Voortgang maatregelen sociale veiligheid in het onderwijs
Bijlage
Nummer: 2011D10036, datum: 2011-03-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Veiligheid in en rond het onderwijs (2011D09937)
Preview document (đ origineel)
Bijlage 1: Voortgang maatregelen sociale veiligheid in het onderwijs Kwaliteitsteams veiligheid Vanaf de zomer 2008 hebben de Kwaliteitsteams veiligheid scholen in het primair, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs vraaggericht ondersteund bij hun veiligheidbeleid. Uit een effectonderzoek, uitgevoerd in de maanden mei tot en met juli 2010, blijkt dat de ondersteuning een aantal belangrijke effecten heeft gehad op de schoolveiligheid. In het effectonderzoek zijn op 20 scholen interviews afgenomen en zijn 446 van de in totaal 600 door de kwaliteitsteams bezochte scholen geĂ«nquĂȘteerd. Scholen blijken vooral behoefte te hebben aan concrete adviezen hoe de veiligheid in de school in relatie tot concrete veiligheidsplannen te vergroten en hoe te handelen bij diverse incidenten. De opgedane bevindingen en kennis worden opgenomen in praktische handleidingen en brochures. De handreikingen gaan over de totstandkoming van visie en beleid over schoolveiligheid, het ontwerp van een veiligheidsplan, normen en regels die kunnen bijdragen aan een veilig pedagogisch schoolklimaat. Daarnaast zijn er brochures voor iedere onderwijssector. Het door OCW gesubsidieerde Centrum School en Veiligheid (CSV) stelt deze handleidingen en brochures beschikbaar. De ondersteuning door de kwaliteitsteams veiligheid wordt eind 2011 beĂ«indigd. Toegankelijke informatie over veiligheid Op de website van het CSV staan informatie, actualiteiten en praktisch toepasbare instrumenten over sociale veiligheid in het onderwijs. Ook is er een telefonische helpdesk voor vragen over sociale veiligheid, seksuele intimidatie en pesten. Ook in 2010 zijn de website van CSV en de onderliggende sites van Project Preventie Seksuele Intimidatie (PPSI), Pestweb en Gayandschool geĂŒpdatet, zodat het materiaal toegankelijk is en blijft voor scholen. Daarnaast zijn nieuwe informatiebladen ontwikkeld die aansluiten bij actuele themaâs zoals âagressie tegen onderwijspersoneelâ, âgedragsregels in het basisonderwijsâ en âonderwijspersoneel onlineâ. Leerlingbegeleiding Sinds 2005 ontvangen alle scholen in het voortgezet onderwijs extra geld voor de leerlingbegeleiding. Een deel van de Weer Samen Naar School-verbanden (WSNS) ontvangt extra geld voor het schoolmaatschappelijk werk. Door problemen vroegtijdig te signaleren en snel en effectief aan te pakken, kan immers voorkomen dat deze escaleren en dat onveilige situaties ontstaan. Dit extra geld blijft de begeleiding van risicoleerlingen op scholen in het primair, en voortgezet onderwijs een impuls geven, zo blijkt ook uit de jaarlijkse ZAT (Zorg en Advies Team)-monitoren waarover u in juni 2010 bent geĂŻnformeerd. Reboundvoorzieningen Uit de Reboundmonitor 2008-2009 blijkt dat in het schooljaar 2008-2009 net als het schooljaar daarvoor alle 82 samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs een operationele reboundvoorziening hebben. In 2005-2006 was dit nog 54% en in 2006-2007 96%. Het doel van de reboundvoorziening is om jongeren - na een periode in de reboundvoorziening - te laten terugkeren in het regulier onderwijs. In 2008-2009 keerde 48% van de jongeren terug op de eigen school, dat is 6% meer dan het vorige schooljaar. Totaal keerde 88% terug in het onderwijs, dat is 1% meer dan in 2006-2007. Het aantal jongeren dat in het schooljaar 2008-2009 een reboundvoorziening bezocht, groeide van 3124 naar minimaal 3325, een toename van 6%. 1000 extra plaatsen bij het ZMOK Uit de voorlopige cijfers van de Stichting Projecten Speciaal Onderwijs blijkt dat steeds meer jongeren aan het programma âOp de railsâ deelnemen. In het schooljaar 2009-2010 hebben 1830 jongeren deelgenomen aan âOp de Railsâ. In het schooljaar 2008-2009 waren dat 1756 jongeren en in 2006-2007 1150 jongeren. Na afronding van het programma gaan jongeren zowel naar het regulier onderwijs (46%) als naar het (voortgezet) speciaal onderwijs (41%). In 2008-2009 was dit respectievelijk 41 en 47%. 13% van de jongeren vindt een plek elders, zoals dagopvang, krijgt een baan of gaat in detentie. Goede voorbeelden van veiligheidsprojecten om schooluitval te voorkomen Voortijdig schoolverlaters (vsvâers) zijn in het verleden vaker verdacht geweest van een misdrijf. In het schooljaar 2008-2009 is op landelijk niveau 22 % van vsvâers verdacht geweest van een misdrijf. Onder niet vsvâers is dit 5 %. In de G4 is dit percentage hoger namelijk 29 % tegenover 8 % niet vsvâers. Momenteel is de gemeente Amsterdam bezig met de ontwikkeling van een nieuw stedelijk schoolveiligheidsbeleid. Dit ter ondersteuning van de schoolbesturen waar de primaire verantwoordelijkheid voor de schoolveiligheid ligt. Het doel van het stedelijke beleid is herstel van normen en waarden in het Amsterdams onderwijs om zo een veilig leer- en leefklimaat voor leerlingen en docenten te creĂ«ren. Een van de instrumenten om dit te bereiken is de inzet van een schoolveiligheidsteam (SVT). Een SVT is een samenwerking tussen politie, gemeente en school. Het betreft een nieuwe aanpak, die nog verder ontwikkeld moet worden. Het team beoogt de scholen praktische ondersteuning te bieden in de aanpak van verzuim en onveiligheid. Hierdoor wordt het schoolklimaat positief beĂŻnvloed waardoor de school veiliger wordt en leerlingen meer kans van slagen hebben op een succesvolle schoolloopbaan. