[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Deelverslag van de Raad Algemene Zaken (RAZ) van 14 december 2010 jl., betreffende het agendapunt “uitbreiding”

Bijlage

Nummer: 2010D51545, datum: 2010-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Deelverslag van de Raad Algemene Zaken (RAZ) van 14 december 2010 jl., betreffende het agendapunt “uitbreiding” (2010D51543)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag Raad Algemene Zaken d.d. 14 december 2010

Uitbreiding

De Raad nam conclusies aan over het toenaderingsproces van de
kandidaat-lidstaten (Kroatië, Turkije, IJsland en Macedonië) en de
potentiële kandidaat-lidstaten (Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo,
Montenegro, Servië), op basis van het uitbreidingspakket dat de
Commissie op 9 november jl. presenteerde. De hoofdaanklager van het
Joegoslavië-tribunaal, Serge Brammertz, gaf een toelichting op de
appreciatie die hij op 6 december gaf aan de VN-veiligheidsraad van de
samenwerking van de landen van de Westelijke Balkan met het tribunaal
(uw kamer toegegaan per brief op 7 december). 

Nederland is over het algemeen tevreden is met toon en strekking van de
conclusies, die een goede weergave zijn van het uitbreidingspakket van
de Commissie. De EU heeft belang bij uitbreiding (stabiliteit;
vergroting interne markt), doch nieuwe stappen in het uitbreidingsproces
zijn alleen mogelijk op basis van concrete voortgang in de
hervormingsagenda van individuele landen. De Europese Commissie moet
zich blijven opstellen als hoeder van de uitbreidingsstrategie. Minister
Rosenthal beklemtoonde dat dit essentieel is voor de geloofwaardigheid
van het uitbreidingsproces. 

Mede op aandringen van Nederland verwijzen de conclusies naar
absorptiecapaciteit (“de capaciteit van de EU om nieuwe leden te
integreren”) en het belang van goede communicatie over het
uitbreidingsbeleid.

Turkije

De Raad stelt in scherpe bewoording dat Turkije -ondanks herhaalde
oproepen van de Raad- in gebreke blijft bij de implementatie van het
Ankara-protocol. Daardoor blijven acht belangrijke
onderhandelingshoofdstukken bevroren en vermindert -naarmate het proces
vordert- het aantal onderwerpen waarover met Turkije kan worden
onderhandeld. 

Gezien de realiteit van het onderhandelingsproces pleitte geen enkele
lidstaat in additionele sancties tegen Turkije. De Raad verzoekt de
Commissie om in haar eerstvolgende voortgangsrapport te rapporteren over
de stand van zaken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het
Ankara-protocol. Turkije is nu aan zet.   

De Raad moedigt Turkije aan om verdere hervormingen door te voeren. Mede
op instigatie van Nederland verwijst de Raad naar het belang van de
vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid alsmede vrouwen- en
kinderrechten.

De Raad constateert dat Turkij weliswaar goede vorderingen boekt om te
voldoen aan de openingsijkpunten van het onderhandelingshoofdstuk
mededinging (hoofdstuk 8), maar dat dit pas kan worden geopend zodra aan
alle openingsijkpunten is voldaan. Zoals het kabinet ook heeft gesteld
in de appreciatie over het uitbreidingspakket van de Commissie
(Kamerstuk 23 987 nr. 112, 1 december 2010) kan opening van dit
hoofdstuk ook voor het Nederlands bedrijfsleven een gunstige uitwerking
hebben aangezien hervormingen in de mededingingswetgeving in Turkije
bijdragen aan een gelijk speelveld voor Turkse en Europese
ondernemingen.  

Kroatië

De Raad concludeerde dat Kroatië nu de eindfase heeft bereikt van de 
toetredingsonderhandelingen met de Unie. Van de 35
onderhandelingshoofdstukken zijn er inmiddels 33 open en 25 voorlopig
gesloten. Mede op Nederlands aandringen refereren de conclusies echter
niet naar een streefdatum voor toetreding.

De Raad roept Kroatië op om verdere inspanningen te verrichten inzake
de laatste onderhandelingshoofdstukken, in het bijzonder bij het
doorvoeren van justitiële hervormingen en de strijd tegen corruptie. In
maart 2011 zal de Commissie een tussenrapportage presenteren waarin
verslag wordt gedaan van de mate waarin Kroatië voldoet aan de
ijkpunten van onderhandelingshoofdstuk 23 (rechterlijke macht en
fundamentele rechten). 

De Raad herhaalde dat samenwerking met het Joegoslavië tribunaal
essentieel is en riep Kroatië op zijn samenwerking met het Joegoslavië
tribunaal voor te zetten. 

   

Montenegro

De Raad nam kennis dat het aan de Europese Raad van 16-17 december a.s.
is om, op basis van het voorstel van de Europese Commissie, te besluiten
Montenegro de status van kandidaat-lidstaat te verlenen. Met referte aan
het AO Uitbreiding van 8 december jl. en gelet op de vorderingen die
Montenegro het afgelopen jaar in het toenaderingsproces heeft geboekt,
kan Nederland instemmen met een besluit van de aanstaande ER om
Montenegro deze status te verlenen (zie ook Kamerbrief Uitbreiding van
de Europese Unie, Kamerstuk 23 987 nr. 112, 1 december 2010). 

Voordat te zijner tijd toetredingsonderhandelingen met Montenegro kunnen
worden gestart, dient het land concrete en aantoonbare vooruitgang te
boeken op de door de Commissie in haar voortgangsrapport
geïdentificeerde kerngebieden, waaronder de strijd tegen corruptie en
georganiseerde criminaliteit, de depolitisering van het
ambtenarenapparaat en het tegengaan van politieke beïnvloeding van het
openbaar bestuur. De Raad  zal vooruitgang ten aanzien van de
noodzakelijke hervormingen nauwlettend blijven volgen.

Servië

De Raad herhaalde de conclusies van 25 oktober 2010 en constateerde dat
de twee voortvluchtigen (Mladic en Hadzic) nog steeds niet zijn
gearresteerd. Minister Rosenthal onderstreepte dat volledige
samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal een essentiële voorwaarde
blijft in het pre-accessietraject. 

Bosnië

Bosnië werd opgeroepen om vaart te maken met politieke hervormingen. Op
verzoek van minister Rosenthal stellen de Raadsconclusies expliciet dat
Bosnië verdere (hervormings)stappen moeten zetten voordat de Raad een
geloofwaardige Bosnische lidmaatschapsaanvraag in overweging zal kunnen
nemen.  

Kosovo

Minister Rosenthal stelde dat het traject richting visumliberalisatie
voor Kosovo zeer zorgvuldig moet worden ingezet. De Raad moet bij elke
fase in het traject nauw betrokken blijven. Minister Rosenthal stelde
dat er pas sprake kan zijn van de start van de dialoog over
visumliberalisatie als aan alle voorwaarden is voldaan. De Commissie zal
de Raad voorafgaand aan de start van deze dialoog op de hoogte stellen
van haar evaluatie ter zake. Deze formulering werd ook opgenomen in de
Raadsconclusies. 

 vrij verkeer van goederen; transport; douane unie; landbouw; visserij;
externe betrekkingen; vrij verkeer van vestiging en diensten;
financiële diensten.