[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Minder regels, meer op straat

Bijlage

Nummer: 2011D08614, datum: 2011-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Aanvalsplan bureaucratie en versterking van vakmanschap politie (2011D08613)

Preview document (🔗 origineel)


Minder regels, meer op straat 

Aanval op de bureaucratie en versterking van vakmanschap in de
basispolitiezorg en de recherche

De Aanval 

De administratieve lasten bij de politie zijn te hoog. Het vakmanschap
wordt te veel ingeperkt. Politiemensen en burgers worden hierdoor
gehinderd. Samen met politie en het Openbaar Ministerie heb ik de aanval
geopend op de toegenomen regulering, protocollering en administratieve
lasten binnen het politievak. Met deze aanval zet ik de tegenbeweging
in. De politie gaat op vernieuwde wijze haar vak uitoefenen. De agent
moet immers niet vooral bezig zijn met papier van achter het bureau,
maar op straat en met concrete zaken. Het aanpakken van overlast en
criminaliteit en het oplossen van veiligheidsvraagstukken moet weer
centraal staan. Minder administratieve uren leidt tot meer beschikbare
uren voor het primaire, echte politiewerk op straat. Tot meer
werkplezier voor dienders. Tot meer veiligheid in de samenleving. 

Mijn inzet is om met deze aanval de administratieve lasten van de
politie deze kabinetsperiode met 25% te verminderen en het vakmanschap
te versterken. 

Ik zal op de uitvoering van deze aanval stevig de regie voeren. De
politie is vooral zelf aan zet bij het bedenken van oplossingen. De
diender op straat en de rechercheur in een onderzoek kunnen immers het
beste aangeven welke onnodige belemmeringen zij bij de uitoefening van
het vak ondervinden. We voeren deze aanval samen uit. Een aanval die
duurzame verbeteringen doorvoert over de volle breedte van het
politiewerk – opsporing, handhaving, intake en noodhulp, en de
bedrijfsvoering. Politie, ketenpartners, departementen, met elkaar komen
wij tot oplossingen voor grote administratieve lasten. Deze aanval wordt
versterkt door de vorming van de nationale politie. Belangrijke
innovaties zullen voortaan niet meer 26 keer uitgevonden worden met alle
verschillen van dien, maar zullen bij succes landelijk worden ingevoerd.


Deze aanval kent drie aanvalsfronten: 

Opruimen overbodige en ergerlijke bureaucratie 

Slimmer politiewerk

Meer vakmanschap

1. 	Opruimen overbodige en ergerlijke bureaucratie

Om de onnodige administratieve lasten in wetten en regels van de
departementen, in formulieren, werkprocessen en procedures van de
politie en binnen de strafrechtsketen met het OM te verminderen, tref ik
een aantal maatregelen waarvan een deel inmiddels al in uitvoering is.
Ook kijk ik kritisch naar de informatie die door derden wordt
opgevraagd, bijvoorbeeld door gemeenten, jeugdzorg of een van de
departementen. Er zijn knelpunten en ergernissen verzameld in het
politieveld. Een brede groep betrokken medewerkers toetst deze op de
grootste administratieve lasten en ergernissen. Deze groep komt eerst en
vooral met oplossingen die leiden tot grote verbeteringen. Daar waar een
wetgevingstraject te veel tijd kost worden korte termijn oplossingen
uitgevoerd. Er worden dus telkens nieuwe maatregelen genomen. En
bovendien wordt voorkomen dat er nieuwe administratieve lasten bijkomen.
De maatregelen die in deze aanval worden genoemd zijn dus zeker niet
limitatief, maar worden als eerste aangepakt. 

1A. Minder last bij de uitoefening van politietaken

Aanwijzingen OM

Aanwijzingen worden gebruikt voor het stellen van beleidsregels. Dit
betreft vooral het opsporings-, vervolgings- en executiebeleid. OM,
politie en mijn departement zullen van de ruim 100 aanwijzingen
vaststellen of de noodzakelijke juridische en kwaliteitswaarborgen in de
aanwijzingen ook op een andere manier kunnen worden geborgd. Een manier
die minder administratieve lasten voor de politie met zich mee brengt.
Er zijn alleen al meer dan 30 aanwijzingen die betrekking hebben op
verkeer en vervoer. Een voorbeeld van een aanwijzing is de “Aanwijzing
opsporingsbevoegdheden”. Deze bevat aanwijzingen voor het aanvragen
van bijzondere opsporingsbevoegdheden. Zo moet bijvoorbeeld in ieder
onderzoek waarbij camerabeelden opgevraagd worden van
beveiligingscamera’s of camera’s die de gemeente in het kader van de
openbare orde geplaatst heeft een aparte tijdrovende vordering gedaan
worden. Dit ga ik efficiënter regelen.

