[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2010D39478, datum: 2010-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Transportraad 15 oktober 2010 (2010D39477)

Preview document (🔗 origineel)


GEANNOTEERDE AGENDA TRANSPORTRAAD 15 OKTOBER 2010

Hieronder vindt u een samenvatting van de onderwerpen van de
Transportraad van 15 oktober 2010.

Belangrijkste onderwerp op deze Raad betreft de herziening van de
Eurovignetrichtlijn. Het Voorzitterschap streeft naar het bereiken van
een politiek akkoord op dit dossier. De onderhandelingen over de
herziening van de Eurovignetrichtlijn zijn nu bijna twee jaar bezig. Het
Belgisch Voorzitterschap is recent met een compromistekst gekomen. Deze
compromistekst kan op veel steun rekenen. Het behalen van een politiek
akkoord lijkt nu dan ook haalbaar. 

Raadsconclusies zullen worden aangenomen over het Actieplan toepassingen
GNSS (Galileo en Egnos). Over de Raadsconclusies bestaat reeds
overeenstemming. De Raadsconclusies onderschrijven het belang van de
ontwikkeling van de markt voor toepassingen van GNSS, verwelkomen
daartoe het Actieplan en brengen accenten aan in de verschillende
acties. Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies.

Tijdens de Transportraad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over het
toekomstig transportbeleid, voorafgaand aan het nog te verschijnen
nieuwe Witboek Vervoer. Het Voorzitterschap wil graag inventariseren wat
de prioriteiten zijn van de lidstaten. Voor Nederland is van belang dat
nadruk wordt gelegd op een efficiënt en duurzaam mobiliteitssysteem in
Europa waarbij aandacht is voor de ontwikkeling van alle modaliteiten en
hun onderlinge samenhang (co-modaliteit) en ruimte voor innovatie. 

Tenslotte streeft het Voorzitterschap naar het verlenen van een mandaat
aan de Europese Commissie om onderhandelingen te starten met Brazilië
over een luchtvaartakkoord. Over het mandaat bestaat overeenstemming.

Nederland zal onder het agendapunt ‘diversen’ aandacht vragen voor
het belang van een effectieve implementatie van de Euro VI regelgeving
(emissienormen voor zware voertuigen). In de praktijk blijken
vrachtwagens niet aan deze emissienormen te voldoen waar zij dat in de
typegoedkeuringstest wel doen.

De Commissie zal het zojuist verschenen nieuwe voorstel tot herziening
van het eerste spoorpakket presenteren. Over dit voorstel zal in dit
prille stadium nog geen discussie plaatsvinden. Concrete besluitvorming
is voorzien in 2011.



Wegvervoer

Herziening Eurovignetrichtlijn

Politiek akkoord

Het Belgisch Voorzitterschap streeft naar het bereiken van een politiek
akkoord op de herziening van de Eurovignetrichtlijn. Het voorstel tot
herziening van de Eurovignetrichtlijn heeft tot doel dat het mogelijk
wordt om in de tolgelden die worden geheven op zware vrachtwagens een
bepaald bedrag op te nemen dat betrekking heeft op de door het vervoer
veroorzaakte externe kosten. In het oorspronkelijke voorstel van de
Commissie gaat het hierbij om de externe kosten van
luchtverontreiniging, lawaaihinder en congestie. Om deze externe kosten
zo goed mogelijk te weerspiegelen, wordt voorgesteld de hoogte van het
tolgeld te variëren naar afgelegde afstand, de plaats en het tijdstip
waarop de wegen worden gebruikt. Dergelijke heffingen zullen, volgens de
Europese Commissie, vervoersondernemingen ertoe aansporen schonere
voertuigen te gebruiken, routes te kiezen waarop minder congestie is, de
belading van vrachtwagens te optimaliseren en uiteindelijk efficiënter
gebruik te maken van de beschikbare infrastructuur.

