Nader rapport
Bijlage
Nummer: 2010D35357, datum: 2010-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verdrag Bahama’s inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken (2010D35351)
Preview document (🔗 origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-695/10 AAN DE KONINGIN Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Gemenebest van de Bahama’s inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken, ‘s-Gravenhage, 4 december 2009 (Trb. 2010, 2 en Trb. 2010, 148) ’s-Gravenhage, 1 september 2010 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 april 2010, nr. 10.001186, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juni 2010, nr. W06.10.0146/III, bied ik U hierbij aan. De Raad van State plaatst een kanttekening over afwijkingen van het Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters. Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij artikel 5, zesde lid, en bij artikel 7 op dit onderdeel aangevuld. De Raad van State plaatst een kanttekening over toepassing van het verdrag op de BES-eilanden, en verwijst vervolgens naar belastinginformatie-uitwisselingsverdragen die derde landen hebben gesloten met het Koninkrijk, ten behoeve van de Nederlandse Antillen. Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij de Koninkrijkspositie op dit onderdeel aangevuld. Aan de redactionele kanttekening is gevolg gegeven. De toelichting bij artikel 8, tweede lid, is dienovereenkomstig aangevuld. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de toelichting bij artikel 13 met een enkele zin aan te vullen, en de toelichting bij artikel 14 iets in te korten. Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Minister van Buitenlandse Zaken,