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de SVTâs een tijdelijk middel zijn. In de cijferbrief voortijdig schoolverlaten, die uw Kamer in het eerste kwartaal van 2011 zal ontvangen, zal hier verder op in worden gegaan. Actieprogramma Onderwijs Bewijs Voor de tweede ronde van het actieprogramma Onderwijs Bewijs zijn negen projecten gefinancierd die de aanpak van gedragsproblemen en pesten onderzoeken. Van negen specifieke interventies wordt in een experimentele opzet bekeken wat wel en niet werkt. Vijf van deze onderzoeken vinden plaats in het primair onderwijs, twee in het voortgezet onderwijs, Ă©Ă©n in deze beide sectoren, en Ă©Ă©n in het middelbaar beroepsonderwijs. De onderzoeken bestrijken een breed spectrum aan interventies, gericht op onder andere cyberpesten, motivatieproblemen, ADHD en weerbaarheid tegen negatieve stereotypen. De experimenten lopen tot en met 2015. Na afronding worden de resultaten inzichtelijk gemaakt. Pestprotocol mbo De mbo-instellingen hadden behoefte aan handvatten om om te kunnen gaan met allerlei vormen van pesten. Daarom is voor en door de mbo-sector een pestprotocol ontwikkeld. Het pestprotocol is in november 2010 verspreid onder de leden van het Platform Veiligheid en tegelijkertijd beschikbaar gesteld voor het hele mbo-veld. De MBO Raad heeft in januari en februari 2011 regionale bijeenkomsten gepland om dit protocol binnen de instellingen in te voeren. Programma Veilige Publieke Taak Onderwijs Om de veiligheid van medewerkers in het primair, voortgezet, speciaal en middelbaar onderwijs te stimuleren is het programma Veilige Publieke Taak Onderwijs (VPTO) ontwikkeld, zoals ik in 2009 heb aangekondigd. Kern van het programma is de eigen risicobeoordeling door het bevoegd gezag en de verantwoordelijkheid van de werkgever naar de eigen medewerkers. Om het programma VPTO kracht bij te zetten, heeft het ministerie van OCW een aantal adviseurs beschikbaar gesteld om de bewustwording voor het belang van veiligheid bij schoolbesturen en colleges van besturen (Cvbâs) te vergroten. Op de website van het Centrum School en Veiligheid kunnen schoolbesturen en CvBâs alle informatie over het programma en de adviseurs vinden. De adviseurs VPTO worden in overleg met de sectorraden ingezet. De adviseurs hebben inmiddels ongeveer 120 bovenschoolse besturen in po, v(s)o en mbo ondersteund. Polarisatie en radicalisering In 2007 is rijksbreed het actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 ontwikkeld vanuit de behoefte aan een meer specifieke beleidsimpuls op dit toen nieuwe beleidsterrein. In 2010 heb ik een aantal aanvullende maatregelen genomen om de eerstelijns professionals in het onderwijs te ondersteunen. Zo is in 2010 het handboek âPuberaal, lastig of radicaliserendâ, met informatie over grensoverschrijdend gedrag van jongeren in het onderwijs, ontwikkeld en gepubliceerd. Ik heb een lespakket laten ontwikkelen voor identiteitsontwikkeling om rechts-radicalisme te voorkomen. Het lespakket is gericht op leerlingen van 12 tot 15 jaar. Daarnaast kunnen onderwijsprofessionals met hun vragen over radicalisering terecht bij Nuansa, het landelijke Kennis- en Adviescentrum Polarisatie en Radicalisering. Ten slotte biedt Centrum School en Veiligheid ook informatie aan over extremisme en radicalisering. Hiervoor heeft het CSV onder andere het informatieblad âpedagogiek als wapen tegen radicaliseringâ opgesteld. Ernstige geweldsincidenten op onderwijsinstellingen Vanwege ernstige geweldsincidenten op onderwijsinstellingen, ook wel âschoolaanslagenâ, âAmok-laufâ of âschool shootingsâ genoemd, die in landen als Finland, BelgiĂ«, de Verenigde Staten en Duitsland de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden, is door de minister van OCW in 2010 opdracht gegeven om hierover een aantal praktische handleidingen op te stellen. Doel van de handleidingen is om scholen en onderwijsinstellingen te informeren over wat schoolaanslag is, welke preventieve maatregelen ze kunnen nemen en wat ze moeten doen indien het op hun school of op een school in de buurt plaatsvindt. Betere en gestructureerde kennis en bewustwording hierover kan helpen om de ernst, omvang en gevolgen van een dergelijk geweldsincident te beperken. De handleidingen worden begin 2011 beschikbaar gesteld, o.a. via de website van het Centrum School en Veiligheid. Verklaring Omtrent Gedrag De Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) is verplicht voor een ieder die aan een school verbonden is (zoals leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel en uitzendkrachten). In de komende periode laat ik onderzoeken voor welke andere groepen (bijvoorbeeld bestuurders, stagiaires, en/of vrijwilligers) een VOG verplicht gaat worden en hoe de handhaving van de VOG-verplichting zo optimaal mogelijk kan worden uitgevoerd. 2009-2010, 31001, nr. 91b CBS/Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), 2008, 2007, 2006. 2009-2010, 29 240, nr. 41