[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 december 2010

Bijlage

Nummer: 2010D49558, datum: 2010-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 december 2010 (2010D49557)

Preview document (šŸ”— origineel)


Westelijke Balkan

De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) zal spreken over actuele politieke
ontwikkelingen in de Westelijke Balkan. De ministers zullen naar
verwachting met name aandacht besteden aan Bosniƫ-Herzegovina en de
relatie tussen Serviƫ en Kosovo. In de Raad Algemene Zaken (RAZ) zal
worden gesproken over het uitbreidingspakket van de Commissie, waarbij
de landen van de Westelijke Balkan ook aan de orde zullen komen. Voor
het Nederlandse standpunt hierover wordt verwezen naar de separate
geannoteerde agenda voor de RAZ.

In Bosniƫ-Herzegovina is de coalitievorming na de verkiezingen op 3
oktober jl. nog gaande. Voor de stabiliteit in het land en de bredere
regio is het van groot belang dat de nieuwe regering voortgang boekt met
het hervormingsproces en met de naleving van de laatste twee nog
openstaande voorwaarden (regeling van de verdeling van staats- en
defensie eigendommen) voor sluiting van het kantoor van de Hoge
Vertegenwoordiger voor Bosniƫ-Herzegovina, alsmede met wijziging van de
grondwet. De regering meent dat dit kantoor open dient te blijven zolang
de gestelde voorwaarden niet zijn vervuld. Nieuwe stappen in het
EU-toenaderingsproces zijn voor Bosniƫ-Herzegovina in dit stadium niet
aan de orde. 

De dialoog tussen Serviƫ en Kosovo bevindt zich momenteel in de
voorbereidende fase. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton faciliteert dit
proces. Naar verwachting zullen de gesprekken niet eerder beginnen dan
na de verkiezingen in Kosovo op 12 december a.s. De regering hoopt dat
Serviƫ en Kosovo middels de dialoog tot goed nabuurschap zullen komen.
De regering ziet een belangrijke rol voor de EU  in dit proces weggelegd
en zal zich inzetten voor een constructieve, eensgezinde opstelling van
alle lidstaten.

Soedan

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer van 17
november jl. inzake Soedan heeft de regering bij de HV aangedrongen op
versterking van de EU-waarnemingsmissie voor het
zelfbeschikkingsreferendum. De EU heeft inmiddels aangekondigd dat de
missie uit 123, in plaats van 60, waarnemers zal bestaan. In een
Memorandum of Understanding tussen Soedan, de VN en de EU zijn
regelingen getroffen om de veiligheid van de waarnemers te waarborgen. 

Wegens de kans op afscheiding van Zuid-Soedan richt de EU zich voorts
primair op het mogelijk maken van goed nabuurschap en ondersteuning van
het Zuiden. Het maken van concrete afspraken over uitstaande knelpunten
van het Comprehensive Peace Agreement -- zoals grensafbakening,
welvaartsdeling en controle over natuurlijke hulpbronnen -- is hierbij
cruciaal. Onder leiding van bemiddelaar Mbeki, de voormalige
Zuid-Afrikaanse president, buigen beide partijen zich momenteel over een
raamwerkovereenkomst, waarin principe-afspraken worden neergelegd die
relevant worden in het geval van afscheiding van Zuid-Soedan. De
regering steunt de inspanningen van Mbeki en hoopt dat beide partijen de
raamwerkovereenkomst spoedig zullen ondertekenen.

Mogelijk zullen enkele lidstaten aandacht vragen voor de kwestie van
schuldverlichting. De regering meent dat nader overleg in de Club van
Parijs moet worden afgewacht alvorens besluiten genomen kunnen worden. 

De regering zal aandacht blijven vragen voor de mensenrechtensituatie in
Soedan, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting, straffeloosheid
en de positie van zuiderlingen in het noorden, en voor verbetering van
de humanitaire en veiligheidssituatie in Darfur. 

De regering meent dat statenpartijen bij het Statuut van Rome die
president Bashir ontvangen, aangesproken moeten worden op hun
internationaalrechtelijke verplichting om verdachten van het
Internationaal Strafhof (ICC) aan te houden en over te leveren. De EU
heeft dit onder andere gedaan bij Tsjaad in kader van het bezoek van
president Bashir aan dat land in juli jl. Deze juridische verplichting
rust niet op niet-statenpartijen bij het Statuut van Rome, zoals
Ethiopiƫ, maar bij VNVR-resolutie 1593 heeft de Veiligheidsraad wel een
klemmend beroep gedaan op dergelijke staten om mee te werken met het
Hof. Mede op aandringen van Nederland heeft de Unie zeker gesteld dat
president Bashir niet aanwezig was op de EU-AU Top in Tripoli (29 en 30
november jl.). De Europese delegatieleider, Europese Raadsvoorzitter Van
Rompuy, heeft in sterke bewoordingen steun uitgesproken voor het ICC en
gewezen op de verantwoordelijkheden van zowel de EU als de Afrikaanse
Unie om straffeloosheid te bestrijden. Nederland heeft de Ethiopische
tijdelijk zaakgelastigde om opheldering gevraagd nadat president Bashir
in Addis Abeba een bijeenkomst van de Intergovernmental Authority on
Development (IGAD) had bijgewoond. Ethiopiƫ is geen statenpartij bij
het Statuut. 