Het voorstel verplicht niet tot het invoeren van een externe kosten
heffing, maar indien een lidstaat een dergelijke heffing wenst in te
voeren, dan dienen de bepalingen van de richtlijn gevolgd te worden. 

Stand van zaken

De onderhandelingen over de herziening van de Eurovignetrichtlijn zijn
nu bijna twee jaar bezig. Een akkoord in de Raad werd tot nu toe
bemoeilijkt door met name de volgende drie knelpunten:

externe kosten van congestie;

verplicht oormerken van de opbrengsten;

de differentiatieruimte voor toltarieven.

Het Belgisch Voorzitterschap is recent met een compromistekst gekomen
waarin onder meer wordt voorgesteld om het doorberekenen van de externe
kosten van congestie te schrappen. Deze compromistekst kan op veel steun
rekenen. Het behalen van een politiek akkoord lijkt nu dan ook binnen
bereik. 

Inzet Nederland

Nederland kan akkoord gaan met het bereiken van een politiek akkoord. De
richtlijn legt een kader vast waarbinnen lidstaten een externe kosten
heffing kunnen invoeren en voorkomt hiermee dat het vrije verkeer van
goederen wordt verstoord door een lappendeken aan heffingen, of
exorbitant hoge tarieven. 

Het Belgisch compromisvoorstel komt in belangrijke mate tegemoet aan
Nederlandse wensen, onder meer door het schrappen van de externe kosten
van congestie. Nederland heeft altijd moeite gehad met het opnemen van
congestiekosten in de heffingsgrondslag, indien niet tegelijkertijd ook
de congestiekosten voor personenauto’s worden doorberekend. Het
doorberekenen van congestiekosten aan vrachtwagens zal weinig tot niets
bijdragen aan de vermindering van de congestie, indien een dergelijke
maatregel niet tevens zou gelden voor personenauto’s. In dat 

geval zouden congestiekosten eenzijdig op de vrachtsector worden
afgewenteld. 

Nederland wijst het uitgangspunt van het Europees oormerken van de
nationale inkomsten af. Het verplicht oormerken van de nationale
inkomsten druist in tegen de Nederlandse begrotingsregels en is in
strijd met de geldende bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de
lidstaten. 

Nederland kan het uitgangspunt van differentiatieruimte voor de
toltarieven ondersteunen. Dit kan leiden tot een betere benutting van de
beschikbare infrastructuur. Voor Nederland is het daarbij wel van belang
dat de heffingen niet buitenproportioneel worden. 

Tenslotte worden voor de doorberekening van de externe kosten in de
richtlijn maximumtarieven bepaald. Deze zijn, voor wat betreft de
doorrekening van de externe kosten van luchtkwaliteit, lager vanaf Euro
IV voertuigen. Nederland ziet daarnaast graag een vrijstelling voor de
minst vervuilende Euroklasse voor een periode van 3 jaar nadat de
regelgeving van deze betreffende Euroklasse in werking is getreden. Dit
kan een stimulans zijn voor het gebruik van schone voertuigen.

Gevolgen voor Nederland

Indien andere landen besluiten om een externe kostenheffing in te
voeren, dan zal dat financiële consequenties hebben voor Nederlandse
wegvervoersondernemingen die internationaal vervoer verrichten. Derhalve
is van groot belang dat een dergelijke heffing op een proportionele en
non-discriminatoire manier wordt geheven.

Intermodale vraagstukken

Actieplan toepassingen GNSS (Galileo en Egnos)

Raadsconclusies

Doel van het Actieplan is om de ontwikkeling van toepassingen van de
Europese satellietprogramma’s Egnos en Galileo te stimuleren, zodat
deze optimaal zullen worden benut. De Commissie stelt hiertoe 24 acties
voor, met name gericht op kansrijke sectoren, zoals toepassingen in de
landbouw en transport. Daarnaast is een aantal "horizontale" acties
opgenomen zoals bewustmakingscampagnes, informatieverspreiding,
regelgeving en een financiële impuls aan onderzoek naar
GNSS-toepassingen en apparatuur. 

