[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 31 januari 2011

Bijlage

Nummer: 2011D02859, datum: 2011-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 31 januari 2011 (2011D02858)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 31 januari 2011

Soedan

De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) bespreekt de actuele ontwikkelingen in
Soedan. 

Het kabinet is tevreden dat het zelfbeschikkingsreferendum voor
Zuid-Soedan goed lijkt te zijn verlopen. De organisatie was volgens de
eerste rapporten van onder andere de EU-waarnemingsmissie goed. De
opkomst was vrijwel zeker hoger dan 60%, het percentage dat nodig is om
het referendum geldig te laten zijn. De definitieve uitslag wordt
verwacht op 14 februari a.s. Daarna zullen de internationale
waarnemingsmissies hun rapporten uitbrengen.

Indien Zuid-Soedan kiest voor onafhankelijkheid, wil het kabinet de
erkenningskwestie in Europees verband bespreken. De standpunten van de
Afrikaanse Unie (AU), de buurlanden en andere internationale partners
moeten daarbij in de overwegingen worden meegenomen. 

Het kabinet hoopt dat de partijen in Soedan spoedig een overeenkomst
weten te sluiten over zaken die geregeld moeten worden in het geval van
afscheiding van Zuid-Soedan, zoals de verdeling van olieopbrengsten en
de nationale schuld, de status van Abyei en rechten van minderheden in
zowel het noorden als het zuiden. Nederland betreurt de recente
gewelddadigheden in Abyei en roept alle partijen op te komen tot een
duurzame oplossing in lijn met de uitspraak van het Permanente Hof van
Arbitrage en het Comprehensive Peace Agreement. 

Een politieke oplossing voor Darfur is nog niet in zicht. De
onderhandelingen over een mogelijk vredesakkoord zitten vast. Het
kabinet steunt de inspanningen van de EU en internationale bemiddelaars
om te komen tot een politieke oplossing en een verbetering van de
humanitaire- en veiligheidssituatie in Darfur.

Het kabinet benadrukt dat partijen bij het conflict in Darfur en
ICC-Statenpartijen internationaalrechtelijk gehouden zijn samen te
werken met het Internationaal Strafhof (ICC), zodat Ahmad Harun, Ali
Kushayb en president Bashir voor de rechters van het ICC verschijnen.
Het kabinet blijft conform de motie Kortenoeven in EU-verband aan de
orde stellen dat betreffende landen hierover moeten worden aangesproken.


Libanon

De RBZ-ministers zullen eveneens spreken over de laatste ontwikkelingen
in Libanon. Op 12 januari jl. kwam de Libanese regering van nationale
eenheid onder leiding van premier Hariri ten val, nadat zowel de
ministers van Hezbollah als van de aan Hezbollah gelieerde
pro-sjiitische partijen hun ontslag indienden uit protest tegen de
samenwerking van premier Hariri met het in Leidschendam gevestigde
Special Tribunal for Lebanon (STL). Zoals bekend is het STL ingesteld om
hen die verantwoordelijk zijn voor de aanslag van 14 februari 2005 te
Beiroet, waarbij de voormalige Libanese premier Rafiq Hariri en 22
anderen werden gedood, te vervolgen. 

Op 18 januari jl. maakte de aanklager van het STL bekend dat hij de
tenlastelegging had overgedragen aan de onderzoeksrechter, die zal
beoordelen of de tenlastelegging in voldoende mate door bewijs wordt
ondersteund. Gedurende dit proces, dat zes tot tien weken zal duren,
blijven de tenlastelegging en de namen van de verdachten geheim. Als de
onderzoeksrechter de tenlastelegging bevestigt, volgt een
aanhoudingsbevel, dan wel een oproep tot vrijwillige verschijning aan de
verdachte(n). Hezbollah zal naar verwachting protesteren tegen eventuele
aanklachten tegen leden van haar organisatie. Het kabinet wil bepleiten
dat de Hoge Vertegenwoordiger (HV) nagaat met welke initiatieven de EU
kan bijdragen aan de stabiliteit van Libanon en de goede voortgang van
het werk van het STL. 

Ivoorkust

De Raad zal spreken over de nog steeds gespannen situatie in Ivoorkust.
Diplomatieke druk vanuit ECOWAS en de AU op Laurent Gbagbo om de macht
over te dragen aan de legitiem gekozen president Ouattara heeft nog geen
resultaat opgeleverd. Op 19 januari jl. brak de Keniaanse premier Raila
Odinga zijn bemiddeling namens de Afrikaanse Unie af, omdat naar zijn
mening geen oplossing in zicht is. 

Het geweld in Ivoorkust heeft inmiddels tot ruim 250 dodelijke
slachtoffers geleid. Ook VN-macht ONUCI, die Ouattara in het Hotel du
Golf beschermt, is doelwit van gewelddadigheden door Gbagbo-aanhangers.
Volgens UNHCR zijn ruim 30.000 Ivorianen gevlucht naar buurland Liberia;
hier komen dagelijks circa 600 vluchtelingen bij.

