[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2010D47090, datum: 2010-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Overeenkomst tussen de EG en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking (2010D47082)

Preview document (šŸ”— origineel)


Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,
enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de
Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking; Kleinmond, 11
september 2009 (Trb. 2010, 128)

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

De op 11 oktober 1999 te Pretoria tot stand gekomen Overeenkomst inzake
handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en
haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (Trb.
2000, 45) (hierna te noemen: de Overeenkomst van 1999) bepaalt dat deze
binnen vijf jaar na de inwerkingtreding herzien moet worden. De
Overeenkomst is op 1 mei 2004 in werking getreden. Over die herziening
is in 2007 tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika overeenstemming
bereikt en deze is vastgelegd in de op 11Ā september 2009 te Kleinmond,
Zuid-Afrika, tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese
Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika,
anderzijds, tot wijziging van de Overeenkomst inzake handel,
ontwikkeling en samenwerking (Trb. 2010, 128) (hierna te noemen: de
wijzigingsovereenkomst). 

De herziening van de Overeenkomst van 1999 is relatief beperkt van aard
en geldt in belangrijke mate als een actualisatie van de relatie tussen
de EU en Zuid-Afrika, onder andere in het licht van door de EU inmiddels
standaard gehanteerde zogenaamde horizontale clausules. Er zijn
bepalingen toegevoegd ten aanzien van ontwapening en non-proliferatie
van massavernietigingswapens, terrorismebestrijding, handvuurwapens en
lichte wapens, preventie van de activiteiten van huurlingen, steun aan
het Internationaal Strafhof, de bestrijding van georganiseerde
criminaliteit en tenslotte migratie, waaronder een toezegging tot terug-
en overname van elkaars onderdanen. Daarnaast worden in de artikelen van
de Overeenkomst van 1999 wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van onder
meer samenwerking in de ICT-sector, vervoer, millenniumdoelstellingen
voor ontwikkeling, wetenschap en technologie, drugsbestrijding en het
witwassen van geld. 

Het op 13 december 2007 totstandgekomen Verdrag van Lissabon tot
wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag
tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Trb. 2008, 11) is in werking
getreden op 1 december 2009. Vanaf die datum heeft de Europese Unie de
Europese Gemeenschap vervangen en opgevolgd. De Europese Unie oefent nu
alle rechten uit en neemt alle verplichtingen op zich die voorheen
toebehoorden aan de Europese Gemeenschap. Deze wijziging heeft dan ook
geen gevolgen voor internationale overeenkomsten gesloten door de
Europese Gemeenschap, zoals onderhavig verdrag.

Verloop van de onderhandelingen

In maart 2007 zijn de partijen bij de Overeenkomst van 1999 begonnen met
de onderhandelingen over een herziening. Het uitgangspunt aan beide
zijden was dat de Overeenkomst van 1999 nog steeds een goede basis
vormde voor handel en samenwerking tussen de EU en Zuid-Afrika.

In eerste instantie waren naast de nu voorliggende wijzigingen ook
aanpassingen aan het handelsgedeelte van de Overeenkomst van 1999,
waaronder verdere handelsliberalisering, voorzien. In het licht van het
besluit van de Europese Unie, genomen op 12 februari 2007, om
Zuid-Afrika te laten deelnemen aan de onderhandelingen over een
economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de landen van
zuidelijk Afrika, zijn de onderhandelingen die betrekking hadden op
handel en handelsgerelateerde kwesties geschorst, in afwachting van de
resultaten van de besprekingen over de economische
partnerschapsovereenkomst. De Europese Commissie heeft daarom geen
gebruik gemaakt van het handelsgedeelte van het in november 2006 door de
Raad van ministers van de Europese Unie vastgestelde
onderhandelingsmandaat. 

In het niet aan handel gerelateerde deel van het onderhandelingsmandaat
voor de Europese Commissie werd vooral ingezet op een actualisering van
het verdrag, met name in het licht van de inmiddels standaard door de EU
gehanteerde horizontale clausules op het terrein van
terrorismebestrijding, non-proliferatie van massavernietigingswapens,
het Internationaal Strafhof en het tegengaan van de verspreiding van
kleine wapens. Daarnaast bestond aan EU-zijde de wens om nieuwe
verplichtingen op te nemen op terreinen als de bestrijding van
georganiseerde misdaad en migratie.

