Preview document (🔗 origineel)

---

									

Aan: de Minister voor W.W.I

Van: extern toezichthouder Servatius

Betreft: eindverslag, periode 2 – 31 maart 2010

Datum: 11 april 2010

Inleiding

In de verslagperiode had het overleg van de interne en externe
toezichthouders met de Bestuurder van Servatius plaats op 22 en 31
maart. Daarnaast was er regelmatig contact per email.

In onderling overleg is tegen het einde van deze periode vastgesteld dat
er onvoldoende aanleiding was om mijn aanwezigheid als externe
toezichthouder bij Servatius te verlengen. 

Dit verslag is derhalve mijn eindverslag; de reguliere externe
toezichthouders nemen nu het stokje over.

Ten behoeve van die reguliere toezichthouders (het CFV en de Minister)
geef ik hieronder puntsgewijs de stand van zaken per 31 maart aan van de
nog openstaande onderwerpen uit mijn voorgaande verslagen.

De eerste drie heb ik in mijn vorige rapportage als vitaal aangemerkt.

Verkoopprogramma

De meerjarenbegroting voorziet in de verkoop van 100 woningen per jaar.
In de maanden januari en februari heeft Servatius de uitgangspunten
daarvoor vastgesteld en de organisatie ingericht. De feitelijke verkoop
ging op 2 maart van start met een informatie-avond voor de bewoners van
de 1100 voor verkoop geselecteerde woningen.

Eind maart waren 98 reacties binnen; 63 daarvan hadden belangstelling
voor het kopen van de eigen woning of een andere. Dat is ca. 6% van de
zittende bewoners. Inmiddels zijn er enkele woningen ook daadwerkelijk
verkocht.

Hierna zal verkoop vooral bij mutatie plaatsvinden (5 – 10% per jaar).
Eind maart ging een mailing uit aan de overige bewoners van Servatius om
de belangstelling voor koop van vrijkomende woningen te peilen. Die
mailing had binnen enkele dagen al ca. 100 reacties opgeleverd.

In de komende maanden zal moeten blijken of met deze acties de
doelstelling van 100 woningen voor dit jaar zal worden gehaald. Zo nodig
kunnen alternatieve strategieën worden overwogen. Het is zaak dit
nauwlettend te volgen aan de hand van de door Servatius geproduceerde
procesinformatie.

Reorganisatie

De meerjarenbegroting voorziet in een reorganisatie die moet leiden tot
een besparing van 2 miljoen euro per jaar. Voor een dergelijke
reorganisatie zijn er ook sterke inhoudelijke redenen: de huidige
organisatie van Servatius is in veel opzichten inadequaat.

Na veelvuldig overleg met de bonden, de OR en individuele medewerkers
presenteerde de Bestuurder begin maart zijn Reorganisatieplan. Tegen het
einde van de maand bereikte hij daarover in beginsel overeenstemming met
de bonden en de OR. De formele afronding daarvan is op 1 mei voorzien,
als de consequenties met de individuele medewerkers zullen zijn
besproken. 

Daarmee wordt een fase van intensief overleg afgesloten en resteert de
implementatie. Het is daarbij zaak ook de ontwikkeling van het
ziekteverzuim te volgen, want de ontwikke-ling daarvan in de afgelopen
periode is zorgelijk te noemen.

AO/IC

Uit het Governanceverslag (voorheen management letter) 2009 van de
accountant was gebleken dat er in de sfeer van de administratieve
organisatie enerzijds veel goed gaat – zoals bijv. het verhuurproces
en het debiteurenbeheer –, maar dat er anderzijds (te) veel niet goed
gaat, met name in de sfeer van de interne controle en de interne
informatie-voorziening.  

De Bestuurder presenteerde desgevraagd op 22 maart een Plan van aanpak
versterking Management Control; ook de accountant was daarbij aanwezig.

Dit Plan van aanpak is door de toezichthouders goedgekeurd als basis
voor het vervolg. Het is duidelijk dat het geruime tijd zal duren voor
alle voorziene deeltrajecten kunnen zijn afgerond. Intussen kan de
voortgang door periodieke stoplichtrapportages worden gevolgd.

Op 22 maart werd voorts de AO/IC kalender vastgesteld. Ook presenteerde
Servatius een eerste maandrapportage volgens het nieuwe format, te weten
die over februari. In de komende maanden zal dit format verder worden
ontwikkeld, mede afhankelijk van de informatiebehoefte van de nieuwe
Raad van Toezicht.

