Preview document (🔗 origineel)

---

Schriftelijke beantwoording vragen leden van de Tweede Kamer tijdens het
Debat regeringsverklaring 2010 

Vraag van de g.a. Cohen (PvdA) 

Waarom maak je kinderopvang onbetaalbaar, als je wilt dat vrouwen meer
gaan werken?

Tabel overzicht opeenvolgende besparingsmaatregelen: 

	2010	2011	2012	2013	2014	2015

Voorjaarsmaatregel 2010	0	-230	-285	-355	-360	-375

Ombuiging Augustusbesluitvorming 2010	0	0	-310	-370	-435	-444

Regeerakkoord 	0	0	-110	-150	-180	-200









TOTAAL

-230	-705	-875	-975	-1019



In 2005 was de overheidsbijdrage €0,7 mld. In 2010 was het beschikbare
budget €3 mld. Bij ongewijzigd beleid zou het budget in 2015 zijn
gestegen tot €3,5 mld. Door de opeenvolgende maatregelen is het budget
in 2015 €2,5 mld 

In 2005 maken 375.000 kinderen gebruik van formele opvang. In 2009 ruim
800.000. Dit betekent dat het beschikbare budget is verviervoudigd,
terwijl het aantal kinderen in deze periode is verdubbeld. 

CPB: ondanks stijging budget, groei participatie niet opmerkelijk hoog.
De sterke groei van arbeidsparticipatie van jonge moeders vond plaats
voor 2005 toen er nog geen kinderopvangtoeslag bestond. 

CPB: bij het huidige subsidieniveau zijn de effecten van een lagere of
hogere kinderopvangsubsidie op de arbeidsparticipatie klein. 

Simulatie van het CPB biedt indicatie van effect: een verhoging van de
ouderbijdrage met 25% leidt tot minder dan 0,1% verlies aan
werkgelegenheid. 

Uit recente studie SCP blijkt dat niet alleen financiële maar vooral
culturele overwegingen een rol spelen bij de participatiebeslissing. 

Voor de resterende €60 mln en het bedrag uit de augustusbesluitvorming
(in totaal € 440 mln in 2015) vindt in het voorjaar besluitvorming
plaats over de vormgeving (lager maximum uurtarief, invulling nog niet
definitief). Daarbij worden de inkomenseffecten van de verschillende
maatregelen evenals de effecten op de arbeidsparticipatie bezien.

Vraag van de g.a. Cohen (PvdA), Pechtold (D66) en Rouvoet
(ChristenUnie) 

Waarom bewijst het kabinet niet meer dan lippendienst aan de motie-Hamer
om het NL-se onderwijs tot de top 5 van de wereld te brengen? 

Het kabinet omarmt de ambitie om Nederland in de top 5 van
Kenniseconomieën te brengen en zet dat ook om in daden. 

Die top 5 is daarbij geen doel in zichzelf, maar voorwaarde voor
economische groei. 

Dat blijkt ook uit de doorrekening van het regeerakkoord door het CPB,
die een opwaarts effect laat zien van de onderwijsmaatregelen van dit
kabinet op het opleidingsniveau en daarmee op de werkgelegenheid. 

Het kabinet kiest ervoor om in totaal voor € 1,3 miljard gericht te
investeren het primaire onderwijsproces. Dat wordt binnen het onderwijs
gefinancierd door gericht voor € 1,3 miljard om te buigen, waaronder
bijvoorbeeld de grotere eigen bijdrage van masterstudenten.
Tegelijkertijd wordt er op alle subsidies van de rijksoverheid een
ombuiging doorgevoerd. Voor de begroting van OC&W slaat dat neer in €
100 miljoen via de lump sum.

De concrete acties die het kabinet voorstaat wat betreft de kwaliteit
van het onderwijs:

Kinderen met een grote taalachterstand gaan met sterke drang deelnemen
aan vroeg- en voorschoolse educatie. 