De Raadsconclusies onderschrijven het belang van de ontwikkeling van de
markt voor toepassingen van GNSS, verwelkomen daartoe het Actieplan en
brengen accenten aan in de verschillende acties. De conclusies
onderstrepen, mede op aandringen van Nederland, dat de kosten voor de
uitvoering van het Actieplan worden gedekt binnen het huidige
financiële kader van de EU begroting.

Stand van zaken

Over de Raadsconclusies bestaat overeenstemming. Er is geen debat
voorzien (het betreft een hamerstuk). 

Inzet Nederland

Nederland staat positief tegenover het Actieplan. Nederland kan
instemmen met de Raadsconclusies. De investeringen in Egnos/Galileo zijn
omvangrijk en alleen bij daadwerkelijk gebruik van de systemen zullen
deze investeringen de moeite waard 

zijn. Nederlandse ontwikkelaars van GNSS-toepassingen hebben een belang
om hun positie op deze markt verder te ontwikkelen. 

Van de drie typen instrumenten die de Commissie wil inzetten hecht
Nederland groot belang aan coördinatie tussen de autoriteiten, in het
bijzonder door certificering en 

standaardisatie. Ook staat Nederland positief tegenover de initiatieven
gericht op bewustmaking. Nederland staat vooralsnog neutraal tegenover
aangekondigde 

regelgeving. Nederland wil dat de kosten voor de uitvoering van het
Actieplan worden gedekt binnen de huidige financiële kaders van de
Europese Unie. 

Gevolgen voor Nederland

Nederland kent verschillende ontwikkelaars van GNSS-toepassingen. Zij
hebben er belang bij hun positie op deze markt verder te ontwikkelen.

Toekomst transport 2010-2020

Gedachtewisseling

Tijdens de Transportraad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over het
toekomstig transportbeleid, voorafgaand aan het nog te verschijnen
nieuwe Witboek Vervoer. Het Voorzitterschap wil graag inventariseren wat
de prioriteiten zijn van de lidstaten. Een aangekondigd discussiepaper
is op moment van schrijven nog niet beschikbaar.

Stand van zaken

Daar het huidige meerjaren-beleidsprogramma voor vervoer (Witboek
Vervoer 2001-2010) dit jaar afloopt, heeft de Commissie in juni 2009 met
de Mededeling “Naar een Duurzame Toekomst voor Vervoer” het
startsein gegeven voor de totstandkoming van een nieuw Witboek. Over
deze Mededeling zijn in de Transportraad van december 2009
Voorzitterschapsconclusies aangenomen. Het nieuwe Witboek zal naar
verwachting in december 2010 verschijnen.

Inzet Nederland

In de Voorzitterschapsconclusies over de Mededeling “Naar een Duurzame
Toekomst voor Vervoer” van december 2009 zijn de volgende oproepen aan
de Commissie gedaan: 

Ontwikkel de efficiëntie en duurzaamheid van alle vervoermiddelen en
bevorder de samenhang (co-modaliteit);

Bied ontwikkelingsruimte aan de vervoerssectoren door betere
marktwerking en innovatie (bijvoorbeeld de ontwikkeling van alternatieve
brandstoffen en elektrisch rijden); 

Geef een belangrijke rol aan de ontwikkeling van Europese corridors;

Schenk meer aandacht aan de negatieve effecten van transport en aan
veiligheid;

Kies beleidsinstrumenten zorgvuldig en zet in op ‘smart’
regelgeving.

Nederland kan zich in deze punten goed vinden. Nederland zal ook deze
Raad het belang benadrukken van een efficiënt en duurzaam
mobiliteitssysteem in Europa waarbij aandacht is voor de ontwikkeling
van alle modaliteiten en hun onderlinge samenhang (co-modaliteit) en
ruimte voor innovatie. Daarnaast hecht Nederland aan het voorkomen van
onnodige administratieve lasten, uniforme implementatie en handhaving
van EU beleid in de lidstaten en transparante besluitvorming. 