Op al deze terreinen is de Overeenkomst van 1999 herzien. De
onderhandelingen zijn in oktober 2007 afgerond.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 van de wijzigingsovereenkomst bepaalt welke wijzigingen zullen
worden doorgevoerd in de Overeenkomst van 1999. Het betreft de volgende
wijzigingen:

Preambule en artikel 2 (essentiƫle onderdelen van de Overeenkomst van
1999)

In de preambule is een verwijzing opgenomen naar samenwerking op het
gebied van multilaterale ontwapening en non-proliferatie van
massavernietigingswapens. Vervolgens is in artikel 2 deze samenwerking
toegevoegd aan de essentiƫle onderdelen van de Overeenkomst van 1999,
naast de eerder vastgelegde essentiƫle onderdelen eerbiediging van
democratische beginselen, mensenrechten en de rechtsstaat.

Artikel 55 (Informatiemaatschappij en ICT)

Artikel 55 betreffende de Informatiemaatschappij en informatie- en
communicatietechnologieƫn (ICT) is herschreven en ingekort. De
belangrijkste verschillen met artikel 55 uit de Overeenkomst van 1999
betreffen het schrappen van de expliciet genoemde mogelijkheid van
toegang van Zuid-Afrikaanse organisaties tot projecten en programmaā€™s
van de Unie en vice versa, en het toevoegen van de mogelijkheid dat in
onderling overleg vastgestelde projecten worden uitgevoerd via het
Europees Ontwikkelingsfonds.

Artikel 57 (Energie)

Naast wijzigingen van redactionele aard zijn aan dit artikel
verwijzingen toegevoegd naar regionale samenwerking op het gebied van
energie en naar het EU-energie-initiatief voor uitroeiing van de armoede
en bevordering van duurzame ontwikkeling (EUEI). Doel van de EUEI is
door het aanbod van adequate, betaalbare en duurzame energiediensten
voor de armen een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de
millennium doelstellingen voor ontwikkeling van de Verenigde Naties.

Artikel 58 (Mijnbouw en winning van delfstoffen)

Onder artikel 58, eerste lid, onder a), is een verwijzing naar
milieunormen toegevoegd aan het bevorderen van gezondheids- en
veiligheidsnormen op mijnbouwterrein. Daarnaast zijn de doelstellingen
op dit terrein uitgebreid met het steunen van beleidsmaatregelen voor de
plaatselijke verrijking van ertsen.

Artikel 59 (Vervoer) en nieuw artikel 59 bis (Zeevervoer)

In artikel 59 is de uitwisseling van informatie en verbetering van de
samenwerking op het gebied van verkeersveiligheid voor zeevaart,
luchtvaart en landtransport aan het akkoord toegevoegd. Daarnaast is de
harmonisatie van vervoersbeleid door een versterkte beleidsdialoog en
uitwisseling van expertise genoemd als Ć©Ć©n van de punten waarop de
samenwerking zich zal richten.

Tevens is een nieuw artikel 59 bis over zeevervoer opgenomen. Hierin
moedigen de partijen de bevoegde autoriteiten,
scheepvaartmaatschappijen, havens en onderzoeksinstellingen aan om samen
te werken op een veelvoud aan terreinen, waaronder de handhaving van
internationaal bindende normen en wettelijke voorschriften voor de
veiligheid van de zeevaart en preventie van verontreiniging van de zee.

Artikel 65 (Doelstellingen) en nieuw artikel 65 bis
(Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling)

In artikel 65 zijn verwijzingen naar de millenniumdoelstellingen voor
ontwikkeling en internationale afspraken betreffende de effectiviteit
van de hulp toegevoegd. 

Daarnaast bevestigen partijen in het nieuwe artikel 65 bis zich in te
zetten voor de millenniumdoelstellingen en wordt verwezen naar de
conferentie van Monterrey betreffende de financiering van ontwikkeling
en het uitvoeringsplan van de mondiale top over duurzame ontwikkeling in
Johannesburg.

Artikelen 66 tot en met 82 (Prioriteiten, begunstigden, programmering,
financiering en tenuitvoerlegging van ontwikkelingssamenwerking)

Een aantal van de artikelen in Titel V betreffende
ontwikkelingssamenwerking zijn gewijzigd en geactualiseerd mede in het
licht van de op 23 juni 2000 te Cotonou totstandgekomen
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in
Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de
Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds (Trb. 2001, 57;
Verdrag van Cotonou). Zuid-Afrika is partij bij dit verdrag. 