MOVP

HV Ashton heeft na haar bezoek aan Gaza juni jl. de nadruk gelegd op
herstel van de Gazaanse economie, onder andere door middel van
bevordering van de import en export van Gaza. Hiervoor is een
functionerende infrastructuur aan de grens nodig. Mogelijk zal de HV
voorstellen een Europese bijdrage aan het verbeteren van de (materiƫle)
infrastructuur van de grenzen en de training van Palestijnen op het
terrein van effectief grensbeheer voor te bereiden. HV Ashton heeft
aangekondigd binnenkort naar de regio te reizen om hierover in gesprek
te gaan met Israƫl en de Palestijnse Autoriteit (PA). 

De stand van zaken in het MOVP was bij het schrijven van deze brief niet
anders dan op 18 november jl., toen het MOVP werd besproken tijdens het
Algemeen Overleg over de RBZ van 22 november jl. Zolang geen
duidelijkheid bestaat over een bouwmoratorium, is hervatting van de
directe onderhandelingen tussen Israƫl en de PA niet aan de orde.

De regering steunt de inzet van de VS voor het MOVP en pleit ervoor dat
de EU nauw samenwerkt met de VS om partijen weer aan tafel te krijgen;
EU-initiatieven moeten hieraan dienstbaar zijn. Dit geldt ook voor
eventuele initiatieven gericht op Gaza. Goede afstemming met de VS, de
overige Kwartetleden, Israƫl, de PA en regionale partners is
noodzakelijk, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de legitieme
veiligheidsbehoeften van Israƫl. Met inachtneming van deze voorwaarden
ten aanzien van het proces steunt de regering initiatieven die de
toegang tot Gaza verbeteren en mogelijkheden bieden om te exporteren. De
regering zal de expertise beschikbaar stellen die is opgedaan in een
door Nederland gefinancierd project voor de export van in Gaza gekweekte
aardbeien en bloemen.

Somaliƫ / Hoorn van Afrika

Naar verwachting zal de Raad spreken over piraterijbestrijding en de
achterliggende oorzaken daarvan. In lijn met de in december 2009
aangenomen Hoorn van Afrika-strategie zal de EU haar steun aan het
Djibouti-proces en de Transitional Federal Government van Somaliƫ (TFG)
voortzetten. Het is van belang dat de EU en andere partners bevorderen
dat de TFG zoveel mogelijk transitietaken afrondt vĆ³Ć³r augustus 2011
en dat er consensus wordt gevonden over de politieke arrangementen die
hierna nodig zijn. De EU-inspanningen dienen aanvullend te zijn op de
activiteiten van de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie en de
Intergovernmental Authority on Development (IGAD) ten aanzien van
Somaliƫ. Mogelijk zal gesproken worden over de instelling van een
Speciaal Vertegenwoordiger van de EU (EUSV) voor de Hoorn van Afrika. De
regering meent dat de eventuele instelling van een EUSV binnen bestaande
financiƫle en personele kaders dient te gebeuren.

Voor de regering is het essentieel dat de EU zich nog meer inspant om
vervolging en detentie van piraterijverdachten in de regio mogelijk te
maken, onder andere door het sluiten van aanvullende
overdrachtsovereenkomsten. Hierbij dient het volledige
EU-instrumentarium op geĆÆntegreerde wijze te worden ingezet. Eventuele
initiatieven voor onderzoek naar de mogelijkheden tot het oprichten van
een speciaal of regionaal tribunaal, waar Nederland eerder voor pleitte,
zal de regering steunen. Slechts wanneer vervolging en detentie in de
regio of door belanghebbende landen van door Nederlandse schepen in het
kader van anti-piraterijmissies opgepakte piraten niet mogelijk blijkt,
is vervolging in Nederland aan de orde.

Afghanistan

De Raad zal spreken over de afwikkeling van de Afghaanse
parlementsverkiezingen van 18 september jl. Op 1 december jl. heeft de
onafhankelijke kiescommissie de nog ontbrekende resultaten uit de
provincie Ghazni bekend gemaakt. Het is nu zaak dat het Afghaanse
parlement spoedig bijeenkomt en de wetgevende taken oppakt. De regering
is van mening dat de EU de autoriteiten dient te blijven wijzen op de
noodzaak na de inauguratie van het nieuwe parlement met spoed electorale
hervormingen door te voeren, zoals afgesproken tijdens de
Afghanistanconferentie te Kaboel op 20 juli jl.  

