Concept-brief aan de Eurocommissaris waarin de Voorzitters van de 1e en van de 2e Kamer de resultaten van de subsidiariteitstoets uiteenzetten
EU-voorstel: Wijziging verordening voedseldistributie aan de meest behoeftigen - COM(2010)486
Bijlage
Nummer: 2010D46748, datum: 2010-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Verburg, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Bijlage bij: Mededeling inzake de uitgevoerde subsidiariteitstoets en toezending concept-brief aan de Eurocommissaris (2010D46734)
Preview document (🔗 origineel)
CONCEPT Brief aan de Eurocommissaris Inter-institutionele betrekkingen en administratie Geachte heer Šefčovič, De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde procedure, het bovengenoemde voorstel getoetst aan de beginselen van subsidiariteit. Daarmee is toepassing gegeven aan artikel 5 EU-Verdrag. De beide Kamers zijn zich ervan bewust dat de termijn voor het inzenden van een gemotiveerd advies op 15 november is verstreken, maar zij hecht er toch aan om u in kennis te stellen van haar standpunt. Gelijkluidende brieven zijn gezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Nederlandse regering. De beide Kamers zijn van oordeel dat de Europese Commissie onvoldoende heeft aangetoond dat het voorstel voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. De Kamers zijn dan ook niet overtuigd dat het voorstel aan deze beginselen voldoet. Beide Kamers delen niet de overweging van de Europese Commissie dat de artikelen 42 en 43 VWEU (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) de rechtsgrondslag kunnen vormen voor het door u gedane voorstel COM(2010)486. Zowel de Eerste als de Tweede Kamer der Staten-Generaal betwisten daarom deze rechtsgrondslag. Het voorstel is namelijk niet in lijn met de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zoals vermeld in artikel 39 VWEU. Het aanwenden van producten uit de interventievoorraden zou nog kunnen bijdragen aan stabilisatie van de markt en het verzekeren van redelijke prijzen bij de levering aan gebruikers. Dit kan echter niet gezegd worden van het aankopen van producten op de markt zoals in het Commissievoorstel beschreven staat. Gezien de inhoud van het voorstel gaat het hier eerder om sociaal beleid, met name bestrijding van armoede en sociale uitsluiting dan om het Gemeenschappelijk landbouwbeleid. De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is primair een nationale aangelegenheid en de EU heeft hierbij slechts een aanvullende bevoegdheid (art 153 lid 1 sub j VWEU). Voedselhulp aan de minder bedeelden in de EU is derhalve primair geen zaak van de EU maar van de Lidstaten. Tegen het licht van het voorgaande is in het voorstel onvoldoende gemotiveerd welke meerwaarde of transnationale aspecten een EU-optreden zoals voorgesteld zouden rechtvaardigen. Gezien bovenstaande bezwaren zijn beide Kamers van mening dat het voorgestelde optreden niet voldoet aan het subsidiariteitsbeginsel. Hoogachtend, De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Drs. P. R.H.M. van der Linden Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Mevr. G.A. Verbeet