Gevolgen voor Nederland

De gedachtewisseling heeft geen directe gevolgen voor Nederland.

Luchtvaart

Onderhandelingsmandaat luchtvaartakkoord Brazilië

	-	Aanname

Het Voorzitterschap streeft naar het aannemen van een mandaat voor de
Europese Commissie om onderhandelingen te starten met Brazilië over een
luchtvaartakkoord. Het doel van het voorstel is het geleidelijk aan
creëren van een gemeenschappelijke markt, waarbij - naast het
verkrijgen van vrije markttoegang - naar convergentie met Europese
regelgeving wordt gestreefd.

Stand van zaken

Over het verlenen van het onderhandelingsmandaat is overeenstemming
bereikt, maar de standpunten van een aantal EU-landen lopen sterk uiteen
wat betreft de reikwijdte van de verkeersrechten waarover de Commissie
zou mogen onderhandelen. Om die reden is ervoor gekozen om in een eerste
fase te onderhandelen over een beperkte marktopening. In een tweede
fase, waarvoor de Commissie opnieuw een mandaat van de Raad moet
krijgen, zou onderhandeld kunnen worden over een verdere marktopening. 

Inzet Nederland

Nederland kan akkoord gaan met het verlenen van een
onderhandelingsmandaat aan de Europese Commissie om de onderhandelingen
te starten met Brazilië over een luchtvaartovereenkomst. Deze
overeenkomst kan een significante opening bieden in de tot nu toe
restrictieve benadering van Brazilië ten aanzien van verkeersrechten en
bestemmingen. 

Gevolgen voor Nederland

Een luchtvaartakkoord tussen EU en Brazilië kan voor Nederland
positieve gevolgen hebben, in eerste instantie met name voor de
cargosector door het liberaliseren van het 

5e vrijheidsvervoer voor vracht. Daarnaast bieden de onderhandelingen
over een breed luchtvaartakkoord een uitstekende gelegenheid om tezamen
met de Braziliaanse autoriteiten naar oplossingen te zoeken voor
praktische problemen waar Europese luchtvaartmaatschappijen in Brazilië
op stuiten. 

Diversen

Tenslotte zal Nederland onder het agendapunt ‘diversen’ aandacht
vragen voor het belang van een effectieve implementatie van de Euro VI
regelgeving (emissienormen voor zware voertuigen). In de praktijk
blijken vrachtwagens niet te voldoen aan deze emissienormen waar zij dat
in de typegoedkeuringstest wel doen.

Op korte termijn zal op comité-niveau gestemd worden over een eerste
pakket van uitvoeringsbepalingen. Dit pakket legt een goede basis voor
het, in een tweede fase, aannemen van bepalingen die de praktijkemissies
van vrachtwagens meer in lijn moeten brengen met de testresultaten.
Nederland zal de overige lidstaten oproepen ook bij de vaststelling van
de verdere uitvoeringsbepalingen de nodige ambitie te tonen.

Tevens zal onder het agendapunt ‘diversen’ de Commissie het onlangs
verschenen voorstel tot herziening van het eerste spoorpakket
presenteren. Over dit voorstel zal in dit stadium geen discussie
plaatsvinden. Concrete besluitvorming is voorzien voor 2011. Doel van
het voorstel is het wegnemen van barrières voor een goed functionerende
interne markt. Dit moet leiden tot een heropleving van de spoorwegsector
en zal moeten helpen om de concurrentiekracht van het goederen- en
passagiersvervoer te versterken.

U ontvangt zo spoedig mogelijk een BNC-fiche met een nadere analyse van
dit voorstel en een eerste standpuntbepaling. 

 Recht van luchtvaartmaatschappijen om tussen twee Staten, waaronder
niet is begrepen de Staat waarin aan deze luchtvaartmaatschappij een
vergunning is verleend, luchtvervoer van passagiers, vracht en post te
verrichten.