Resultaat en tijdpad 

Het aantal, de omvang en de mate van gedetailleerdheid van deze
aanwijzingen wordt beperkt. De administratieve lasten voor de politie
die het gevolg zijn van de aanwijzingen van het OM zullen met ten minste
25% terug worden gebracht. Voor de zomer is duidelijk welke aanwijzingen
worden aangepast. De aanpassingen worden vanaf de zomer gefaseerd
doorgevoerd.

Vermindering verantwoordingsinformatie

Om de primaire inzetbaarheid van de politie verder te verhogen zal ik
kritisch bekijken welke verantwoordingsinformatie van politie echt
noodzakelijk is. Gebleken is dat voldoen aan alle verantwoordingsvragen
aan diverse partijen - zoals gemeenten, jeugdzorg en diverse
departementen- , de politie veel tijd kost. Deze tijd kan de politie dan
dus niet inzetten voor het echte politiewerk.

Resultaat en tijdpad

De omvang en de mate van gedetailleerdheid van verantwoordingsinformatie
wordt beperkt. Ik zal in 2011 de verantwoordingsinformatie die de
departementen en andere partijen vragen van de politie met 25%
verminderen. Ik heb de korpsen gevraagd dit jaar de jaarverslagen te
beperken tot 2 A4-tjes: er is al een landelijk politiejaarverslag met
alle relevante informatie. Een mooie uitgebreide glossy met een
terugblik op 2010 van een korps is bewerkelijk en levert verder geen
noodzakelijke informatie op.

Basisvoorziening Handhaving (BVH)

Ik ben mij er van bewust dat de Basisvoorziening Handhaving (BVH) een
grote ergernis is geworden voor de agent terwijl diezelfde agent vooral
een verbetering was beloofd. De BVH wordt daarom aangepast. Hiervoor
worden twee sporen gevolgd. 

1	Het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid en betrouwbaarheid van
de BVH. Er heeft onderzoek plaatsgevonden naar de vereenvoudiging van
invoerschermen en documenten om de huidige gebruiksproblemen op korte
termijn te verminderen. De kosten en baten daarvan worden nu in kaart
gebracht. Verbeteringen die veel opleveren en niet te veel kosten worden
nog doorgevoerd. Overigens vindt sommige gegevensinvoer plaats ten
behoeve van het verzamelen van beleidsinformatie voor de politie en het
departement. Nut en noodzaak van deze gegevens wordt onderzocht, opdat
hier nog het nodige kan worden bespaard. 

2	Het vervangen of vernieuwen van de BVH. De scenario’s hiervoor
worden momenteel in kaart gebracht door de landelijk CIO van de politie.
 

Resultaat en tijdpad

Na afronding van het Algemene Rekenkameronderzoek zal ik deze zomer
besluiten over de opvolging van BVH en de verbeteringen die in het
bestaande BVH dan nog nuttig zijn.

Digitaal procesdossier

Per 1 februari 2011 is een belangrijke stap gezet voor het op
elektronische wijze verzenden van processen-verbaal. De juridische basis
voor een digitale handtekening is nu gecreëerd. De politie gaat hier op
de best passende wijze gebruik van maken. Vooruitlopend hierop is het
Openbaar Ministerie al bezig met het inrichten van scanstraten voor de
papieren processen-verbaal. Op korte termijn gaat het de politie in
ieder geval al het nodige kopieerwerk schelen. En dus tijd. Tijd die aan
het echte politievak kan worden besteed. 

Het geheel digitaliseren van de informatie-uitwisseling in de
strafrechtsketen, waaronder het proces-verbaal, heeft een grote potentie
voor het verminderen van administratieve lasten in de gehele
strafrechtsketen, onder andere bij de politie. 

Resultaat en tijdpad

Het OM zal dit jaar een centrale voorziening maken voor het scannen van
processen-verbaal. Dit scheelt de politie veel tijd. Er hoeft nu nog
maar één proces-verbaal te worden aangeleverd. Het geheel
digitaliseren van het proces-verbaal zal nog deze kabinetsperiode
landelijk plaatsvinden.

Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob)

De Wob kent op dit moment geen mogelijkheid tot afweging van het belang
van de openbaarheid ten opzichte van de capaciteit die het aanleveren
van informatie kost (proportionaliteit). De inzet van politiecapaciteit
voor het afhandelen van omvangrijke Wob-verzoeken kan echter niet
onbeperkt zijn. Dit stelt grenzen aan openbaarheid. Samen met de
minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), als
verantwoordelijke voor de Wob, streef ik naar opname van een
proportionaliteitsafweging in de Wob. 