Er komen verplichte leerlingvolgsystemen met uniforme toetsen in het
primair en voortgezet onderwijs. 

Het aantal voortijdig schoolverlaters wordt teruggebracht tot hoogstens
25.000. 

Intensivering onderwijstijd eerste jaar mbo (en ho)

Het programma Leerkracht van Nederland (actieplan om het lerarentekort
aan te pakken, kwaliteit en positie van leraren te versterken) wordt
voortgezet.

Er komt meer ruimte voor prestatiebeloning, zowel van personen als van
teams. 

Het rapport van de commissie Toekomstbestendigheid hoger onderwijs
(commissie-Veerman) wordt uitgevoerd, met inbegrip van: ruimte voor
selectie; op kwaliteit gerichte bekostiging (met minder perverse
financiële prikkels) en het stimuleren van excellentie.

Vraag van de g.a. Cohen (PvdA) 

Reactie voorstel invoering leeftijdsonafhankelijke leerplicht + gevolgen
als men niet slaagt voor inburgeringsexamen (PvdA)

De heer Cohen sprak over het belang van inburgering en over de noodzaak
om de inburgering op een nieuwe leest te schoeien. Daar is het kabinet
het helemaal mee eens. 

In het regeerakkoord is niet voor niets opgenomen dat kwalificatie de
sleutel is tot succesvolle participatie en integratie. Van iedereen die
naar Nederland komt om zich hier te vestigen, mag worden verwacht dat
hij of zij actief deelneemt aan de samenleving door beheersing van de
Nederlandse taal, het volgen van onderwijs en werk.

Migranten en asielzoekers dragen zelf verantwoordelijkheid voor hun
inburgering in Nederland en moeten die ook zelf bekostigen, eventueel
via een lening. 

Uitgangspunt is dat het niet slagen voor het inburgeringsexamen leidt
tot intrekking van de tijdelijke reguliere verblijfsvergunning. Wel
kunnen er bijzondere omstandigheden zijn om van dat uitgangspunt af te
wijken. 

Vraag van de g.a. Cohen (PvdA) en Blok (VVD) 

300 mln Bezuiniging op passend onderwijs: middelen moeten beschikbaar
zijn en blijven. 

In 2003 is het zgn. rugzakje ingevoerd. Invoering zou budgettair
neutraal plaatsvinden: er zouden minder kinderen naar het speciaal
onderwijs gaan en in plaats daarvan met een rugzak binnen het gewone
onderwijs blijven. 

Werkelijkheid is totaal anders gelopen. Het aantal kinderen in speciale
scholen is gegroeid van 54.000 naar 68.000. Het aantal kinderen dat met
een rugzak in gewone scholen zit, is gegroeid van 11.000 naar 39.000.
Dat betekent dat er 42.000 meer leerlingen een indicatie voor speciaal
onderwijs of rugzak hebben gekregen dan  bij de invoering was voorzien. 

Het overgrote deel van die groei zit in de gedragsproblematiek. De extra
kosten hiervan bedragen zo’n € 500 mln. 

Dit is nooit bedoeling geweest. Het kabinet bezuinigt nu €300 mln op
deze speciale zorg. Daarmee komen we uit op een budget dat in 2005
beschikbaar was voor speciaal onderwijs en rugzakken, en dat nog steeds
groter is dan in 2003. 

Maar dit kabinet doet meer: het investeert ook in de professionaliteit 
van leraren en kwaliteit van het onderwijs in basisscholen en scholen
voor voortgezet onderwijs. 

Die investeringen zullen er o.a. toe leiden dat leraren beter leren
omgaan met de verschillen tussen leerlingen, beter leren
differentiëren. Als leraren dat kunnen, dan zullen leerlingen zich meer
op hun plaats voelen in de gewone klas en dan zullen gedragsproblemen
ook verminderen. Dan is het niet meer nodig om kinderen te labelen. 

Dit kabinet investeert  in professionalisering van leraren en niet in
het labelen van kinderen waar zij de rest van hun leven last van houden.

