Verkennende analyse gebruik Digitaal Verzuimloket
Bijlage
Nummer: 2011D04627, datum: 2011-01-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Evaluatie Digitaal Verzuimloket (2011D04626)
Preview document (š origineel)
Bijlage 1 Verkennende analyse gebruik Digitaal Verzuimloket Inleiding Dit is de eerste, verkennende analyse van het aantal meldingen door scholen en instellingen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs van relatief verzuim via het Digitaal Verzuimloket sinds de start van het schooljaar 2009-2010. In deze eerste analyse worden de verschillende soorten meldingen niet onderscheiden. Evenmin wordt onderscheiden of de meldingen verschillende deelnemers betreffen of dat Ć©Ć©n deelnemer meerdere keren wordt gemeld. De geanalyseerde aantallen meldingen in het Digitaal Verzuimloket zijn dus een grove indicatie van het meldgedrag. Deze verkennende analyse geeft wel een compleet beeld van de vo- en bve-sector. Beoordelingssystematiek Er is een grootheid nodig om het aantal meldingen in het Digitaal Verzuimloket aan te kunnen relateren voor een beoordeling. In deze analyse wordt daarvoor het aantal voortijdig schoolverlaters per instelling in het schooljaar 2008-2009 gebruikt. Er is vanzelfsprekend geen causale relatie tussen het aantal spijbelaars in de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011 en het aantal voortijdig schoolverlaters in 2008-2009. Het aantal voortijdig schoolverlaters wordt hier gebruikt als indicatie van de omvang van de instelling en het uitvalprobleem. Het meldgedrag van een instelling wordt in deze analyse beoordeeld als āzeker te weinigā als een instelling gedurende het schooljaar aanzienlijk minder meldingen doet, dan er vsvāers waren in 2008-2009. De veronderstelling daarbij is dat een gemiddelde voortijdig schooluitvaller minstens Ć©Ć©n maal in het schooljaar enige tijd verzuimd heeft. De beoordeling is naar huidig inzicht āvoldoendeā voor instellingen met ruim meer meldingen dan vsvāers. Instellingen met ongeveer evenveel gemelde spijbelaars als vsvāers krijgen de beoordeling āmatigā meldgedrag. Gebruik Digitaal Verzuimloket door bve-instellingen Gedurende het schooljaar 2009-2010 kan het aantal meldingen bij 10 instellingen (16%) worden beoordeeld als āvoldoendeā naar huidig inzicht, op basis van deze verkennende analyse. Er zijn 37 instellingen (58%) die āzeker te weinigā meldden via het Digitaal Verzuimloket in het schooljaar 2009-2010. De aantallen meldingen in het schooljaar 2010-2011 zijn beschikbaar voor de maanden september tot en met december 2010. Op basis daarvan wordt ingeschat hoeveel meldingen er op jaarbasis gedaan zullen worden, als het patroon uit de eerste maanden van het schooljaar zich voortzet. Dan kan het meldgedrag van 30 instellingen (47%) als āvoldoendeā worden beoordeeld naar huidig inzicht, op basis van deze verkennende analyse. Dat is een grote stap vooruit, vergeleken met vorig schooljaar. Maar er zijn 28 instellingen (44%) die āzeker te weinigā hebben gemeld via het Digitaal Verzuimloket in de eerste maanden van het schooljaar 2010-2011. ROC X meldt āvoldoendeā ROC Y meldt āzeker te weinigā ROC Z meldt āvoldoendeā sinds september 2010 Aantal meldingen per maand per sector Het totaal aantal meldingen in het voortgezet onderwijs was ruim 35.000 in het schooljaar 2009-2010. Dit is 3,5 keer het aantal voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs. Dit duidt op heel veel āvoldoendeā meldende vo-scholen. Het totaal aantal meldingen in het middelbaar beroepsonderwijs was minder dan 30.000 in het schooljaar 2009-2010. Dit is iets minder dan het aantal voortijdig schoolverlaters in het middelbaar beroepsonderwijs. Er waren dan ook veel āonvoldoendeā meldende instellingen. Het aantal maandelijkse meldingen via het Digitaal Verzuimloket ligt in de maanden september tot en met december 2010 hoger dan in de vergelijkbare maanden een jaar eerder. Dat geldt zowel voor het voortgezet als voor het middelbaar beroepsonderwijs. Het gebruik van het Digitaal Verzuimloket neemt toe.