Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2010

Hierbij reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer van 15 september jl.
Daarin wordt mij gevraagd in te gaan op de problematiek rond
incassoprocedures in het algemeen, naar aanleiding van de brief van de
heer L. van 16 augustus jl.

Mij werd tevens gevraagd om een afschrift van mijn brief aan de heer L.
Een afschrift van die brief treft u hierbij aan.

Hieronder ga ik allereerst in op de incassoprocedure zoals die wordt
gehanteerd door de Afdeling Debiteuren van mijn Dienst Regelingen.

De standaardprocedure

Wanneer Dienst Regelingen een debiteur een factuur stuurt, is die
factuur gevat in een besluit in de zin van artikel 1:3, tweede lid van
de Algemene wet bestuursrecht. Tegen een factuur staat dus bezwaar en
beroep open. In de factuur is de betalingstermijn vermeld van 42 dagen.
In dit geval ging het om de kosten van bestuursdwang, waarbij Stichting
Galgo International als medeovertreder is aangemerkt. Het toepassen van
bestuursdwang geschiedt op grond van artikel 5:25 van de Algemene wet
bestuursrecht op kosten van de overtreder, tenzij deze kosten
redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen.

Indien na ommekomst van de betalingstermijn het factuurbedrag nog niet
is betaald, volgt een herinneringsbrief. Daarin wordt de betrokkene de
mogelijkheid geboden om binnen veertien dagen het bedrag alsnog over te
maken, of met de Afdeling Debiteuren van mijn Dienst Regelingen een
betalingsregeling te treffen. Indien na veertien dagen niet is betaald,
en evenmin om een betalingsregeling is verzocht, wordt een
aanmaningsbrief gestuurd. Daarin staat dat bij niet-betaling binnen
veertien dagen het dossier in handen van de deurwaarder wordt gegeven.
In een geval als dit wordt tegelijkertijd een dwangbevel aangevraagd.

Geen opschorting van de betalingsverplichting door indiening van een
bezwaar

Op grond van artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schort de
indiening van een bezwaar (of een beroep) niet de werking op van het
besluit waartegen het is gericht. Een debiteur moet daar rekening mee
houden. Wie een opschorting van zijn betalingsverplichting wil bereiken,
kan zich met een verzoek om een voorlopige voorziening tot de rechter
wenden, of een bankgarantie afgeven tot 100% van de vordering (exclusief
wettelijke rente). 

Tot slot kan een debiteur bij de afdeling Debiteuren van mijn Dienst
Regelingen verzoeken een betalingsregeling te treffen. Daarbij zal hij
wel bewijs moeten leveren van zijn financiële situatie. 

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg