Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 31 januari 2011
Bijlage
Nummer: 2011D02857, datum: 2011-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 31 januari 2011 (2011D02856)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 31 januari 2011 Presentatie voorzitterschapsprogramma Hongarije, dat sinds 1 januari het stokje van het Belgische voorzitterschap heeft overgenomen, zal een korte presentatie geven van het voorzitterschapsprogramma voor het komende halfjaar. Tijdens de informele bijeenkomst van de Raad Algemene Zaken (RAZ) te Gödöllö d.d. 13-14 januari jl. waaraan staatssecretaris Knapen heeft deelgenomen, werd reeds over dit onderwerp van gedachten gewisseld. Kortheidshalve wordt verwezen naar de betreffende geannoteerde agenda (Kamerstuk 06-01-2011, BZ) en bijbehorend verslag dat uw Kamer tegelijkertijd met deze geannoteerde agenda zal toegaan. Voorbereiding februari Europese Raad De Raad bespreekt zoals gebruikelijk de concept-Europese Raadconclusies. In dit geval betreft het de conclusies voor de Europese Raad (ER) van 4 februari a.s., die met name is gewijd aan energie en innovatie. Tijdens de lunch zullen de RAZ-ministers met ER-voorzitter Van Rompuy de politieke hoofdlijnen van de ER doornemen. Ter voorbereiding op de ER zal uw Kamer zoals gebruikelijk een geannoteerde agenda toegaan, met daarin een precisering van de agenda, alsook de Nederlandse inzet. Daarop vooruitlopend, volstaat het hier te melden dat de ER onder het energiedeel met name zal komen te spreken over de interne energiemarkt inclusief energie-infrastructuur; de transitie naar een duurzame energiehuishouding inclusief hernieuwbare energie; energiebesparing- en efficiëntie; en het externe energiebeleid van de EU. Onder het agendapunt innovatie zal onder andere worden gesproken over de verschillende uitdagingen waaraan de EU het hoofd moet bieden die van invloed zijn op het concurrentievermogen, zoals toenemende concurrentie als gevolg van globalisering en de vergrijzing. In die context moet worden gezocht naar oplossingen als verhoging van de arbeidsproductiviteit en van het investeringsniveau, gecombineerd met verbeterde “verzilvering” van onderzoeksresultaten in innovatieve producten, diensten en productieprocessen ("valorisatie"). Europees Semester Het voorzitterschap zal de routekaart toelichten ten aanzien van de uitvoering van het Europees Semester in de diverse Raadsformaties. Door de invoering van het Europees Semester zullen de lidstaten hun Stabiliteits- en Convergentieprogramma’s onder het Stabiliteits en Groeipact (SGP) en de Nationale Hervormingsprogramma’s onder de Europa 2020-strategie, voortaan in het voorjaar gezamenlijk indienen en meer toekomstgericht maken. Hierdoor wordt de informatievoorziening van lidstaten aan de Commissie met betrekking tot het SGP gesynchroniseerd met de nieuwe procedures ten aanzien van monitoring van macro-economische onevenwichtigheden en structurele hervormingen in lidstaten zoals overeengekomen in het kader van de EU 2020-strategie. Dit met de bedoeling door versterkt en geïntegreerd toezicht, belangrijke macro-economische uitdagingen in een vroegtijdig stadium te herkennen. Tevens zal het voorzitterschap de op 12 januari jl. gepresenteerde ‘annual growth survey’ toelichten, waarin de belangrijkste economische en budgettaire uitdagingen in de EU worden weergegeven. In de ‘annual growth strategy’ formuleert de Commissie drie hoofdprioriteiten: begrotingsconsolidatie, hervorming arbeidsmarkt en groeibevorderende maatregelen. De survey, die feitelijk de aftrap van het Europees Semester vormt, zal worden besproken tijdens de ER van 24-25 maart a.s. Deze voorjaars-ER zal algemene aanbevelingen ter zake aannemen en lidstaten worden geacht deze aanbevelingen mee te nemen bij het opstellen van de Nationale Hervormingsprogramma’s en de Stabiliteits- en Convergentieprogramma’s. Deze dienen uiterlijk eind april door lidstaten bij de Commissie te worden ingediend. Nederland is altijd voorstander geweest van de invoering van een Europees Semester, staat positief tegenover de ‘annual growth survey’ en kan de daarin genoemde prioriteiten onderschrijven. Roma-strategie Het Hongaars voorzitterschap zal tijdens de RAZ middels een routekaart aangeven hoe de behandeling is voorzien van het Commissie-voorstel inzake een EU-raamwerk voor nationale Roma-strategieën. Het betreft hier een procedureel agendapunt; het is niet de intentie van het voorzitterschap een inhoudelijke discussie te voeren. Deze zal komende maanden plaatsvinden in de JBZ-Raad en met name in de Raad Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De verwachting is dat een geconsolideerde versie van het raamwerk eind mei ter goedkeuring aan de RAZ zal worden voorgelegd. Donau-strategie De Commissie zal tijdens de RAZ op verzoek van het voorzitterschap een presentatie geven over de Donau-strategie en het bijbehorende actieplan. Het is de bedoeling dat de strategie in de zomer door de ER wordt vastgesteld, na behandeling op de Raad voor Concurrentievermogen in maart en de RAZ van april. De Donau-strategie is een macroregionale strategie, naar analogie van de Baltische Zeestrategie, en richt zich op een integrale aanpak van grensoverschrijdende problemen. De vier pijlers van de strategie hebben betrekking op het verbeteren van de fysieke infrastructuur, kwantitatief en kwalitatief waterbeheer, bevorderen van sociaal-economische ontwikkeling (onderzoek en innovatie) en verbetering van de uitvoeringscapaciteit van de overheid (met name samenwerking op het terrein van criminaliteitsbestrijding). Er bestaat binnen de EU een breed draagvlak voor deze strategie. De strategie voldoet aan het uitgangspunt van het kabinet dat macroregionale strategieën niet moeten leiden tot nieuwe fondsen, nieuwe wetgeving of nieuwe instituties. Het beoogt een betere coördinatie van bestaande middelen. De strategie kan gunstig uitpakken voor de Nederlandse transport- en binnenvaartsector (bevaarbaarheid Donau) en biedt kansen voor het inzetten van expertise van de Nederlandse watersector.