Vraag van de g.a. Blok (VVD) en Pechtold (D66) 

Graag duidelijkheid over onrustbarende geluiden dat er per saldo minder
geld voor infrastructuur beschikbaar zou zijn (VVD), extra investeringen
van € 500 mln in wegen en spoor terwijl bezuinigd wordt op het Fes?
(D66)

Het kabinet bezuinigt tot 2020 op de gelden die vanuit het Fes
beschikbaar waren gesteld, maar nog niet belegd met concrete projecten.
(Alle partijen deden dit in hun verkiezingsprogramma’s, zo laten de
doorrekeningen door CPB zien). Dit betekent wat betreft de harde
infrastructuur € 3,2 miljard.

Daartegenover zet het kabinet intensiveringen, oplopend van € 0,1
miljard in 2013 tot structureel € 0,5 miljard per jaar vanaf 2015. Per
saldo is dan de financiële omvang van het investeringsprogramma voor
infrastructuur tot 2020 zeker gelijk aan wat deze was (in totaal € 3,3
miljard). 

En daarnaast heeft dit kabinet in het regeerakkoord de periode van het
Infrafonds verlengd voor de periode 2020-2028. Dat betekent, dat de
minister van I&M ook voor die periode reeds besluiten kan nemen over
investeringen in de harde infrastructuur. 

De invulling van het investeringsprogramma zal door de minister van I&M
ter hand worden genomen. 

Achtergrond 

In het RA is afgesproken dat “deze kabinetsperiode geen additionele
voeding van het FES plaatsvindt” en dat “onbelegde ruimte ten goede
komt aan de algemene middelen”. Dat is exact hetzelfde als in alle
verkiezingsprogramma’s die door het CPB zijn doorgerekend. 

De belegde ruimte “wordt overgeheveld naar het Infrastructuurfonds
respectievelijk de begrotingen”. Het gevolg is dat de onbelegde
middelen uit het FES leeg worden geboekt ten gunste van de algemene
middelen. Het gaat hierbij in de periode 2011-2020 om een bedrag van
cumulatief 8,7 miljard (éénmalig geld).

De automatische groeifactor van het Infrafonds met 2,8% per jaar is
vorig jaar door het toenmalige kabinet per 2020 afgeschaft. Ook dat is
door andere partijen in hun verkiezingsprogramma’s niet aangepast.
Tijdens de formatie is niet besloten deze automatische groeifactor te
herstellen.

Door tot 2020 extra geld te reserveren van in totaal € 3,3 miljard
(dat loopt op van € 100 miljoen in 2013 tot € 500 miljoen vanaf
2015, en dat loopt structureel door), kiest het kabinet er dus voor om
per saldo niet om te buigen op harde infrastructuur. Op de andere
categorieën uit het Fes wel (o.a. duurzaamheid, innovatie). 

Tot slot zal worden gewerkt aan versterking van de ‘hefboom’ op
privaat geld, waardoor er potentieel nog meer ruimte ontstaat. 

Vraag van de g.a. Roemer (SP) 

Sprekend over die internationale rechtsorde doe ik een dringend beroep
op de regering om aandacht te besteden aan de door Wikileaks openbaar
gemaakte documenten over de Irak-oorlog. Daaruit blijkt dat marteling
van gevangenen veelvuldig is voorgekomen maar niet vervolgd. Ook
Nederland heeft in Irak gevangenen overgedragen en de vraag is of u kunt
garanderen dat die niet zijn gemarteld. Ik ben van mening dat u de
plicht hebt dat nader te onderzoeken. Graag een reactie van de premier.

De Rules of Engagement gaven de Nederlandse militairen in de
Stabilisation Force Iraq (2003-2005) de bevoegdheid om personen gevangen
te nemen.

Hierover is de Kamer geïnformeerd (AO over rapport Commissie van den
Berg op 24 januari 2007).

