[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad Algemene Zaken van 21 februari jl.

Bijlage

Nummer: 2011D09979, datum: 2011-02-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Raad Algemene Zaken van 21 februari 2011 (2011D09978)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag Raad Algemene Zaken d.d. 21 februari 2011

Follow-up februari-ER, voorbereiding maart-ER

Ten aanzien van de follow-up van de Europese Raad (ER) van 4 februari
jl., riep de Commissie de lidstaten op de reeds bestaande regels voor de
interne energiemarkt zo spoedig mogelijk om te zetten in nationale
wetgeving. Ook gaf de Commissie aan volledig gecommitteerd te zijn aan
de uitvoering van afspraken die tijdens de afgelopen ER zijn gemaakt op
het terrein van energie zoals het bevorderen van integratie van gas- en
elektriciteitsnetwerken, alsook op het terrein van innovatie zoals het
bevorderen van betere randvoorwaarden voor innovatie.

De voorbereiding van de ER van 24-25 maart a.s. was voornamelijk
procedureel van aard; inhoudelijke voorbereiding vindt plaats tijdens de
Raad Algemene Zaken (RAZ) van 21 maart a.s. Het voorzitterschap
benadrukte het belang van het veelomvattend pakket aan maatregelen voor
de aanpak van de problemen in de Eurozone dat tijdens de ER
gepresenteerd zal worden. Dit veelomvattende pakket zal onder andere
bestaan uit: (i) formalisering van de verdragswijziging om de oprichting
van een Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) mogelijk te maken; (ii)
het wetgevingspakket met voorstellen ter versterking van de economische
beleidscoƶrdinatie (SGP, macro-economische onevenwichtigheden,
begrotingsraamwerken) en; (iii) de modaliteiten van het huidige
financiƫle vangnet (EFSF) en de ESM. De uitkomsten van de aanstaande
Eurozone-top (11 maart) kunnen desgewenst nog in het veelomvattende
pakket worden meegenomen. 

Diverse lidstaten benadrukten dat het veelomvattende pakket als een
geĆÆntegreerd geheel moet worden behandeld. Tevens werd benadrukt dat de
nationale parlementen voldoende tijd moeten hebben om het pakket goed te
kunnen beoordelen. Het kabinet is van mening dat ook het versterken van
het Europese concurrentievermogen een belangrijk onderdeel moet uitmaken
van de Europese strategie om de stabiliteit van de euro te borgen -- een
discussie die tijdens de ER in februari door de Duitse bondskanselier
samen met de Franse president is aangezwengeld. In dit verband
benadrukte staatssecretaris Knapen het belang van het wegnemen van
belemmeringen voor een goed functioneren van de interne markt als
katalysator voor versterking van het concurrentievermogen. Het
voorzitterschap zegde toe dit punt mee te nemen bij de verdere
voorbereiding van de ER in maart. 

Toekomst Cohesiebeleid

De Raad heeft conclusies aangenomen over het Vijfde Cohesieverslag dat
de Commissie op 10 november jl. publiceerde. Verder hield de Raad een
oriƫnterend debat over de toekomst van het cohesiebeleid. Vrijwel alle
lidstaten spraken zich uit voor een sterke focus van toekomstig
cohesiebeleid op de Europa 2020-strategie, concentratie van middelen op
een beperkt aantal prioriteiten, vereenvoudiging van de uitvoering en
flexibiliteit. De Commissie gaf aan dat in het nieuwe cohesiebeleid meer
aandacht moet zijn voor coherentie, complementariteit, concentratie en
conditionaliteit. Wat betreft dit laatste zal in de komende tijd een
discussie plaatsvinden hoe hier nadere invulling aan kan worden gegeven.

De staatssecretaris intervenieerde langs de lijnen van de
kabinetsreactie op het consultatiedocument van de Commissie over de
toekomst van het cohesiebeleid, die uw Kamer op 11 februari jl. is
toegegaan. Hij gaf hierbij aan het eens te zijn met veel van de
inhoudelijke Commissievoorstellen, maar onder andere twijfels te hebben
over de voorgestelde ā€˜institutioneleā€™ conditionaliteit (bijvoorbeeld
het tijdig implementeren van richtlijnen als pre-conditie om in
aanmerking te komen voor cohesiefondsen). De staatssecretaris heeft
voorts gewezen op de relatie tussen cohesiemiddelen en de Financiƫle
Perspectieven, waarbij het aandeel van het cohesiebeleid in de Europese
begroting substantieel moet verminderen en het cohesiebeleid zich moet
richten op de minst welvarende regioā€™s in de minst welvarende
lidstaten.

Tot slot kan naar aanleiding van het Algemeen Overleg met de Tweede
Kamer op 17 februari jl., en met name de opmerkingen tijdens het debat
van Tweede Kamerlid mw. Albayrak, worden gemeld dat de Raad Buitenlandse
Zaken (RBZ) bij de discussie over de ontwikkelingen in de Arabische
regio, in het bijzonder Libiƫ, tevens heeft gesproken over mogelijke
effecten van de situatie aldaar op migratiestromen richting Europa. De
ministers van Buitenlandse Zaken waren doordrongen van de urgentie van
deze kwestie die in eerste aanleg met name de lidstaten aan de zuidflank
van Europa raakt, maar mogelijk ook effecten elders kan hebben. Zoals
vermeld in het verslag van de RBZ, uw Kamer op 23 februari jl.
toegegaan, zijn de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op 24 en
25 februari jl. inmiddels dieper ingegaan op versterkte samenwerking met
Mediterrane landen op het gebied van illegale migratie.