Daarnaast wordt informatie voor burgers, zoals het via internet
toegankelijk maken van gegevens over snelheid- en rood licht
overtredingen, actief openbaar gemaakt. Hierdoor hoeven WOB verzoeken
niet meer in behandeling genomen te worden. Meer dan de helft van de
korpsen installeert in 2011 hun Boetevolgservice via het internet
waardoor burgers zelf hun gegevens kunnen bekijken. Dit wordt landelijk
ingevoerd.  

Resultaat en tijdpad

Mijn ambtgenoot van BZK en ik komen op korte termijn met voorstellen om
de Wob aan te passen. En informeer ik de Tweede Kamer over andere
maatregelen, zoals Boetevolgservice, om de werklast bij de politie te
verminderen bij de afhandeling van Wob-verzoeken. 

Proces-verbaal Minderjarigen

De politie voert op dit moment een nieuw en vereenvoudigd proces-verbaal
Minderjarigen (PVM) in. De politie moet als eerste behandelaar in de
strafrechtketen veel gegevens aan andere partners in de strafrechtsketen
aanleveren. Door een nieuwe modulaire opbouw van het proces-verbaal
hoeft niet meer voor alle jeugdstrafzaken een volledig dossier te worden
opgemaakt. Dit leidt tot een aanzienlijke tijdsbesparing voor de
politie. 

Resultaat en tijdpad

Het formulier is eenvoudiger en ingekort van zeven naar drie pagina’s.
Op dit moment wordt het formulier in de praktijk beproefd. In de tweede
helft van 2011 is de winst duidelijk en worden ook andere
processen-verbaal op deze manier aangepakt. 

Andere verbeterpunten die het komende half jaar uitgewerkt zullen
worden:

de procedures om gegevens (zoals beeldmateriaal, bankgegevens) op te
vragen bij

	derden

het opnemen van verklaringen van bestuurders die onder invloed rijden

de administratie bij het invorderen van het rijbewijs.

1B. 	Minder last in de bedrijfsvoering

Arbeidstijdenwet en de Landelijke Arbeidstijdenregeling

In het Regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet voorstellen doet om de
Arbeidstijdenwet en de Landelijke Arbeidstijdenregeling te
vereenvoudigen. De Landelijke Arbeidstijdenregeling stelt aanvullende
en scherpere eisen aan de werktijden voor de politie ten opzichte van de
Arbeidstijdenwet. Een voorbeeld is het aantal weekenden dat een
werknemer mag werken: voor de politie moeten er 26 vrije weekenden per
jaar zijn, volgens de Arbeidstijdenwet zijn dat er maar 13 - dat
verschil is naar mijn oordeel niet meer van deze tijd. Mijn inzet is de
regeling voor werktijden van de politie gelijk te schakelen met de
Arbeidstijdenwet. Met de bonden heb ik in 2010 afgesproken alle
belemmeringen voor een betere inzetbaarheid van medewerkers in de
arbeidsvoorwaarden weg te nemen. Deze afspraak wordt in samenwerking met
de bonden voortvarend uitgevoerd. Daarmee komt er meer flexibiliteit
voor de werkgever en meer capaciteit vrij voor de primaire processen. 

Resultaat en tijdpad

Mijn inzet is om in 2011 de aanvullende, sectorale eisen aan de
werktijden van de politie af te schaffen. Hierover en over andere
belemmeringen voer ik in 2011 overleg met de vakorganisaties. 

Rittenadministratie

Fiscale regelgeving schrijft voor dat als een auto van de zaak ook voor
privé doeleinden wordt gebruikt, 25% van de cataloguswaarde bij het
belastbare inkomen moet worden opgeteld. Bijtelling vindt niet plaats op
het moment dat een auto alleen zakelijk of voor niet meer dan 500
kilometer privé wordt gebruikt. Dit kan onder andere worden aangetoond
door een rittenadministratie te overleggen waaruit blijkt dat niet meer
dan 500 kilometers privé zijn gemaakt. 

Politievoertuigen zijn publieke middelen die niet voor privédoeleinden
worden gebruikt behoudens uitzonderingen in het Besluit algemene
rechtspositie politie. Sterker nog, het is agenten op grond van hun
ambtseed verboden dit te doen. Het bijhouden van een rittenadministratie
is daarmee een last die tot het minimum moet worden beperkt. Het legt
een extra beslag op de publieke middelen, kostbare uren politie-inzet
kunnen niet worden besteed aan het primaire proces. 