Tenslotte werd op 22 maart het nieuwe Treasury Statuut vastgesteld. Na 1
mei zal dit nog aan het nieuwe organisatieschema moeten worden
aangepast. 

Fiscaliteit

Servatius overlegt – met ondersteuning van de accountant – met de
Belastingdienst over een groot aantal fiscale kwesties (doorzak,
verliescompensatie Campus, VPB, BTW, VSO2). Doel is middels een
Vaststellingsovereenkomst alles te regelen.

Dit is een proces tussen experts dat bestuurlijk niet is te
beïnvloeden. De per saldo afloop durf ik niet te voorspellen; duidelijk
is wel dat er een fors bedrag (plus of min) mee kan zijn gemoeid.

Afwikkeling Campus

Servatius, de Gemeente en de Universiteit hebben aan een drietal
“wijze mannen” advies gevraagd over de afwikkeling van het
Campus-dossier en enkele samenhangende kwesties. Op 23 maart bracht dit
College advies uit. Zij adviseerden Servatius een voorkeurspositie te
verlenen bij nieuwe ontwikkelingen op het Campus-terrein terwijl
daarnaast partijen over en weer van diverse claims zouden moeten afzien.

Parallel hieraan overlegde Servatius met de aannemers over de
afwikkeling van hun claims. In enkele gevallen is daarover inmiddels
overeenstemming bereikt.

Uiteindelijk zal het Campus-dossier naar mijn verwachting worden
afgesloten met een verlies dat niet onaanzienlijk lager is dan het
maximale verlies ad 77 mln. Euro dat in 2009 is genomen. Dat betekent
dan een forse eenmalige meevaller voor de Meerjarenbegroting.

IFO-onderzoek

Ook in deze verslagperiode kwam het resultaat van het IFO-onderzoek nog
niet beschikbaar. Te zijner tijd zal daarover de nodige publiciteit
kunnen worden verwacht – vooral van de kant van de voormalige
bestuurder.

Statuten

De nieuwe statuten zijn in concept gereed. Er resteert nog één
vraagpunt. Na de beantwoording daarvan zal de nieuwe Raad van Toezicht
de statuten kunnen vaststellen.

Oranje projecten

In de loop van dit jaar zal Servatius besluiten moeten nemen over de
condities waaronder de “oranje” projecten uit het Projectenboek
zullen worden voortgezet. Grotere verliezen dan nu genomen zijn in de
Meerjarenbegroting niet voorzien. Daarmee is het financiële kader voor
die besluiten aangegeven: de voorziene verliezen zullen niet groter
mogen worden (en de winsten niet kleiner).

Openbaarheid

Van de kant van het Ministerie (WWI) werd mij gevraagd om mijn
zienswijze op het voornemen tot openbaarmaking (WOB) van een groot
aantal op Servatius betrekking hebbende stukken. Tegen openbaarmaking
van de meeste daarvan had ik geen bezwaar. 

Ik heb echter integraal bezwaar gemaakt tegen openbaarmaking van alle
tussentijds tussen Servatius en mijzelf gewisselde stukken. Die waren
nadrukkelijk als informeel bedoeld en dienden ter voorbereiding van de
definitieve stukken die wél openbaar worden. 

Dit bezwaar heeft voor mij een principieel karakter: als dergelijke
stukken openbaar worden is het voor een externe toezichthouder niet meer
mogelijk te werken op de wat informele wijze waarop ik dat heb gedaan.
Het toezicht wordt dan formeler en afstandelijker, hetgeen naar mijn
overtuiging in de meeste gevallen het resultaat niet ten goede komt.

De Bestuurder en de nieuwe Raad van Toezicht van Servatius hebben zich
bij mijn bezwaar aangesloten.

Nu mijn missie teneinde is, kan ik concluderen dat Servatius na een
intensieve periode nu weer in rustiger vaarwater is beland en dat zij op
de goede koers zit. Wanneer die koers met de nodige voortvarendheid
wordt gevolgd is Servatius binnen enkele jaren weer een gezonde
corporatie die in het Maastrichtse een rol van betekenis kan blijven
spelen.

Ik wens dat Servatius graag toe.

Ik wil tenslotte al degenen – binnen en buiten Servatius – met wie
ik in mijn rol van extern toezichthouder contact heb gehad graag
bedanken voor de goede samenwerking. We hebben het samen gedaan.

Amsterdam 11 april 2010

D.B. Stadig