot de volgende opmerkingen. De Tweede Kamer heeft de bereidheid uitgesproken om de middelen die op haar Raming staan ter financiering van de schadeloosstelling van de in Nederland gekozen leden van het Europees parlement, nu deze leden voortaan rechtstreeks via Brussel worden gehonoreerd, in beginsel beschikbaar te stellen voor het Huis voor democratie en rechtsstaat. De Kamer wordt daarmee de grootste contribuant van het Huis. Het gaat hier maximaal om 2.486.000 euro (ultimo 2011). Maximaal omdat de herkozen leden van het Europees Parlement nog eenmaal konden kiezen voor honorering vanuit het land waar men gekozen is. Twee leden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. In het licht van bovenstaande acht ik het gerechtvaardigd dat de Voorzitter van de Tweede Kamer wordt betrokken bij de beoordeling van de jaarplannen van de stichting. Er worden daar straks immers ook activiteiten ondernomen die sterk samenhangen met het onder de aandacht van de doelgroep van het Huis te brengen werkzaamheden van, in en door de Tweede Kamer en de positie ervan in ons democratisch bestel. Het zal u niet onbekend zijn dat heel veel parlementen dit soort activiteiten zelf organiseren, terwijl we dat nu voor een groot deel in handen leggen van een onafhankelijke stichting. Dit geldt overig ook voor de activiteiten van de Stichting Bezoekerscentrum Binnenhof (SBB). Het bestuur van deze stichting wordt nu nog gevormd door de beide kamers, maar de SBB draagt haar werkzaamheden over aan het Huis in de vorm van een juridische fusie. Daarbij teken ik nog aan dat de Tweede Kamer de stichting jaarlijks met 70.000 euro subsidieert om zo de entreeprijs voor het bezoek aan de beide kamers en de Ridderzaal op een aanvaardbaar niveau te houden. Ook in dat verband acht ik blijvende betrokkenheid van de Kamer op zijn plaats. Zoals meerdere keren is uitgesproken en bevestigd, is de Tweede Kamer bereid om de bovengenoemde bijdrage te leveren en is het ook het voornemens dit bedrag op termijn over te boeken naar het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tot dat nader vast te stellen moment, samenhangend met de opening van het fysieke Huis, waarover nog besluitvorming in de Stuurgroep moet plaatsvinden, is de Kamer bereid bij te dragen aan de exploitatie van het Huis in wording op basis van de behoefte aan financiering zoals die zal moeten blijken uit de door de directie van het Huis op te stellen meerjarenvisie. Vooralsnog zal de Kamer een substantieel van de middelen aanwenden voor verbetering van de toegang voor bezoekers en de publieke uitstraling van de Tweede Kamer. Met vriendelijke groet, Gerdi A. Verbeet Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal