[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Bijlage

Nummer: 2010D35300, datum: 2010-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag Monaco inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen (2010D35295)

Preview document (🔗 origineel)


Afdeling Verdragen

DJZ/VE-700/10

AAN DE KONINGIN

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vorstendom Monaco
inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;
‘s-Gravenhage, 11 januari 2010 (Trb. 2010, 37)

					’s-Gravenhage, 1 september 2010 

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 april
2010, nr. 10.001146, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juni 2010, nr. W06.10.0133/III, bied
ik U hierbij aan.

De Raad van State plaatst een kanttekening over toepassing van het
verdrag op de BES-eilanden, en verwijst vervolgens naar
belastinginformatie-uitwisselingsverdragen die derde landen hebben
gesloten met het Koninkrijk, ten behoeve van de Nederlandse Antillen.
Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij de
Koninkrijkspositie op dit onderdeel aangevuld.

De Raad van State plaatst een kanttekening over de weigeringsgronden.
Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij
artikel 7 op dit onderdeel aangevuld.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de toelichting enkele
formuleringen duidelijker op te schrijven, en enkele verwijzingen te
corrigeren. 

Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Financiën, verzoeken mij te
machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van
de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te
leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,