[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Bijlage

Nummer: 2010D35198, datum: 2010-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag t.b.v. de Nederlandse Antillen, en de Verenigde Mexicaanse Staten inzake de uitwisseling van inlichtingen m.b.t. belastingen (2010D35195)

Preview document (🔗 origineel)


Afdeling Verdragen

DJZ/VE-651/10

AAN DE KONINGIN

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de
Nederlandse Antillen, en de Verenigde Mexicaanse Staten inzake de
uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingen;
Mexico-Stad,  1 september 2009 (Trb. 2009, 155)

						’s-Gravenhage, 30 augustus 2010

						 

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 november
2009, nr. 09.003349, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het
Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan
mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 23 december 2009, nr.
W02.09.0496/II/K, bied ik U hierbij aan.

Staatkundige hervorming Koninkrijk

De Raad merkt op dat in de toelichtende nota bij het onderhavige verdrag
(hierna: TIEA) geen aandacht is besteed aan de toepassing van de TIEA op
de toekomstige BES-eilanden. Naar aanleiding hiervan is de toelichtende
nota bij artikel 4 van de artikelsgewijze toelichting op dit punt
aangepast. 

Daarnaast wijst de Raad er op dat bepaalde op de BES-eilanden gevestigde
lichamen fictief in Nederland zijn gevestigd en vraagt vervolgens om aan
te geven welk informatie-uitwisselingsverdrag op de desbetreffende
lichamen van toepassing zal zijn. Hierbij kan opgemerkt worden dat
tussen Nederland en Mexico een verdrag tot het vermijden van dubbele
belasting (hierna: Belastingverdrag) geldt, dat nog steeds toepassing
vindt. Dit Belastingverdrag bevat in artikel 25 een bepaling inzake
informatie-uitwisseling. De vraag kan rijzen wat de verhouding is tussen
de TIEA en artikel 25 van het zojuist genoemde Belastingverdrag. Deze
vraag is in het bijzonder relevant indien sprake is van een lichaam dat
op grond van artikel 5.2 van het wetsvoorstel Belastingwet BES voor de
toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de
dividendbelasting 1965 fictief in Nederland is gevestigd. Twee
deelsituaties kunnen worden onderscheiden. 

Indien Mexico een verzoek doet met betrekking tot de uitvoering van de
Mexicaanse belastingwetgeving kan zowel op grond van de TIEA als het
Belastingverdrag bijstand worden verleend door Nederland. Van belang is
slechts of de gevraagde informatie voorzienbaar relevant is voor de
Mexicaanse heffing. Hetzelfde geldt voor toepassing van artikel 25 van
het Belastingverdrag. 

Indien de Nederlandse belastingdienst ten behoeve van de
vennootschapsbelastingheffing informatie wil opvragen bij de Mexicaanse
belastingdiensten, zal Nederland een informatieverzoek kunnen doen op
basis van het Belastingverdrag. Op grond van artikel 5.2 van het
wetsvoorstel Belastingwet BES en artikel 2, achtste lid, Wet op de
vennootschapsbelasting 1969 is het desbetreffende lichaam immers
onderworpen aan Nederlandse vennootschapsbelasting en wordt behandeld
als binnenlands belastingplichtige. Dit lichaam valt daarmee onder de
reikwijdte van het Belastingverdrag. 

Modelverdrag

Naar aanleiding van het advies van de Raad om in de toelichtende nota
een puntsgewijze opsomming op te nemen van afwijkingen van het
OESO-modelverdrag, is in de toelichtende nota kort weergegeven welke
artikelen substantieel afwijken van het OESO-modelverdrag. De
afwijkingen zelf worden vervolgens toegelicht in de artikelsgewijze
toelichting. Voor zover de bepalingen niet of niet substantieel van het
modelverdrag afwijken, is het OESO-commentaar op het modelverdrag van
overeenkomstige toepassing. 

Gevolg gevend aan het advies van de Raad met betrekking tot de
definitiebepalingen van artikel 5 inzake de begrippen ‘strafwetten’,
‘fiscale delicten’ en ‘trust’ is de toelichtende nota onder
artikel 5 en artikel 6 aangevuld. 

Inwerkingtreding

De Raad merkt een verschil in redactie op tussen de Engelse en
Nederlandse tekst ten aanzien van artikel 12, derde lid. Naar aanleiding
hiervan is de toelichtende nota gewijzigd en aangevuld.

Persoonsgegevens

De toelichting bij artikel 8 inzake vertrouwelijkheid is aangepast, in
aanmerking genomen het advies van de Raad.

Redactionele kanttekeningen

Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven.

Ik moge U  verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen
het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter
stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan Staten van de
Nederlandse Antillen.

DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,

 Den Haag, 27 september 1993,  Trb. 1993, 160, laatstelijk gewijzigd bij
Wijzigingsprotocol van 11 december 2008, Trb. 2009, 16.