Resultaat en tijdpad

In april zal ik met de staatssecretaris van Financiën een convenant
ondertekenen dat het dit jaar nog mogelijk maakt de uren die door de
politie worden besteed aan het voeren van rittenadministraties tot het
minimaal noodzakelijke te beperken.

Landelijk Functiehuis Nederlandse Politie

Binnen de Nederlandse politie is er nu nog sprake van 7000 functies op
basis van even zovele functiebeschrijvingen. Dat aantal wordt sterk
teruggebracht tot ongeveer 100. Eenvormigheid en transparantie zijn hier
kernbegrippen. Er hoeven geen 7000 functies meer te worden beschreven en
onderhouden. Er is een ontwerp voor een nieuw landelijk functiehuis
ontwikkeld, dat met een nieuw systeem van functiewaardering die gewenste
vereenvoudiging tot stand gaat brengen. Beide conceptstukken worden nu
besproken met de politievakbonden.

Resultaat en tijdpad

Mijn inzet is dat het nieuwe functiehuis in 2011 in de korpsen
geïmplementeerd is. 

Harmonisatie arbeidsvoorwaarden

De arbeidsvoorwaarden worden geharmoniseerd. Nationale politie leidt tot
één politiekorps en dus 1 set arbeidsvoorwaarden. Dit zal op termijn
leiden tot gelijkschakeling van een groot aantal, nu regionaal vaak van
elkaar verschillende, regelingen. Een voorbeeld van zo’n regeling is
de bereikbaarheidsregeling voor schalen 13 en hoger. Ook een nieuw
uniform beloningskader voor de politietop zal hier deel van uitmaken.

Resultaat en tijdpad

Inmiddels zijn 2 tranches harmonisatie arbeidsvoorwaarden in goed
overleg met de vakorganisaties afgerond. Dit jaar start ik met de 3e
tranche van te harmoniseren arbeidsvoorwaardenregelingen. De tijd die nu
wordt besteed aan het onderhouden van die regelingen zal met 25% worden
verminderd. 

Certificering

De verplichte certificaten komen voort uit wet- en regelgeving, uit
richtlijnen van het OM, van korpschefs. Er is vaak een financiële of
onderwijskundige reden. De afgelopen jaren zijn er vele verplichte
certificaten in het leven geroepen in het kader van de zogenaamde
functiegerichte applicaties, zo’n 150 in totaal. Een
politiefunctionaris mag een handeling dan pas verrichten, indien hij
beschikt over het certificaat. Dit certificaat krijgt de
politiefunctionaris als hij een opleiding voor die kernopgave bij de
Politieacademie succesvol heeft afgerond. Het aantal verplichte
certificaten is veel te hoog geworden. Deze certificeringen moeten
allemaal worden geregistreerd. Daarnaast kost het agenten veel uren deze
certificaten te behalen en waar noodzakelijk, de geldigheid te behouden.
Ik bekijk de lijst met certificaten kritisch en schoon deze op.

Resultaat en tijdpad

In 2011 zal de administratieve last die samenhangt met de verplichte
certificaten met minimaal 25% gereduceerd zijn. 

1C.	Toekomstige lasten voorkomen

Wie de aanval inzet, moet zijn tegenstander kennen. De groei van de
bureaucratie kent verschillende oorzaken. 

We willen iedere fout voorkomen. Elk individueel incident leidt daarom
tot een roep om nieuwe algemene regels en controles. De facto leiden
deze nieuwe regels echter tot minder veiligheid. De last om eraan te
voldoen is groter dan het effect. 

We willen weten of we ‘waar krijgen voor ons geld’. Daarom worden de
prestaties van de politieorganisatie gedetailleerd gemeten. Ook hier
doet zich dezelfde paradox voor: meer meten leidt tot meer verantwoorden
en daardoor tot minder tijd voor presteren. 

In de huidige werkwijze zijn de werkprocessen bovendien niet gericht op
de directe afwikkeling van meldingen en doorstroom, maar op een zo
zorgvuldig mogelijke, en daardoor soms langdurige afhandeling. Ook hier
treedt een paradox op: minder snelheid leidt niet automatisch tot
grotere zorgvuldigheid. Minder snelheid brengt ook onnodige fouten in de
overdracht, coördinatie en voortgangsbewaking met zich mee. 

Voor de toekomst is alertheid geboden op het ontstaan van nieuwe
bureaucratische regels. 