Artikel 83 (Wetenschap en technologie)

Artikel 83 is uitgebreid en opent onder meer de mogelijkheid van
partnerschappen op het terrein van wetenschap en technologie ter
bevordering van een breed scala aan doelen, van economische samenwerking
en het bevorderen van werkgelegenheid tot het bevorderen van wereldwijde
onderzoekinfrastructuur en mondiale mobiliteit van wetenschappers.

Artikel 84 (Milieu)

Dit artikel is licht gewijzigd en de terreinen waarop naar samenwerking
wordt gestreefd worden uitgebreid met luchtkwaliteit en
klimaatverandering.

Artikel 85 (Cultuur)

Het artikel over de samenwerking op het terrein van cultuur is in zijn
geheel herschreven. De enige inhoudelijke wijziging betreft de
toevoeging van een beleidsdialoog op cultureel gebied die zich in het
bijzonder zal richten op versterking en ontwikkeling van competitieve
cultuursectoren in de Europese Unie en in Zuid-Afrika.

Artikel 90 (Samenwerking op het gebied van illegale drugs)

Artikel 90 betreffende de aanpak van het drugsprobleem is in zijn geheel
herschreven. Er staat nu duidelijker verwoord dat de doelstelling van de
samenwerking op dit terrein is te komen tot een evenwichtige en
geĆÆntegreerde aanpak van het drugsprobleem waarbij het beleid is
gericht op het verminderen van de levering van, de handel in en de vraag
naar illegale drugs en de preventie van het misbruik van precursoren. De
tekst betreffende het witwassen van geld in het bestaande artikel 90 is
uitgebreid en overgebracht naar het nieuwe artikel 91 quarter.

Artikel 91 (Bescherming van persoonsgegevens)

Naast het veranderen van de omschrijving van dit artikel (voorheen
ā€˜gegevensbeschermingā€™) is het ambitieniveau van dit artikel
opgeschroefd door te stellen dat zal worden samengewerkt om de
bescherming van persoonsgegevens op te trekken tot een niveau dat
voldoet aan de strengste internationale normen.

Artikel 91 bis (Massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen
daarvoor)

In lijn met akkoorden van de EU met andere derde landen is een nieuw
artikel 91 bis ingevoegd dat de tekst van de standaard
non-proliferatieclausule van de EU volgt. De partijen verbinden zich bij
te dragen aan de versterking van het multilaterale ontwapenings- en
non-proliferatiestelsel en in dat verband de proliferatie van
massavernietigingswapens en alle overbrengingsmiddelen daarvoor tegen te
gaan. Partijen verplichten zich onder andere een doeltreffend systeem
van nationale exportcontroles in te stellen.

Artikel 91 ter (Terrorismebestrijding)

In lijn met akkoorden van de EU met andere derde landen is een nieuw
artikel 91 ter ingevoegd dat de tekst van de standaard
terrorismebestrijdingclausule van de EU volgt. Het betreft onder andere
een veroordeling van alle mogelijke daden van terrorisme, het streven
niet alleen terrorisme maar ook de factoren die tot terrorisme leiden
aan te pakken, dit met inachtneming van het internationaal recht en de
mensenrechten, en de verbintenis in internationaal kader samen te werken
aan de preventie en bestraffing van terroristische daden en de
terrorismebestrijdingstrategie van de VN te implementeren.

Artikel 91 quater (Witwassen van geld en terrorismefinanciering)

De bepalingen uit artikel 90 uit de Overeenkomst van 1999 ten aanzien
van het tegengaan van het witwassen van geld zijn ondergebracht in een
nieuw artikel 91 quater en uitgebreid met een verwijzing naar het
tegengaan van de financiering van terrorisme.

Artikel 91 quinquies (Bestrijding van georganiseerde misdaad)

Een nieuw artikel 91 quinquies bepaalt dat de partijen samen zullen
werken ter bestrijding van georganiseerde en financiƫle misdaad. Het
betreft in het bijzonder de toepassing en bevordering van multilaterale
verdragen zoals het op 15 november 200 te New York totstandgekomen
Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende
georganiseerde misdaad (Trb. 2001, 68) en het op 31 november 2003 te New
York totstandgekomen Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie
(Trb. 2004, 11).

Artikel 91 sexies (Handvuurwapens en lichte wapens)

In lijn met akkoorden van de EU met andere derde landen is een nieuw
artikel 91 sexies ingevoegd dat de tekst van de standaard clausule van
de EU op het terrein van lichte wapens volgt. Het artikel herbevestigt
de internationale verplichtingen van partijen voor wat betreft de
preventie en bestrijding van de illegale productie van en handel in
lichte wapens en verbindt partijen de excessieve accumulatie van dit
soort wapens tegen te gaan.

