[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Bijlage

Nummer: 2010D42238, datum: 2010-11-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Europese Raad op 28-29 oktober 2010 te Brussel (2010D42237)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de Europese Raad op 28 en 29 oktober in Brussel

Deze Europese Raad was voornamelijk gewijd aan het eindrapport van de
werkgroep van voorzitter Van Rompuy over de verbetering van de
financieel-economische beleidscoördinatie en aanscherping van de
begrotingsdiscipline. Tevens werden de komende G20-top, de
klimaatconferentie in Cancún en de toppen van de EU met de VS, Rusland
en de Oekraïne voorbereid.

Ontwerp-EU-begroting 2011

De toespraak (tekst bijgevoegd) van de voorzitter van het Europees
Parlement (EP), de heer Jerzy Buzek, maakte een reactie van
minister-president Cameron los. Aanleiding was de ophoging door het EP
van de ontwerpbegroting 2011 met 6,2% ten opzichte van de huidige
begroting. Minister-president Cameron wees op de forse bezuinigingen die
zijn regering in het VK moet doorvoeren om de overheidsfinanciën op
termijn gezond te maken. Tegen die achtergrond past geen stijging van de
EU-begroting met ruim 6%. Minister-president Rutte sloot zich daarbij
aan met een verwijzing naar de bezuinigingen voor een bedrag van 18
miljard euro die in Nederland doorgevoerd gaan worden. Ook andere
regeringsleiders steunden het betoog van minister-president Cameron.
Voorzitter Van Rompuy stelde vast dat de boodschap van de Raad aan het
Europees Parlement in de conciliatieprocedure over de begroting 2011
duidelijk was: de Raad wil niet afwijken van het eerdere standpunt van
een stijging met maximaal 2,9%. Nederland heeft zich steeds samen met
een aantal andere lidstaten uitgesproken voor een nulgroei maar daarvoor
bestond bij eerdere behandeling in de Begrotingsraad onvoldoende steun.
De Raad sprak zich toen in meerderheid uit voor een groei van 2,9%.

In de marge van de Europese Raad schaarden zich twaalf lidstaten
waaronder Duitsland, Frankrijk, het VK en Nederland achter de inhoud van
een brief (de tekst is bijgevoegd) waarin werd vastgelegd dat de
begroting niet boven de stijging van 2,9%  mag uitgaan waartoe eerder
werd besloten.

In de conclusies van de Europese Raad werd de afspraak opgenomen dat de
EU-begroting en de financiële perspectieven voor de jaren na 2013
(waarover binnenkort onderhandeld gaat worden), rekening moeten houden
met de bezuinigingsinspanningen die de lidstaten zich nationaal
getroosten.

Werkgroep-Van Rompuy

De Europese Raad besprak het rapport van de werkgroep-Van Rompuy. Dit
rapport bevat een reeks van aanbevelingen gericht op betere
begrotingsdiscipline en aanscherping van het Stabiliteits- en Groeipact
(SGP), betere monitoring van macro-economische onevenwichtigheden en
betere coördinatie van het begrotings- en economisch beleid van de
lidstaten. Het laat de contouren van een permanenter
‘crisismechanisme’ nog open. De Commissie heeft ondertussen
voorstellen gedaan voor wetgeving op het terrein van de eerste drie
onderwerpen.

Het rapport kreeg brede steun van de leden van de Europese Raad.
Minister-president Rutte gaf aan dat hij de voorkeur zou geven aan
verdergaande maatregelen en meer automatismen in de SGP-procedures, maar
dat hij per saldo van oordeel is dat de nu voorliggende aanbevelingen
een belangrijke versterking van het SGP betekenen. Hij riep de leden van
de Europese Raad op om nu snel de wetgevingsvoorstellen van de Commissie
in behandeling te nemen en daarover nog vóór de voorjaarsraad met het
EP overeenstemming te bereiken.

De Europese Raad aanvaardde het eindrapport van de werkgroep-Van Rompuy.
Afgesproken werd dat voor de behandeling van de wetgevingsvoorstellen
van de Commissie een sneltreintraject zal worden ingezet opdat Raad en
EP daarover zomer 2011 overeenstemming kunnen bereiken.
Minister-president Rutte heeft nog gevraagd of dit niet eerder kon, maar
de Commissie gaf aan dat dit vanwege de toe te passen wetgevende
procedure met het Europees Parlement niet mogelijk is.

Op verzoek van één van de leden van de Europese Raad werd afgesproken
dat de Europese Raad in december zal terugkomen op het vraagstuk hoe bij
de toepassing van het SGP op de staatsschuld van lidstaten, moet worden
omgegaan met de hervorming van de pensioenstelsels waarmee een aantal
lidstaten bezig is. Zulke hervormingen kunnen tijdelijk leiden tot fors
oplopen van de staatsschuld.