Bij de inrichting van de Nationale Politie wordt een beheers- en
verantwoordingssystematiek ontworpen die zo min mogelijk administratieve
lasten met zich mee brengt. Een grotere eenheid van de politie leidt ook
tot landelijke standaardisatie. Er zijn niet langer steeds nieuwe en
uitgebreide regelingen nodig om eenheid voor 25 korpsen te bereiken.

Nieuw beleid en wet- en regelgeving zullen nadrukkelijker dan voorheen
getoetst worden op consequenties voor de administratieve lasten in de
taakuitvoering door de politie. Als nieuwe voorschriften toch nodig
zijn, moet worden gekozen voor de minst belastende invulling. Om dat te
bereiken zullen wetgevers, beleidsmakers en uitvoering in een vroeg
stadium met elkaar samenwerken.

2. 	Slimmer politiewerk

Frontoffice Backoffice (Fobo)

Niet alle administratie is overbodig en kan worden opgeruimd.
Administratie maakt onvermijdelijk deel uit van het politiewerk. Denk
maar aan het opmaken van een proces-verbaal. Dit werk kan echter in
diverse opzichten slimmer georganiseerd. Administratief werk dat nu door
operationele agenten wordt verricht, wordt overgenomen door een
backoffice. Deze verwerkt informatie en bereidt de administratieve
afwikkeling voor. Het resultaat van deze slimmere manier van werken is
aanzienlijk: de administratie voor de agenten op straat wordt
gehalveerd. Uit onderzoek blijkt dat deze agenten in het korps Hollands
Midden niet langer ruim 40 procent achter hun bureau hoeven door te
brengen. Dit is verminderd naar net iets boven de 20 procent. In
Hollands Midden was daar slechts een relatief geringe uitbreiding van de
bemensing in de backoffice voor nodig. De agenten zijn gemiddeld tijdens
een dienst ruim 1,5 uur méér op straat. Er komt daarmee veel extra
tijd beschikbaar om criminelen op te sporen en overlast te voorkomen. 

Fobo zorgt er ook voor dat agenten beter geïnformeerd de straat op
gaan. Processen-verbaal worden kwalitatief beter omdat de backoffice er
bedreven in is. Het werkplezier van alle betrokken agenten neemt toe.
Ook het aantal formulieren en protocollen neemt af met deze werkwijze.
De agent belt met Fobo waarnemingen rechtstreeks door. Deze worden
vervolgens direct in het juiste systeem verwerkt. Het is daarmee niet
langer noodzakelijk om te werken met interne protocollen en
geleideformulieren. De resultaten zijn zo positief dat deze werkwijze
landelijk ingevoerd zal worden. 

Ondersteunend aan Fobo is de invoering van mobiel werken. Agenten hebben
hierdoor  nog meer tijd en informatie op straat. Zij kunnen bepaalde
gegevens direct raadplegen en controleren. 

Resultaat en tijdpad

Fobo is zeer succesvol, zo blijkt uit het evaluatierapport dat ik deze
maand in ontvangst neem. Ik zal Fobo dan ook als inrichtingseis opnemen
bij de invoering van de nationale politie. Nog dit jaar start de
invoering van Fobo in minimaal 3 korpsen. In deze kabinetsperiode zal
deze werkwijze landelijk ingevoerd zijn. In 2011 worden de eerste
korpsen uitgerust met apparatuur die het mogelijk maakt direct op straat
de identiteit van verdachten vast te stellen en bonnen te verwerken.

Heterdaadkracht

Het snel betrekken van burgers bij meldingen, aangiften en incidenten is
een cruciale succesfactor in de bestrijding van overlast en
criminaliteit. De dírecte aanhouding van een verdachte of de dírecte
afhandeling van een melding is op zich al een middel om bureaucratie
terug te dringen. Aanhouding of afhandeling op een later tijdstip, leidt
tot toename van onnodige coördinatie, overdracht en voortgangsbewaking.
En tot ergernis in de samenleving. In de huidige werkwijze bij de
politie staat centraal om éérst te registreren, daarna af te handelen.


Meer dan 90% van alle aanhoudingen in Nederland vindt plaats op
aanwijzing van een aangever of getuige. Tegelijkertijd is bekend dat
slechts 1 op de 9 burgers een verdachte waarneming doorgeeft aan de
politie. Hier is dus een wereld te winnen. Meer meldingen bij de politie
leiden tot meer aanhoudingen en daarmee verhoging van de veiligheid. 