Er waren afspraken gemaakt tussen het Verenigd Koninkrijk (VK) en andere
landen die optraden onder Brits bevel over overdracht van gevangenen aan
het VK. Gevangenen die Nederland overdroeg aan het VK werden regelmatig
bezocht en daarbij zijn geen onregelmatigheden geconstateerd.

Ook werd de Iraakse gevangenis in As Samawah bezocht. Bij indicaties van
onregelmatigheden werden de Iraakse autoriteiten ter verantwoording
geroepen. Hierover is de Kamer geïnformeerd (antwoorden op
Kamervragen van het lid Koenders ingezonden 27 januari 2005). 

Geen wetenschap of aanwijzingen van andere of nieuwe feiten.

Vraag van de g.a. Roemer (SP)

Voorstel om de nutsbank-activiteiten van een bank zoals betalen, sparen
en lenen te scheiden van zakenbankactiviteiten (SP)

Al in de Kabinetsvisie op de toekomst van de Financiële sector uit 2009
is de mogelijkheid en wenselijkheid voor een dergelijke scheiding
onderzocht. Conclusie: Een scherpe scheiding is niet alleen zeer
moeilijk te realiseren, zij zou ook negatieve gevolgen hebben voor
Nederlandse consumenten, het Nederlandse bedrijfsleven en de banken
zelf.

Er zijn echter wel andere maatregelen mogelijk die doeltreffender zijn: 

risicogewogen bijdragen aan het nieuwe vooraf te financieren
depositogarantiestelsel;

stricte bonusprincipes voor handelaren binnen banken;

strenger toezicht en hogere kapitaalbuffers voor grote complexe
financiële instellingen.

Voorstellen waar hard aan wordt gewerkt in nationaal en internationaal
verband, voorstellen die dit kabinet actief ondersteunt.

Vraag van de g.a. Roemer (SP)

Hoe wordt Organon gered, en hoe wordt voorkomen dat dit met meer
bedrijven gebeurt?

Uitgangspunt voor het overheidsbeleid moet zijn, dat economische kracht
“aan de voorkant” wordt gestimuleerd, niet pas als een faillissement
dreigt. De overheid kan en wil niet treden in strategische beslissingen
van individuele bedrijven, maar schept wel voorwaarden en voert
proactief beleid om de concurrentiekracht te versterken.

Bedrijven in de farmaceutische industrie, zoals het moederbedrijf van
Organon - MSD - zien zich genoodzaakt om herstructureringen door te
voeren. Strategische, grote beslissingen, omdat de winstmarges in de
sector internationaal structureel onder druk staan. 

Het voorbeeld van Organon laat onmiskenbaar zien dat dit negatief kan
uitpakken voor een vestiging en daarmee voor een economisch cluster of
een regio. 

Een positief voorbeeld is dat Danone’s Europese Researchcentrum voor
medische voeding op het Utrecht Sciencepark wordt gevestigd, in 2012
goed voor meer dan 400 kenniswerkers. 

En in algemene zijn blijkt Nederland voor farmabedrijven aantrekkelijk.
Johnson & Johnson, wil Crucell en overnemen en in Nederland investeren.
Crucell in Leiden moet voor hen een belangrijk vaccin- en R&D-centrum
worden. Ander voorbeeld: samenwerking tussen enkele grote farmabedrijven
en de jongere life sciences bedrijven als Prosensa en Galapagos.

Vraag van de g.a. Roemer (SP) 

We hebben de zeggenschap over energie verkocht, zorg en OV zijn
vermarkt, woningcorporaties zijn vercommercialiseerd. (SP)

Bij grote publieke belangen, energie, zorg, openbaar vervoer, worden
bewust keuzes gemaakt over hoe deze worden georganiseerd. 

Het uitgangspunt van de heer Roemer "behouden wat goed is, onderzoek wat
beter kan" klinkt dan goed. 

Het gaat dan dus ook niet om privatiseren omdat dat altijd goed is. Net
zo min als om publiek eigendom omdat dát altijd goed zou zijn. 

