Preview document (🔗 origineel)

---

Afdeling Verdragen

DJZ/VE-698/10

AAN DE KONINGIN

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Grenada inzake de
uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken; St. George’s,
18 februari 2010 (Trb. 2010, 97 en Trb. 2010, 140)

					’s-Gravenhage,  

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 april
2010, nr. 10.001188, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juni 2010, nr. W06.10.0148/III, bied
ik U hierbij aan.

De Raad van State plaatst een kanttekening over afwijkingen van het
Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters. Gevolg gevend
aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij artikel 3 op dit
onderdeel aangevuld.

De Raad van State plaatst een kanttekening over toepassing van het
verdrag op de BES-eilanden, en verwijst vervolgens naar
belastinginformatie-uitwisselingsverdragen die derde landen hebben
gesloten met het Koninkrijk, ten behoeve van de Nederlandse Antillen.
Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij de
Koninkrijkspositie op dit onderdeel aangevuld.

De Raad van State plaatst een kanttekening over het van toepassing zijn
van het OESO-commentaar. Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad
is de toelichting bij artikel 4 op dit onderdeel aangevuld.

Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven. Bij artikel 8 is
op grond daarvan een passage toegevoegd over het beschermingsniveau.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de toelichting enkele
formuleringen aan te scherpen, en een verwijzing te corrigeren. 



Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Financiën, verzoeken mij te
machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van
de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te
leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,