De Europese Raad wijdde een uitgebreide discussie aan de schets voor een
permanent crisismechanisme, dat de nu bestaande, maar tijdelijke
Faciliteit voor Financiële Stabiliteit moet gaan vervangen. Zoals
bekend hebben bondskanselier Merkel en president Sarkozy in een
gezamenlijke verklaring aangedrongen op een wijziging van het EU-verdrag
om een basis te scheppen voor een permanent crisismechanisme.

Minister-president Rutte legde een verband tussen de behandeling van de
wetgevingsvoorstellen van de Commissie en zulk een permanent mechanisme:
we moeten om crises te voorkomen allereerst nu snel de macro-economische
coördinatie versterken en het pact aanscherpen. Ook legde hij -- met
andere regeringsleiders -- een direct verband tussen de inhoud van zulk
een mechanisme en de vraag of een verdragswijziging de beste procedure
is. Het één kan niet zonder het andere worden bepaald.
Minister-president Rutte verbond drie voorwaarden aan de inrichting van
een permanent mechanisme: (i) er moet worden voorzien in ‘burden
sharing’ door de private sector; (ii) om de ‘moral hazard’ te
beperken moet het gebruik van de faciliteit aan strenge conditionaliteit
worden onderworpen; (iii) er moet een financiële en inhoudelijke
betrokkenheid zijn van het IMF.

De Europese Raad besloot dat de lidstaten behoefte hebben aan een
permanent crisismechanisme om de stabiliteit in de eurozone te
waarborgen. De voorzitter van de Europese Raad zal met de leden van de
Europese Raad vóór hun eerstvolgende bijeenkomst consulteren over een
beperkte verdragswijziging om een dergelijk mechanisme mogelijk te
maken. Tegelijkertijd zal de Commissie zulk een mechanisme technisch
voorbereiden en daarbij de betrokkenheid van de private sector meenemen,
alsook de rol van het IMF en de conditionaliteiten die aan het gebruik
van de faciliteit verbonden zijn. Ook werd bepaald dat een eventueel
mechanisme alleen als uiterste redmiddel mag worden ingezet en dat het
‘no-bail out’-beginsel in het verdrag (artikel 125) ongewijzigd
blijft.

In de december, zo besloot de Europese raad, zal hij op de zaak
terugkomen en een finale beslissing nemen over zowel de inhoud van het
crisismechanisme als over de noodzakelijke beperkte verdragswijziging,
opdat een mogelijke verdragswijziging op zijn laatst per medio 2013
doorgevoerd kan zijn. Dit is van belang omdat dan het tijdelijk
mechanisme verloopt.

Een aantal regeringsleiders verzette zich tegen het in de Frans-Duitse
verklaring geopperde idee om lidstaten die een voortdurende bedreiging
vormen voor de stabiliteit in de eurozone het stemrecht te ontnemen.
Afgesproken werd dat de voorzitter van de Europese Raad dit idee, maar
dan beperkt tot ontnemen van stemrecht in de EMU-procedures, op termijn
verder zal onderzoeken, en daarover met de leden van de eurozone zal
consulteren. 

G20-top, Cancún, toppen met derde landen

De Europese Raad stond slechts kort stil bij deze bijeenkomsten. De
tekst van de conclusies met betrekking tot de toppen met derde landen
werd sterk ingekort, om de inzet van de kant van de EU niet bij voorbaat
al openbaar te maken.

Ten aanzien van de inzet voor de klimaatconferentie in Cancún
bevestigde de Europese Raad de conclusies van de Milieuraad van 14
oktober jl. Afgesproken werd dat de EU na de Cancún-conferentie zal
bekijken of zij verder kan gaan dan 20% emissiereductie, om te kunnen
inspelen op de internationale onderhandelingen. De EU en de lidstaten
zullen, tegelijk met het streven naar internationale overeenstemming
over deze reducties, proberen met strategische partners samen te werken
waar sprake is van gedeelde belangen die kunnen helpen hun emissies
omlaag te brengen.

Ten aanzien van de top met Oekraïne stelde minister-president Rutte dat
het van belang is dat de Commissie een impact assessment overlegt,
alvorens beslissende stappen worden gezet in de visumdialoog met dit
land. Lidstaten moeten immers inzicht hebben in de gevolgen van
visumvrij verkeer op termijn. Commissievoorzitter Barroso gaf aan een
dergelijke assessment te zullen uitvoeren.

In de discussie over de toppen met derde landen werd duidelijk dat veel
lidstaten vrijhandelsaangelegenheden, inclusief
openbare-aanbestedingsvraagstukken, in de relaties met deze landen een
meer prominente plaats willen geven. Commissievoorzitter Barroso
kondigde aan met een mededeling over de toekomst van het
EU-handelsbeleid te zullen komen.