De VN-Veiligheidsraad heeft op 18 januari jl. besloten tot versterking
van ONUCI met 2000 man alsmede tot bevoorrading en bescherming van UNOCI
rond Hotel du Golf. De EU heeft het sanctieregime tegen Ivoorkust verder
uitgebreid met bevriezing van de financiële tegoeden van een aantal
Ivoriaanse personen en instellingen. Nederland steunt deze maatregelen,
alsmede de Afrikaanse diplomatieke inspanningen om een oplossing te
vinden voor de ontstane crisis. 

Hr Ms Amsterdam arriveerde op 1 januari jl. voor de kust van Ivoorkust
om opvolging te geven aan het Franse verzoek om bevoorradingscapaciteit
te leveren in het kader van een eventuele evacuatie van buitenlanders.
Inmiddels is de Amsterdam weer vertrokken richting Nederland. Op dit
moment bevinden zich 32 Nederlanders in Ivoorkust, plus 13 gezinsleden
met een andere nationaliteit. De Nederlandse ambassade in Accra staat in
regelmatig contact met hen via de Nederlandse honoraire consul in
Abidjan.

Sahel

De Raad zal spreken over de actuele ontwikkelingen in de Sahel. De
verslechterende veiligheidssituatie in de Sahel-regio (Mali, Niger,
Mauritanië, Algerije, Libië, Burkina Faso en Tsjaad) geeft reden tot
zorg. Analyses wijzen op een stijging van veiligheidsdreigingen in de
vorm van smokkel van personen, wapens en verdovende middelen, alsmede
ontvoeringen door AQIM (Al Qaida in de Islamitische Maghreb), waarvan
met name EU-burgers het slachtoffer zijn. Sinds 2008 werden in de
Sahel-regio 21 Westerse burgers ontvoerd. 

De discussie dient mede ter voorbereiding van de EU-Sahel Strategie, die
HV Ashton naar verwachting in februari zal presenteren. De strategie
heeft mede ten doel dreigingen vanuit de regio te verminderen. De
strategie zal waarschijnlijk voorstellen bevatten voor een
geïntegreerde benadering van de regio ter bevordering van de
sociaal-economische ontwikkeling en ter verbetering van de
veiligheidssituatie. Na presentatie van de strategie zal het kabinet
zijn visie op de strategie bepalen en bezien of, en zo ja, hoe Nederland
aan de uitvoering ervan kan bijdragen.

Tunesië

Mogelijk zal de actuele situatie in Tunesië aan de agenda van de RBZ
worden toegevoegd. Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda was
hierover nog niet besloten.

Godsdienstvrijheid

De Raad zal, mede naar aanleiding van het verzoek van de minister
daartoe aan HV Ashton, spreken over godsdienstvrijheid, in het bijzonder
over geweld tegen religieuze minderheden. In onder andere Egypte,
Nigeria, Pakistan, Afghanistan, Syrië, Iran en Irak is de afgelopen
maanden sprake geweest van dreiging en geweld tegen religieuze
minderheden. HV Ashton heeft dit recente geweld in verschillende
verklaringen veroordeeld. Nederland heeft zich aangesloten bij een
Italiaans-Oostenrijks pleidooi voor een veel actievere rol van de EU op
dit terrein. Mede gezien de recente gebeurtenissen wil Nederland dus dat
de EU in haar mensenrechtenbeleid explicieter dan tot nu toe
gebruikelijk aandacht schenkt aan het waarborgen van de vrijheid van
godsdienst en levensovertuiging en aanvullende  maatregelen neemt om de
positie van religieuze minderheden wereldwijd te versterken. 

Wit-Rusland

De Raad zal spreken over actuele politieke ontwikkelingen in Wit-Rusland
en over door de EU te nemen maatregelen in reactie op de hardhandige
repressie na de presidentsverkiezingen van 19 december 2010.

Bij de verkiezingen, waarbij de zittende president Lukashenko officieel
werd herkozen, is volgens internationale waarnemers op structurele wijze
fraude gepleegd. Een grote protestdemonstratie in Minsk tegen de
verkiezingsuitslag is met geweld neergeslagen. Vele honderden personen
zijn opgepakt, waaronder de meeste presidentskandidaten,
mensenrechtenverdedigers en journalisten. Velen van hen zitten nog
steeds vast, en sommigen van hen dreigen tot lange gevangenisstraffen te
worden veroordeeld. Daarnaast ondervinden NGO’s steeds meer
tegenwerking en heeft Wit- Rusland aangekondigd de OVSE-missie in Minsk
te willen sluiten. 