De politie werkt daarom aan verhoging van de heterdaadkracht. Uit de
praktijk zijn inmiddels diverse kansrijke ontwikkelingen in kaart
gebracht. Een voorbeeld is de inzet van smartphones met GPS waarmee de
meldkamer op elk moment medewerkers in de buurt van een incident kan
traceren en kan inzetten. De smartphones worden eveneens gebruikt voor
het doorzetten van (camera)beelden waardoor zeer goede
signalementsinformatie wordt verkregen. Ook wordt de informatiepositie
van de meldkamer verhoogd. De verdere uitbreiding van Burgernet en de
inzet van sociale media zullen helpen. Ook worden burgers via posters en
folders opgeroepen om direct 1-1-2 te bellen bij het zien van een
strafbaar feit. Hierdoor wordt het makkelijker voor de politie om iemand
op heterdaad aan te houden. Een probleem is de belasting van 1-1-2
doordat mobiele telefoons per ongeluk dit alarmnummer bellen. Door een
SMS te sturen naar de eigenaar van het mobieltje wordt deze gewezen op
het oneigenlijk gebruik en verzocht dit te voorkomen.

Resultaat en tijdpad

- 	In 2011 worden de concrete verbetermaatregelen om de heterdaadkracht
van de politie te verbeteren landelijk ingevoerd. Het aantal meldingen
en aanhoudingen zal hierdoor toenemen.  

-	Korpsen zullen dit voorjaar burgers met posters en folders oproepen
altijd 1-1-2 te bellen als zij iets verdachts zien.

- 	Momenteel werken alle politiekorpsen en 60 gemeenten met Burgernet.
Nog dit jaar is Burgernet in 150 gemeenten ingevoerd. 

Directe afhandeling

Een snelle afdoening van zaken leidt tot meer tevredenheid bij burgers
en politie, tot een hogere effectiviteit van de straf en tot lagere
kosten. Tweederde van de standaard strafzaken moet daarom in 2015 binnen
een maand zijn afgehandeld. Politie en Openbaar Ministerie (OM) werken
gezamenlijk aan een aanzienlijke versnelling van de afhandeling van veel
voorkomende delicten. Zij starten met directe afhandeling van zaken in 5
grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven).
Ingezet wordt op snelle interventies en directe afdoening van eenvoudige
strafzaken. Samenwerking, concentratie en vereenvoudiging ‘aan de
voorkant’ zijn hierin de sleutels. Vastgesteld zal worden welke zaken
door politie en/of OM in een zo vroeg mogelijk stadium kunnen worden
afgedaan. Bij deze aanpak wordt nauw samengewerkt met rechters,
reclassering, Raad voor de Kinderbescherming, advocatuur en andere
organisaties. Dit zal onder meer gebeuren door goede procesafspraken en
verruiming van de werktijden ( ‘openingstijden’) tot zeven dagen per
week, zestien uur per dag, de ‘night court’. Daarmee wordt voorkomen
dat een zaak onnodig (verder) in de keten wordt gebracht. Op regionaal
niveau zal contact worden gelegd met de rechterlijke macht en de
advocatuur om deze te laten aansluiten op de aangekondigde initiatieven.


Naast snelle afdoening aan de voorkant wordt voor de héle
strafrechtsketen een traject gestart gericht op een ketenbrede
verbetering (herontwerp) van primaire processen. Dit traject wordt
momenteel in overleg met de politie, OM, rechtspraak, advocatuur en
ketenpartners voorbereid en moet uiteindelijk ook tot lastenreductie
voor de politie leiden. Drie regio’s beginnen in maart 2011 met de
invoering (Maastricht, Arnhem en Haarlem).

Resultaat en tijdpad

In de eerste helft van 2011 starten politie en OM in Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven met directe afhandeling van
zaken. Hierbij wordt ingezet op snelle interventies en directe afdoening
van eenvoudige strafzaken. De successen worden in 2012 landelijk
ingevoerd. Maart 2011 starten de 3 regio’s Maastricht, Arnhem en
Haarlem met het versnellen en verbeteren van de héle strafrechtsketen. 

 

Verbeteren aangifte voor en door burgers

Aangiftes zijn cruciaal voor het veiliger maken van ons land. Het doen
van aangifte moet sneller en eenvoudiger, met een betere terugkoppeling
aan burgers en bedrijven. In het korps Rotterdam Rijnmond is
bijvoorbeeld 3D apparatuur ontwikkeld die gebruikt wordt bij het doen
van aangifte op afstand. Een aangever heeft via beeld en geluid
‘live’ contact met een levensechte projectie van een
politiefunctionaris die zich in werkelijkheid op een andere locatie
bevindt. Het stelt de politie in staat haar aangifteproces slimmer in te
richten met behoud van kwaliteit en de menselijke maat. Deze oplossing
wordt landelijk toepasbaar gemaakt. Een landelijk aangiftevolgsysteem
wordt ingevoerd zodat burgers op elk moment via internet kunnen opzoeken
wat er met hun aangifte gebeurt. Parallel aan deze invoering bekijk ik
of dit systeem ook gebruikt kan worden voor het volgen van meldingen.
Het systeem attendeert de burger wanneer een belangrijke vervolgstap
gezet wordt in de afhandeling van de aangifte. Behalve een verbetering
van de serviceverlening naar de burger, scheelt het de agent ook tijd
doordat burgers geautomatiseerd worden geïnformeerd. Het aantal vragen
over aangiftes zal afnemen.

