[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Ecofin Raad van 18 en 19 oktober 2010

Bijlage

Nummer: 2010D41233, datum: 2010-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Ecofin Raad van 18 en 19 oktober 2010 (2010D41232)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag van de Van Rompuy Werkgroep, de Eurogroep van 18 oktober en de
Ecofin Raad van 19 oktober 2010 te Luxemburg

Op maandag 18 oktober vond de Eurogroep en de laatste bijeenkomst van de
Van Rompuy werkgroep plaats voordat het eindrapport naar de Europese
Raad van 28 en 29 oktober zal worden gestuurd. Op dinsdag 19 oktober
kwam de Ecofin Raad bijeen. Minister de Jager was namens Nederland
aanwezig.

De bijeenkomst van de ministers van Financiƫn stond hoofdzakelijk in
het teken van het eindrapport van de van de Van Rompuy werkgroep.
Daarnaast is er tijdens de Ecofin Raad een akkoord bereikt over de
Alternative Investment Fund Managers (AIFM) richtlijn. Dit onderwerp is
op het laatste moment toegevoegd aan de agenda. Ook is het
voortgangsrapport over heffingen en belastingen van de financiƫle
sector dat aan de Europese Raad zal worden verzonden zonder discussie
aangenomen. Wat betreft de fiscale onderwerpen is er een akkoord bereikt
over de BTW derogatie richtlijn ter bestrijding van fraude met mobiele
telefoons en is de discussie over de administratieve
samenwerkingsrichtlijn uitgesteld naar de Ecofin Raad van 17 november.
De peer review sessie van Duitsland en Italiƫ is op het laatste moment
van de Eurogroepagenda gehaald en zal in november plaats vinden. 

Het officiƫle verslag van het Voorzitterschap vindt u via onderstaande
link:

  HYPERLINK
"http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ecofin
/117223.pdf" 
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ecofin/
117223.pdf  

Van Rompuy werkgroep

Tijdens de laatste bijeenkomst van de Werkgroep van Rompuy zijn een
aantal belangrijke knopen doorgehakt. Een belangrijk punt is de mate
geweest waarin de nieuw voorgestelde sancties in het Stabiliteits- en
Groeipact (SGP) automatisch zouden kunnen worden opgelegd. Ook is
besloten over sancties als sluitstuk van de nieuwe
onevenwichtighedenprocedure. Daarnaast is gediscussieerd over een
toekomstig crisisresolutiemechanisme.

Over veel aanbevelingen ter versterking van de economische en
budgettaire beleidscoƶrdinatie in de E(M)U is tijdens eerdere
bijeenkomsten van de Werkgroep al consensus bereikt, zodat deze tijdens
de bijeenkomst van 18 oktober jl. niet of nauwelijks meer aan de orde
zijn geweest:

Binnen het SGP zal de preventieve arm worden versterkt. Het pad richting
de middellangetermijndoelstelling (MTO) zal nauwkeuriger worden
gemonitord. Bij langdurige en significante afwijking van de MTO of van
het aanpassingspad richting de MTO, zal voor het eerst een
sanctiemogelijkheid worden geĆÆntroduceerd;

binnen het SGP zal meer aandacht komen voor schuld. Lidstaten kunnen op
basis van ongewenste schuldontwikkelingen in een excessieve
schuldprocedure terecht komen. Hierbij zal een kwantitatieve regel voor
de gewenste afname van de schuld worden vastgesteld, waarbij ruimte zal
worden gelaten voor het meewegen van de economische omstandigheden.

ook over niet-financiƫle sancties zijn afspraken gemaakt. Zo kunnen de
Commissie en de ECB een missie uitvoeren in lidstaten die zich niet aan
de SGP-regels houden waarna aan de Raad zal worden gerapporteerd;

het recht op EU-fondsen zal conditioneel worden gemaakt aan het voldoen
aan de SGP-vereisten. Afgesproken is dat een zo breed mogelijk pallet
aan EU fondsen hiervoor in aanmerking zal komen, en dat concrete
afspraken hierover uiterlijk met ingang van de nieuwe Financiƫle
Perspectieven in 2014 moeten zijn vastgelegd;