Daarnaast zal de Raad spreken over het verzoeningsproces in Afghanistan.
Recentelijk is een zogenaamde ā€˜High Peace Councilā€™ ingesteld die dit
proces vorm gaat geven. Afghanistan zelf heeft in dit proces de leiding.
De regering vindt dat de EU het belang van respect voor mensenrechten,
in het bijzonder de rechten van vrouwen en het voorkomen van
straffeloosheid, moet blijven benadrukken. 

Strategische partners

De Europese Raad (ER) van 16 september jl. besloot om betere invulling
te geven aan de relaties van de EU met haar strategische partners (onder
meer de VS, Rusland, China, Braziliƫ, Japan, India). De HV zal de Raad
informeren over de stand van de werkzaamheden en over de elementen die
in haar rapportage aan de ER van december aan de orde zullen komen.

De recente topontmoetingen met China (6 oktober), OekraĆÆne (22
oktober), de VS (21 oktober) en EU-Afrika (29 oktober) hebben aangetoond
dat de EU in staat is om haar belangen steviger voor het voetlicht te
brengen. Dit gebeurde in de eerste plaats door beter vooroverleg tussen
de lidstaten. Daarbij werd niet alleen gesproken over de 
ā€˜klassiekeā€™ buitenlandpolitieke themaā€™s, zoals veiligheid en
mensenrechten. Ook handelspolitiek (met ondermeer China en Afrika),
financieel-monetair beleid (China, VS), intellectueel eigendom (China,
India), klimaat/energie (Rusland, China), ontwikkelingssamenwerking (VS,
China) spelen een toenemende rol in onze relaties met deze partners. De
HV zal in de coƶrdinatie met de lidstaten en binnen de Commissie een
sleutelrol moeten vervullen.

Om daadwerkelijke invulling te geven aan de opdracht van de ER, moet de
EU in haar relaties met strategische partners komen tot een heldere
definitie van de Europese strategische belangen en bezien hoe zij deze
het meest effectief kan behartigen. 

Moldaviƫ

De Raad zal naar verwachting spreken over de parlementsverkiezingen in
Moldaviƫ van 28 november jl., die volgden op twee eerdere
parlementsverkiezingen in 2009. Het indertijd verkozen parlement was er
niet in geslaagd een nieuwe president te kiezen, hetgeen nieuwe
verkiezingen noodzakelijk maakte. Volgens de OVSE/ODIHR zijn de
verkiezingen grotendeels in overeenstemming met internationale
standaarden verlopen. 

De resultaten van de verkiezingen in november wijzen uit dat geen van de
voor de hand liggende regeringscoalities een gekwalificeerde meerderheid
van 61 zetels in het parlement heeft gekregen. Daardoor zullen de
verkiezing van een president en de coalitievorming naar verwachting
opnieuw moeizaam verlopen. De HV heeft alle partijen opgeroepen tot een
constructieve opstelling in dit proces.

Mogelijk zal de Raad zich buigen over een door de Commissie opgesteld
actieplan voor visumvrijheid als lange termijndoelstelling voor
MoldaviĆ«. Dit plan is gelijk aan het actieplan voor OekraĆÆne dat
tijdens de EU - OekraĆÆne Top van 22 november jl. is overeengekomen. Het
actieplan noemt een groot aantal voorwaarden waaraan Moldaviƫ moet
voldoen om in aanmerking te komen voor visumvrijheid, onder meer op het
gebied van documentveiligheid, immigratie en re-admissie, publieke
veiligheid, bescherming van gegevens en fundamentele rechten. Conform
een uitdrukkelijk verzoek hiertoe van Nederland vereist dit actieplan,
evenals het plan voor OekraĆÆne (zie verslag van de Europese Raad van
29-30 oktober 2010, kamerstuk 21 501-20 nr. 489), dat de Commissie een
impact assessment over de mogelijke gevolgen op het gebied van
immigratie en veiligheid overlegt. De Raad zal op basis van een
evaluatie van de implementatie van de eerste fase van het actieplan en
op basis van het impact assessment van de Commissie besluiten of verdere
beslissende stappen worden gezet in de visumdialoog met Moldaviƫ.
Nederland hecht aan een impact assessment en een gefaseerde aanpak, mede
gelet op de ervaringen met visumliberalisatie in de Westelijke Balkan.

(eventueel) Iran

De ministers zullen mogelijk over Iran spreken. Naar verwachting zal de
HV berichten over de gesprekken van de E 3+3 (de vijf permanente leden
van de VN-Veiligheidsraad, Duitsland en de HV) met Iran, die vooralsnog
voorzien zijn op 6 en 7 december in GenĆØve. 

