[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2011D06693, datum: 2011-02-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag tot wijziging van het aantal zetels in het Europees Parlement (Trb. 2010, 245) (2011D06692)

Preview document (šŸ”— origineel)


Protocol tot wijziging van het aan het Verdrag betreffende de Europese
Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
gehechte Protocol betreffende de overgangsbepalingen; Brussel, 23 juni
2010 (Trb. 2010, 245)

TOELICHTENDE NOTA

I	Inleiding

Op de Europese Raad (ER) van december 2008 is afgesproken dat het aantal
zetels in het Europees Parlement (EP) voor de periode 2009 ā€“ 2014 na
inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, zal worden verhoogd van
736 naar 754 zetels. Dit is het aantal zetels op basis van het Verdrag
van Lissabon (751) plus de drie zetels die Duitsland moet inleveren
onder Lissabon maar waarover is afgesproken dat Duitsland deze mag
behouden tot 2014. Het Verdrag van Lissabon spreekt slechts over 750
EP-leden plus zijn voorzitter. Daarom wordt op Spaans voorstel het aan
het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie en het Verdrag tot Oprichting van de
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie gehechte Protocol betreffende de
overgangsbepalingen (zie Trb. 2008, 11, blz. 160 e.v.) bij het Verdrag
van Lissabon gewijzigd. 

Op 4 december 2009 heeft de Spaanse regering het voorstel tot herziening
van het Protocol ingediend. Op grond van artikel 48, tweede lid, van het
Verdrag betreffende de Europese Unie heeft de Raad Algemene Zaken van 7
december 2009 dit ontwerp doorgestuurd aan de ER. Conform artikel 48,
derde lid, van het Verdrag betreffende de Europese Unie heeft de ER het
EP en de Europese Commissie hierover geraadpleegd. Op 28 april 2010
heeft de Commissie met de wijziging ingestemd en op 6 mei 2010 sprak het
EP zijn steun ervoor uit. Tegelijk ging het EP ermee akkoord dat er geen
Conventie bijeen hoefde te komen vanwege de beperkte reikwijdte van de
wijziging.

Behalve dat de wijziging van het Protocol het tussentijds aantreden van
extra EP-leden mogelijk maakt, sanctioneert de wijziging tevens drie
wijzen waarop verkiezing van die parlementariƫrs tot stand kan komen.

De Staten-Generaal is vooruitlopende op de formele instemming met de
wijziging van het Protocol al akkoord gegaan met de wijziging van de
Kieswet die de toekenning en de bezetting van de extra Nederlandse zetel
regelt.

II	Artikelsgewijze toelichting

Alleen artikel 2 van Protocol zal worden gewijzigd. Dit gebeurt via
artikel 1.

In het eerste lid wordt een overzicht gegeven van het aantal extra
EP-leden dat door twaalf lidstaten (waaronder Nederland) mag worden
afgevaardigd, voor de periode na de inwerkingtreding van de wijziging
tot het eind van het lopende mandaat van het EP in 2014. Hierdoor zullen
er, na ratificatie door alle lidstaten en na inwerkingtreding van het
onderhavige Protocol, in plaats van 736, 754 EP-leden zijn.

In het tweede lid worden de drie manieren geschetst, waarop landen deze
additionele zetels kunnen toewijzen. De extra EP-leden kunnen worden
afgevaardigd a) na te zijn verkozen in een ad hoc verkiezing voor het EP
in de betreffende lidstaat; b) op grond van de verkiezingen voor het EP
in juni 2009; of c) op voordracht van het nationaal parlement van de
betrokken lidstaat uit zijn midden.

Het derde lid stelt dat een (nieuw) besluit over de samenstelling van
het EP ruim voor de verkiezingen van 2014 moet zijn genomen door de ER.

Artikel 2 geeft aan dat 1 december 2010 als streefdatum wordt gehanteerd
waarop het Protocol van kracht moet worden.

III	Koninkrijkspositie

Omdat het Protocol onderdeel uitmaakt van het Verdrag van Lissabon wordt
net als bij dat verdrag de goedkeuring voor het gehele Koninkrijk
gevraagd. De wijziging die door het Protocol wordt doorgevoerd raakt
Aruba, CuraƧao en Sint Maarten in de zin van artikel 2, tweede lid, van
de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking. Omdat de wijziging geen directe
juridische gevolgen heeft voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten is het
niet nodig het Protocol tevens te laten gelden voor deze landen. De
wijziging heeft evenmin directe juridische gevolgen voor Bonaire, Sint
Eustatius en Saba. Het Protocol zal dan ook alleen voor (het Europese
deel van) Nederland worden bekrachtigd, gelijk de (wijzigings)verdragen
van Maastricht, Amsterdam, Nice en Lissabon. 

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar
gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid
jo vijfde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).