[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2011D05267, datum: 2011-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Negende Aanvullend Protocol bij de Constitutie van de Postunie van de Staten van het Amerikaanse Werelddeel, Spanje en Portugal; Santiago de Chile, 21 augustus 2009 (Trb. 2010, 127) (2011D05266)

Preview document (🔗 origineel)


Negende Aanvullend Protocol bij de Constitutie van de Postunie van de
Staten van het Amerikaanse Werelddeel, Spanje en Portugal; Santiago de
Chile, 21 augustus 2009 (Trb. 2010, 127)

Toelichtende nota

Inleiding

De Postunie van de Staten van het Amerikaanse Werelddeel, Spanje en
Portugal (“Union postal de las Américas, Espana y Portugal”; UPAEP)
werd, bij een op 26 november 1971 te Santiago de Chile tot stand gekomen
verdrag, de Constitutie (Trb. 1992, 119), opgericht ter ontwikkeling en
verbetering van de postdiensten tussen de lidstaten onderling.

Teneinde de Nederlandse Antillen en Aruba in staat te stellen het
lidmaatschap van de UPAEP te verkrijgen, trad het Koninkrijk der
Nederlanden op 18 januari 1993 toe tot dat verdrag (zie voor de
parlementaire behandeling Kamerstukken 1992/93, 22 821 (R1449), nrs. 13
en 1).

De Constitutie wordt regelmatig gewijzigd (zie laatstelijk Trb. 2009,
40). Op 21 augustus 2009 is te Santiago de Chile een Negende Aanvullend
Protocol met verdragswijzigingen aangenomen door het Congres van UPAEP.
Aan dit Congres heeft een delegatie van de Nederlandse Antillen en van
Aruba deelgenomen. 

De wijzigingen

Het onderhavige Protocol bevat wijzigingen van enkele artikelen. De
wijzigingen die in de artikelen II, III en VII van het Protocol zijn
vastgelegd, zijn hoofdzakelijk redactioneel van aard.

Met artikel I van het Protocol wordt het doel van de Unie als volgt
geherformuleerd: het versterken van de regionale integratie van de
postsector, het verzekeren van postdiensten van hoge kwaliteit voor
iedereen en het hervormen en moderniseren van de sector op een manier
die duurzame ontwikkeling stimuleert.

Artikel IV van het Protocol bevat een wijziging van artikel 16 van de
Constitutie. In het gewijzigde artikel 16 is toegevoegd dat de
continuïteit van het werk van de UPAEP dient te worden gewaarborgd door
het actieplan van het Algemeen Secretariaat uit te voeren in
overeenstemming met de strategie bepaald door het Congres. 

In artikel V is met betrekking tot de wijziging van artikel 17 in het
eerste lid geconcretiseerd dat de UPAEP een strategisch plan uitvoert.

Artikel VI wijzigt artikel 19 door toe te voegen dat resoluties behalve
op de activiteiten van de UPAEP ook betrekking moeten hebben op het
strategisch plan.

Koninkrijkspositie

Het Protocol behoeft blijkens de preambule bekrachtiging; met het oog
daarop wordt thans de goedkeuring gevraagd. Aangezien het verdrag van
1971 alleen voor de Nederlandse Antillen en Aruba geldt, wordt de
goedkeuring ook alleen voor de Nederlandse Antillen en Aruba gevraagd.

De voorgenomen staatkundige hervorming - waarbij het land de Nederlandse
Antillen zal worden opgeheven, Bonaire, St. Eustatius en Saba elk een
openbaar lichaam van Nederland zullen worden en Curaçao en St. Maarten
de status van zelfstandig land binnen het Koninkrijk zullen verkrijgen -
heeft geen gevolgen voor de status van verdragen die tussen de
Nederlandse Antillen en derde landen zijn gesloten. De
internationaalrechtelijke verplichtingen voortvloeiende uit het Protocol
gaan van rechtswege over op de rechtsopvolgers van het land de
Nederlandse Antillen, te weten de toekomstige landen Curaçao en St.
Maarten. Daarnaast blijft het Protocol van toepassing op de BES-eilanden
Bonaire, St. Eustatius en Saba die elk een openbaar lichaam van
Nederland worden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar
gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid
jo vijfde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).