De ontwikkelingen in Wit-Rusland zijn door de EU en afzonderlijke
lidstaten, waaronder Nederland, scherp veroordeeld. Het kabinet is van
mening dat deze boodschap kracht bij moet worden gezet middels passende
maatregelen. De gedeeltelijke opschorting van het sanctiebeleid, ooit
ingesteld naar aanleiding van mensenrechtenschendingen, moet ongedaan
worden gemaakt. Daarnaast moeten nieuwe sancties worden ingesteld tegen
de verantwoordelijken voor de frauduleuze verkiezingen en het daarop
volgende geweld. Ook dient het EU-beleid gericht op kritisch engagement
te worden opgeschort. Tegelijkertijd hecht het kabinet sterk aan
voortgezette ondersteuning van mensenrechtenverdedigers en het
maatschappelijk middenveld, zowel door de EU als door afzonderlijke
lidstaten. Het kabinet maakt hier ook in 2011 middelen voor vrij. De EU
moet blijven aandringen op het vrijlaten van alle politieke gevangenen
en op het respecteren van mensenrechten en rechtstatelijkheid. 

Rusland

In het kader van de discussie over het EU-beleid ten opzichte van
strategische partners zal de Raad spreken over de relatie met Rusland.
Aangezien de strategische betekenis van dit land zich uitstrekt over
alle pijlers van het Nederlandse buitenlandbeleid -- handelsbetrekkingen
(inclusief energierelaties), veiligheid en mensenrechten -- hecht het
kabinet sterk aan effectief optreden van de EU in de relatie met
Rusland. Hiertoe dienen de verschillende belangen van de EU en de
lidstaten in samenhang te worden bezien en verenigd te worden in
coherent, evenwichtig beleid, dat op eenduidige wijze wordt uitgedragen.
Op deze wijze kan voortgang geboekt worden op voor Nederland en de EU
belangrijke dossiers, waaronder WTO-toetreding van Rusland, voorspelbare
energierelaties, een veelomvattend EU-Rusland Raamwerkakkoord,
samenwerking in OVSE- GVDB- en NAVO-verband en een open dialoog over
mensenrechten en democratisering.

 

In de strategische relatie met Rusland dient om voortgang te kunnen
maken -- op weloverwogen wijze en met inachtneming van randvoorwaarden
-- eveneens rekening gehouden te worden met Russische
beleidsprioriteiten in de relatie met de EU, waaronder op het terrein
van visumbeleid, het partnerschap voor modernisering en Europese
veiligheid. 

Het kabinet hecht er nadrukkelijk aan dat de relatie tussen de EU en
Rusland een brede basis blijft houden, waarin ook gevoelige onderwerpen
als mensenrechten en rechtsstaat aan de orde blijven komen. 

Iran

HV Ashton zal verslag doen van de gesprekken van de E3+3 (de vijf
permanente leden van de VN-Veiligheidsraad, Duitsland en de HV) met
Iran, die voorzien zijn op 21 en 22 januari a.s. in Istanboel. Ook de
mensenrechtensituatie zal aan de orde komen.

Het kabinet vindt het uitermate belangrijk dat Iran de zorgen van het
IAEA adresseert en dat inspecteurs/experts van het Agentschap volledige
toegang krijgen tot alle nucleaire installaties in Iran. Een bezoek van
diplomaten aan enkele van deze installaties, zoals Iran onlangs
voorstelde, is niet hetzelfde. Het kabinet vindt het goed dat geen van
de E3+3-leden op de Iraanse uitnodiging is ingegaan. De bal ligt bij
Iran om in Istanboel stappen te zetten om de internationale zorgen over
de nucleaire ambities weg te nemen.

HV Ashton heeft voorstellen gedaan om tot een meer alomvattend Europees
mensenrechtenbeleid betreffende Iran te komen. Mede op initiatief van
minister Rosenthal maakt een voorstel om reis- en tegoedensancties tegen
Iraanse mensenrechtenschenders in te stellen, deel uit van de
voorstellen. Het kabinet blijft bij EU-partners sterk pleiten voor het
aannemen van dergelijke sancties. In de voorstellen van HV Ashton wordt
ook het belang van maatregelen op het gebied van internetvrijheid en
vrijheid van meningsuiting onderschreven en worden suggesties gedaan om
beide te bevorderen. 

Op 5 januari kwamen berichten over een doodvonnis tegen mw. Sahra
Baahrami, die zowel de Iraanse als de Nederlandse nationaliteit bezit,
naar buiten. De Iraanse ambassadeur is meermaals verzocht meer
informatie over de zaak te verschaffen, waaronder door minister
Rosenthal persoonlijk. De ambassadeur heeft het doodvonnis bevestigd,
maar gevraagde informatie over de procesgang en andere aanklachten is
nog niet verstrekt. Tevens is in Teheran en in EU-verband aandacht
gevraagd voor de zaak. In alle contacten wordt benadrukt dat Nederland
informatie wenst te ontvangen over de procesgang, een eerlijk proces
wenst en consulaire toegang tot mw. Baahrami vraagt om, zoals aan alle
ter dood veroordeelde Nederlanders in het buitenland, juridische
bijstand aan te bieden.