Resultaat en tijdpad 

Ik ga het aangiftevolgsysteem landelijk invoeren. In het korps
Noord-Holland Noord is al een aangiftevolgsysteem beschikbaar. Op dit
moment wordt dit systeem geschikt gemaakt voor landelijke invoering en
voor het volgen van meldingen. Vanaf 2012 gaat de politie tot landelijke
invoering over. 

3. 	Meer vakmanschap

De voorgaande trajecten doen recht aan het vakmanschap van de agenten en
rechercheurs. Er ontstaat meer ruimte om zelf te beslissen met oog voor
de omstandigheden ter plekke. Het oplossen van het (veiligheids)probleem
staat weer centraal. Papier en systemen worden ondersteunend in plaats
van leidend. Dit betekent een grote verandering in de manier van werken
van de politie. Deze gaat gepaard met het versterken van het vakmanschap
en een aanpassing van de manier van leidinggeven. Met een aantal
maatregelen ga ik het vakmanschap versterken. Ik zie hierbij een
duidelijke rol voor het management van de politie en de Politieacademie.
Zij is aan de slag met het weerbaarheidprogramma en moet de
leiderschapscursussen doorontwikkelen naar het nieuwe leiderschap op
basis van vertrouwen. Het vakmanschap moet een goede plaats krijgen in
het initiële onderwijs. En de politieleiders moeten op dat vakmanschap
vertrouwen en sturen. 

Handelingsruimte in opleiding en training

Er komen minder regels en er komt meer eigen verantwoordelijkheid voor
de diender. Het optimaal gebruiken van de ontstane handelingsruimte
krijgt een duidelijke plek in het initiële onderwijs en de bijscholing.
Politiemensen zijn autonome professionals en dienen ook als zodanig
opgeleid en getraind te worden. Door de politie is geconstateerd dat er
vooral bij de agenten die op straat werken sprake is van achterstallig
onderhoud op het gebied van training. De Raad van Korpschefs heeft
daarom besloten tot een trainingsprogramma waarin gewerkt gaat worden
aan de versterking van de fysieke, mentale en morele weerbaarheid. De
aandacht voor professionele weerbaarheid is niet slechts een
voorwaardelijk element van goed werkgeverschap. Het draagt ook bij aan
het welzijn en gezag van politieagenten. Dit uit zich in de zekerheid,
kennis en vaardigheden van individuele collega’s om de professionele
ruimte goed in te vullen en daarmee goed politiewerk te kunnen
verrichten. Doordat de kwaliteit van het werk omhoog gaat, neemt ook de
lastendruk af. Zo zorgt bijvoorbeeld de reductie van foutpercentages in
processen-verbaal ook voor verlichting van het papierwerk. Het programma
raakt alle dienders, maar tegelijk zal op deelgebieden ook aandacht zijn
voor het administratief-technisch personeel. 

Als van medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid wordt verwacht bij
het bijhouden van hun vaardigheden, moet ook het onderwijs flexibel
kunnen inspelen op hun behoefte aan bijscholing. In het postinitiële
onderwijs zullen agenten zelf verantwoordelijkheid moeten kunnen nemen
voor hun ontwikkeling en bijscholing. Ik zal met de Politieacademie
aanpassingen in de inrichting van het onderwijs doorvoeren die dit
mogelijk zullen maken. 

Resultaat en tijdpad

In de eerste helft van 2011 start het programma ter versterking van de
professionele weerbaarheid. Voorstellen voor de flexibilisering van het
postinitiële onderwijs zijn vóór het eind van 2011 gereed. 

Slimmer sturen

In het advies wordt gepleit voor een slimmere sturingssystematiek die
stuurt op veiligheid in plaats van onveiligheid. Ik stel de nieuwe
landelijke prioriteiten voor de politie vast voor 1 april en zal deze
richten op de daadwerkelijke bijdrage van de politie aan de veiligheid
in de samenleving. Hierdoor ontstaat er ruimte voor een professionele
dialoog binnen de politie en tussen de politie, bevoegd gezag en het
ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze zal gebaseerd zijn op de
daadwerkelijke bijdragen aan meer veiligheid en vertrouwen in het
vakmanschap van de politie. 