Het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) heeft in zijn laatste
rapportage van 23 november jl. wederom vastgesteld dat Iran, in strijd
met VN Veiligheidsraadresoluties, gestaag doorgaat met de productie van
laag verrijkt uranium. Iran werkt nog steeds niet volledig samen met het
IAEA. Het Agentschap kan hierdoor niet vaststellen of het Iraanse
nucleaire programma geheel vreedzaam van aard is. Over de inhoud van de
agenda van de gesprekken op 6 en 7 december a.s. zijn nog geen formele
afspraken gemaakt. Nederland steunt de inspanningen van HV Ashton en de
E3+3 om Iran over zijn nucleaire programma aan te spreken. Het is aan
Iran om de zorgen van de internationale gemeenschap over de nucleaire
ambities weg te nemen, en te voldoen aan de relevante VNVR- en
IAEA-verplichtingen. 

De regering zal vragen naar de stand van het onderzoek naar
mogelijkheden om te komen tot een Europese sanctielijst jegens Iraniƫrs
die grove mensenrechtenschendingen hebben begaan. 

Prioriteiten RBZ in 2011

HV Ashton wil met de leden van de Raad van gedachten wisselen over de
prioriteiten van de Raad Buitenlandse Zaken in 2011. De regering meent
dat de HV prioriteit moet geven aan het verder integreren van het
externe beleid van de Europese Unie, zodat verschillende instrumenten op
elkaar versterkende wijze worden ingezet. Hiervoor is het noodzakelijk
dat de Europese Dienst voor Extern Optreden, die op 1 december officieel
van start is gegaan, zo spoedig mogelijk op volle sterkte kan opereren.
Voor krachtig en effectief optreden van de HV is het daarnaast
noodzakelijk dat de lidstaten hun steun voor het beleid van de HV, dat
zij in overleg met de RBZ maakt, ook in contacten met derde landen
uitdragen. 

Beleidsmatig zullen de HV en de RBZ ruime aandacht moeten geven aan de
buurlanden van de Unie. Een goede ontwikkeling van de relatie met deze
landen op het gebied van onder andere handel, personenverkeer,
ontwikkelingssamenwerking en de ontplooiing van missies draagt relatief
veel bij aan de groei en veiligheid van de EU. Voor de economische groei
en de veiligheid van de Unie in breedste zin zijn diepgaande en brede
relaties met de strategische partners uiteraard eveneens van belang. 

Voorts zal de Raad zich moeten inzetten voor intensievere samenwerking
tussen de EU-lidstaten, vooral bij de ontwikkeling militaire
capaciteiten, maar ook om intensievere samenwerking tussen de EU en
andere landen en organisaties, in het bijzonder de NAVO. Voor meer
gedetailleerde informatie over de visie van de regering op deze
onderwerpen zij verwezen naar de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst
van de ministers van Defensie in het kader van de RBZ op 9 december as.,
die u op 26 november jl. toeging, en de Kamerbrief over het GVDB onder
het Verdrag van Lissabon (Kamerstuk 21501-02, nr. 973). 

De RBZ komt in 2011 ook een aantal keren bijeen in de samenstelling van
ministers voor OS. De RBZ zal dan moeten spreken over de belangrijkste
Europese ontwikkelingsvraagstukken: de voorwaarden waarop
begrotingssteun kan worden gegeven, wederkerigheid in de relatie met
partnerlanden, werkverdeling tussen donoren, steun aan minst ontwikkelde
landen, coherentievraagstukken en de nieuwe prioriteiten in de Europese
ontwikkelingssamenwerking (referte het Groenboek van Commissaris
Piebalgs). 

Ook zal de RBZ in 2011 een positie moeten bepalen over de prioriteiten
van de EU op het gebied van extern beleid in de periode vanaf 2013, want
komend jaar zal de discussie over de Financiƫle Perspectieven voor de
periode 2013-2020 beginnen. Gezien de krappe budgettaire situatie in de
lidstaten, zal de Unie duidelijke keuzes moeten maken en ook
posterioriteiten moeten stellen. 

Ten slotte zal de RBZ steeds bereid moeten zijn te reageren op actuele
ontwikkelingen. Het afgelopen jaar heeft laten zien dat bijvoorbeeld
ontwikkelingen in het Midden-Oosten en natuurrampen de aandacht van de
RBZ blijven eisen. 

OVSE (AOB)

Litouwen zal de Raad het programma voor zijn OVSE-Voorzitterschap
presenteren, dat aanvangt op 1 januari aanstaande. Aangezien het
onderwerp onder AOB is geagendeerd, is geen uitgebreide discussie
voorzien.