Artikel 91 septies (Huurlingen)

Een nieuw artikel 91 septies bepaalt dat partijen een regelmatige
politieke dialoog zullen voeren over de preventie van activiteiten van
huurlingen en samenwerking op dit terrein aan zullen gaan.

Artikel 91 octies (Internationaal Strafhof)

In lijn met akkoorden van de EU met andere derde landen is een nieuw
artikel 91 octies ingevoegd dat de tekst van de standaard clausule van
de EU ter bevordering van de universaliteit van het op 17 juli 1998 te
Rome totstandgekomen Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
volgt. Partijen komen in dit artikel overeen het Internationaal Strafhof
te blijven steunen en universele ratificatie van het Statuut van Rome te
bevorderen. Zuid-Afrika is partij bij dit verdrag.

Artikel 91 novies (Samenwerking inzake migratie)

In dit artikel is afgesproken dat partijen een diepgaande politieke
dialoog op het terrein van migratie zullen voeren. Deze dialoog zal een
breed spectrum van onderwerpen beslaan, waaronder de eerlijke
behandeling van legale migranten, visumkwesties, het verband tussen
migratie en ontwikkeling, het tegengaan van illegale migratie, het
versterken van grenscontrole en tot slot terugkeer en overname. Tevens
wordt in het derde lid, onder a), bepaald dat zowel de EU als
Zuid-Afrika hun illegaal op het grondgebied van de andere partij
verblijvende onderdanen zonder verdere formaliteiten over zullen nemen
(readmissie). Daarnaast opent het derde lid, onder b), de mogelijkheid
om door middel van bilaterale overeenkomsten nadere afspraken te maken
over terugkeer en overname die eventueel en indien gewenst door partijen
ook afspraken betreffende onderdanen van derde landen kunnen betreffen. 

Artikel 94 (Subsidies)

Artikel 94, eerste lid, van de Overeenkomst van 1999, betreffende een
speciale financiƫle faciliteit in het kader van de begroting van de
Unie ter ondersteuning van de in de Overeenkomst van 1999 genoemde
ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten, is geschrapt. Het nieuwe artikel
94 houdt de mogelijkheid van financiering van
ontwikkelingssamenwerkings- en internationale samenwerkingsactiviteiten
uit de reguliere EU-begrotingslijnen, op basis van de bestaande
voorwaarden van deze begrotingslijnen, wel open.

Koninkrijkspositie

De wijzigingsovereenkomst geldt voor wat betreft het Koninkrijk, evenals
de Overeenkomst van 1999, alleen voor Nederland. Na de staatkundige
hervorming zullen de wijzigingsovereenkomst en de Overeenkomst van 1999
niet voor Bonaire, Sint Eustasius en Saba gelden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

  

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, 

 Zoals voorzien in het Verdrag van Cotonou onderhandelt de EU met de
ACS-landen, onderverdeeld in 7 regioā€™s, over economische
partnerschapsovereenkomsten (EPAā€™s). EĆ©n van deze regioā€™s is de
zogenaamde SADC EPA regio, waartoe naast Zuid-Afrika behoren de andere
landen van de Douane-Unie van zuidelijk Afrika (SACU), te weten
Botswana, Lesotho, Namibiƫ en Swaziland, en Angola en Mozambique.

 In het kader van deze besprekingen heeft de Europese Commissie recent
een voorstel gedaan tot aanpassing van bepaalde handelstarieven van de
Overeenkomst van 1999, om deze gelijk te trekken met de tarieven die
zijn vastgesteld bij de tussentijdse economische
partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Botswana, Namibiƫ,
Mozambique, Lesotho en Swaziland en die moeten worden toegepast door de
andere landen van de Douane-Unie van Zuidelijk Afrika (SACU). Deze
tariefswijzigingen maken geen onderdeel uit van de nu voorliggende
wijziging van de Overeenkomst van 1999.

 Onder verwijzing naar het nieuw in te voegen artikel 91 bis waarin de
samenwerking op het terrein van ontwapening en non-proliferatie concreet
wordt uitgewerkt.

 De bepalingen van artikel 91 novies, derde lid, zijn in vergelijkbare
bewoordingen ook terug te vinden in artikel 13 van het Verdrag van
Cotonou.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, onder
b, van de Wet op de Raad van State).