Leiderschap gebaseerd op vertrouwen 

Een cruciale factor in het proces dat moet leiden tot versteviging van
het vakmanschap binnen de politie is leiderschap gebaseerd op
vertrouwen. Met de Politieacademie en de korpsen zal het gesprek
aangegaan worden hoe leiderschap dat vertrouwen uitstraalt en risico’s
durft aan te gaan, versterkt kan worden.

4.	 Aanpak voortgang en monitoring

Ik betrek de politiemensen bij de aanval op de bureaucratie omdat zij de
deskundigen zijn. Hierbij hoort dat we politiemensen in de gelegenheid
stellen om hun problemen en oplossingen kenbaar te maken, dat we hen op
de hoogte houden van de vorderingen en dat we hen betrekken bij de
evaluatie. Uiteraard zal ik de Kamer periodiek informeren over de
voortgang van dit aanvalsplan. Ik zal rapporteren in cijfers, maar zeker
ook in ervaringen. 

Cijfers 

Om zeker te zijn van de opbrengsten van mijn aanval voer ik een
nulmeting uit. Een traject om de administratieve lasten te verminderen
moet een voorbeeld voor die vermindering in zich hebben. Alle
verbeteringen bij elkaar opgeteld zullen gemiddeld tot 25% minder
administratieve lasten voor de politie leiden. Een groot deel van de
uren die dit opbrengt zal worden ingezet voor het primaire politiewerk.
Hier komt meer netto-capaciteit voor beschikbaar. De 49.500 agenten
kunnen meer op straat aanwezig zijn en meer criminaliteit en overlast
bestrijden. Een kleiner deel moet al worden bespaard om de taakstelling
op de vorming van de nationale politie te kunnen realiseren. Dit gaat
vooral om de oplossingen in de bedrijfsvoering. 

Ik zal ook onderzoek doen naar een beperkt aantal deeltrajecten. U
begrijpt, ik probeer extra administratieve lasten te voorkomen. Ik zal
die deeltrajecten monitoren die echt een grote impact hebben op de
bureaucratievermindering. 

Ervaringen 

Cijfers beginnen pas echt te spreken als je de verhalen uit de praktijk
erbij hoort. Ik spreek regelmatig met dienders en ik zal dat blijven
doen. Ik hecht er waarde aan om dienders te benaderen die op dit moment
dagelijks de bureaucratie ondervinden. Ik zal hen vragen regelmatig hun
ervaringen met u te delen en aan te geven of zij in de praktijk
verbetering ondervinden.

Verbinding met de ICT problematiek 

Bij de ambitie van deze aanval plaats ik een kanttekening. Deze betreft
de ICT. Sommige oplossingen vergen aanpassing of uitbreiding van de
(ICT-)systemen van de politie. Tegelijkertijd moet het technische
fundament en de huidige werking van systemen worden verbeterd en
vernieuwd. De betrouwbaarheid van de systemen voor de agenten is immers
cruciaal. Soms zal daarom continuïteit voorrang moeten hebben boven
innovatie. De ICT-problematiek wordt nu door middel van het onderzoek
van de Algemene Rekenkamer in kaart gebracht. Beide trajecten,
vermindering van de ICT-problematiek én de administratieve lasten,
moeten de komende jaren worden uitgevoerd binnen de bestaande personele
en financiële middelen van de korpsen en de ICT-organisatie van de
politie. Door onderscheid te maken tussen korte en lange termijn
oplossingen hoeven de maatregelen voor de vermindering van
administratieve lasten niet altijd te wachten op de vernieuwing van het
technische fundament. Deze moeten echter wel passen binnen de brede
ICT-strategie. Bij de verdere uitwerking van de ICT-strategie zal zoveel
mogelijk ingezet worden op vermindering van de administratieve lasten.

Ten slotte

Mijn aanval is pas geslaagd als de dienders en de samenleving
verbetering merken in de praktijk. Ik zie veel energie en enthousiasme
op dit onderwerp bij politie, het Openbaar Ministerie, het departement
en andere betrokken organisaties. Daarom ben ik ervan overtuigd dat we
deze kabinetsperiode een groot verschil kunnen maken!

 Daarbij maak ik gebruik van een recent advies van de commissie o.l.v.
oud burgemeester en korpsbeheerder mevrouw M. van Rossen en hoogleraar
B. Haring over waardering, respect en gezag bij de politie.

 PAGE   10 

 PAGE   1