Het gaat echter te ver om te suggereren dat de overheid de zeggenschap
over allerlei essentiële zaken verloren heeft. Het kabinet borgt de
zeggenschap waar dat nodig is. De overheid moet echter niet onnodig op
de stoel van de ondernemer gaan zitten. 

Dus: de energie-infrastructuur in publieke handen, maar we draaien de
privatisering van de levering van energie niet terug. Eerlijke
concurrentie vergt toezicht. 

En: de OV-concessies worden aanbesteed, ook in grote steden. Daar worden
ook eisen gesteld aan lijnen en frequentie, maar de uitvoering kan heel
goed door private bedrijven. 

Het debat daarover moet gevoerd, en dat zal ook in de Kamer gebeuren. 

De Kamer heeft de Minister van ELI gevraagd om een reactie op het
SER-advies ‘Overheid en markt: het resultaat telt’. Deze zal snel
komen. 

Vraag van de g.a. Van Haersma Buma (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), Van
der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD)

Hoe gaat de premier de doelstellingen op het terrein van duurzaamheid
handen en voeten geven en wat wordt de inzet van het kabinet in de
aanpak van klimaat en energieproblemen in ontwikkelingslanden. Houden we
ons aan de 2 graden doelstelling voor temperatuurstijging? 

Antwoord

Duurzaamheid gaat over milieu, water, grondstoffen en voedsel, energie
en de samenhangen daartussen. 

Het milieubeleid zoals we dat nu kennen op het gebied van water, bodem,
lucht, producteisen en afval blijft doorgaan. Ook het 100% duurzaam
inkopen in 2010 bij de Rijksoverheid  blijft doorgaan evenals 100%
duurzaam inkopen in 2015 door provincies en gemeenten.

De voorstellen van de deltacommissie zijn inmiddels uitgewerkt in het
eerste Deltaprogramma. 

Het nationale emissiedoel en duurzame energiedoel worden zoals
afgesproken in de EU: -20% CO2 in 2020 en 14% duurzame energie in 2020. 
Het kabinet gaat voor het halen van deze doelen.

Milieudoelstellingen worden behaald deels door inzet van andere
instrumenten:

meer brongericht beleid: beperking verkeersemissies, meer openbaar
vervoer, CO2 opslag

Green deal met de samenleving

Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+)

Kernenergie

Nog dit jaar zal staatssecretaris Knapen de eerste contouren van het
nieuwe OS beleid naar de Kamer sturen waar de mondiale thema’s klimaat
en energie een prominente plaats in krijgen.

Als het gaat om de internationale klimaatonderhandelingen dan bepaalt
Nederland haar positie in EU verband.

De resultaten van Kopenhagen waaronder de beperking tot 2 graden Celsius
mondiale temperatuurstijging van de aarde en de Europese doelstelling
van 20% CO2 reductie in 2020 staan overeind. Ook zijn er afspraken
gemaakt over de korte termijn financiering van klimaatacties in
ontwikkelingslanden voor de periode 2010-2012 (ca 30 miljard dollar).
Nederland draagt in deze periode jaarlijks 100 miljoen Euro bij. Tevens
is een doelstelling voor de lange termijn financiering afgesproken door
ontwikkelde landen van 100 miljard dollar per jaar in 2020.

Het onderhandelingsproces richting Cancun, Mexico laat tot nu toe weinig
vooruitgang zien. 

Nederland blijft zich inzetten op het realiseren van operationele
besluiten in Cancun. Het gaat dan om besluiten waar overeenstemming over
mogelijk is en welke directe actie stimuleren. Denk daarbij aan het
voorkomen van ontbossing, adaptatie, technologie en de financiële
architectuur.

Nederland is voorzitter van de werkgroep klimaatfinanciering die werken
aan deeloplossingen voor het klimaatprobleem.