er komt een formele onevenwichtighedenprocedure, met zowel een
preventieve signaleringsfase als een correctieve fase waarin lidstaten
concrete aanbevelingen krijgen om (potentieel) schadelijke
macro-economische onevenwichtigheden te doen verminderen;

middels de introductie van het EU-semester krijgen de Commissie en de
Raad mogelijkheden om ongewenste budgettaire ontwikkelingen in een
lidstaat in een vroegtijdiger stadium te signaleren en de lidstaat
hierop aan te spreken;

er zullen minimumeisen worden gesteld aan lidstaten op het gebied van
nationale budgettaire raamwerken. Ook de statistiekvereisten waaraan
lidstaten moeten voldoen zullen waar nodig verder worden aangescherpt.

Tijdens deze bijeenkomst van de Werkgroep resteerden nog een aantal
belangrijke onderwerpen. Ten eerste is gesproken over de mate waarin
SGP-sancties in de toekomst semi-automatisch toegepast zullen worden. In
het eindrapport is opgenomen dat nieuwe sancties in zowel de preventieve
als in de correctieve arm van het SGP door middel van omgekeerde
meerderheidsbesluitvorming kunnen worden opgelegd. Een voorstel van de
Commissie voor een sanctie kan daarbij alleen door de Raad worden
tegengehouden wanneer een gekwalificeerde meerderheid van de Raad zich
tegen dit voorstel verzet. Tegen de wens van Nederland in, heeft de
werkgroep besloten de rol van de Raad voordat deze sancties in beeld
komen te vergroten worden vergroot ten opzichte van het
Commissievoorstel. Concreet zal de Raad eerst moeten beoordelen of een
lidstaat voldoende corrigerende actie heeft ondernomen, voordat sancties
middels omgekeerde meerderheidsbesluitvorming kunnen worden opgelegd.
Ondanks pogingen van Nederland het Commissievoorstel te volgen bleek er
onvoldoende steun van andere lidstaten op dit punt. 

Wat betreft de op te richten onevenwichtighedenprocedure spreekt het
rapport zich uit voor de mogelijkheid van sancties voor eurolidstaten
die zich meermalig niet aan de aanbevelingen houden om schadelijke
macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone te verminderen. Niet
alle lidstaten waren hier voorstander van, maar met steun van Nederland
is besloten dat sancties het sluitstuk moeten worden van deze procedure.

Tijdens de Werkgroep is tevens gepraat over oprichten van een
onafhankelijke Groep van Wijzen, die achteraf de werkwijze van de Raad
en de Commissie rondom bijvoorbeeld de implementatie van het SGP zou
kunnen beoordelen. Veel lidstaten verzetten zich echter tegen een
dergelijk mandaat. Vanuit dat perspectief kan Nederland leven met het
uiteindelijke besluit geen Groep van Wijzen op te richten, aangezien de
toegevoegde waarde ervan zonder adequaat mandaat beperkt zou zijn.

Tot slot is gesproken over een op te richten crisisresolutiemechanisme.
In een eerder stadium is afgesproken dat op termijn een robuust
crisisresolutiemechanisme in de eurozone noodzakelijk is, maar dat meer
tijd wenselijk is om de modaliteiten hiervan nader te bepalen. Deze
afspraak is in lijn met het Nederlands standpunt dat eerst afspraken
gemaakt dienen te worden over het versterken van de budgettaire en
economische beleidscoƶrdinatie in de EMU voordat in detail gesproken
kan worden over een permanent crisisresolutiemechanisme. Het eindrapport
bevat een passage over de relevante issues op dit punt zoals de rol voor
het IMF en de private sector bij een toekomstig
crisisresolutiemechanisme. In het rapport is tevens vastgesteld dat een
dergelijk mechanisme in ieder geval sterke prikkels moet bevatten voor
het voeren van een verantwoord budgettair en macro-economisch beleid. 

Op verzoek van enkele lidstaten bevat het eindrapport een verwijzing
naar een Verdragswijziging indien dit noodzakelijk zou zijn om een
permanent crisisresolutiemechanisme mogelijk te maken. In het geval een
Verdragswijziging noodzakelijk zou zijn voor het overeenkomen van een
permanent crisisresolutiemechanisme, is volgens het rapport ook het
tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een lidstaat die herhaaldelijk
de spelregels van het SGP overtreedt, een mogelijkheid (dit is immers
niet mogelijk zonder Verdragswijziging). 

