[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Bijlage

Nummer: 2010D52990, datum: 2010-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Voortgangsrapportage Actieplan Jeugdwerkloosheid (2010D52989)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 1	Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Landelijk beeld

Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door

De daling van de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar in het 2e kwartaal 2010
heeft zich doorgezet in het 3e kwartaal van 2010. Dit geldt ook voor de
ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (NWW). Tussen het 1e kwartaal
(‘februari’) en het 3e kwartaal (‘augustus’) 2010 daalde de
jeugdwerkloosheid 15-26 jaar van 135 duizend (11,6 procent) naar 122
duizend (9,9 procent), tegenover een daling met 0,8 procentpunt
gemiddeld voor 15-64 jarigen (van 6,0 naar 5,2 procent). De daling van
de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar tussen het 1e en 3e kwartaal 2010 is dus
ruim twee maal zo groot als gemiddeld voor 15-64 jarigen (1,7 tegenover
0,8 procent).

In het afgelopen halfjaar daalde het aantal NWW’ers in de leeftijd
15-26 jaar met 6,6 duizend. In de overeenkomstige periode in 2009 nam
hun aantal nog toe met 5,0 duizend. De gunstiger ontwikkeling in 2010
wordt veroorzaakt doordat – ten opzichte van de overeenkomstige
periode in 2009 - de uitstroom sterker is gestegen dan de instroom
(+12,9 versus +1,3 duizend).

Voor het totaal 15-64 jarigen nam de werkloosheid tussen de maandcijfers
februari en augustus 2010 af van 478 duizend (6,1%) naar 386 duizend
(4,9%), zie tabel 1. Het aantal NWW’ers daalde in dezelfde periode van
524 naar 492 duizend.

Tabel 1. Niet-werkende werkzoekenden (NWW) en werkloosheid 15-64 jaara
(x 1000)

a Het CBS rapporteert vanaf 22 juli 2010 maandcijfers van de
werkloosheid 15-64 jaar. Wat hier onder augustus staat vermeld is het
gemiddelde over de maand augustus. Dat geldt in deze tabel ook voor het
NWW-cijfer.



De werkloosheidsontwikkeling onder 15-26 jarigen exclusief
scholieren/studenten komt globaal overeen met die van het NWW-bestand
15-26 jaar, zie figuur 1.

Figuur 1.  Ontwikkeling jeugdwerkloosheid volgens verschillende
definitiesa 

a Het CBS rapporteert de werkloosheidsgegevens voor 15-26 jarigen als
kwartaalgemiddelden. Wat hier 

onder augustus staat vermeld is het kwartaalgemiddelde juli-september.
Dat geldt in deze figuur voor alle

cijfers; WWB = werkloze beroepsbevolking, dat is de werkloosheid volgens
telling van het CBS.

Bron: CBS en UWV, bewerking SZW

Afbakening doelgroep

In de werkloze beroepsbevolking wordt iedereen meegeteld die geen werk
heeft van tenminste 12 uur per week, actief op zoek is naar werk van 12
uur of meer per week, en daarvoor direct beschikbaar is. Dit betekent
dat er ook jongeren meetellen die nog op school zitten. In figuur 2 is
zichtbaar dat in het derde kwartaal (= ‘augustus’) 2010, 59.000
jongeren niet-schoolgaand en werkloos waren (ongeveer de helft van het
totaal aantal werkloze jongeren in augustus 2010 van 122 duizend).
Daarvan bezitten er 21.000 ook geen startkwalificatie. In het eerste
kwartaal 2010 ging het nog om 72.000 werkloze jongeren, waarvan 31.000
zonder startkwalificatie. 

Figuur 2. Arbeidsmarktpositie jongeren (1e kwartaal 2010 - 3e kwartaal
2010)

Bron: CBS, bewerking SZW

Naast de werkende en werkloze jongeren is er nog een grote groep (van
ruim 100.000) niet-participerende jongeren. Dit zijn jongeren die niet
schoolgaand zijn, geen werk (van tenminste 12 uur per week) hebben en
ook niet werkloos zijn. Volgens cijfers over 2008 wil ongeveer 40
procent van deze groep niet-participerende jongeren wel werk maar zoekt
niet actief en/of is niet direct beschikbaar. De overige 60 procent wil
geen werk, vooral vanwege zorgtaken, ziekte/arbeidsongeschiktheid of het
volgen van een deeltijdopleiding. Van een kleine minderheid is geen
reden bekend waarom zij geen werk willen.

In historisch perspectief

De ontwikkeling van de jeugdwerkloosheid is sterk conjunctuur
afhankelijk. In historisch perspectief is te zien dat de werkloosheid
onder jongeren niet het niveau heeft bereikt van begin jaren 80, medio
jaren 90 en de periode 2004-2005. 