Nederland voert een actieve klimaatdiplomatie waarin naast transparantie
ook het belang van het bedrijfsleven in klimaatmitigatie centraal staat.
Onderwerpen zijn energievoorziening, landbouw en voedselzekerheid en
watermanagement. 

Vraag van de g.a. Van Haersma Buma (CDA)

Wanneer zijn voorstellen te verwachten voor het afstoten van een aantal
taken van de Rijksoverheid, zoals meer ruimte voor de regio?

Het regeerakkoord vermeldt verschillende terreinen waarop
decentralisatie naar de mede-overheden zal plaatsvinden. Bijvoorbeeld
het toezicht en de regie op het gebied van de ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting.

Dit vanuit de optiek dat overheidstaken op een niveau moeten worden
gelegd dat zich zo dicht mogelijk bij de burger bevindt. En dat zo min
mogelijk bestuurslagen zich met een aangelegenheid bezig houden.

Decentralisatie vergt bestuurlijk overleg en regelgeving. 

De voorstellen worden voorbereid en u zult hierover op afzienbare
termijn worden geïnformeerd. 

Vraag van de g.a. Pechtold (D66)

Wat verstaan we onder herijking van het natuurbeleid? 

Antwoord

In de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur wordt bezien of op een
andere, goedkopere manier invulling kan worden gegeven aan
biodiversiteitdoelstellingen en natuurherstel in Nederland. Zodat aan
ook aan de internationale verplichtingen kan worden voldaan. 

Het gaat om een gebiedsgerichte en regionale benadering.

De uitvoering van het beleid wordt zo dicht mogelijk bij de burger
gebracht. 

De staatssecretaris van EL&I gaat in overleg met de provincies over de
nadere invulling van de herijking binnen de in het regeerakkoord gegeven
financiële kaders.

Vraag van de g.a. Rouvoet (CU) en Van der Staaij (SGP) 

Een sterk gezinsbeleid dient de hele samenleving. Onderken dit als
overheid. De afzonderlijke minister voor Jeugd en Gezin keert niet
terug. Heeft het Kabinet oog voor het gezinsbeleid als ruggengraat van
de samenleving? 

Het gezinsbeleid is niet afgeschaft. De departementale
verantwoordelijkheden zijn wel veranderd. 

De verschillende onderdelen van de portefeuille Jeugd en Gezin zijn weer
terug naar de moederdepartementen. 

T.a.v. het jeugdbeleid zullen de interdepartementale
samenwerkingsverbanden in stand blijven.

De minister voor SZW is nu in het kabinet aanspreekbaar op zaken die het
gezin raken zoals onder meer het kindgebonden budget, kinderbijslag en
ouderschapsverlof.

Vraag van de g.a. Van der Staaij (SGP)

Hoe hard zijn de bezuinigingen op de overheid?

In totaal €6,6 mld. ombuigingen die moeten leiden tot een kleinere en
efficiëntere overheid (deels op het apparaat, deels beleidsmatig en
efficiënter inrichting).

Dit zijn concrete bezuinigingen. Bv. apparaat rijksoverheid taakstelling
van 1,5% netto per jaar 2012 - 2015, o.a. door centraliseren
bedrijfsvoering.  Levert €700 mln. op in 2015.

Maar ook minder bestuurders: minder bewindspersonen, statenleden,
raadsleden, bestuurders van provincies, gemeenten en waterschappen. Geen
deelraden meer of stadsregio’s: €130 mln. in 2015.

Ook keuzes in taken: bv. natuurbeheer naar provincies, jeugdzorg naar
gemeenten, kleiner postennetwerk, reïntegratie naar gemeenten (korting
UWV), kortingen rijksoverheid bij departementen waarvoor extensiveringen
of verschuivingen van beleids- of uitvoeringsverantwoordelijkheid
voorzien is (€815 mln. in 2015).

Ook na 2015 loopt de besparing nog door zodat er structureel circa
€1,9 miljard bespaart wordt op de omvang van de overheid. In een
totaal pakket van €18 miljard is dat aanzienlijk maar niet onmogelijk.