Eurogroep en Ecofin Raad 

1. AIFM-richtlijn

De ministers van FinanciĆ«n hebbenĀ op basis van unanimiteit een akkoord
bereikt overĀ het richtlijnvoorstel ter regulering vanĀ alternatieve
beleggingsfondsen (o.a. hedgefondsen, private equity fondsen en
vastgoedfondsen). De richtlijn introduceert onder andere Ć©Ć©n
geharmoniseerd Europees regime voor niet-Europese fondsen. Nu er een
akkoord is bereikt in de Ecofin Raad is het aan het Europees Parlement
dit voorstel te bekrachtigen. Zo kan de richtlijn in de eerste lezing
worden afgerond. Minister de Jager heeft namens Nederland aangegeven
tevreden te zijn metĀ het evenwichtige akkoord. 

2. Administratieve samenwerkingsrichtlijn

Er is tijdens de Ecofin Raad gesproken over een richtlijnvoorstel over
de administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de
lidstaten. De bestaande richtlijn, die dateert uit 1977, voldoet niet
meer. Door de globalisering zijn lidstaten voor een juiste heffing van
de verschuldigde nationale belastingen en de bestrijding van
belastingontwijking en fraude voor een groot deel afhankelijk van de
inlichtingen van andere lidstaten. Bij de behandeling van de
administratieve samenwerkingsrichtlijn staat de vraag centraal welke
inkomenscategorieƫn (salaris, pensioenen, directeursbeloningen e.d.) op
automatische basis kunnen worden uitgewisseld. 

Minister de Jager heeft namens Nederland benadrukt dat hij in grote
lijnen positief staat tegenover de nieuwe richtlijn aangezien het
bijdraagt aan de bestrijding van (grensoverschrijdende)
belastingontduiking en fraude. Tegelijkertijd heeft hij ook bezwaren
tegen dit voorstel geuit omdat het onevenwichtige informatiestromen
tussen lidstaten met zich meebrengt. Daarom is Nederland niet akkoord
gegaan met het huidige voorstel enĀ heeft gepleit voor wederkerigheid.
Het Belgisch voorzitterschap hoopt nu tijdens de Ecofin Raad van 17
november een akkoord over de richtlijn te kunnen bereiken. 

3. Derogatie anti- BTW-frauderichtlijn voor mobiele telefoons

De Ecofin Raad heeft een akkoord bereikt over het verlenen van
derogaties aan een aantal landen (Duitsland, Italiƫ, Oostenrijk en het
VK) om een antifraude maatregel in de BTW op mobiele telefoons te
treffen,Ā respectievelijk te verlengen.Ā  Op basis van deze zogenoemde
verleggingsregeling verschuift de af te dragen BTW van de verkopende
partij naar de kopende partij. De kopende partij kan deze BTW in
beginsel op zijn eigen aangifte in aftrek brengen. De af te dragen BTW
en af te trekken BTW zitten zo in Ć©Ć©n hand, waardoor bepaalde soorten
misbruik worden voorkomen. 

4. Implementatie Stabiliteits- en Groeipact; beoordeling effectieve
actie in Litouwen en Roemeniƫ

De Ecofin Raad heeft, in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact,
de effectieve actie van Litouwen en Roemeniƫ beoordeeld. Op 16 februari
hebben beide lidstaten aanbevelingen ontvangen van de Commissie om
vĆ³Ć³r 16 augustus maatregelen te nemen om de overheidstekorten tijdig
terug brengen tot beneden de 3% doelstelling uit het Pact. De deadline
hiervoor is 2012. De Commissie heeft een analyse gemaakt van de
maatregelen die Litouwen en Roemeniƫ genomen hebben. Op basis van de
huidige stand van zaken hebben beide landen effectieve actie genomen en
is de Commissie van oordeel dat er geen verdere stappen nodig zijn in de
procedure. De Ecofin Raad heeft zich zonder verdere discussie achter de
conclusies van de Commissie geschaard. 

