32536 NR inzake het Verdrag Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting m.b.t. belastingen naar het inkomen
Goedkeuring van het op 26 februari 2010 te ās-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol (Trb. 2010, 98)
Nader rapport
Nummer: 2010D40266, datum: 2010-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. de Jager, minister van Financiƫn (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2010Z14852:
- Indiener: J.C. de Jager, minister van Financiƫn
- Medeindiener: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2010-10-28 10:15: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2010-10-28 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-11-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-12-16 14:00: Belastingverdrag tussen Nederland en de Zwitserse Bondsstaat (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiƫn
- 2011-05-18 15:30: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2011-05-25 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-06-01 10:14: Hamerstuk: Goedkeuring van het Verdrag met de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (32536) (Hamerstukken), TK
Preview document (š origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-881/10 AAN DE KONINGIN Nader rapport inzake het voorstel van wet, houdende goedkeuring van het op 26 februari 2010 te ās-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol (Trb. 2010, 98) ās-Gravenhage, 8 oktober 2010 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 14 juni 2010, nr. 10.001636, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 augustus 2010, nr. W06.10.0220/III, bied ik U hierbij aan. Gevolg gevend aan het advies van de Raad in de toelichting over hybride entiteiten enkele voorbeelden toe te voegen, is de toelichting bij artikel 3 aangevuld. Gevolg gevend aan het advies van de Raad in te gaan op de situatie dat een schip zijn thuishaven heeft in een derde land, is de toelichting bij artikel 4 op dit onderdeel aangevuld. Gevolg gevend aan het advies van de Raad in te gaan op de positie van instellingen die geen onderneming drijven, is de toelichting bij artikel 10 op dit onderdeel aangevuld. Gevolg gevend aan het advies van de Raad in te gaan op vermogenswinsten indien het gaat om onroerende zaken die in een andere staat zijn gelegen, is de toelichting bij artikel 13 op dit onderdeel aangevuld. Gevolg gevend aan het advies van de Raad nader in te gaan op de definitie van het begrip ābestuurderā, is de toelichting bij artikel 16 op dit onderdeel aangevuld. Gevolg gevend aan het advies van de Raad in te gaan op (a) het onderscheid tussen actieve dan wel passieve vaste inrichtingskosten, en (b) het onderscheid tussen vermindering uit hoofde van het Verdrag dan wel uit hoofde van een nationale regeling, is de toelichting bij artikel 22, vierde lid, op beide onderdelen aangevuld. Gevolg gevend aan het advies van de Raad nader in te gaan op de verwijzing naar het belastingverdrag met Zuid-Afrika, is de toelichting bij artikel 25 op dit onderdeel aangevuld. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt de toelichting op enkele onderdelen aan te vullen, te weten over bijstand bij invordering (einde paragraaf 3); over bedrijfsklare projecten (artikel 7), over het begrip āwerkelijke leidingā (artikel 8), over het verschil tussen vaste inrichting en vast middelpunt (artikel 14), en over Zwitserse lijfrenten (artikel 18). Ook is van de gelegenheid gebruik gemaakt de toelichting op enkele onderdelen nader aan te scherpen. Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van FinanciĆ«n, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Buitenlandse Zaken,