[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2011D02639, datum: 2011-01-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië Tribunaal (ICTY) inzake de positie van stagiairs; ’s-Gravenhage, 14 juli 2010 (2011D02638)

Preview document (🔗 origineel)


Notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van het Verdrag tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië
Tribunaal (ICTY) inzake de positie van ICTY-stagiairs in Nederland;
‘s-Gravenhage, 14 juli 2010 (Trb. 2010, 228 en 280)

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

Het te Den Haag gevestigde Internationaal Joegoslavië Tribunaal (hierna
te noemen “ICTY”, the International Criminal Tribunal for the former
Yugoslavia, of “het Tribunaal”) is begonnen aan de laatste fase van
zijn bestaan. Sluiting is thans voorzien voor lente 2014. In de komende
periode zal een groot aantal personeelsleden afscheid nemen van het
Tribunaal. Tegelijkertijd echter dienen de nog lopende zaken, waaronder
de ook voor Nederland belangrijke zaak tegen Radovan Karadzic, goed
afgehandeld te worden. 

Om de goede voortgang van de procesgang te waarborgen maakt het ICTY al
geruime tijd gebruik van zogenaamde ‘fellows’. Deze fellows zijn
stagiairs van hoog niveau. Zij verrichten professioneel juridisch werk
(Verenigde Naties-rang P-2, vergelijkbaar met een beleidsmedewerker op
een departement) en ondersteunen rechters bij de inhoudelijke
voorbereiding van zaken. De binnenkomst en het verblijf in Nederland van
de fellows worden geregeld in de op 19 februari 2001 te ’s-Gravenhage
tot stand gekomen Notawisseling houdende een verdrag tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië Tribunaal
inzake de positie van ICTY-stagiairs in Nederland (Trb. 2001, 56). 

De wijziging

Op grond van de huidige bepalingen van het stagiairsverdrag worden uit
het buitenland afkomstige stagiairs voor de duur van maximaal zes
maanden door het ministerie van Buitenlandse Zaken geregistreerd. Deze
termijn kan in uitzonderlijke omstandigheden eenmaal worden verlengd met
een maximum periode van zes maanden. 

Het ICTY heeft een urgent beroep op Nederland gedaan het
stagiairsverdrag zodanig aan te passen dat fellows de mogelijkheid wordt
geboden voor een langere periode aan het Tribunaal verbonden te blijven.
Het verzoek wordt onder andere gesteund door de Vicepresident van het
Tribunaal, rechter O-Gon Kwon, voorzitter van Trial Chamber III. Rechter
Kwon is belast met de Karadzic-zaak en wordt daarin ondersteund door een
fellow. Op basis van de bestaande regelgeving zou deze fellow echter al
half augustus 2010 Nederland moeten verlaten. 

Het zou het werk van het Tribunaal bepaald ten goede komen als de reeds
aanwezige en goed ingewerkte fellows hun werk voor een langere periode
zouden kunnen voortzetten. De regering wil het ICTY hierin tegemoet
komen door het stagiairsverdrag zodanig aan te passen dat de
mogelijkheid van verblijf voor de initiële duur van maximaal één jaar
wordt gecreëerd. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd voor een
maximum periode van één jaar. Dit sluit aan bij vergelijkbare
bepalingen zoals neergelegd in meer recent gesloten zetelverdragen,
bijvoorbeeld met het Internationaal Strafhof en het Speciaal Tribunaal
voor Libanon. 

De stagiairs hebben geen recht op fiscale of andere privileges, maar
dienen wel functionele immuniteit te genieten en hun stukken
onschendbaarheid. Dit is nu voorzien in het wijzigingsverdrag. 

Deze aanpassing zal geen andere gevolgen, financieel of anderszins,
hebben en geeft geen aanleiding voor andere internationale organisaties
om een beroep te doen op een meestbegunstigingsclausule. 

Het aanvullende stagiairverdrag, dat door middel van een notawisseling
to stand is gebracht, wordt voorlopig toegepast vanaf de dag dat de
notawisseling heeft plaatsgevonden, hetgeen noodzakelijk wordt geacht in
verband met de reeds aanwezige stagiairs bij het ICTY. In dat kader is
het van belang dat, voorafgaand aan de inwerkingtreding van het verdrag,
voor die plaatsing reeds een juridische basis aanwezig is.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van
de Wet op de Raad van State).

Koninkrijkspositie

Het wijzigingsverdrag zal, evenals het stagiairsverdrag, voor wat
betreft het Koninkrijk alleen voor Nederland gelden.

De minister van Buitenlandse Zaken,