5. Follow-up van de Informele Ecofin Raad van 30 september en 1 oktober
2010

Er is tijdens de Ecofin Raad heel kort terug geblikt op de Informele
Ecofin Raad van 30 september en 1 oktober te Brussel. Tijdens deze
bijeenkomst zijn hoofdzakelijk de volgende onderwerpen aan de orde
geweest: de voortgang van de hervormingen in de financiƫle sector
(waaronder IASB, credit rating agencies (CRAā€™s), financieel toezicht
in de EU en de VS, Basel III en bankenbelasting); governance
hervormingen in het IMF en de G20 en de recente economische en
financiƫle ontwikkelingen. 

6. Voorbereiding van de G20

Op 21 tot 23 oktober vindt in Korea de bijeenkomst van G20 Ministers van
Financiƫn plaats. Op 11 en 12 november komen de regeringsleiders van de
G20-landen samen. Er is in de Ecofin Raad, die zich voornamelijk richt
op de eerste bijeenkomst, overeenstemming bereikt over de gezamenlijke
inzet van de EU deelnemers. Er zijn hiertoe zonder veel discussie Terms
of Reference (ToR) aangenomen. Er zal worden gesproken over het G20
Framework for Strong, Sustainable and Balanced Growth, hervorming van de
internationale financiƫle instellingen, en verdere versterking van het
financiƫle systeem. 

7. Rapport effectiviteit investeringen hoger onderwijs

De Ecofin Raad heeft zonder verdere discussie korte raadsconclusies
aangenomen over de uitkomsten van een studie van de Commissie en het
Economic Policy Committee (EPC) over de efficiƫntie en de effectiviteit
van publieke uitgaven in het hoger onderwijs. Het rapport concludeert
dat het met name in tijden van budgettaire consolidatie belangrijk is om
zo productief mogelijke uitgaven na te streven. De conclusies merken
daarnaast op dat er in Europa een grote behoefte bestaat aan hoog
gekwalificeerde arbeid en dat onderwijsbeleid hierin een grote rol
heeft. De conclusies roepen de Commissie in dit kader op om de
bevindingen ten aanzien van de efficiƫntie en effectiviteit van
publieke uitgaven in het hoger onderwijs mee te nemen in het kader van
de uitwerking van de Europa 2020 strategie. 

8. Budgettaire raamwerken: uitwisseling best practices 

Er zijn tijdens de Ecofin Raad eveneens raadsconclusies aangenomen over
de uitkomsten van de best practices exercitie over nationale budgettaire
raamwerken die heeft plaatsgevonden in het EPC. Ook hier was er geen
discussie tussen de lidstaten. In de raadsconclusies wordt opgeroepen
tot het geven van een meer regulier karakter aan peer reviews over
budgettaire raamwerken, zoals afgesproken tijdens de Ecofin Raad van 18
mei. Tijdens deze exercitie is gekeken naar Nederland, Zweden en
Oostenrijk om een aantal gemeenschappelijke succesfactoren te
onderscheiden. 

9. Voorbereiding van de Europese Raad: heffingen en belastingen in de
financiƫle sector

De Ecofin Raad heeft zonder discussie ingestemd met het
voortgangsrapport van de Commissie en het EFC over heffingen en
belastingen in de financiƫle sector. Het rapport zal aan de Europese
Raad van 28 en 29 oktober verstuurd worden. 

De Ecofin Raad heeft op verzoek van de Europese Raad van juni 2010
onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor heffingen en belastingen
voor de financiĆ«le sector.Ā Een aantal lidstaten heeft inmiddels
nationale bankenbelastingen ingevoerd of aangekondigd. Om te zorgen dat
het level playing field voor banken die actief zijn in meerdere Europese
lidstaten behouden blijft, adviseert de Ecofin  op korte termijn een
minimum aan coƶrdinatie van deze nationale initiatieven. Ook moet er
aandacht blijven voor het voorkomen van een stapeling van maatregelen
(o.a. strengere kapitaaleisen, nieuw depositogarantiestelsel) om de
kredietverstrekking aan burgers en bedrijven op peil te houden. 

 PAGE    

 PAGE   5