Zoals te zien in figuur 3, ontwikkelt de jeugdwerkloosheid zich in
dezelfde beweging als de totale werkloosheid. De factor waarmee dit
gebeurt is afhankelijk van de fase van de conjunctuur en de
leeftijdsgroep die gehanteerd wordt, maar ligt doorgaans rond de 2.  Hoe
ouder de leeftijdgroep, hoe lager de factor. Zodra het economisch minder
goed gaat, komen er naar verhouding meer jeugdwerklozen (factor wordt
groter). En andersom, zodra de economie weer begint aan te trekken wordt
de factor lager. In 2009 bedroeg de factor voor 15-26 jarigen 2,00,
tegenover 1,87 in 2008. In 2010 ligt de factor (met 1,93) nog maar
weinig hoger dan in 2008, zie figuur 4.

Figuur 3. Werkloosheidspercentage naar leeftijd   Figuur 4. Werkloosheid
15-26 t.o.v. 15-64 jaar

Bron: CBS, bewerking SZW

Regionaal beeld

Regionale spreiding

Figuur 5 geeft de ontwikkeling weer van de jeugdwerkloosheid 15-26 naar
UWV arbeidsmarktregio. Uit deze figuur blijkt dat de gemiddelde
werkloosheid onder jongeren over het afgelopen jaar (vierde kwartaal
2009 tot en met derde kwartaal 2010) ten opzichte van een jaar geleden,
het sterkst is toegenomen in de regio’s Achterhoek en Midden-Holland.
Landelijk bedroeg de toename 1,7 procentpunt (van 10,9 naar 12,6
procent). In negen van de dertig regio’s was sprake van een daling van
de jeugdwerkloosheid. Deze daling was het grootst in Gooi- en
Vechtstreek.

Figuur 5. Regionale spreiding jeugdwerkloosheid 15-26 jaar,
jaargemiddelde 2008-IV t/m 2009-III versus jaargemiddelde 2009-IV t/m
2010-III in oplopende volgorde van het verschil

Bron: CBS, bewerking SZW

Stand van zaken op de stage- en leerbanenmarkt december 2010: Colo
Barometer

De 17 kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven (verenigd in
Colo) voeren binnen 44 bedrijfstakken permanent onderzoek uit naar de
behoefte aan leerplaatsen en naar de vervangingsbehoefte bij de
bedrijfstakken. Uit de Colo Barometer van december jl. volgt dat op dit
moment de situatie op de stage- en leerbanenmarkt redelijk onder
controle is.

De acties die branches in samenwerking met de kenniscentra voeren om
bedrijven te stimuleren stageplaatsen en leerbanen te blijven
openstellen, dragen ook bij het groeiende herstel op de stage- en
leerbanenmarkt. Momenteel starten 81% van de bbl-studenten direct met
hun leerbaan. In een groeiend aantal sectoren zijn er volop vacatures
voor mbo-studenten, zoals de detailhandel, de techniek (elektro-,
metaal- en gezondheidstechniek) en versindustrie. Ook trekken de
vacatures in sectoren als transport, logistiek en scheepvaart weer aan. 

Een aantal sectoren blijft nog terughoudend is om bpv-plaatsen aan te
bieden, bijvoorbeeld de bouw en de carrosserie. In deze sectoren zetten
de kenniscentra samen met de branches alles op alles om het aantal
bpv-plaatsen op peil te houden. Zo heeft het anticyclisch opleidingsplan
 “Bouw door, leer verder” van de bouw ervoor gezorgd dat in de
periode april 2009 t/m september 2010 1023 mbo-studenten op niveau 2 en
3 hun leerbaan hebben behouden en 1384 nieuwe leerbanen op niveau 2 zijn
gecreëerd.  Ook in de schilder- en afbouwbranche zijn door de
crisismaatregelen meer dan extra 165 leerbanen gecreëerd of behouden.

Hieronder volgt:

Figuur 6. Kans op stage- en leerbanen in de verschillende regio’s in
Nederland

  Voor de zevende maand op rij is de seizoengecorrigeerde
jeugdwerkloosheid 15-24 jaar gedaald, van 12,8 procent in maart naar
10,9 procent in oktober. In dezelfde periode daalde de
seizoengecorrigeerde werkloosheid 15-64 jaar met 0,5 procentpunt (van
5,7 naar 5,2 procent). De daling van de jeugdwerkloosheid 15-24 jaar
tussen maart en oktober 2010 is dus bijna vier maal zo groot als
gemiddeld voor 15-64 jarigen (1,9 tegenover 0,5 procent).

 PAGE   1 

 PAGE   6