[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32356 Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs, de Wet studiefinanciering 2000, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het treffen van diverse maatregelen ten behoeve van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten

Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs, de Wet studiefinanciering 2000, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het treffen van diverse maatregelen ten behoeve van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten

Eindtekst

Nummer: 2011D06941, datum: 2011-02-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z05865:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

8 februari 2011



	Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en
beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair
onderwijs, de Wet studiefinanciering 2000, de Wet tegemoetkoming
onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet op het voortgezet onderwijs
in verband met het treffen van diverse maatregelen ten behoeve van het
bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
procedure voor het melden van verzuim door scholen en instellingen aan
gemeenten te stroomlijnen, het toezicht op scholen en instellingen met
betrekking tot de naleving van de Leerplichtwet 1969 te versterken
alsmede ter zake een meer passende sanctie in de Leerplichtwet 1969 op
te nemen, en de informatieverstrekking te verbeteren door scholen en
instellingen over hun verzuimbeleid aan degenen die het gezag over een
jongere uitoefenen of zich met de feitelijke verzorging van een jongere
hebben belast, dit alles gericht op het meer effectief bestrijden van
verzuim en voortijdig schoolverlaten, dat daartoe de Leerplichtwet 1969,
de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de
Wet op het primair onderwijs, de Wet studiefinanciering 2000, de Wet
tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet op het
voortgezet onderwijs dienen te worden gewijzigd;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

	a. “Onze minister”: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald;.

B

	In artikel 16, eerste lid, wordt in de eerste volzin na “de naleving
van deze wet” ingevoegd: anders dan door de hoofden.

C

	Na artikel 16 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a. Inspectie van het onderwijs

	Het toezicht op de naleving van deze wet door de hoofden is opgedragen
aan de Inspectie van het onderwijs.

D

	Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

	Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Indien burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling
woon- of verblijfplaats heeft hun bevoegdheden op grond van deze wet
hebben ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in
artikel 1, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, vindt
de informatieverstrekking door de hoofden, bedoeld in dit artikel,
plaats aan het orgaan dat daartoe volgens die gemeenschappelijke
regeling is aangewezen.

E

	Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

	Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Indien burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling
woon- of verblijfplaats heeft hun bevoegdheden op grond van deze wet
hebben ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in
artikel 1, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, vindt
de kennisgeving, bedoeld in het eerste of tweede lid, plaats aan het
orgaan dat daartoe volgens die gemeenschappelijke regeling is
aangewezen.

F

	Artikel 21a wordt als volgt gewijzigd:

	Na het twaalfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	13. Indien burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling
woon- of verblijfplaats heeft hun bevoegdheden op grond van deze wet
hebben ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in
artikel 1, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en
daarvan mededeling hebben gedaan aan Onze minister, komen hun rechten en
verplichtingen als bedoeld in dit artikel toe aan het orgaan dat daartoe
volgens die gemeenschappelijke regeling is aangewezen.

FA

	Het opschrift van § 5 komt te luiden:

	§ 5. Sanctiebepalingen.

G

	Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het opschrift komt te luiden:

	Artikel 27. Bestuurlijke boete hoofd.

	2. De aanhef komt te luiden:

	Onze minister dan wel, voor zover het betreft het onderwijs op het
gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving, Onze Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, kan een bestuurlijke boete van ten
hoogste 1000 euro per overtreding, met een maximum van 100.000 euro per
schooljaar, opleggen aan het hoofd dat:.

	3. In onderdeel b wordt “de artikelen 18 en 21” vervangen door: de
artikelen 18, 21 en 21a.

ARTIKEL II

	De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 8.1.3, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het woordje “en” aan het slot van onderdeel d vervalt.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door ”,
en”, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	f. het verzuimbeleid van het bevoegd gezag.

B

	Artikel 8.1.7 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt “5 weken” vervangen door: vier weken.

	2. Aan het slot van het tweede lid wordt de volgende volzin toegevoegd:
Het bevoegd gezag doet daarbij mededeling van de opgave van de gegevens
van de deelnemer, bedoeld in artikel 8.1.8a, eerste lid. 

C

	Artikel 8.1.8a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “ten minste een maand” vervangen door:
ten minste vier weken.

	2. Na het elfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	12. Op verzoek van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de
betrokkene woon- of verblijfplaats heeft, komen hun rechten en
verplichtingen als bedoeld in dit artikel toe aan burgemeester en
wethouders van de contactgemeente, bedoeld in artikel 8.3.2, derde lid.

D

	In artikel 8.3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt “een maand”
vervangen door: vier weken.

ARTIKEL III

	De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 22, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	i. het verzuimbeleid. 

B

	Artikel 47a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt “ten minste een maand”
vervangen door: ten minste vier weken.

	2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

	2. Op verzoek van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de
betrokkene woon- of verblijfplaats heeft, vindt de opgave, bedoeld in
het eerste lid, plaats aan burgemeester en wethouders van de
contactgemeente, bedoeld in artikel 162b, derde lid.

C

	In artikel 162a, eerste lid, onderdeel a, wordt “een maand”
vervangen door: vier weken.

ARTIKEL IV

	De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

	Artikel 13, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	k. het verzuimbeleid.

ARTIKEL V

	De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

	In artikel 4.5, eerste lid, wordt “5 weken” vervangen door: 4
weken.

ARTIKEL VI

	De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt
gewijzigd:

	In artikel 4.14, eerste lid, wordt “5 weken” vervangen door: 4
weken.

ARTIKEL VII

	De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 24a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	h. het verzuimbeleid.

B

	Artikel 27a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt “5 weken” vervangen door: vier weken.

	2. Aan het slot van het tweede lid wordt de volgende volzin toegevoegd:
Het bevoegd gezag doet daarbij mededeling van de opgave van de gegevens
van de deelnemer, bedoeld in artikel 28a, eerste lid.

C

	Artikel 28a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “ten minste een maand” vervangen door:
ten minste vier weken.

	2. Na het elfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	12. Op verzoek van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de
betrokkene woon- of verblijfplaats heeft, komen hun rechten en
verplichtingen als bedoeld in dit artikel toe aan burgemeester en
wethouders van de contactgemeente, bedoeld in artikel 118h, derde lid.

D

	In artikel 118g, eerste lid, onderdeel a, wordt “een maand”
vervangen door: vier weken.

ARTIKEL VIII

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,