Vraag van de g.a. Van der Staaij (SGP) 

Hoe wordt innovatiebeleid gericht ingezet voor vraagstukken rond
energie, veehouderij en gezondheidszorg?

De minister van EL&I gaat de komende maanden om tafel met de betrokken
partijen (bedrijven, kennisinstellingen en overheid) om een brede
economische en maatschappelijke agenda op te stellen. 

In 2011 zal het kabinet dit nieuwe bedrijfslevenbeleid vastleggen in een
nota.

Het innovatiebeleid van EL&I gericht op bijvoorbeeld de Agrofood sector
is bij uitstek een voorbeeld van hoe bedrijven, overheid en
kennisinstellingen samen kunnen werken aan een sterke industrie en
duurzame samenleving. 

Vraag van de g.a. Van der Staaij (SGP)

Kinderporno en mensenhandel met voorrang aanpakken 

Sinds 2008 is door politie en Openbaar Ministerie voortvarend
geïnvesteerd in de verbetering van de aanpak van kinderpornografie en
zijn verbetertrajecten in gang zijn gezet. 

Zo is onder andere eind vorig jaar de eerste korpsmonitor
kinderpornografie opgeleverd, is er inmiddels een landelijke database en
zijn er (tijdelijke) maatregelen getroffen om de werkvoorraad tot een
meer beheersbare omvang terug te brengen. 

Met de inrichting van een landelijke politieorganisatie kan ook de
aanpak van ernstige misdrijven als kinderporno en mensenhandel de
aandacht krijgen die het verdient.

De aanpak van kinderporno zal deel uitmaken van de integrale aanpak van
cybercrime die het kabinet voor ogen staat. Deze benadering beoogt de
productie en verspreiding van kinderporno aan te pakken en slachtoffers
te achterhalen om hen uit een misbruiksituatie te ontzetten.

Vraag van de g.a. Thieme (PvdD) 

Worden de afspraken die gemaakt zijn over de Hertogin Hedwigepolder
gebroken? 

Antwoord

In het regeerakkoord staat dat in overleg met Vlaanderen een alternatief
ontwikkeld wordt voor de ontpoldering van de Hedwigepolder in
Zeeuw-Vlaanderen. Daarbij wordt ook gedacht aan de plannen die eerder
door de Zeeuwse waterschappen zijn ontwikkeld.

De staatssecretaris verantwoordelijk voor natuurbeheer zal dit overleg
voeren met zijn Vlaamse collega.

Vraag van de g.a. Thieme (PvdD) 

Hoe denkt de minister president om te gaan met de schadeclaims die voort
gaan vloeien, uit het breken van dit afspraak is afspraak? 

Het is nadrukkelijk niet de bedoeling gebiedsontwikkeling stil te
leggen. 

Er moet voldoende (financiële) ruimte worden behouden voor nieuwe keuze
die volgen uit de in het regeerakkoord aangekondigde herijking van de
Ecologische Hoofdstructuur. 

Die keuzes kunnen betrekking hebben op het aantal nog te verwerven
hectares natuurgebied en de locatie daarvan of op de gewenste
beheervorm.

Over de invulling van de herijking zal nader overleg met provincies
plaatsvinden. 

Vraag van de g.a. Thieme (PvdD)

Hoe verklaart de Minister President dat tegelijkertijd met de beloofde
instelling van een dierenpolitie, er €18 miljoen wordt bezuinigd op
het toezicht en de controle op het dierenwelzijn in de vee-industrie,
tijdens diertransporten en in de slachthuizen? 

De vermindering van de kosten van het toezicht door de Nieuwe VWA zijn
mogelijk door onder andere:

verbetering van de efficiency van de Nieuwe VWA

het risicogebaseerd toezicht

het kostendekkend maken van de tarieven van de Nieuwe VWA

 PAGE    

 PAGE   1