[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Raad van State

Bijlage

Nummer: 2010D35197, datum: 2010-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag t.b.v. de Nederlandse Antillen, en de Verenigde Mexicaanse Staten inzake de uitwisseling van inlichtingen m.b.t. belastingen (2010D35195)

Preview document (🔗 origineel)


No.W02.09.0496/II/K	's-Gravenhage, 23 december 2009

Bij Kabinetsmissive van 27 november 2009, no.09.003349, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de
Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de
Nederlandse Antillen, en de Verenigde Mexicaanse Staten inzake de
uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingen;
Mexico-Stad, 1 september 2009 (Trb. ..., ...), met toelichtende nota.

Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de
belastingheffing. De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de
goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij enkele kanttekeningen.

1.	Staatkundige hervorming Koninkrijk

In de toelichtende nota is gesteld dat de internationaalrechtelijke
verplichtingen voortvloeiende uit het verdrag van rechtswege overgaan op
de rechtsopvolgers van het land de Nederlandse Antillen (Curaçao en
Sint Maarten) en dat daarnaast het verdrag van toepassing blijft op de
BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die openbare lichamen van
Nederland worden.

De Raad merkt op, dat in de toelichtende nota geen aandacht is gegeven
aan de gevolgen van de invoering van de nieuwe BES-belastingwetgeving
voor de toepassing van het verdrag met betrekking tot Bonaire, Sint
Eustatius en Saba (de BES-eilanden). In artikel 4, eerste lid, van het
verdrag zijn de belastingen opgenomen waarop het verdrag van toepassing
is. Op de BES-eilanden zal geen winstbelasting gaan gelden, maar wel de
vastgoedbelasting en de opbrengstbelasting. Laatstgenoemde belastingen
kunnen niet worden gezien als ‘gelijke of in wezen gelijksoortige
belastingen’ die worden geheven ‘naast of in de plaats van de
bestaande belastingen’, die in artikel 4, eerste lid, van het verdrag
zijn opgenomen.

Daarnaast wijst de Raad er op, dat in de opbrengstbelasting zal worden
opgenomen dat bepaalde lichamen geacht worden in Nederland te zijn
gevestigd en aldaar zullen worden onderworpen aan de dividend- en
vennootschapsbelasting.

De Raad adviseert de toelichtende nota op deze punten aan te vullen en
daarbij aan te geven welk informatie-uitwisselingsverdrag van toepassing
zal zijn op de fictief in Nederland gevestigde lichamen.

2.	Modelverdrag

De Raad merkt op, dat het verdrag op meerdere plaatsen afwijkt van het
Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters
(modelverdrag). Het merendeel van de afwijkingen van het modelverdrag is
in de toelichtende nota toegelicht, maar niet alle materiële
afwijkingen zijn toegelicht, zoals het niet opnemen van bepalingen
inzake de belastingcontrole in het buitenland die wel zijn opgenomen in
het modelverdrag. Dit dient alsnog te gebeuren.

Tevens wijst de Raad er op, dat in artikel 5, eerste lid, onderdelen p
en q, van het verdrag omschrijvingen zijn opgenomen van
‘strafwetten’ en ‘fiscale delicten’, maar deze begrippen in het
verdrag niet verder voorkomen, terwijl de trust niet in de definitie van
persoon (artikel 5, eerste lid, onderdeel e, van het verdrag) is
opgenomen hoewel deze term in artikel 6, vierde lid, onderdeel b, van
het verdrag wel voorkomt. Dit behoeft toelichting. 

Nu in de toelichtende nota is gesteld dat de Nederlandse Antillen er
naar streven om zoveel mogelijk met andere landen verdragen ter
voorkoming van dubbele belasting met een inlichtingenartikel te sluiten
alsmede een breed netwerk van Tax information exchange agreements
(TIEA's) op te bouwen, zal een systematische en puntsgewijze opsomming
van de afwijkingen van het modelverdrag die in de onderscheiden
verdragen zijn opgenomen, kunnen bijdragen tot transparantie.

De Raad adviseert een zodanige puntsgewijze opsomming alsnog in de
toelichtende nota op te nemen.

3.	Inwerkingtreding

Artikel 12, derde lid, van het verdrag bepaalt dat de bepalingen van het
verdrag van toepassing zijn op ‘inlichtingen die voorafgaand aan de
inwerkingtreding van het verdrag zijn verstrekt’. De Engelse tekst
spreekt van ‘information predating the coming into force of this
Agreement’. Het verschil in redactie behoeft nadere toelichting.

De Raad adviseert in de toelichtende nota hierop in te gaan en te
verduidelijken in welke relatie de in artikel 12, derde lid, van het
verdrag bedoelde inlichtingen moeten zijn verstrekt.

4.	Persoonsgegevens

In recent door Nederland gesloten TIEA’s zijn bepalingen opgenomen
inzake de bescherming van persoonsgegevens.

De Raad adviseert toe te lichten om welke redenen een overeenkomstige
bepaling niet in het verdrag is opgenomen.

5.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te
vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der
Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen, nadat aan
het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

Bijlage bij het advies van de Raad van State van het Koninkrijk
betreffende no.W02.09.0496/II/K met redactionele kanttekeningen die de
Raad in overweging geeft.

In de artikelsgewijze toelichting het verschil verduidelijken tussen de
slotzin van de inleidende alinea (het OESO-commentaar is van
overeenkomstige toepassing bij niet substantieel van het modelverdrag
afwijkende verdragsbepalingen) en artikel 3 van het verdrag (het
OESO-commentaar kan van toepassing zijn bij niet van het modelverdrag
afwijkende verdragsbepalingen).

In de toelichting op artikel 6, derde alinea, de woorden "onrechtmatig"
en "onbehoorlijke" vervangen door "onnodig" respectievelijk "onnodige"
(in het Engels "unduly"), in overeenstemming met de Nederlandse tekst
van het verdrag. 

 PAGE   2 

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........